Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 3.
Zaterdag 21 April 1906.
Twintigste Jaargang
DE EENBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenmes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Saarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie meenden
Franco per post
Afzonderlijke
I 0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Adverteatiêni
Van 1 tot 6 regelsfo.30
Voor iedcren regel meerf0.05
Correspondenten en Adverlenuên moeien niterlgk Vrijdagavond
Bij dit nummer oehoort een Bijvoegsel.
De godsdienstvervolging
in Frankrijk.
III. (Slot.)
Het echt katholieke volk in Frankrijk
heeft ongetwijfeld meer geleden onder
de verdrukking en vervolging van zijn
H. geloof dan wellicht oppervlakkig
wordt vermoed. De tranen van smart
en bitterheid gestort om het godtergend
onrecht en geweld, de H. Moederkerk
aangedaan, zijn alleen aan God bekend.
Maar nu niet langer getreurd, werd het
wachtwoord van deze, zoo diep gegriefde
geloovigen, nu worden daden geëischt.
En aldus bet sarren moede kwam men
tegen de godsdienstvervolgersin moedig
verzet.
Het echt katholieke Frankrijk heeft
den strijd aldus aanvaard. Reeds te
lang had de plattelandsbevolking, vooral
in de departementen Haute Loire on
du Nord, beslaande grootendeels uit
boeren, maar trouwe Katholieken en
gehecht aan hun geboortegrond, zich
geërgerd aan de laksche, onvergeeflijke
houding der Katholieken in de groote
sleden van hun land. Met groote spanning
zagen /.ij dan ook hel oogenblik naderen,
waarop de kerkvervolgcrs hun gevreesde
scheidingswet ook op hun kerken en
bezittingen zouden willen toepassen.
Doch nu dit geschieden zou, was de
tijd ook aangebroken een strijd aan te
binden, die gestreden zou worden als
op leven en dood.
In een schets van Louis Veuillot, den
beroemden Franschen schrijver en jour
nalist, door Dr. Schaepman met meester
hand in Onze Wachter geteekend, lezen we:
„Wie inet een zucht en een traan kan aan
zien, dal de hard van den een of anderen
lafaard telken dage een nieuw opschrift
plaatst boven het hoofd van den mensch-
geworden God, onzen Heer en Zalig
maker, en daarop heden idioot schrijft
en morgen dweper en logenaar,
een zoodanige zal wol een vroom en
braaf man wezen. Maar Veuillot is van
een ander gestel. Hij grijpt den boef
by de koel en zot hom de knie op de
borst en terwijl hjj met de cene hand
don gorgel omklemt neemt hij met de
andere het gloeiend witte ijzer en brandt
den bureaulist van Pilatus een merk
op hel voorhoofd, dat alleen bet berouw
kan wegnemen. Hij zou zijn leven geven,
indien de gestrafte daardoor dien traan
van berouw kon weenen. Maar eerst
de straf. Daarin is hjj misschien minder
beminnelijk dan die brave vrome, maar
hij is er toch niet minder om."
En zouden nu de mannen, die hun
beroemden landgenoot tot voorbeeld
nemen, en het geboefte, dat zelfs de
heiligschennende hand durft uitsteken
naar den God hunner altaren, met fier
heid weerstaan en daarvoor goed en
leven willen wagen, er thans minder
om zijn
Niettemin werd in vele bladen de
opmerking gemaakt en herhaald, dat
zoo'n verzet tot noodeloo» bloedvergieten
leidt, wijl de regeering haar plannen
toch wel doorzetten zal. En dan werd
voorgehouden, dat bij de stembus eigen
lijk de strijd moet gestreden. Dan zou
heel wat gemakkelijker en zekerder de
overwinning te behalen zijn. Alsof de
vorige verkiezingen al niet genoegzaam
bewezen hebben, dat het slapende
Frankrijk andere dingen moet zien en
hooren, dan gewoon stembuslawaai, met
al haar bedrog en misleiding der heer-
schende partijen.
Nu reeds mag gezegd: als een gun
stige uitslag bij de komende verkiezingen
in Frankryk mocht verkregen worden,
dan zal dit alleen te danken zijn aan
den echt katholieken geest, die alleen
door fiere, edele daden kan worden
wakker geschud. En daarvoor is thans
gezorgd.
