DEEEMBODE. iieblad Bijvoegsel. Zaterdag 18 Juni 1904. ihttiende Jaargang. Gejaagd door de Presgang. Naar h.l E•stuck dear C. L. H. De vorige eeuw was nog in haar jeugd, toen op een mooien Meimorgen, Dick Hammond haastig langs hel klifpad liep, dat van bet kleine visschersdorpje Sunningbeach naar dc groote en belang rijke zeehaven Olivehampton leidde. Dick, bij de bevolking van zjjn dorp bekend als Durf-Dick, was ten tijde van ons verhaal een stevige jonge snuiter van zestien jaar, met zwart krullend haar over een voorhoofd, dat de constante blootstelling aan alle mogelijke weer, zoo bruin als een visschertzeil had ge maakt. Ofschoon een jongen in jaren, was hjj een man in sterkte en ondervinding, want op zijn jonge schouders rustte de last van het zorgen voor een heele familie, die een verschrikkelijke en onverwachte storm een maand of tien geleden, vader loos had gemaakt. Dit verklaart waarom ,onze held voortschreed met op zijn rug een zware mand vol visch, die hij aan de lui uit Olivehampton hoopte te ver- koopen, voor vele uren verloopen waren. Het was vier mijlen van Sunningbeach naar de groote zeehaven. Dicks lange beenen hadden het grootste deel van dezen afstand afgelegd, toen hij kwaiu aan de .Vliegende Zwaluw," een herberg zoowat een paar honderd meters van het strand. Met de gedachte, dat juffrouw Pride, de waardin, misschien wat versche makreel kon gebruiken, stapte Dick naar binnen en ging juist naar de gelagkamer, toen een luide, ruwe stem hem deed stilstaan. Hallo jonge zeehond 1 schreeuwde de eigenaar dezer stem, die, te oordeelen naar de richting waaruit het geluid kwam, in de zijkamer scheen te zijn. Hoeveel kosten ze vandaag Dick hield stil, daar hij altijd geneigd was handel te doen met iedereen, die maar wildedus ging hij de kamer in quaestie in. Binnentredend zag hjj aan de tafel zitten met een lange pijp in zijn mond en een kan in zjjn hand, een bootsman, wiens kleeding aanduidde, dat hij op een oorlogsschip thuis behoorde. Een stuk of twaalf andere zeelui zalen verder in de kamer te rooken en te drinken. Versche makree) I zei Dick, de mand van zijn rug trekkend en haar zoo openend, dat de ander zien kon, wat er in was. Van morgen in Sunningbeach gevangen en zoo fijn als ik er ooit in mjjn net heb gehad. Toen Dick sprak, stond een der zeelui voorzichtig op en ging naar de deur, tegen welker post hij zoo ging staan leunen, dat niemand de kamer kon binnenkomen of uitgaan, zonder eerst zjjn zwaar lichaam opzij gegooid te hebben. 't Is mooie visch en jij bent een knappe jongen, zei de bootsman, met veel belangstelling Dick opnemend. Wil jij je heele leven lang een visschersraan blijven Wel waarom niet, 't is net zoo goed een beroep als elk ander, antwoordde Dick flink weg. En wou je niet liever Boney (Napo leon) en zijn kikkervreters op hun huid komen vroeg de bootsman, met Dick spelend als dc kat met dc muis, en hoopen prjjsgeld krjjgen en zooveel grog als je maar op kan Ik wil mjjn visch verkoopen, ant woordde Dick kortaf, met een vlug oog de heele omgeving opnemend, want hjj was de kamer nog niet in, of hij had al gesnapt, dat hjj in een val géloopen was en dat hij omringd was door de presgang van het oorlogsschip „De Donderbui", over welks verrichtin gen hji laatst zooveel had gehoord. Maar als je matroos werd, hoefde je geen visch meer te verkoopen, zei de bootsman, overredend. Ik ben heel tevreden met