DE EEMBODE. itieblad No. 42. Zaterdag 13 Januari 1906. Negentiende Jaargang. DE EEMBODE BIJVOEGSEL. Vrijdag 5 Januari 1906. De roode portefeuille. Na een lange spoorreis kwam ik in den avond met mjjn vrouw te B. aan. De gaslantaarns brandden reeds. Ook het groote slation was helder verlicht. Er heerschte daar een zeer groote drukte, want tegelijk met onzen trein waren ook een paar treinen uit andere richting binnengeloopen. Onderweg had ik mijn vriend geteiegrafeeid, dat hij ons ver wachten kon. Daar we hem aan het station niet zagen, gingen we direct naar ons hClel. Nauwelijks waren we daar op onze kamer aangekomen, toen ik lot mjjn schrik bemerkte, dal ik bestolen was. Mjjn portefeuille was weg. Op de plek, waar mjjn binnenzak zal, was een snede in mjjn jas gegeven en zoo de portefeuille gestolen. Het moest in het gedrang op het station gebeurd zjjn, want op het perron bad ik mjjn portefeuille nog uit gehaald om er wat geld uit te nemen. Men kan zich mjjn schrik voorstellen, want er zaten 90.(100 Mark aai- bank papier in. Aanstonds besloot ik naar de politie te gaan. Toen ik de deui opende, sliet ik op een man, die binnenkomen wilde. Hij drong me in de kamer terug en keek me doordringend aan. Wat wilt ge? Wie zjjt gij? vroeg ik hem driftig, geërgerd over het op onthoud. Ik ben politiebeambte, antwoordde hij met koude bedaardheid en arresteer u. Hij legde zjjn hand op mijn arm. Ik deed een stap terug en brak ondanks het ernstige van de situatie in lachen uit. Gjj arresteert me? Maar dat is toch al te gekl Het kan gek zjjn 't verandert niets aan de zaak. Ge komt direct uit Weenen? Jawel. Heet Frennd een oude internationale zakkenroller in gezel schap van een ge moet direct met ons mee. Ik heet geen Freund, schreeuwde ik woedend. Informeer eerst beter, eer ge bet waagt fatsoenlijke menschen lastig te vallen. Ik zal mijn beklgg over u doen en stel u aansprakeljjk voor alle schaden, die ik door deze comedie be- loopen zal. Maak nu maar niet zooveel omhaal, geef liever de gestolen portefeuille terug. De gestolen portefeuille, zei ik, zichtbaar verrast. Ja natuurlijk, met 50,000 Mark er in. Met 30,000 Mark erin hebben ze de mijne gestolen. De reiziger, wien gij onderweg zijn roode portefeuille ontstolen hebt, verklaarde, dat er 30,000 Mark inzat. Men heeft gezien, dat ge op het station de gestolen portefeuille uit uw zak hebt gehaald. Dat is zoo, en dat was de laatste keer. Na dien 'ijd was ik ze kwijt. Als ge dus politiebeambte zjjt, zou je me een grooten dienst doen, als je ze weer terugbracht. Ik ben er al mee bezig. Mijn col lega Fischer had u in de gaten en in de omnibus van dit hotel zien slappen. Maar ik ben zelf de bestolene, riep ik. Kjjk hier, ziet ge die snee in mjjn jas, daardoor is mjjn portefeuilllc verdwenen. De politiebeambte bekeek aandachtig de snee; een oogenblik scheen hij niet te weten, wat er van te denken, toen begon hij te lachen en zei Heel goed gedaan maar het is eigen werk. Er werd aan de deur geklopt. De beambte deed alsof hjj het niet hoorde. Hij had de deur afgesloten en den sleutel in den zak gestoken. Daar wordt geklopt, zei ik. De beambte ging naar de deur. Wie is daar? vroeg hjj ongeduldig. Julius, riep een stem van' buiten en er werd aan den knop van de deur gedraaid. Zjjt gjj het, Ludwig, riep ik aan genaam verrast. Ja, mijn jongen, maar te drommel maak toch open. Doe ojgenblikkelijk open, gebood ik bevelend. Je