En wat men ook moge zeggende
wakkere mannen ten platten lande vooral
hebben door hun kloek optreden reeds
een niet gering succes gehad. Voorden
tegenstand,zooals de Regeering ondervond
bij de toepassing van een wet-van-roof
en onderdrukking, is zjj teruggedeinsd.
Hot verzet der katholieke bevolking
maakle zoo'n indruk op het strijdlustige
Gouvernement, dat men liet wijken zag
voor het krachtdadige verweer.
Zoo verklaarde zich de Fransche
Regeering onmachtig tegenover eeue
beweging, die zij zelf zoo roekeloos, zoo
schandelijk had uitgelokt. Zij achite het
niet raailztam haar tiranniek werk voort
te zetten, toen de verwoede bevolking
soms met het vege lijf als een ondoor-
dringbaren muur het heiligdom ver
dedigde.
Nu zag de Regeering in hoe schro
melijk zij zich had vergist en welk een
edele hartstochten zij in het volk had
opgewekt. Zy meende ook ten platten
lande een overwegend aantal lafaards
in stede van helden te zullen ontmoeten.
En niet alleen helden, maar ook marte
laren als in de eerste eeuwen van het
Christendom, heeft zij ontwaard. Toen
immers een vrouw door moordende
hand was neergeveld, ging van haar
stervende lippen de kreet„Leve God
ten hemel, een krèet en een daad, die
nieuwe helden en heldinnen moesten
kweeken, bereid te sterven voor de eer
van den door hun verdrukkers zoozeer
gesmaden en gehoonden God.
De Regeering ondervond meer. De
toepassing der tirannieke Scheidingswet
heeft het Ministerie-Rouvier reeds ten
val gebracht. Het is gevallen om haar
politiek bij die wet gevoerd, een politiek,
die de rechterzijde nog meer tot tegen
stand prikkelde, en de fanatieke kerk-
vervolgers niet bevredigde, omdat dit
Ministerie durfde wijken voor de fiere
houding der vervolgde Katholieken.
Veel heil was echter van deze nederlaag
der Regeering wel niet te voorziende
verwachting, dat een nieuw Ministerie
zou optreden, dat wellicht evenzeer met
gestrengheid de wet zou toepassen,
doch met het oog op de verkie
zingen sluwer en voorzichtiger, is ge
bleken juist te zijn. Maar ook de held
haftige tegenstand is gebleven. En deze
overtuigt de Fransche sectarissen maar
al te zeer, dat zij wel een strijd zjjn
begonnen, doch niet te zeggen valt, waar
deze eindigen zal. Doch hoe hetzij: de
Katholieke Kerk in Frankrijk is bezig
schitterende bladzijden in te vullen in
haar hislorieboek, die aan het nageslacht
zullen verkonden, dat de „Oudste dochter
der Kerk" ook in onze dagen voor haar
H. Moeder én goed én bloed én leven,
ja, alles hèeft veil gehad I
BUITENLAND.
Uit Portugal wordt melding gemaakt
van een matrozen-oproer, waarbij het
vrij ernstig is toegegaan. Volgens be
richten uit Lissabun is de muiterij aan
boord van het Portugeecehe vlaggeschip
Dom Carlos uitgebroken uit baioorigheid
van de matrozen, omdat zij op Palm
zondag geen verlof hadden gekregen om
aan den wal te gaan. De muiters grepen
een luitenant en dreigden hem in zee
te zullen gooien. Twee onderofficieren
redden hem het leven door de muiters
hun revolvers voor te houden. De lui
tenant werd echter gedwongen van boord
te gaan en stelde daarop admiraal
Sonza met het voorgevallene in kennis.
De admiraal ging aan boord, maar de
muiters wilden den luitenant nog altijd
niet aan boord duldenZij wezen den
admiraal de geladen kanonnen en dreig
den die op de stad af te varen.
Admiraal Sonza beloofde, dat een
onderzoek zou ingesteld worden en hun
recht zou geschieden, en bewoog ten
slotte 485 muiters om in twee slooni-
booten aan land te gaan.
Over de muiterij aan boord van een
ander oorlogsschip, de Vasco de Gama,
deelen de Lissabonsche bladen liet vol
gende mee
Het schip lag op de reede van Lissa
bon. Vrijdagavond omstreeks hallnegen
hoorde men een hevig lawaai en schoten
en kort daarna vroeg het oorlogsschip
hulp.
