DE EEMBODE.
ieblad
No. 18.
Zaterdag 4 Augustus 1906.
Twintigste Jaargang
DE EEIIIDE
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 28 Juli 1906.
De Zesde Bede.
De besteller Rif stempelde de brieven
af, die den volgenden morgen met de
eerste post bezorgd werden, en welke
de nachttrein dus rnee moest nemen.
Rif wa* alleen op het kantoor met den
jongen commies, die de courant zat te
lezen, zonder schijnbaar veel te letten
op hetgeen er in 't lokaal voorviel.
Trouwens, er viel eigenlijk niets voor
het eentonig gestamp werd slechts af
gebroken door de hoestbuien van den
dienstdoenden stempelaar, die zeker weer
kou had gevat.
Die kerel kan ook geen tochtje
verdragen, bromde de jeugdige lezer.
Het feit was, dat niemand den armen
Rif een goed hart toedroeg: van den
directeur af tot den minsten besteller
toe, hadden allen wat op hem te zeggen.
't Is een aanbrenger, zeiden de
kameraads ofschoon zij geen bewijzen
hadden voor hunne beschuldiging.
Een pluimstrijker, oordeelden de
klerken en commiezen, hoewel Rif zoo
weinig spraakzaam scheen, dat hy alleen
bij hooge noodzakelijkheid den mond
tot spreken opende.
Ik geloof, dat die man een oogen
dienaar is, meende de directeur, maar
hij kreeg nooit rapport over verzuim
of slordige plichtsvervulling van den
onbeminde.
ledereen wist, dat hun aller Chef, de
heer Krammer, den bewusten besteller
niet lijden mocht, en dat verbeterde de
gezindheid niet.
En nu al sedert maanden was de
man sukkelend, hij hoestte pijnlijk en
snakte soms naar adem en kon geen
kachelwarmte en geen tabakslucht ver
dragen: lastig, zoo'n halven zieke in 't
werk te hebben: dat vonden allen.
Meldde hij zich dan maar bedlegerig,
dan kon men 'enminste andere maat
regelen nemen
Maar Rif hield het bed niet en kwam
zyn dienst verrichten, hoe moeilijk het
hem ook wezen moest, de stijfkop, die
geen uur wilde vragen, omdat dan een
ander zyn werk moest doen, en dat niet
van harte zou gebeuren.
Rif had zorgen, groote en zware.
Schraalhans was geregeld keukenmeester,
want het weekloon was lang niet toe
reikend voor vrouw en kinderen, en
dan onderhield hij nog zijn ouden vader,
dien hij niet in het armhuis wilde hebben.
Op die voorwaarde was hij ook ge
trouwd Vader blijft bij ons wonen, al
krijgen we het ook nog zoo armoedig'.
Zyn bruid had toegestemd en trouw
woord gehoudende oude Rif hield
het warme hoekje aan den haard, een
pijp tabak en was knap in de kleeren,
en zijne schoondochter verdeelde de
beste brokjes tusschen de beide jongsten
en den zeer oude.
Maar die grijsaard was in het oog
van den directeur een ongepaste en
bezwaarlijke weelde, die een besteller
zich niet mocht veroorlovenin het
armhuis hadden de menschen het immers
zoo best, waarom kon de halfkindsche
sukkel daar dan niet heen
Omdat ik moeder beloofd heb,
vader aan zijn eind te brengen, meneer,
had Rif eens geantwoord, toen zijn chef
hem daarover had aangesproken, bij
gelegenheid, dat Rif verzocht had, extra-
werk te mogen doen voor het kantoor,
een arbeid; dien de directeur kon toe
wijzen en afzonderlijk betalen. Gedurende
een enkele week had hij het gevraagde
gekregen, daarna nooit weer; niemand
wist de reden.
Op dezen avond nu kwam de directeur
toevallig nog eens op het kantoor na
het sluitingsuur, en begaf zich in zijne
kamer, die aan het groote werklokaal
grensde. Onwillekeurig keek hij naar
binnen en zag den lezenden commies,
die bij de kachel zat, en achter wiens
rug Rif zijn werk deed.
