Ph. Smolders, Tweede Blad. DE EEMBODE' 29 December 1906. BIDPRENTJES J* ALS GIJ HOEST A H. DE JAGER, HOF PH0EN1X=BR0U WER1J voorheen W. STORK. 11' Een Clineestle geschiedenis. I ld is een Chinceschc geschiedenis mei Kuropcesche intermezzi en zij ge beurde ongeveer 25 jaar geleden, toen ik als dokter te Kanton was gevestigd, liet jaspis-oog, dat mij een rijke koop man, l.o-Keong genaamd, ten geschenke had gegeven, is het begin en het einde dezer geschiedenis. Was ik geen dok ter geweest, dan had ik geene aan leiding gehad, tegen het opium-gebruik te ijveren en in dat geval zon Lo-Keong mijn vriend gebleven zijn. Maar nu ik dokter was, werd het heel anders. Lo-Keong was namelijk de eigenaar van een half-dozijn opium-kitten en verdiende er ontzaglijk veel geld mee. Kwamen nu zijn klanten volkomen te gronde gericht bij mij, dan was natuur lijk hel eerste, wat ik probeerde, hun het opiumrooken af te leeren. Dat kon de koopman mij niet vergeven en hij beschouwde mij als zijn ergsten en gevaarlijksten vijand. Men waarschuwde mij dikwijls voor Lo-Keong en op zekeren dag kwam zelfs l'cd ürimshard bij mij en zcide tot mij: Neem u in acht voor den ouden scheefoog. Hij voert iets tegen u in het schild. Lu wie kwam twee dagen later bij mij binnen? Niemand anders dan Lo- Keong, van het hoofd tot de voeten prachtig gekleed. Uw onderdanige slaaf komt, om hulp bij u te zoeken; bij u, die over aile duivels der ziekten hecrscht, zcide hij in de bloemrijke taal der Chineezcn. Wat scheelt er aan? vroeg ik. Mijn ellendig lichaam heeft den toorn der goden gewekt en zij hebben mij zwak gemaakt als een vrouw. Zijne gezondheid tieweerde hij was door het overdreven gebruik van opium even sterk ondermijnd als die zijner klanten. Ik schreef hem een middel voor en liet hem gaan. Hij het afscheid gaf hij mij, als bewijs zijner dankbaarheid, een geschenk, liet was een kunstig bewerkt oog van jaspis steen. De pupil bestond uiteen rooden koraal en het geheel was aan ccne zilveren ketting bevestigd. Ilemelsche bezweerder van alle duivels, sprak hij. neem dit teeken der dankbaarheid van den cllendigsten uwer slaven aan. Het zal u geluk en rijkdom brengen, als gij 't aan uwe horlogeketting bevestigd. Ik wilde het geschenk weigeren, dat voor een enkel consult te kostbaar was, doch het hielp niets: Lo-Keong mankte liet zelf aan mijn horlogeketting vast. Sedert dien dag scheen het ongeluk mij te achtervolgen. Of de talisman daaraan schuld was wist ik niet, maar ik was geen oogenblik mijn leven zeker. Ik ging naar het telegraafhurcel, om aan mijne vrouw, die uit de stad was, te telcgrafceren, dat zij zoo spoe dig mogelijk naar huls moest konten. Op weg daarheen kwam ik voorbij een huis, dal in aanbouw was, en plotseling kwam krakend een balk naar omlaag, die mij bijna het hoofd verbrijzelde. Den volgenden avond viel ik, zoo lang ik was, en kreeg daardoor een groot gat in hel hoofd. De een of ander had een grooten steen voor mijne huisdeur gelegd, waarover ik in de duisternis noodzakelijk moest vallen. Drie dagen later werd ik met mijn draagstoel omgeworpen, en viel in een diepe leemgrocve, waaruit ik mij met groote moeite weer omhoog werkte. In den loop der volgende week werd ik driemaal aangerand en had het alleen aan mijn goeden revol ver te danken, dat ik er het leven afbracht. Op één der volgende dagen werd ik, toen ik ccne huwelijksvol trekking bijwoonde, weer aangerand en kreeg daarbij een ernstigen dolk steek in den.arm. Dat werd toch te kras. I leeft de heele wereld dan tegen mij saamgcspanncnriep ik. Er gaat geen dag meer voorbij, zonder dat ik gevaar loop, gedood