DE EEMDODE.
ieblad
No. 15.
Zaterdag 14 Juli 1906.
Twintigste Jaargang.
DE EEMDODE
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 7 Juli 1906.
Ontkomen.
De maan scheen door de langzaam
voortdrijvende wolken en de schaduwen
joegen over de velden en bosschen voort.
Het was een prachtige nacht om üets
te rijden. Dr. Frans Stephan had dien
avond weinig patiënten gehad en vroolijk
trapte hij zijn machine al fluitende voort,
terwijl de ketting regelmatig over de
tanden gleed. Eigenlijk wist hjj zelf
niet. waar hij reed, want hij had, vóór
bij zjjn huis verliet, maar even vluchtig
op zijn wielerkaart gezien. Dat wist hij
wel, dat hij te Altenfeld moest aankomen
en daar was immers een heiberg Maar
of dal nu 25 of 30 K.M. ver was, dat
wist hjj niet zeke^ Hij boog zich voor
over om op zijn horloge te zienhet
was juist kwart voor tienen.
Bij een bocht, die de weg plotseling
maakte, bevond hij zich eensklaps in
volslagen duisternis. Aan beide zijden
verhieven zich de hooge boomen van
het woud weldra werd ook de maan
door de wolken geheel bedekt en zijn
lantaarn, die reeds gedurende de laatste
twintig minuten flauw gebrand had,
ging. om het spel te volmaken geheel
uit. Snel steeg hij al en stak een lucifer
aan, maar de pil wilde niet branden,
en ten slotte werd de duisternis hoe
langer hoe dichter.
Juist was hij bezig zoo goed als het
ging zijn lantaarn in orde te brengen,
toen hij aan zijn rechterhand in het
hout plotseling een geweerschot hoorde.
Een korte schreeuw en een aantal woe
dende uitroepen volgden, dan eenig ge
ritsel in de struiken en een paar oogen-
blikken later was het weer stil.
.Wilddieven", dacht hij en boog het
hoofd voorover om beter te kunnen
hooren.
Uit het kreupelhout, geen tien schre
den van hein verwijderd, kwam plotseling
een man te voorschijn en verdween in
het donker van den nacht. Eenige minu
ten later hoorde hij het knarsen van
een huisdeur en een vrouwelijke stem,
die hem aanriep. Voorbereid op elk
avontuur hield hij stil en wachtte, wat
de vrouw, die nu op hem toe kwam
snellen, hem te zeggen zou hebben.
,Nu, wat is er vroeg hij en trachtte
in het donker haar gelaatstrekken te
onderscheiden. Dit was hem echter on
mogelijk, want haar gelaat was geheel
in een doek gehuld.
.0, ga met mij mee, mijnheer", fluis
terde zij, buiten adem, ,er is een men-
schenleven mee gemoeid
.Waarmee kan ik u van dienst zijn
,Ga mee, och, als "t u blieft?"
Dr. Stephan volgde haar, zjjn machine
aan zijn hand voortduwend. Weldra
hadden ze een klein poortje, dat in hel
bosch uitkwam, bereikthet meisje
opende het en bleef er toen voor staan.
,Het is voor mijn vader", zei ze op
gewonden, .ik weet niet, wat hem
scheelt".
,Uw vader is dus plotseling ziek ge
worden
.Ja, geheel onverwacht".
„Gelukkig ben ik dokter".
.Des te beter, ik zal uw goedheid
nooit vergeten".
Het ruischen van water liet zich plot
seling hooren en het volgende oogenblik
stonden ze voor een plank, die als brug
over een beek geworpen was. Weifelend
bleef het meisje staan en zag om naar
de donkere schaduwen van het bosch.
,We hebben nog maar een heel klein
eindje te gaan, dokter wilt gij uw rijwiel
meenemen ol hier laten? Gij kunt het
gerust doen".
Maar dr. Stephan hield veel te veel
van zijn machine om er lang van ge
scheiden te zijn en hij bekende dit
rondweg. Tot zijn verwondering liet ze
nu plotseling een hard gefluit hooren.
Hij zag haar verwonderd aan.
,Ik wil alleen maar de honden waar
schuwen, ze zijn kwaadaardig tegenover
vreemden".