Een sleepboot, een fregat en andere
vaartuigen snelden toe, maar konden de
Vasco de Gama niet naderen, aangezien
zij werden onthaald op geweerschoten.
Het gerucht loopt, dal een luitenant
door de bemanning werd gedood, omdat
deze offuier een der muiters had neer
geschoten op het oogenblik, dat hij een
kanonschot wilde lossen. De Mundo
bevestigt den dood van dezen officier.
Er loopen ook geruchten over onte
vredenheid onder de garnizoenen van
de landmacht.
De Duitsche Keizer heeft weder eens
een telegram verzonden, dat in de pers
heel wat besprekingen heeft uitgelokt.
Aan den Oostenrijkschen minister van
buitenlandsche zaken Goluchowski heeft
n.l. keizer Wilhelm een telegram ge
zonden om hem te danken voor den
steun van Oostenrijk op de conferentie
te Algesiras. Het luidde:
„Op het oogenblik, dat ik met toe
stemming van u, graaf Welsersheim het
grootkruis der orde van den Rooden
Adelaar overzend uit dankbaarheid voor
zijn succesvolle bemoeiingen in Algesiras,
voel ik mij gedwongen u van ganscher
harte dank te zeggen voor de flinke
ondersteuning van mijn afgevaardigden,
een mooie daad van een trouw bond
genoot. Gij hebt u een schitterenden
secondant ,auf mensur" beloont en
kunt een gelijken dienst van mij in gelijke
omstandigheden verwachten".
De Ooslenrijksche bladen, behoudens
enkele uitzonderingen, zijn over de woor
den van den Duitschen Keizer zeer
tevreden, maar de Italiaansclie bladen
zijn daarover minder gesticht. Zij zijn
bijna algemeen van oordeel, dal de Drie
bond daaronder geleden heeft. Zelfs ver
klaren sommige organen dat een albreking
van den Driebond hun allerminst ver
drieten zou. Daarbij komt, dat het offi-
cicele Duilsehland weinig warme belang
stelling had getoond met de zware ramp,
die Italië getroffen heeft. Doch dit is
spoedig in orde gebracht. Maandag heeft
n.l. de Duitsche gezant dan toch aan
den Italiaanschen minister van buiten
landsche zaken een officiëele sympathie
betuiging overhandigd, waarin geconsta
teerd wordt, dat de reeks rampen, die
de lachende omstreken van Napels teis
terden in Duitschland diepen indruk ge
maakt heeft, en waarin de noodige con
doleances werden uitgesproken.
Uit Italië wordt omtrent den toestand
der door de Vesuvius geteisterde streken
gemeld, dat van Zondagavond tot Maan
dagochtend een regen van fijn zand is
gevallen, waarover men zich niet verder
behoeft ongerust te maken, omdat dit
tot het gewone verloop van een uitbar
sting behoort.
Te Ottajano heeft de brandweer uit
FEUILLETON.
Een man een man, een
woord een woord
2) Er was groot feest in het kasteel van
Mydrim dien avond en hel geween ging verloren
in het gerinkel der volle bekersde gewonden
vergaieo hun wondeo, terwijl zjj hun verhaal
deden, bewonderende blikken op hen gericht
waren en zjj luide werden toegejuicht.
Roger de Brueys Zelf zal, zeer opgewekl, aan
het hoofd vao zyo tafel in zjjo hal, terwijl hg,
veel driokeod, aan Kdw.ird Fitzhamon, zgn
boezemvriend, die naast hem aal op de «ere
plaats, de geschiedenis van deo veldtocht ver
telde.
Eeo mooie vaogst, de Brueys, riep de ridder
uit. Nu zult ge in vrede kuuaen genieten van de
laodeo, die Eduard, zaliger gedachtenis u schonk.
Ja, aolwoordde de ander, terwyl hg een
beker ledigde, maar ik zou het toch beter viodeu
als zgn vrouw, ook io mgu banden was gevallen.
2g is Do gevaar Igkslu van de twee.
hem gevangen hebt? Hem hier houden, ot op
zgn woord «rglateo
honden! Hem
vrglat.
I).o k
Fitzl
t g" me
Binnen een Week hangt lig aan ingo borstwering
hoop oog, d.t ik vuoi uien l||d die tune hein gezel
schap kan doen houden. Heui vrulateu Zwoor,
eerder niet.