wal ik nu ben, zei Dick stout. En nu wil u me zeker wel zeggen of u mjjn visch wilt hebben, ja of neen Ik wil geen visch hebben, maar ik wil jou hebben, was het antwoord. Wil je stil meegaan of moeten nijn jongens je meenemen? Dick keek de kamer rond en zag dat hij één jongen was legen dertien mannenen toen dacht hjj aan het kleine witte huisje in Sunningbeach en aan hen, die daar woonden en wal van ze zou worden als hij ging kloppen tegen Boney. Het bloote idee van hulpe loosheid deed hem zijn tanden op elkaar zetten en besluiten te ontvluchtten, hoe ook. Al dc lui van de presgang waren flinke zeelui, vlug en handig als katten en als het tot man tegen man kwam, per stuk een partuur voor hem. Wat den man aan de deur betreft, die was de stevigste van allen en er scheen geen kans om dien de baas te worden, hoe I lang en sterk de visschersjongen ook was. Maar net 'oen hij aan zijn ont vluchting begon te wanhopen, zag Dick dat het raam, vlak boven den grond open stond. Nou jongen, zei de bootsman, wat wil je? Ik wil niets zei Dick, ik wil bjj mijn vak bljjven. De hoofdman wenkte een van zjjn lui, die op den knaap afsprong. Dick, zoo vlug als water, wierp hem zijn mand met visch tegen zijn hoofd en sprong meteen het raam uit en zoo hard als zjjn beenen hem konden dragen, rende hjj in de richting van Sunningbeach. Er was echter nog geen minuut voorbij of de heele bende zette haar prooi na. Dick keek somber en zag, dat de Donderbuimenschen niet ver achter waren en dat hjj moest loopen zoo hard hjj maar kon. Wel kende hjj zjjn eigen krachten, en had er nogal vertrouwen in, want geen man of jongen in Sunning beach kon op 't punt van hardloopen bij hem halen. Maar hjj wist ook, dat de matrozen, die presgang uitmaakten, niet licht 't op zouden geven, alleen omdat hjj een kleinen voorsprong had. Een voordeel bezat Dick en dal was, dat hij iederen duim gronds van de streek ken de en hjj besloot dadelijk koers te zetten naar een plek op de rotsen, vanwaar hjj kon komen naar een hol, bekend als het .Duivennest" met zooveel paden, dat heel weinig lui daar wijs uit konden worden. Toen de vluchteling dicht bij die plek gekomen was, zag hjj een andere troep zeelui op hem af komen. De lui der presgang schreeuwden luid en 't bleek hem, dat de nieuwaankomenden een deel derzelfde presgang waren, die na op den snor geweest te zijn, over de rotsen terugkeerden. Dick spande elke zenuw om zijn doel voor hen te bereiken en met een ver bazende spurt lukte 't hem ook, toen beide benden nog een vijftig meter achter waren. Hier waren de rotsen een goede honderdvjjftig voet rechtop boven het water, dat met tij, diep en kalm was als een groote vijver. Aan het gewone oog zou het onmo gelijk hebben toegeschenen de rots af te dalen, maar Dick kende 't kunstje en wist, dat hij, als hij maar een zeker punt veilig bereikt had, buiten het be reik van desnoods hondord presgangers Haastig klom hij over den rand en met handen en voeten, overal party van trekkende, bracht hij heel gauw een (linken afstand tusschen zjjn vervolgers en zichzelf. In volle vaart kwamen de matrozen op de plek, waar hij net geweest was en kwamen dadeljjk tot de conclusie die juist was ook dat hjj naar de een of andere verborgen plaats op weg was. Een droeg een flink stevig touw en maakte dadeljjk een eind stevig omzijn lijf vast. Dc duivel zal me halen als ik dien jongen aap niet in mijn klavieren