De jonge dokter vond haar houding
hoogst zonderling, maar hij antwoordde
niet.
.Daar zijn we, waar we wezen moeten,
dokter".
Met de oogen volgde Stephan de
richting van haar uitgestrekte hand en
zag 't strooien dakje van een klein
huisje, dat zich tegen den donkeren
achtergrond der booinen afteekende.
Een flauwe lichtstraal schemerde door
de gesloten blinden en de dokter had
er een eed op kunnen doen, dat hij
daarlangs een mannelijk figuur zag glijden
en in de duisternis verdwijnen.
Het meisje deed de deur open en
verzocht hem binnen te treden.
Dit deed hij, nadat hij zijn rijwiel
tegen den lagen voorgevel had gezet.
Hel vertrek, waarin ze hem bracht,
was armoedig ingericht, maar heel helder
en proper. Op een versleten canapé bij
het venster lag een oude man, bleek en
bewegingloos uitgestrekt. De dokter boog
zich over hem heen.
„Nu", vroeg het meisje gehaast, .is
het ernstig?"
De jonge dokter wist niet, wat hij
zou zeggen en schudde verwonderd het
hoofd. De pols van den zieke ging even
regelmatig als zijn eigen pols en hij
ademde zeer gemakkelijk.
Stephan bromde eenige onverstaan
bare woorden de zaak was hem niet
duidelijk. Nog eens zag hij den zieke
onderzoekend aan, trok aan zijn knevel,
wat hij altijd deed als hij iets overwoog.
Er was geen twijfel meer aan die
man daar speelde comedie.
Het meisje had inlusschen haar doek
opgeslagen en onthulde daardoor een
gelaat van wonderbare schoonheid.
„Waarom hebt gjj mij hier geroepen
vroeg Stephan bedaard.
De op de canapé liggende grijsaard
opende zijn oogen en richtte zich geeuw
end op.
.Gij hebt den verkeerden meegebracht,
kind", zei hij op gedempten toon.
„Goeden avond, mijnheer, ik merk, dat
gij dokter zijt; het spijt mij, dat ik u
moeite veroorzaakt heb".
„Zoo?" Stephan nam een sigarette
uit zijn koker en stak die boven de lamp
aan. H:j was wel aan zonderling gezel
schap in zijn praktijk gewoon geraakt,
en het geval verheugde hem. ofschoon
hij toch een kleine onbehaaglijkheid ge
voelde.
„Hoewel ik nu juist van avond zoo
veel haast niet had, zou ik toch wel
eenige opheldering willen hebben"
„Zeg hem alles, vader," smeekte 't
meisje.
.Zeg gij 't hem, kind," stamelde de
oude man.
„Wij hebben een alibi-bewijs noodig,
mijnheer," begon zij met bevende stem.
„Richard mijn broederheeft
heeftgestroopt en een houtvester
werd
.Gewond
Zij knikte sidderend van ja.
„Waar is hij nu?"
„Op weg naar Altenfeld"
.En vermoedelijk op mijn rijwiel".
Zij antwoordde niet, maar dit was ook
niet noodig in een oogwenk begreep hij
het geheele complot en moest tegen zijn
wil lachen.
.Dit was heel slim van u bedacht",
zei hjj na eenig stilzwijgen, „maar mij
brengt het in een lastig geval. Is de
man dood?"
,Ik geloofik hoop 't niet", fluister
de het meisje verbleekend. .Richard
kon het mij niet zeggen. Het gebeurde
bij ongeluken hij
Het geweer heb ik onmiddellijk schoon
gemaakt," viel haar vader haar in de
rede. „Dokter, als gjj ons wilt helpen,
kan de jongen nog gered worden,
hjj rijdt voortreffelijk. Zjjn eigen oude
machine voor haar ouderdom nog
goed genoeg staat in de schuur. Maar
die kon hij niet gebruiken, om geen
vermoeden op zich te ladendan had
men het ook aanstonds ontdekt".
„Gjj verlangt dus van mij, dat ik de
wet overtreed," antwoordde Stephan en
trok nadenkend aan zijn sigarette.
,0, mijnheer, verraad ons niet,"
smeekte het meisje met tranen in de
oogen. „Richard heeft geen schuld; hjj
wilde den man niets doen, en het was
toch geen diefstal als hij eenig wild
schoot".
