Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 15. Zaterdag 14 Juli 1906. Twintigste J argang DE EEKIIDE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnemontaprijs per drie meenden Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. Bureau: Breedestraat 18, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prija der Advortentièni Van 1 tot 6 regel»f0.30. Voor iederen regel meerf0.05. BIJ dit nummer behoort een Bijvoegsel. Militairisme. De Militairisten schijnen rust noch duur te kunnen vinden vooraleer algeineene dienstplicht is ingevoerd. Telkens duiken hier en daar in de pers en in ver gaderingen van die soort mannen op, om voor de zooveelsle inaal te betoogen, dat eigenlijk alleen in algeraeenen dienst plicht de waarborg gevonden wordt, om land en volk volkomen te beveiligen. En bovendien wordt er dan soms op gewezen, dat ons volk zich eerst recht aangenaam gestemd gevoelen zal als de verfoeilijke loting tot het verleden zal behooren. Ook de .Volksweerbaarheid" heeft thans dienaangaande haar gevoelen ge zegd en wel zoo beslist mogelijk. In een op 4 Juli jl. te Arnhem gehouden vergadering heeft deze vereeniging een motie van het hoofdbestuur aangenomen, waarin zij de wenschelijkheid uitspreekt van een legerwet, waarbij wordt voldaan aan art. 180 der Grondwet en alle Nederlanders aan de landsverdediging deelnemen. De aanneming dezer motie geschiedde met ISO tegen 141 stemmen. En met 262 tegen 59 stemmen werd daarna aangenomen een motie van den heer Korthals Altes, luidende: „Dever gadering spreekt als haar meening uit, dat niet langer door loting aan een deel der burgers vrijstelling worde verleend van de verplichting van art. 180 der Grondwet, aan alle burgers zonder onderscheid opgelegd." Wel heel zonderling, dat zulke moties worden aangenomen, nu van alle zijden bjj de Regfcering wordt aangedrongen de schier ondragelijke oorlogslasten te verminderen, en nu alleen bij het gerucht, dat onze Minister van Oorlog op de oorlogsbegrooling voor 1907 ongeveer een millioen hoopt te bezuinigen alreeds een zwakke zucht van verlichting uit het volk opging. Maar die brave militairisten vinden 't toch ook zoo verschrikkelijk, dat door loting een deel der burgers vrijstelling bekomtdie onbillijkheid moet verdwijnen door alle mannelijke Nederlanders in de kazerne te drijven. Dus de ontzagijjkc persoonlijke en financieele lasten, welke de loting reeds te dragen geeft, moeten nog verzwaard worden. Nu reeds moet de helft der zonen uit een gezin en b|j een oneven getal de grootste helft aan het leger, worden afgestaanmaar als de militairisten hun zin kregen moesten allen den wapen rok dragen. Aan de zoozeer door hen verfoeide loting is nog te danken, dat, behalve de wettelijk vrijgestelden nog velen aan den dienstdwang ontsnappen kunnen. En toch stellen de militairisten het voor alsof z|j als de ware broeders voor de belangen des volks opkomen, of zij alleon de ware volksvrienden zijn. Hel verwonderlijkst in dit geding is echter wel, dat voorstanders van het militairisme, als b.v. het Ulr. Dagbl., dat ook met vurig verlangen naar in voering van algemeenen dienstplicht uitziet, zich soms genoopt gevoelen te wijzen op de grootc moeilijkheden en teleurstellingen, die onder de bestaande Mililiewet alreeds jaarlijks tal van jorge- lieden wachten, die in het leger worden ingelijfd. In zyn nummer van 1 April 1.1. schreef dit orgaan „Sedert de afschaffing der plaatsver vanging springt een ongewenscht gevolg, dat de dienst bij de militie kan hebben, meer en meer in het oog: demogelijk heid, dat eer jongeling, na zijn diensttijd vervuld te hebben, zijn vroegere betrek king voor hem gesloten vindt en dus kans loopt broodeloos te staan. „Iemand is bijv. als kantoorbediende werkzaam zijn patroon kan, gedurende den tjjd, dat de bediende in militairen dienst is, de betrekking niet onvervuld laten. Er komt dus een ander in. Maar komt nu de vorige employé terug, dan kan men den nieuwen toch niet weer aan den dijk zetten. En zoo kan iemand, die uit den militairen dienst terugkeert, in de maatschappij voor een gesloten deur komen te staan." Wel jammer, dat het blad nu eerst