krijg ik zal 'm leeren me visch naar m'n kop te smjjten. Nou jongens, stevig vaslgehouwen als ik 'm heb, haal je als de wind op. Onderwijl had Dick een grooten hoek bereikt, voor de rots uitstekend. Van dezen moest hjj zich laten zakken op een kleinere en dan inel de meeste voor zichtigheid voortgaan over een natuurljjk voetpad dat naar het „üuivonnest" leidde. Van dit voetpad ging de rots steil naar beneden, een kaarsrechte steenmassa. Toen Dick den eersten hoek bereikt had, keek hij op en zag een matroos dalen, door middel van een touw. Hjj berekende, dat die vent bjj hem zou zijn voordat hij op het voetpad was en er bleef hem E wijk, Hilversum, Hoogland FrUa dar Adverteatldai 8 regelsfo.30 regel meer-0.06 «uusiene nu reeds zoo benig bestreed coalitie is in staat geweest een bond- getrokken, de kloof tusschen geloof'en en zjjn bestaan onmogelijk wilde maken, genootschap in het leven te roepen, zoo- ongeloof een schier pjjlloozen afgrond Z. H. sprak ook over n de koninkljjke familie. 1 aan iederen soldaat een hcrinncrings- medaille. Daarna werd aan de officieren en aan de soldaten een feestmaal in de Bclvedere-zaal aangeboden. De meeste soldaten waren leren en Schotten. De admiraal van hel eskader, Domville, had met zjjn gezin te voren een parti culiere audiëntie bjj den Paus gehad. Na als engelen van barmhartigheid meer dan twee eeuwen het .Hotel des Invalides" te hebben bestuurd, zjjn de Zustertjes van SI. Vincentius ook daaruit verdreven. Het afscheid bood een tref fend schouwspel. Als een spontane uiting van hulde, defileerden de oude krijgs lieden, zoo fier hun houding nog te maken was, voorbjj het groepje Zusters, toen deze uit de kapel op straat traden. Wat tjjdens dc groote Revolutie nog geëerbiedigd bleef en de Commune liet bestaan, wordt thans door Corobes en zjjn kornuiten uiteengejaagd. In de Italiaansche Kamer werd Maan dag dc oorlogs-begrooting besproken. In den loop dor debatten verklaarde minister-president Giolitti, dat er na de aanneming van de wet van 1901 geen enkel feit is voorgekomen, dat eene ver meerdering van de uitgaven voor lands verdediging noodzakelijk maakt. Inte gendeel zjjn de bondgenootschappen un de vriendschapsbetrekkingen met andere staten inniger geworden. De regcering vraagt geen geld voor nieuwe uitgaven, niet om redenen van ver- kiezingspolitiek, maar omdat zjj 'l niet noodig oordeelde. Bij gelegenheid van een feestmaal aan boord van het stoomschip .Duitschland" te Cuxhavcn, dat Dinsdag plaats vond, heeft Keizer Wilhelm een rede gehouden. Tot besluit dier rede zeide hjj, dat hjj volkomen gerust en met vertrouwen de toekomst tegemoet ziet. Het vernielende optreden van bet Wladiwostok-eskader is den Japanners op het verlies van vjjf transportschepen komen te staan; drie schepen werden alle in den grond geboord, waarbjj hon derden Japanners omkwamen en een groote voorraad materieel en proviand verloren ging. Het Japanache eskader, dat ter bestraffing van het Russische werd uitgezonden, is onverrichter zake moeten terugkeeren. Men zegt, dat de Ja panners zeer onder den indruk zjjn van deze gebeurtenissen. Een groot voordeel door het Russische eskader behaald, wordt ook genoemd, FEUILLETON. In ie laatste stonde. s da btdplasta Kraosaach U|t in aaa mooi dal, bal Galdenbaak dal, het liodaljjka etadje Stromberf. Hooge kalkrotsen "lallen bat dal van da Guldenboek, dat prach tigs weiden bevat, ran