De oude richtte zich nu op, opende
de deur en luisterde met gespannen
aandacht. Plotseling begon een der honden
aan te slaan een andere antwoordde en
van den straatweg in de verte hoorde hjj
het geluid van naderende voetstappen.
„Zij komen, mijnheer," zei hij opge
wonden, „verberg u, of alles is verloren".
ijk, Hilversum, Hoogland,
Prjji dar AdvertentiSm
•egelsf 0.30.
regel meerf0.05.
iên en Advertentiên moeten oiterlgk Vrijdagavond
bet bnrean bezorgd ago.
Rome heeft uiting willen geven aan
haar gevoelens van vereering en liefde
door het houden van een allerplechtig-
slen lijkdienst. Mgr. Ceppelelli, Latijnsch
patriarch van Constantinopel, zong de
Hoogmis en gaf cok de absolutie.
De leerlingen van het Romeinsche
seminarie assisteerden aan het altaar
het koor. Mgr. Charles Salotti, een
der beste redenaars van de Eeuwige
Stad, sprak de lijkrede uit. Een groote
menigte bisschoppen, prelaten, oversten
van kloosters en congregaties, katholieke
vereenigingen, seminaristen en scholen,
benevens een ontzaglijke menigte woonde
den dienst bij. Ook kardinaal Respighi,
en Tripepi, pro-prefect der Riten, waren
tegenwoordig.
Uit Italië komt weer bericht over een
aardbeving. Sienna is opnieuw door
aardschokken geteisterd. De bevolking
is, hevig verschrokken, de velden op ge
vlucht. De gemeentetoren en het stad
huis verkeeren in ernstig gevaar.
De behandeling van het amnestie-
voorstel in de Fiansche Kamer is voor
de regeering gunstig afgeloopen. Men
verwachtte een onstuimige zitting, omdat
ook de roode broeders de amnestie
uitgestrekt wilden zien tot de ontslagen
brievenbestellers.
Daartoe was echter de regeering niet
te vinden. Clemenceau zag zeer goed
dat hu door zulk een concessie veel
ver zou gaan en een zeer gevaarljjk
precedent zou stellen, en dat hij de dis
cipline ook in andere staatsbetrekkingen
door die kwijtschelding van verdiende
stral zou ondermijnen. Een voorstel van
den afgevaardigde Constant om de am
nestie ook uit te strekken tot de ont
slagen gestaakt hebbende postbeambten
werd verworpen met 366 tegen 141
stemmen.
Woensdag is het amnestie-voorstel
met groote meerderheid van stemmen
aangenomen.
Z. H. de Paus heeft de volgende
Fransche bisschoppen benoemdTe
Ajaccio, Mgr. Desanti, kanunnik der
kathedraal te Ajacciote Autun, Mgr.
Villard, pastoor te Chaumontte Bayeux,
Mgr. Lemonnier, vicaris-generaal te
Rouaante Belley, Mgr. Labeuche,
vicaris-generaal te Besan^onte Digne,
Mgr. Castellan, vicaris-generaal te Mar
seille te C 'hors, Mgr. Laurais, pastoor
te Mende Sa'n'-Brieuc, Mgr. Morelle,
viraris-capilu... 'e Sain'.-Flour, Mgr.
Becoeur, kanun. e Rouaan.
ondste der twee er aan toe.
.Ook de bakkers slaan bnn man," sprak de
„De scherpe ponten hunner lansen sollen
menigeen niet aanstaan," merkte Hans op in
overmoedlgen trots.
„Ook bet dappere alagersgitde is bekend."
,Het slachten ia hun beroep en oefening baart
„De moleneara,,.."
„Het vermalen ia bon grootste kunst!"
„De meobelmekers
„Ze tollen ze schaven de ongelikte Hongearsche
„De schoenmakers
.Die atckeo met den speer eren flink al
de eli."
grouieu aiag, naar, naar ia noords, uodewgi
er niet van boudt den bekwamen iets in den
weg te leggen V" vroeg de abt,
.Siegfried Scbweperman, een grijsaard in jiren,
een man in 't uitvoeren van wjjze plannen en
een jongeling in 't volbrengen van snelle, koene
daden, is tot veldheer aangesteld. Ik ken bem
zeer goed, hg zal deo vjjaod lieel wat at breuk
doon I" sprak Hans, terwijl Hendrik grjjoslachle
in zjja kroes en zich goed moest boudeo, daar
de abt bem plotseling aansprak.