Fitzhamon lachte. Hg kende den haal, dien
GruOydd Ap Conan. En do krggslieden beueden
lachten en vertelden elkaar die mooie grap.
Hoort ge dat Hg laat hem los. als lig
zgn vrouw io ons uiiddeo welkom heel die
wolvin - ha, ha!
De dagen gingen voorbg en toch was Roger
de Brueys, ofschoon hg io zyo slot kelder GruOydd,
zgn aartsvgand, die den volgeudeo margin aan
zgn borstwering zou hangen, gevangen hield, niet
gelukkig. De wapeorusting van Itaiiaansch
maaksel, die menigen krachtigeo stoot, menigen
geweldigen bglhouw had afgewend kon niet de
moeraskoortsen der lage landen atweren. Over
dag deed zgn hootd hem pgn en des nachts
woelde hg io koortsachtige onrust op zgn leger
stede been en weer. Zgn lijfarts stelde allerlei
Hg nam zgn plaats in aan het hoofd van de
behalve aaogeoame persooulgkheid.
Het was geeo prettig leesi. De luide geluk-
weuscheu ca bet tuwe gelach, die gewooolyk
weerklonken, waren onderdrukt eo de mannen
heer bet zou tueslaao, era leveudiger omgeviog
De man keerde terug. Het was slechts een
hard uit Wales, die harp speelde en zoog als
belooning voor het avondeten, dal hg gekregeu
Een bard uit Wales? riep de ridder
minachtend uit. Eu toen plotseling alsof hg van
gedachten veraoderde, riep hg grimmig uit:
Haal den schelm hiooen. eu als lig goed apeell,
zullen we hem volstoppen met spus en orank,
maar als hg het slecut doel, zullen wg hem
laten geeseleo op boide manieren zullen we
den hond ons genoegen doen verschaileo.
Het geluid builen hield eensklaps op en achter
Hg was gekleed iu een Log gewaad van ruwe
versleten stol en droeg op zgn hootd een kap,
die zgn gelaat half bedekte. Gemakk-lyk eu
sterlyk bewoog hg zich.
er geen lioksheid iu zyn bewegingen. Ook scheen
by niet onder den indiuk te zyp van de groote
Het was niet de haod van eeu nieuweling
Fitrliamon draaide zich om in zgn zetel 01
- Goed, riep hg ten slotte uil, toeu
inleidende tonen weggestorven waren.
- Speel Voort, zei de Brueys barscb 6
de harpspeler speelde voort, nu eens een zacht
oude melodie, dan een roereuder lied, terwi
hg bel gelaat van den ridder scherp waarna
- Kun je zingen vroeg de Brueys eindelg
De harpspeler antwoordde niet dadelyk, mai
zaal met haar melodie.
De Urneys begrjep de woorden niet. 5
maakte iodruk, en zelf- de krygshafiige Irekkc
zgn herinnering terug de dagen van hel veri
Normandiö.
- Je kent zeker alleen je eigen verwecscli
taal riep hg uit. Kun je geeo Normamlisr
bed linger. Zoo ja, dan is deze ketting j. loo
en hjj hield een zware ketling van Italiaaosr
Ook nu weer antwuorJde ue hard met. ma,
liederen in -Norill.ndiseh Frai.sctl.
- By myn zw.a d I riep de Bru- ys ve
wonden! ui', lo-ri liet luide gejuich van
verrukte kryg.liedeo bedaard wa» eo bel geriok
der bekers opgehouden bad, ik zou gezworen
hebben, dat geen Kelt een andere taal dan de
zijne kende, behalve misschien GrufTyd zelf,
die aan bet Hof verblyt hield en een beschaafd
man was, voor hg do party koos van ago
roerde slechts de
oata ik je beloolde,
eo ik geef haar te eerde
goud gedaan hebt dm i
s iinen. Wilt ge in mg:
Hoger de Brueys, betaal
e pillen eu drankjes
dienst komen? Ik,
led, en wai ik heloot,
Kom, ik beo u genegen
een belofte afgelegd. Ik kan niet
om tyt san deo disch van Roger
anneer ge wilt Kom, ge zyl mis
tig. Een lied nog, dan kunt ge
zulleo wy ons terugtrekken.
zyo doDkere oogeu glinsterden
oeu de ander sprak. Terwyl bij
te zgn van een groote opwin,ling,