De besteller sorteerde een pak brieven
en de directeur zag, hoe hij een enveloppe
nu eens opnam, dan ze weer wegschoof,
tersluiks een blik werpend op den cou
rantenlezer, die nu gerust zat te dutten,
met het hoofd op de handen.
Opmerkzaam geworden door de ver
dachte handelingen van den sorteerder,
trok de directeur zich reeds verder terug,
zonder den man uit het oog te verliezen.
Het volle licht der heldere gaspit viel
op het wasgele gezicht van den lijder,
die alweer den bewusten brief ter hand
nam, en hem tegen het licht hield, waar
door men zien kon, dat het couvert
niet gesloten was, en ook, dat het méér
bevatte, dan enkel postpapier.
Zeker geldswaarde, dacht de on
zichtbare.
Juist! bankpapier, twee van vijf en
twintig, gelijk bleek, nu de besteller den
inhoud voor zich uitbreidde, steeds
schuwe blikken naar den slaper werpend,
wiens zacht gesnork zelfs door den direc
teur, die vlak achter de glasdeur stond,
duidelijk gehoord werd.
Nog stond Rif besluiteloos reeds
had hij een bankbiliet in de hand geno
men en afzonderlijk gelegd, reeds nam
hij den voor de helft beroofden brief
weer ter hand, om met het puntje der
tong de gom plakbaar te maken, reeds
had de directeur de woorden „jou leelijke
dief'' gereed, om daarmede het kantoor
binnen te stappen, toen plotseling de
besteller de enveloppe neerlegde, het
noodlottige geldbriefje er opnieuw in
schoof en met de duidelijke verzuchting
En leid ons niet in bekoring, den
brief naar het andere einde der lange
tafel slingerde.
Maar verlos ons van den kwade,
vulde de chef onwillekeurig aan, en
zijn... besluit was genomen: niet ten
tweeden male zou de man, van wiens
strijd en overwinning hij getuige geweest
was, aan zoo groote verzoeking worden
blootgesteld.
Onhoorbaar trok de heer Krammer
zich terug, deed, alsof hij pas zijne
kamer betrad, stak het gas op en begaf
zich met opzettelijk zwaren stap naar
het groote lokaal, waar nu de commies
met veel vertoon van ijver bezig was,
den heilloozen brief volgens voorschrift
te verzegelen en er de woorden .onge
sloten in de bus gevonden", aan de
achterzijde op te schrijven.
Niels bijzonders, meneer Reede
vroeg de chef?
Ik ben juist bezig, een brief met
geldswaarde, dien de besteller Rif open
in handen kreeg, te lakken, meneer,
anders niet.
Nog wel met geldswaarde, wat is
het publiek toch slordig gelukkig,
dat ons personeel zoo vertrouwd is
jongen, jongen, geen kleinigheid ook, zie
ik, twee bankjes van vijf en twintig
't Is toch onverantwoordelijk, dat de
menschen zulke brieven niet.laten aan-
teekenen. Nu, enfin, lak nem maar
dicht
Al sprekende was de directeur achter
in de kamer gewandeld, waar Ril zijne
zaakjes bij elkaar pakte, en zich gereed
maakte heen te gaan. Nog nooit had
mijnheer Krammer zoo goed gezien, hoe
ellendig de man eruit zag, hoe de kleeren
hem als een zak om het lichaam hingen,
hoe hol en flets de oogen stonden en
hoe beenig het magere gelaat was.
(Slot volgt.)
Plaatselijke Berichten.
Vrijdag 20 Juli jl. in gecombineerde vergadi
bjjeen, besloten met meerderheid van stem
gehoorzaamheid te betuigen aan Mgr. den A
R. K. Werliliedenvei
tgtng.