alia kantan in. Ver scheidene kleine fabrieken verlevendigen het door da na tour too gnnatig bedeelde oord. Aan da acfaooaa beek ataan veel molens, welke ban nen eigenaars veel voordeel aanbrengen. Het grootste deel dar bevolking doet un laodl de inwoners van Stromberg werken meeat in de nitgeatrekte kalkbergen. De vreemdeling dni- telt, als h|| In die ontiettende hoogte de werk- «oden aan de steile kalkrotsen ziet werken als de swahman aaa een hoia. Met donderend ge nu rollen de gehonwen ol door kruit gespron gen rota blokken naar beneden. Voor geen doiiend gulden per dag zon ik bier mgn brood willen verdienen, zegt wellicht menigeen. Toch moeten er ook menecheo zjjn, dia dat undnrvenalles leart, ook bat werken op soo'n duizelingwekkende hoogte, zoo zelfs, dat de voortdoende arbeid op gtvaarljjke ponten ten slotte den meoscb onverschillig, ongevoelig maakt voor bet gevaar. Zeer dikwijls ia aan groot ongeluk het gevolg hierna. Zoo ging het ook dan man, die dicht bj} de vrouw en kind. Ujj heette Frederik Stiller en wai uit Opper-Sileziê our deze aireek getrok ken. Geheel zooder middelen wee hjj aange- duchtig gebruik te maken ven zjjn krachtige armen. In de ktlkgroeven kreeg bjj werk, en dear bjj aan vljjt en arbeidzaamheid een nit het bart voortkomende vroomheid paarde, wu bjj spoedig door ieder gewild en geacbl. Na enkele jaren huwde hjj een boerenmeisje uit bet dichtbij gelegen dorpje Daxweiler, Jet hem eenig fortuin aanbracht. Daarmede bouwde bjj een klein hnie en bed een Binken toin er bjj. De op het in- en uitwendig nette hnisje ruitende schulden waren in weinige jaren varetlend. Daar de beide echtelieden spaarzaam waren en maar Ma soon hadden, apurden zjj in den loop der jareo een aardig sommetje. De dageljjksche oodervioding leert, dat ouders, die alechta Mn kind hebben, dlkwjjla een ver keerde lietde voor dat kind koestaren, alle ge breken van hnn lieveliog gemakkelijk veront schuldigen, ja dia aal fa beschouwen als gevol gen eener buitengewone geestas-gave. Zoo wu het ook bj) de familie Stiller. De kleine Anloon kon doen, wit by wilde, steeds waren de ondert toegevend voor hun vertroeteld kind, en kwamen er onder de schooljongens atsudjee voor, waar bjj bij bgoa nooit ontbrak, dan waren de scbil- digeo, da andere elecbt opgevoede kinderen. An ion zoo iets niet doeo, daartoe wet by ta goed opgevoed. Zoo groeide da knaap op. Inachool verschatte hy tgsen onderwijzers vaal genoegen, doch ook veel laat. Het acbrifteiyk werk, vooral de reken- opgeveo, waren voor hem kinderspel, doch aoo- dra zijn werk ai wu, moeeteo zjo bureo bal recht) ea links ontgelden. Naluurlgk liep hy daardoor beel wat ilrel opeeritandige onder) hidden in zoo'n gevel den onderwijzer denk geweteo. Niet zoo echter de familie Stiller. Booe over de echijobaro partijdige behandeling eto zulk een .goeden, braveo en viytigeo" jongen, lieten zich de dwaze ouders lot versmading ean den ouden onderwyzer meaaleepen, die het, naar bun leggen, hield met de ryken en geen hart voor de werklieden had. Aoloon moeit zyo eerste H. Communie doen. Volgeoe de ewoonte in die streken werden op dezen grooten dag allen uitgenoodigd, die deel hadden gehad un de opvoeding van dan com- munikant, dot pastoor eo oaderwyair. Nu spreekt bat echter van zalf, dat belde beereo op deo- zelfdeo dag niet bg alle communlakioderen konden komen, maar volgens de gewoonte daar ter plaatste, werden