zult direct zien, hoe schandeljjk ge u vergist hebt. De beambte maakte open. Mjjn vriend, die gezantschapssecretaris was, trad binnen. O, pardon, ge hebt bezoek, zei hjj, toen hy den beambte zag. Mooi bezoek, een politiebeambte om me te arresteeren. Wat? Zeg dien man eens, wie ik ben. MijD vriend keek den beambte aan. Kent ge mij? vroeg hjj. Zeker, antwoordde deze. Goed, deze heer hier is rapn vriend, advocas Schrottenn uit Weenen en dat is zpn echtgenoote, mijn nicht. Hjj tra-i op haar toe en stak haar beide handen toe. De beambte stond verslagen en werd zeer bleek. Ik deed mpn plicht, mompelde hp, als ik mij vergist heb. Natuurlijk hebt gij u vergist maar daar zijt ge niet mee af. Hoe heet gij? Ik heet Reif. Mijn vriend stelde voor om aanstonds naar het politiebureau te gaan. Wjj dien den ons beklag in. De commissaris ver zekerde ons, dat de beambte Reit niet anders had kunnen handelen, want dat ik veel geleek op den dief volgens de beschrijving, die Fischer ervan gegeven had. Een dag ot wat later verscheen Reif onverwacht bjj mjj in het hotel. Hjj bood mpn vrouw zjjn verontschuldiging aan en verklaarde, dat hjj in staat hoopte te zpn ons de portefeuille ongeschondon terug te bezorgen. Hebt ge dan eenig spoor? vroeg ik. Ja, zei hjj, maar dat moet verder mijn geheim blpven. Tot mijn sppt kan ik u de nummers der bankbiljetten niet opgeven, zei ik nu. Dat is niet noodig, als u mp de portefeuille maar nauwkeurig beschrpft, antwoordde bij. Dat is zeer gemakkelijk, 't is een roode portefeuille met van binnen de woorden er in: .Dedifio T. E. S." Goed, ik wil hopen, dat het geld nog onaangeroerd er in zal zijn. Welaan als het u gelukt, het ver lorene terug te brengen, beloof ik u 2000 Mark. Twee maanden gingen voorbij zonder dat ik iets meer boorde. Ik dacht al niet anders, of het geld was verloren. Op zekeren dag kreeg ik een telegram van mpn vriend, die seinde De u bekende politiebeambte Reif was bp mij en vroeg uw adres. Daar hp verklaarde u een belangrjjke mede- deeling te doen te hebben, gaf ik hem de gewenschte inlichting. Drie dagen later al was hij bij mp. Hp was in een onberispelijk reisgewaad gekleed. Nu, wat brengt u vroeg ik hem. De roode portefeuille, zei hij, haalde ze to voorschpn en overhandigde ze mp. Verwonderd en opgewonden greep ik er naar. U hebt ze toch gevonden? vroeg ik. Wie was de dief? Wees zoo goed eeist den inhoud na te zien, antwoordde hp bedaard. Telt u eens na, er is 30.340 Mark in. Mankeert er niets aan? Ik keek den inhoud na, het was in orde. Maar vertel me nu eens, drong ik aan. Doch wacht een oogenblik. Ik schelde den bediende en liet een flesch wpn brengen. Toen ik de glazen geruid had en we op het succes van Reif ge klonken hadden, vertelde hp het volgende Het was een eigenaardig geval, niet omdat er toevallig twee diefstallen te gelpk gepleegd werden, maar omdat mpn collega Fischer u als den dief aan wees, en zelf uw portefeuille stal. Zpn optreden op het perron, toen hp mp vertelde hoe hij den dief in 't oog bad gehouden, en de uitdrukking van zpn oogen bp de scène op het politiebureau gaven mij vermoedens. Ik bield hem goed in de gaten, doch kon niets bij zonders bespeuren. Fischer was armen daarom ging ik zpn uilgaven na, ze gingen niet boven zpn krachten. Ik ver moedde, dat hij het geld ergens ver borgen had en sprak er mijn chef over, die mij toestemming gaf alles te beproe ven om de zaak op te