te worden. Het is ongelooflijk. Wees er zeker van, zeide Grim- sliard, dat Lo-Keong daarbij de hand in het spel heeft. Och, onzin! Als hij mij naar het leven stond, zou hij mij niet zulk een kostbaar geschenk gegeven hebben, antwoordde ik. terwijl ik op het jaspis oog wees. lu uwe plaats stuurde ik hein zijn geschenk liever vandaag dan mor gen terug. liet mankeerde er nog maar aan, dat ik zóó bijgcloovig was. De hemel mocht echter weten, hoe het kwam, maar iedere dag bracht een aanslag op mijn leven. Ik werd ten slotte aangetast door eoiic zenuw achtigheid in den hoogsten graad, die bijna iu vervolgingswaanzin ontaardde. Het was een waar geluk, dat mijne vrouw van haar uitstapje terugkeerde. Toen zij mijn gewonden arm zag, ver- lelde ik haar al mijn avonturen en zij was het er onmiddellijk met Grimshard over eens, dat l.o-Keong de schuld van alles was. Eindelijk zag zij het jaspis-oog. O, hoe schoon, riep zij. Van wien hebt gij dat gekregen? Van Lo-Keong. Van hem?! Dat is niet mogelijk! Toch is liet zoo, en Grimshard beweert zelfs, dat het met mijn on geluk in verband staat. Kom, kom! Maar weet ge wel, dat de steen er in ccne broche heel schoon zou uitzien? Als ik u er een pleizier mee doe, kunt ge hem krijgen. Reeds den volgenden dag droeg mijne vrouw de nieuwe broche. Op denzelfden dag bemerkte zij een zonderlingen bijsmaak aan haar lieve lingsgerecht. Bij onderzoek bleek, dat de spijs vergiftigd was. De kok was spoorloos verdwenen. Den volgenden dag viel mijne vrouw in een grooten waterput, die op de binnenplaats was gegraven en waarvan men kwaadwillig liet deksel had afgenomen. Kortom: mijn ongeluk scheen op mijne vrouw overgegaan te zijn. Wij hielden krijgsraad. Vriend, zeide Grimshard, leefdet gij niet rustig en tevreden, vóór ge het jaspig-oog kreegt? Eu uwe vrouw? Eveneens. Sedert het oogenblik, dat Lo- Keong u den steen heeft gegeven, hebt ge geen oogenblik rust nietwaar? Daar hebt ge gelijk in. En sedert ge liet jaspis-oog aan uwe vrouw hebt gegeven, doet niemand u meer leed. Dat is zoo. Daarentegen is uwe vrouw geen oogenblik haar leven zeker. Ja, maar Geen marenDit jaspig-oog houdt rechtstreeks verband met al het ongeluk, dat gij beiden in den laatsten tijd hebt gehad. Dat is duidelijk. Grimshard heeft gelijk, zeide mijn vrouw. Maar Clara Hij heeft gelijk, zeg ik nog eens. En tegelijkertijd deed zij de broche af en wierp ze van zich. Grimshard nam de broche in de hand en bezag ze van alle kanten. Er is geen twijfel mogelijk, zeide hij, dit oog is van alles de schuld. Het brengt ongeluk aan en wij moe ten het Lo-Keong terugzenden, Als het ongeluk aanbrengt, zal hij het niet terugnemen, meende ik. Dat is ook niet noodig. We moe ten het hem geven, zonder dat hij het weet. Laat in ij maar begaan. Ik gaf toe en noodigde Lo-Keong uit mij te bezoeken. Hij kwam en was zichtbaar verrast mij gezond en wel aan te treffen. Toen hij echter zag, dat ik mijn arm in een draagband had, speelde een tevreden glimlachje 0111 zijne lippen. Tegelijkertijd wierp hij een blik op mijn horlogeketting. Maar waarom draagt de zege vierende bestrijder niet den talisman des geluks? Ik heb hem naar mijn vaderland gezonden. Wee u, wat hebt ge gedaan! riep hij, blijkbaar verschrikt. In het buitenland verliest hij zijne toover- kraclit en maakt zijn eigenaar onge lukkig. Toen Lo-Keong een oogenblik later afscheid nam, zag ik, dat het jaspis oog op zijn rug was bevestigd. Grimshard lachte. Daar gaat hij en de talisman gaat mee. Heb ik dat niet netjes in orde gebracht? Laat in den avond kwam Grim shard ademloos bij ons aanloopen. Weet gij het