Zondagavond had rekere P. het oogeluk
in hel Logement de Haan, met zijn been te
vallen in een scherf van een bierfleschje, het
geen een groote snede veroorzaakte. Hevig
bloedend vrerd hy opgenomen. Do inmiddels
geroepeo geneesheer dr. Doels gelastte, na
voorloopig de wond verbonden te hebbeo, on
middellijke overbrenging naar de R. K. Zieken
verpleging, hetgeen per brancard geschiedde.
Dinsdagmorgen werd door den architect
J. H. Slot alhier aanbesteed het bouwen van
eeoe villa in Kweek-Duin te Overveen, voor
rekening van den heer H. R. B. Warnaars te
Amsterdam. Ingekomen 22 biljetten. Hoogste
inschrijvers Bjjland en Cramers te Haarlem
voor 17.300 gld., minste inschrijvers Bakker
en Rjjnbende te Amsterdam voor 13.113 gld.
Ten overstaan van notaris G. H. van
Hjj trok zijn hovonkleeren aan, zonder de aan
wezige personen, die snel zich in een nis ver
borgen hadden, to bemerkeo. Verscheidene malen
bad hg naar het bed van den ouden Hans
gekekon, zooder verrast te zyn. Op eens verhel
derde zich zjjn dolle blik, by bad de zieken
oppassera bemerkt, en stond als vastgenageld.
Een sprong en by boog vol smart over zyn
bloedverwant.
.Oom, spreek, wat scheelt u?"
Abt Maurus klopte hem op den schouder.
.Wilt gy hem dooden met nw luid geroep?
Ziet gy niet, dat hy bewusteloos Is? Volg i
wy kunnen hier niet ongestoord praten I"
Hendrik voldeed, al was het dan ook ongaat
aan deze uitnoodiging. Meermalen wendde hy
den blik naar hel ziekbed. Abt Maurus gaf echtor
Hen 17eoSoptembor, legenden avond ontwaakte
de zieke. Verwonderd keek hy naar de door
het goud der avondzon glinsterende wynranken
e sprak.
ht geuite vraag.
i neef?" vroeg de oude rr
.Waar
haastig.
,U zijt in den nacht van den dóen ziek
geworden en in den vroegen ochtend van den
volgenden dag ben ik te uwer verpleging bier
gekomen. Uw neef is ontwaakt en heeft zich vol
smart over u heengebogen, en toen is by met
den abt heengegaan. Sedert dien morgen heb ik
hem niet meer gezien I"
gelegenheid nu de boodschap doet,"
.Hoor eens," vroeg by's namiddags aan frater
ernardus, .den hoeveelsten hebben we
vandaag
.Den 28en September.'1
.0, Hoor, ben ik al zoo lang hier? Zog my,
'aarom bezoekt de abt my niet, ofschoon
ik gisteren al tot bewustzyn ben gekomen?
Was in '1 eerst toch zeer vriendelyk
tegen my 1"
.Misschien wil hy usparen," wae't antwoord.
Do oude Hans verviel in gepeins. Onverwachts
stond hg van 't bed op. Het scheen of een
kloek besluit wonderen by hem gewerkt had.
,Ik ben weer hersteld," sprak by met vasle
wijk, Hilversum, Hoogland,
Prija der Advertantiéni
wij vinden het onverklaarbaar, dat op
enkele uitzonderingen na, de geheele
Europeesche pen min of meer sym
pathiseert met de ontbonden revo-
luliunnaire Russische Doema.
BUITENLAND.
,\Vaa:
heen Ik heb streng bevel oi
myn neef?"
,Hj was gezond en wel, toen ik hem 't laatst
gezien heb."
Met wantrouwend gelaat riep Hans.Mynheer
de abt, zoo ontkomt gy my niet. Zeg maar
rondnit, of en wanneer hy van hier vertrokken is."
.Wind u niet op door zulk heftig spreken 1"
,Nu zie ik bet Juidelyk," sprak Hans met
Verbeten woede, ,gy zoekt uitvluchton, want
gy knot mg, naar 't schyot, geen verblydend
antwoord geven I"
.Nogmaals, wind u niet zoo op 1"
.Neen, ik wil de volle waarheid weten ik
zal baar weten te dragen.