de heillooze gevolgen inziet van een werk, waartegen ook vóór en tijdens de be handeling van dit militaire vraagstuk in de Tweede Kanier werd gewaarschuwd. Toen werden alle ingebrachte bezwaren hooghartig afgewezen, en juist op het bezwaar, thans door hel bedoelde orgaan genoemd, werd met kracht en klem gewezen. En nu zelfs een „Nationale Vereeniging tot Steun aan Miliciens" is opgericht wat zeer te waardeeren valt om miliciens, die met verlol naar huis worden gezondeD en hun be trekking door den dienst hebben ver loren, aan werk te helpen om niet broodeloos te staan, komen de mili tairisten aandragen met moties, waarin algemeene dienstplicht wordt verlangd. Of er dus nog meer broodeloos zouden gemaakt worden, schijnt de militairisten koud te laten, als rij hun wil maar konden doordrijven. Met de loling zullen er maar weinig dwepen, die heeft reeds heel wat zuchten en tranen gekost; maar de loting te vervangen door algemeenen dienstplicht ware een daad, die ons volk persoonlijk en financieel zou terneer drukken, zoo tiranniek, als nimmer in het vrije Nederland gevoeld werd. wy zouden top 1 kunnen zeggen. Maar wat wjj niet wenschen, is de hand te reiken aan hen, die van Neder land één groote kazerne willen maken. Wij zeggen niet met Van der Zwaag: geen man en geen cent, maar wel hand haven wij tegen het drijven van .Volks weerbaarheid" en andere militairisten de oude, vergeten leus van het Roomsche program geen man en geen cent m e e r BUITENLAND. Wij zullen niet dieper op dequaestie ingaan, ze stuit schier te veel tegen de borst. Alleen zij hier echter nog met in stemming gereleveerd het slotwoord van een artikel in het „Huisgezin", waarin het streven der militairisten naar ver dienste wordt op de kaak gesteld. Ge noemd orgaan zegt lot besluit Waar gaat het streven der militai risten dus naar toe? Naar een grool contingent en naar een langen diensttijd. Indien een zéér korle diensttijd te koopen ware met verhooging van het contingentindien men ons zeialle mannen moeten weerbaar worden ge maakt, maar het kazernestelsel schaffen wij af, brengen wij minstens terug tot De toestand in Egypte brengt de Engelsche regeering in moeilijkheid. Aan de Daily Mail wordt uit Alexandria bericht, dat rnct het oog op het gevaar voor een pan-islamitische beweging, bevel is gegeven do troepen te Malta en te Gibraltar gereed te houden om ze zoo spoedig mogelijk naar Egypte te zenden. De Britsche bezetting in Egypte zal op een dusdanige sterkte worden gebracht, dat ze in staat zal om iedere oproerige beweging middellijk te bedwingen. De Engelsche regeering heeft in het lagerhuis nog eens de verklaring herhaald, dat zij niet voornemens is de sterkte van het Britsche garnizoen in Egypte te verminderen, met het oog op het daar en in geheel Noord-Afrika hcer- schende fanatisme. De conversie van de Ilaliaanscliestaats schuld heeft een onverwacht succes. Al vorens uiteen te gaan, kon de Kamer de mededeeling van de regeering ii ontvangst nemen, dat de conversie vat de Italiaansche staatsschuld volkomen geslaagd is. Van de 81L0 millioen lire slechts teruggave verlangt van 1.700.000 in het binnenland en ongeveer 2 millioen in het buitenland. Te Parijs en Berlijn, de beide voornaamste markten voor Italiaansche rente, is geen terugbetaling verlangd. In de schoone Gesükerk te Rome is een plechtige lijkdienst gehouden voor de ziclerust van den priester Antonio Corsi, die op 83-jarigen leeftijd door den dolk van een anarchist om het leven werd gebracht op de villa Pamphiii. Heel de pers was diep verontwaardigd over deze schandelijke misdaadde begrafenis van het slachtoffer was een der indrukwekkendsle, die men ooit aanschouwde, en de priesterschap van Rome heeft uiting willen geven aan haar gevoelens van vereering en liefde door liet houden van een allerplechtig- slen lijkdienst. Mgr. Ceppetelli, Latijnich patriarch van Constantinopel, zong de Hoogmis en gaf ook de absolutie. De leerlingen van het Romcinsche seminarie assisteerden aan het altaar en in het koor. Mgr. Charles Salotti, een der beste redenaars van de Eeuwige Stad, sprak de lijkrede uit. Een groote menigte bisschoppen, prelaten, oversten