al? Wat? Lo-Keong is dood! Dood Ja, hij is op de openbare straat vermoord. Hij is de dood gestorven, dien hij u had toegedacht. Onmogelijk! riep ik, terwijl mijne vrouw zich angstig aan mij vastklemde. Onmogelijk? Neen, bij die ver vloekte Chineezen is alles mogelijk. Weet ge wat een jaspis-oog voor hen betcekent? Ik weet het nu. Wat dan? Het is het teeken der zelfmoor denaars. Ik begrijp u niet. Verklaar u. Nu dan. de geschiedenis is heel eenvoudig. Als een Chinees lust heeft te sterven, maar geen zelfmoord wt begaan, om den toorn der goden niet up te wekken, hangt hij. ten teeken van zijn besluit, een jaspis-oog aan zijn lichaam. Iedere Chinees, die dat teeken ziet, beschouwt het als een der goden welgevallig werk, als hij den man in kwestie het genoegen doet, hem van kant te maken. Nu hebt ge de verklaring voor alle aanslagen, die ,.p 11 eu uwe vrouw zijn gepleegd, en voor deit dood van Lo-Keong. Gemengde Berichten. (De handeling heelt plaats voor den win kel van een koopman in vogels en honden). .lïcn mooi hondje," zegt de koopman, terwijl hij het diertje van de straat opneemt. De man tegen wien deze woorden gericht worden en die met belangstelling nmir de uitgestalde hondjes van den koopman stond te kijken, antwoordt: .Zeker, een prachtig beestje I Je hebt er geen mooier, wed Ik." .Het is jammer, dat liet niet netjes ge schoren is." .Ja, daar zegt ge ztm iets." .Mijnentwege ja." „Blijft ge er bij totdat het klaar is?" .Dok goed, 'k heb voor het oogenblik toch niets te verzuimen." .Wat denkt ge? Zal Ik het gehccle ach terlijf kaal scheren „Dat zal zeer goed slaan." .ZooI En dan van ouderen om de pootjes een vlokje haar laten „Zeker, zóó heb ik liet tenminste altijd gezien .MooiEn nu de ooren, Zulten wc die maar zoo laten „Mij dunkt, dat liet zonde zou wezen er de schaar In te zetten." „Best... Zoo., maar nu de '.taart?" „Dien zou Ik maar zoo laten." „Eigenlijk behoort ook de staart geschoren te worden, met een ferme pluim aan de spits." .Neen, de staart is te mooi, ik zou er niets .Maar het hoort toch anders." .Overigens zal het mijne zorg zijn, 't is mijn houd niet." Met deze woorden verlaat de vreemdeling den winkel, den koopman verbluft met den hond achterlatende. De goede man had in vollen ernst gedacht, dat het dier den vreemdeling toebehoorde en had later nog vrij wat onaangenaamheden met den eigenaar van hel hondje, die er in 'I geheel niet mede tevreden was. dat men het zou kaal had go- „Trui," zei een ongetrouwd heer tot zijn keukenmeid, .ik heli altijd groot ver trouwen in je gestelddal weet jentaar nu zou ik toch gaarne eens willen weten, hoe liet komt, dat ik in den laatsten tijd zulk siccht vleesch op tafel krijg en zulke liuogc slagersrekeningen moet betalen." .Oiiiist, mijnheer, dat weet ik waarlijk niet; want 11 heeft toch hetzelfde vleesch als Wij in de keuken en wij lichhcn achter nooit Iels extra's of ik geef er u ook iets van." Op een groot kantoor had de patroon het zeer druk en hij was daarbij hijzonder prikkelbaar. Hij had zooveel te doen, dat hij veel aan zijn boekhouder overliet, onder anderen ook hel bepalen van het salaris der bedienden. Eens kwam een van de jongste klerken bij hem en klaagde over zijn salaris. Hij stond te tang naar zijn zin op een salaris van f500.. .Al mijn klerken worden naar hun werk belnald," zcide de patroon, .en ik vind hel onbeschaamd van je 0111 hierover te komen klagen I Wal krijg je per jaar De klerk kreeg een elgenaardigen Inval. .Twaalfhonderd gulden, mijnheer," zeide hij. .Zoo I" antwoordde de patroon. .Alles wat ik hierop zeg, Is, zend mij den boekhouder!" De boekhouder