.Welon, als gy dan zelf zoo heftig op de ont-
knoopiog aandringt, weet dan; Uw neef is
nog bier t"
,Wat?" riep Hans vol angst en verbazing-
In den laatsten tijd vernam men tel
kens van spoorwegaanslagen in België
i wel op de lijn naar Parijs.
Thans heeft Maandagnacht een mis
dadige aanslag plaats gehad op de Nord-
Belge-spoorlijn tusschen de stations
Erquelines en La Buissière.
Het ,Hbl. v. Ant." meldt hierover het
volgende
De expres van Parijs, die ten t uur 59
te Charleroi moeit aankomen, was nabjj
La Buissière gekomen, toen de machi
nist eenklaps voelde, dat hij buiten de
sporen reed.
Hy stopte, stoomde terug, maar door
de vlucht van den trein kon hy niet
beletten, dat de locomotief en een foergon
omvielen en van den spoorwegdijk
stortten. De machinist werd van zijne
locomotief geworpen, wat hem het leven
redde. Hij werd met vier gebroken ribben
cn zware brandwonden opgenomen. De
stoker lag onder de omgekeerde machine.
Hij was heel verpletterd. Men heeft tot
half elf des morgens moeten werken
om het lijk vrij te makeD. Dank aan de
koelbloedigheid van den machinist heb
ben de reizigers niets gevoeld dan een
lichten schok en wisten in 't begin niets
van het erge ongeluk, dat twee slacht
offers van den arbeid had gemaakt. De
machinist Gigot en de sloker C&llord
wonen beiden te Luik.
Het parket van Charleroi en talrijke
hooge ambtenaren van de spoorweg
maatschappijen zijn op dit oogenblikter
plaatse.
Het ongeluk is toe te schryven aan
misdaad. Een spoorwegrail was uitge
broken.
De Engelsche regeering, wil een voor
beeld geven in bezuiniging op de
buitensporige uitgaven voor leger en
vloot, onder voorbehoud echter, dat
hierin wijziging zou worden gebracht,
wanneer de Haagsche conferentie zou
bewijzen, dat het beperken van de oorlogs
uitrusting voorbarig is.
Bij de definitieve beraadslaging over
de bezuinigingen in het Engelsche Lager
huis spotte Balfour, dat de Haagsche
conferenlie wel niet veel zou geven om
de goede trouw van de Engelsche re-
geering, nadat deze het Lagerhuis had
voorgerekend, dat de bezuiniging kon
,Ja, God, die alles weet, leverde my uw geboim I"
,Nu weet ik alles," riep de ander in beltigeo
:orn uit. .Myn mantelzak werd my ontsloleo.
lijn neet is gevangao. In een christt'.yk movers-
ol zyn wj beland!"
,lk heb u niet hierheen geroepen, gy kwaamt
it vryen wil. Ik nam u gastvrij op. en lot dank
tarvoor bebt gy my scbandelyk bedrogen. Ook
iyn eer hebt gy my willen ontrooven, want
rolk een scbande ion er op my en dit klooster
usleo, als awe plaooeu gelakt waren 1 Dan zoo
een overal zeggen, dat ik de vyandeu myns
-aderlands geholpen bad. Uw honende taal acht
ik niet. Als ik u als herstellende niet wilde
sparen, zon myn antwoord niet achterwegeblyven.
Doch loister naar bet verloop aner ziekte. Gy
werdl ziek. De broeder keldermeester was be
zorgd voor u co keek in uw kamer rond. Gy
sclieent een aanval van berourte te hebben.
teer lucht to verschatten opende by
e wambuis. Toen vond by een scbryven
eu overhandigde bet my. Ik herkende aanstonds
het zegel van Oostenryk 1"
bebt u met bel schrijven gedaan?"
vroeg Haos met gemaakte kalmte.
,Dat is in goede banden I"
.Geef bet terug 1 U bebt 't recht niet mg myn
eigendom te onthouden l"
.Zeker wel, ik doe het la 't belaag van myn
vaderland I"