van kloosters en congregaties, katholieke vercenigingen, seminaristen en scholen, benevens een ontzaglijke menigte woonde den dienst bij. Ook kardinaal Respighi, en Tripepi, pro-prefect der Riten, waren tegenwoordig. Uit Italië komt weer bericht over een aardbeving. Sienna is opnieuw door aardse',.u^ken geteisterd. De bevolking is, hevig verschrokken, de velden op ge vlucht. Dc gemeentetoren en het stad huis verkeeren in ernstig gevaar. De behandeling van het amnestie- voorstel in de Ftansche Kamer is voor de regoering gunstig afgeloopen. Men verwachtte een onstuimige zitting, omdat ook de roode broeders de amnestie uitgestrekt wilden zien tot de ontslagen brievenbestellers. Daartoe was echter de regeering niet te vinden. Cleraenceau zag zeer goed in, dat hij door zulk oen concessie veel te ver zou gaan en een zeer gevaarlpk precedent zou stellen, en dat hjj de dis cipline ook in andere staatsbetrekkingen door die kwijtschelding van verdiende stral zou ondermijnen, Een voorstel van den afgevaardigde Constant om dc am nestie ook uit te strekken tol de ont slagen gestaakt hebbende postbeambten werd verworpen met 366 tegen 141 stemmen. Woensdag is het amnestie-voorstel niet grootc meerderheid van stemmen aangenomon. Z. H. de Paus heeft de volgende Fransche bisschoppen benoemdTe Ajaccio, Mgr. Desanli, kanunnik der kathedraal te Ajaccio; te Autun, Mgr. Villnrd, pastoor te Chaumontte Bayeux, Mgr. Lcmonnier, vicaris-generaal te Rouaante Belley, Mgr. Labeuche, vicaris-generaal te Besanc;onte Digne, Mgr. Castellan, vicaris-generaal te Mar seille te 'hors, Mgr. Laurais, pastoor te Mende; Sam'-Brieuc, Mgr. Morelle, vicaris-capilu.*. 'e Saint-Flour, Mgr. Becocur, kanun, e Rouaan. FEUILLETON. Een reddende daad. Geaohiodknndig verhaal. 3) .Zeker verdient de adel dezen lof, inanr ook de poorters uit nijjn geboorteland zjjo moedige slrjjders en Lodewgk rekent geheel op hun gespierde vuiilen. Ia tjjd van vrede ie het wapenspel hun geliefkoosd bedryf, doch roept de alrjjd hen, dan is het alsof het hun hand werk ial" .Het vollersgilde staat aan de spits in onze goede alad, wal strijdbaarheid betrelt", mengde Hendrik zich in 't gesprek. „De vollere zullen do vijanden in een hoek jagen, evenals de hoepels en nagels de duigen van een vat," voegde de „Ook de bakkers ataan bno mao," sprak de jongale. „Do scherpe pnnteo hunner lansen znllen menigeen niet aanstaan," merkte Hans op in j overmoedigen trots. 1 „Ook het dappero siagersgilde is bokend." „Het slachten is hun beroep en oeleniog baart „De molenaars „Het vernisten ie hna grootste kunst 1" „De meubelmskers i „Ze sullen ze sohavon do ongelikte Hongsarsoho landsknechten I" „De m „Die ateken n „De smeden „De Oostenrjjksche ridders znllen booreo eo voelen hoe krachtig deze op ijzer kunnen kloppen I" „Uw levendig gesprok bevalt mjj, wanrdo gasten," ond irbrsk de abt den vloed vao woorden, ,en uw moed wakkert ook lo mg de vlam der begeesteriog aao. Eeo diog echter is mjj naast bet aantal en den moed der strijders voor oos vsdeilaod van ooberekcobare waarde: de recht vaardigheid vao 's konings zaak. Die prikkelt het volk, doet de krachten aaogroeien en geeft moed, om den dood vrjj io 't gelaal te zien." „U noemt daar, hoogeerwaarde abt, vrat het hart van eiken strijder vervult voor Beierens roem," sprak de oude. „Wie mag wel de aanvoerder worden iu don grooten slag, daar, usar ik hoorde, Lodowijk er niet vaa houdt den bekwamen iets in den weg to leggen vroeg de abt. „Siegfried Schweperman, een grijsaard in jiren, een man in 't uitvoeren van wjjze plannon co een jongeling in 't volbrengen van snelle, koene daden, is lol veldheer anngosteld. Ik ken heul zeer goed, hjj zal deo vjjand heel watalhreuk doen I" sprak Haos, terwijl Hendrik grijnslachte in zjja kroes eo zich goed moest boudeo, daar do abt hem plotseling aansprak. „Wel, goede vrieod, gjj waart al dien tjjd oog al stilzwijgend t" „Ik wilde mij, hoogeerwaarde abt, eeral niet in 't gesprek mengen, daar mjjn oom u toch antwoordde, eo mijn taal isookzooalecht;tocu over Neder-Beiereo gesproken werd heb Ik ook eeo woordje meigesprokenik verzoek u daarom om