.Wel, goede vriend, gjj waart al dien tjjd
nog al stilzwijgend f"
,lk wilde mij, hoogeerwaarde abt, eersl niet
in 't geeprek mengen, daar mijn oom n toch
antwoordde, en mijn taal ia ook zoo slechttoen
over Neder-Beiereo gesproken werd heb ik ook
een woor.ije me'gesprokenik verzoek u daarom
Deze zat met doodsbleek gelaat en keek met
Ale uit éé.i mond klonk het uit den mond
van deo abt en uit dioa van Heodrik„Wal
ziel gjj er uitOm Gods wil, gj zjjt ziek I"
Zjj sneldeo naar den ouden mao en hielpen bem.
„Zijn band is kond en zjjo oogen staan dof,"
sprak Hendrik bezorgd.
Na enkele oogenblikken kwam er weder be
weging in de verstjjlüe gestalte van Hans
Aicher. Als uit een droom ontwakend keek lijj
verwonderd om zich been. Hg veegde tich bel
't gelaat
sprak met scl
.Van middag klaagde bi) al, dat hij zoo kond
nevel op, terwijl duizenden
•op werd mjj alles zwart
voor 't gezicht en mijn leden verstijfden. Het
is koude, uit het slechte weer voortkomend, maar
.Dan zal u wjjo wel goed doen," sprak de abt
medeljjlend.
.Ja, een flssch rooden wgn. Alt ik u daarom
mag vragen, geloot ik. dat bet wel spoedig
bjj zal zjjn," verzekerde Hans op krachtigeo toon.
,0jj hebt u Ie veel opgewouden door het
spreken, daar gij n al niet wel geroddel," sprak
de abt deelnemend
,'t Kan wel zjjn, hoogeerwaarde, docb de ge
zellige warmte hier en hst gulle oolbzal deden
mij zoo'o plotseling, voorbijgaand onwel-zjjo
niet vermoeden."
„Broeder Hierooymui breng ving wat wijn
wil n niet langer storen, waarde gasten. Tocb
zon ik nog wel ieta willen zeg, en: Mocht n
ernstig ziek worden, dan zult gjj hier goed ver
pleegd worden, en mijn bedienden en vertrouw
den znllcn voor u deu zwaren plicht vervullen,"
sprak de abt met vriendelijke stem.
,0 neen, neeo." viel Hans den abt beltig in
de rede. ,lk vrees niet, dat ik ontrouw aan
mjjo plicht zou wordenwant aan mjjn opdracht
is veel eer, maar ook veel smaad verbonden.
Een plotseling onwel-zijn mag een verbard, al
is bet dan ook niet meer jonge man, nooit
ernstig opoemen," sprak Hans pochend met een
gedwongen lacb. .Een verzoek echter heb ik
i.og. hoogeerwaarde heer. Vergeet mjj, dat ikn
geen legitimate -papieren kan tooneo. De wijs
heid van mgn koninklijken lastgever eo lijn ver
trouwen op de gastvrijheid van hit Beierscba
volk by een oprecht, vrjj opsprekeo deed bem
van deze formaliteit alzien. Papieren zjjn niet
alljjd goed, ten minste niet, als ze in verkeerde,
ik bedoel, vjjaudeljjke banden valles."
.Wees daar maar niet beducht voor, beate
Aicber, uit wat gjj heden gesproken hebt, spreekt
de openhartigheid, want van een vjjaod geloof
ik niet, dat hji zich zoo in de kaart laat zien,
n list, die lengen en waarheid dooreen haa-
ielt, zoek ik niet bjj iemand, die een gaat.rjj
looster betreedt,
.Lsaf u thaos en slaap wel in Gods naam I
leloofl zjj Jezus Christus," tprak abt Maurus
in nam wjjwater, ,io eeuwigheid. Amen," aot-
voordden de achterbljjfeaden.
Broeder H.erooymuz schonk parelenden rooden