helderen. Van dat oogenblik af volgde ik Fischer derwijk, Hilversum, Hoogland, eist. Prijs dar Advertentigni ederea regel meer spondullBn sa AdvertentiSn moslea uileriyk Vrijdagavond uur aau het bureau bezorgd sjju I Kamer- drie zetels gewonnen hebben. Het blad scbrpft daarover: De Senaatsverkiezingen van Zondag veranderen niet veel aan den stand der partpen in het Luxembourg (Senaat). Het kiezerskorps heeft echter een waar schuwing willen geven, waarvan men de beteekenis niet kan verloochenen. Als men de gehecle balans opmaakt, verliezen de geavanceerde radicalen drie of vier zetels. Dat is een gevoelig ver lies voor Combes in den Senaat. waarheid staanden deslands it hoogst non zich in. Niet irontbin- •ht, maar iid thans om door ze krach- en enkel m gelden zich een Februari dit be- e kiezers- ir bij de 1, i tot «standen eken, wel schuwing et Engel- g. Heden, riet West- jehouden. i zeide lip e buiten- id moeten regeering ilandsche der af te - houding, Engeland mmerkte. de onder- de leve- er tpdens aw eenige •officieren 1 't geheel tomen. Z. Em. kardinaal Lecot. aartsbisschop m Bordeaux, heelt in een toespraak tot do geestelpkheid van zijn diocees verklaard, dat de Paus wel is waar de afschaffing van bet Concordaat niet ge wild heeft, maar dat Z. H. toch niet mot een vpandige vooringenomenheid teger, de scheidingswet bezield is. De wet kon wel aangenomen worden, In dien het de vrijheid van den H. Stoel niet kwetste, en indien de betrekkingen der godsdienstvereenigingen tot de bis schoppen zóó geregeld werden, dat elk gevaar van een scheuring bezworen is. Uit Rome wordt gemeld, dat alle prinsen van het Huis van Savoye en de koningin-weduwe Margaritha op 1 Janu ari den H. Vader hun gelukwenschen zonden. Tusschen den H. Stoel en de Itali- aansche regeering is een accoord gesloten, schrptt de correspondent van de „Palriote," waarbij deze jaarlijks 305.000 franks zal storten voor de katholieke missies in den vreemde, ter vergoeding van de schuld, die de regeering jegens het Vaticaan heeft voor de „seculari satie" der geestelijke goederen. Deze overeenkomst is den 30en December in het vicariaat, d. w. z. bp kardinaal Respighi, die uit naam van den Paus het diocees Rome bestuurt, gesloten door den directeur-generaal der Schat kist en den directeur-generaal van Eeredienst eenerzpds, en den kardinaal vicaris anderzpds. Door deze overeenkomst erkent de Italiaansche Staat de geestelpke orden in den vreemde. De vrpmetselarp in Italië blpkt weer strpdluBtig. De grootmeester der Italiaan sche vrpmetselarp heeft althans een circu laire uitgevaardigd, waarin bp in nauwelijks bedekte termen de dynastie van Savoye bedreigt, omdat ze niet anti-clericaal genoeg is. Voorts doet de grootmeester de gematigde Italianen in den ban, moot Ik b0 soa mg mot aw na«tr' £a looa sprat bot kruis voor zgne dapperheid: .Kruis Tsaar, tot mjjo smaad en scboudo je dragon!" Teu laatste scheen het of r°ot« angst uitstond; 't kondo zweet valt op deo rog - zwaar gewond doodt Ik werd or kond vsn," bekende laat. „Wat moot men daarvan donken?" i kom," sprak een ander, ,gek Is hg! ink is hem de baas, hfi sal zich nog dood 'van, ware ik In uw plaats gevallen t" ahen den ouden soldaat thans luide verbluft naar eieren, aie hem acBlu als militair; doch by is nog dezelfde onde, goede, mair ook onver beterlijke Alexandrovitsj. De drankduivel handt hem vast met zjjn balscho klauwen, en ijjas