tocb beiden uitgenoodigd. Ook de plichtgetrouwe ouderwyser ontving ven allen ,eene nilnoodlging. doch van Stiller oiel. Dit speet den onderwijzer zeer, niet, wyi by zich daardoor teruggesteld voelde, rniar omdat hy zich zelf bekennen moest, dat de ouders zoo verblind weren en uil bun klad uiels goeds zou groeien, eo al zyn arbeid en moeite aan hem vergeelsch zon zyo. De gryse zieleherder, wiao de slechte verhouding laasebeo onderwy- ter en ouders bekend wu, ging juist op dazen dag naar SllUer. Met groote hartelijkheid werd hy ontvangeo. .Hebt ge deo ooderwgzar oiet ultgeooodigd vroeg de pestoor, toen hjj een poosje by ben wu. •De onderwyzer heelt ons kind in school dik- wyi» onrechtvaardig gestraft," zelden sy, ,al- tyd was Antoou de belhamel eo de goede jon gen zal tocb geen diertje leed doen. Wg weten niet, wat de meester tegen ons heelt. Wy kun nen wel niet over duizenden beschikken, zooili zon velen hier, maar wy zyn eerlijk en trouw eu verlangen eene behandeling, tooala ons kind dat verdient." ,Nn vergist gy u, goede menschen," antwoordde de pastoor. ,tk ken den ouden onderwyzer reeds sedert veel jaren en moet bckeooen, dat hy steeds slechts het goede wil en steeds recht vaardig is in de behandeling en de beelrafflog der kinderen. Ik moei bekennen, dat ook ik niet altyd over Aoloon levredao beo." Veder Stiller trok eto bedenkelijk geaiebt eo zyne vrouw liep aichtbaar opgewondeu io da kamer op eo neer. .Neen, dat ia te veel," aprtk sy eo snelde de kamer uit. II. Sedert zgo esniga jaren vervlogenfelle kond* bearachl. Alle handel stut etilj ook op de kelk- productie .drukt dene stilte. Verminderiog van loon, meer werktyd, liedeer het parool; wie met meer werken wil ken heengaan. ,u wordt nergene meer gebouwd in dezen tgd," beette bet, „wle vraagt thans nog oau kalk Wy heb ben geen aftrek." Del wu ean terogiltg: wur voorbeen geen werklieden genoeg wuea, wu thane overproductie. Hoe anebtte an klaagde thans menig vaderhart. .Kalmte, tevredenheid by ona karig loon," sprak manig verstandigs, .de tyden sollen wal weer beter worden." Maar juist moeder Stiller, die volstrekt geeo verslind had van hst industrie-leven, kon nich niet be krimpen, en echold en ging te keer legen de hoogere klevse io tegeowoordigheiJ ven haren veelbelovend» zoon. Wet moesten durven ne- touriyk de gevolgen zyn? Io het hart van den jongen ontstond eu groote beat tegen de be zitters, dia met dan dag steeg, eo hy werd den ook weldra door ootevredenen vior banna tuk gewonnen. Deer kwnm plotseling een keerpnnt. Zyo veder, ven nature goedmoedig, tevreden eo ba- scheideo, verdobbelde, om zyoo hoogvliegende vrouw, die heer gewooe rol niet meer epelen koo, tevreden te ilelleo, zgn werk. Eiken mor gen, sells in du winter, wu hy, ofschoon dll door de directie niet geweoseht ward, op zyn poet. Hst Usp leg» Kerstmis, 'e Nachts wu un weinig regen gevallen, welke teratood be vroor en zeer glad geword» wu. Stiller ging reeda tegen zei nor naar >yo werk; 't was nog pikdonker. E» onverklaarbaar bang-gevoel overviel hem, toen by ayne woning verliet Wet mocht dal wel zyn? Hy werd ale het were- guooduekt eene kepel, die un deo weg leg, binnen Ie gaan. Hier sprak by era kort, doch Innig gebed en ging daarna neer zjjn werk. Toen by er tukwem waren er raadt verscheidene zjjner kamereden. (Wordt vtrvotffd}.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1904 | | pagina 5