verontschuldiging," antwoordde Hendrik op onderworpen loon. „O. spreek maar op, vertel mjj wat vai uw geboorteland en, als ge wilt, vno uw familie", knikte do nbt aanmoedigend. Hendrik hoestte verlegen en begon„Ik ben nog wel niet oud, eerst '21 jaar, maar ik heb toch al heel wat verdriet beleefd. Toeo ik twaall jaar oud was verloor ik mjjo vader, hij stierf bijna plotseling tengevolge van een val. Dit trok zich mijne moeder zoo sletk aan, dat zjj na twee jaar vader in 'l graf volgde. Als mjjo beste oom mjj niet zoo liefderijk had opge nomen, had ik naar alle waarschijnlijkheid een zeer treurige jeogd gehad." „Uw oom scligat een braai man te zjjn," zeide de abt en keek Hans Aicber met een voctitigen blik aan. Deze zat met doodsbleek gelaat en keek met droeven blik voor zich. Als uit éé.i mond klonk het uit deo mond van deo abt eo uit dien van Hendrik: „Wat ziet gi| er uit I Om Ood3 wil, g'j zjjl ziek Zjj snelden naar den ouden mao eo hielpen hem. „Zjjn hand is koud en zgo oogen staan dor," sprak Hendrik bezorgd. Na enkele oogenbiikken kwam er weder be weging in de verstgliie gestalte van Hans Aicher. Als uil een droom ontwakend keek hij verwonderd om zich heen. Hjj veegde zich het zweet van 't gelaat en aprnk met schorre stein t „Ik ben niet wel gewordenhet koude weder. Stoor u er maar „Tan middag klaagde hi) al, dat hj| zoo koud maar ik heb bet niet eroslig opgenomen, warm had hjj liet ook niet hjj dien hevigen eo regen. Hel verheugde mij zeer, dat oom et warme eten zich zoo wei gevoelde en icht er heel niet aan, toen hot bier hem goed smaakte, dat hjj vandaag nog zoo onpasselijk zou wordeo," merkte Hendrik op. „Is 't nu wat beter, Aicher?" vroeg de abt, tn zieke aansprekend. „Ja, heer abt, 't was maar eeo ploteeljjk aan- il van bezwijming zie ik kon zelf al weer open," en Hans stond wankelend op, om aan- „Doe VU schjjnea dan gy zijl," sprak „Ik begrijp zelf niet, hoe dat zoo plotseling in zjjn werk ging," zeide Hans. „Voor mijn oogen steeg een nevel op, terwijl dulceoden sterretjes flikkerden; daarop werd mjj alles zwart voor 't gezicht en mjjn leden verstijfden. Het na 't gebruik van rorslerkeode middelen zal 't „l)an aal u wijn wel goed doen," sprak do abt medelijdend. „Ja, oen Hatch ruoden wijn. Ale ik u daarom mag vragen, geloot ik, dat het wel spoedig voor bij zal zjjo," verzekerde Hans op krachtigeo toon. ,fly hebt u te veel opgewonden door bet spreken, daar gjj u ai niet wel govo.'ldel," spra de nbt decloeinead ,'t Kan wel zijn, hoogeerwaarde, doch de ge zellige warmte hier en het gulle onthaal dode mjj aoo'n plotseling, voorbijgaand onwel-zijn uiet ir Hier g vlug w jol Ik wil u oiet langer storen, waarde gasten. Toch zou ik nog wel lets willen zeg„enMocht u ernstig ziek worden, dan zult gi) hier goed ver pleegd wordeo, en mj|o bedienden en vertrouw den zullen voor u den zweren plicht vervullen," de abt met vriendelijke stem. neen, neen," viel Hans den abt heilig in 'de. „Ik vrees oiet, dat ik ontrouw aao mjjo plicht zou worden; want aaa mijn opdracht el eer, uiaar ook veol smaad verbonden. Een pluteellng onwel-zijn mag een verhard, al erostlg opnemen," sprak Hans pochend met een gedwongen lach. „Een verzoek echter heb ik i.og, hoogeerwaarde heer. Vergeel m(j, dat ik n geen leglllmatlf -pipieren kan toonen. De wjji- hcid van mjjn koninklijken lastgever en zjjn ver trouwen op de gastvrijheid vau hit Beteracha volk bjj een oprecht, vrjj opspreken deed hem van deze formaliteit alzien. Papieren zjjn niet altijd goed, ten minste niet, als ze In verkeerde, ik bedoel, vjjaudeljjke handen vallen." „Waas daar maar oiet beducht voor, beate Aicher, uit wal gjj heden gesproken hebt, spreekt de openhurtigheid, waal van oen vjjand geloot ik niet, dat hp zich zoo lo de kaart laat tien, en list, die leugen en waarheid dooreen has pelt, zoek ik niet bjj iemand, die een gait>r|j klooster betreedt. „Laaf u thans en slatp wel in Qnds naam I Gelooft zij Jezus Christus," sprak abt Mnurua an nam wijwater, „in eeuwigheid. Amen," ant woordden do acbterbljjvondeo. Broeder lliorooymui schonk parelenden roodeu

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1906 | | pagina 1