wilde, ontembare natnnr verleidt hem dan Bleeds tot dingen, streng verboden door ds militaire discipline. En toch onderwerpt bjj zich vrijwil lig au bet knallende jok, waarvan hjj reeds bevrijd had kannen zijn; hjj, die lang reeds vr|j van dienst was. Hij was du ook esn raadsel voor alien, en men .liet hem hoofdschuddend Alexudrovitsj was by bet hooren vu zgn naam nit zjjn gepeins ontwaakt en opgesprongen, terwjjl hj bet militair saluut maakte voor den officier. in afgebroken zinnen, uit: ,De mantel vu den kapitein IDmitri Bealuscheff, gjj wilt u wreken op nw moor- De omatudsr keken du sergeant wezenloos en ontsteld su; was hg ziek of krankzinnig? De luitenant boog over den mantel, nam er een slip vu en bekeek hem opmerkzaam. Daar zag hy midden in du rug een rond gat in 't laku, een gat door ean kogel gemaakt, omgeven door een zwart kringetje, zonder twyfel opge droogd bloed; dit schrikaanjagend gaatje wekte medelijden en afschnw, als ware bet esn wonde, ,Ot" sprak de luituut u liet du mutcl los, .een akelig litieeku!" Daarop zag hjj den ssrgeul vragend u onderzoekend au, u sprak met struge blikken: ,De drager vu dezen mantel werd in den rog geschoten, niet waar?" ■zaodrovitsj do omitu- Ik bob bil en neerge- •Ionel. Deze .ie met ern- medelijden, I" sprak ds Uvervlogen, lut bij wist, trhaalds hy Ztin ooprettige vernonamg lot zjjn kapiteio Dmitri Beiluacbetf tot aan den bownaten storm loop bjj Plevna. Niets verzweeg bij, ook niet, dat by door zgn dronkenschap voor den auval, er de auleidiog toe gegeven bad. .Doch myn bloed kookte en ik dorstte naar wraak op den gehaten man. Ea tijdens den stormaanval bood de gelegubeid zich au; ,nnl" schreenwde mg de verleider toe niemand zal wanen, dat het geen Turkeche kogel iel" Ik was geheel in do wer, het slachtgewoel groop myn zen nog meer au en prikkelde mijn woede. Ik kon niet meer denken, legde tan, trok af, e by viel." Zyn hoofd zonk bem op ds borat in beronw; geen woord verbrak de stille. .Terstond na de daad", ging by voort, .werd ik doi beronw en het verwyt vu myn geweten gegrepen; als een razende wierp ik mg op de Turken, in 't hevigst gewoel, ik wilde sterven, doch God," sprak hy mot neorgeslagu blikken, .laat het niet toe, dat eao sluipmoordenaar den oeredood sterft. Ik werd slechts gewond, u tot myn heimelgk verdriet zond my de Tsaar nog dit krnis! Dagelijks herinnerde het my met ont zetting au dien tgd, au mijn schold u schande; als eu spook vervolgde mg het beeld vu den gevallen kapitein lot zelfs In myn droom. Ik dronk steeds meer, om my te verdooveD, bet yseiyke spook te ontvlieden Ik kon hel niet metdrinku verjagen! Ik bleef soldaat. Mlsechien hoopte ik knot ge nogbierofduroervol sneuvelen I Het bloed van den doode riep echter om wraak; zgn mantel, door myn kogel door boord, beelt my tot hier vervolgd. Ik ben tu elude I" sprak hg. Alle officieren waren zichtbaar getroffen. Eindelijk sprak do kolonel ernstig: ,En weet gy, welke slraf u wacht?" ,lk weet bet..." utwoordde.Alexudrovitsj doodsbleek. .Terstond zal Ik krijgsraad honden," sprak ds kolonel tot de otfleieru. .Heal eu onder officier en eu gemeen-soldutl" toe. Allu zagen er zeer ernstig nit, meuigeu stond bet medeiyden op het gelut, by bet zien vu deo met lltteekus overdekten beschul digde; toch moest bon hart dit terbergu onder de ijzeren wetten der krjjgatucbt. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1906 | | pagina 5