kwam. .Geef Jansen van rui al aan duizend gulden per jaar." De boekhouder wilde iels zeggen, .Doe wat ik je zeg!" donderde de patroon hem toe. .Ik zal den jongelui leeren mij te zeggen wat ik mijn klerken betalen muet I" Door een tragi-comisch voorval werd dezer dagen een voorstelling verbroken welke door een reizend circus, In het Silczischc dorp Eulau werd gegeven. Het circus trad in hoofdzaak op met gedresseerde paarden en ezels. Een der langnoren was zoo afge richt, dat hij in zijn zadel geen vreemdeling duldde. Om dit te bewijzen, noodigde de cirus-directcur, nadat de uitstekend gedres seerde ezel zijn glansnummcr had gegeven, het publiek uit om, zoo iemand er den moed toe had, op den ezel tv gaan zitten. Aan deze uitnoodlging gaf een ao-jarig slotenma ker gehoor. Zijn pogingen 0111 op den ezel Ie rijden bleven echter tot groot plezier van het publiek zonder resultaat. Door het spot tend gelach en geroep van de circusbezoekers geprikkeld, trachtte de man daarop, tegen de waarschuwingen van den directeur in het uit alle macht tegenstribbelende dier voor zijn wil te doen buigen. Hij trok liet aan den staart en de ooren. Ook dit hielp niets. Dat echter ten slotte ook een ezel bij zoo'n onwaardige behandeling het geduld kan verliezen, bewees het gekwelde dier doof plotseling naar het gezicht van zijn pijnlger te happen en hem lot groote schrik van de toeschouwers in den neus Ie bijten. De gedeeltelijk van zijn neus beroofde ge legenheids-dierentemmer wil nu tegen den directeur van het circus Bieglcr, een eisclt lot schadevergoeding indienen. Het Weekblad voor Muziek vertelt de volgende anekdote Eeltige dames en liecren zaten in een coupé van den treilt, die van Dresden naar Leipzig ging. Ze kenden elkander niet, - voor liet mccrendcet ten minste maar hel gesprek werd al heel gauw algemeen, Eén van de dames was den vorigen avond in den Hof- schouwburg geweest, waar de opera .Euryan- Ihc" gezongen was, en gaf haar afkeuring lulde te kennen. „Het leelijkst van allen zong die mevrouw Schrocdcr; die wordt veel Ie oud vóórhaar rol; 'I is haast niet 0111 aan te hnoren. Vindt 11 ook niet vroeg ze, zinli tot den heer naast haar wendende. „Zou u hel niet liever tegen mevrouw Schroeder zelf zeg gen? Ze zit vlak over u", antwoordde hij koel. Na de stilte, die op deze opmerking volgde, wendde de crltlschc dame zich tot de zangeres en maakte, verlegen, haar verontschuldiging. „Die akelige criticus Schuticdcr heeft mij mijn harde uordeel In den mond gegeven. Hij spreekt geloof Ik, niets dan kwaad over 11. Het moet een alleronaangenaamst en pedant „Zou u dat niet liever tegen mijnheer Schmieder zelf zeggen?" vroeg mevrouw Schioeder klam. .Hij zit vlak naast 11". Als men geen fooi wil geven is. daar een probaat middel voor. Wanneer gij in eene restauratie gedineerd lieot en de rekening u gebracht wordt, betaalt gij liet bedrag precies afgepast. Onwillekeurig komt er dan eene zekere uitdrukking van verbazing en teleur stelling op het gezicht van den kcllner te vuurschijn, hoe welgemanierd hij ook zijn moge. Nu staat gij op en zegt: „Ik heb een zeer goed diner gehadonder uwe directie is hel hier veel heler dan het onder den vorigen eigenaar was," terwijl de kcllner nog in verrukking is, dat hij voor den eige naar van de restauratic wordt aangezien, gaat gij heen. Professor Charcot, de beroemde genees kundige, bezocht eens een krankzinnigenge sticht, 0111 de verpleegden te besludeercn. Onder die Verpleegden vond hij tot zijne verrassing een heer, die een zeer ernstigen Indruk op hem maakte en hem klaagde, dat hij daar ten onrechte was opgesloten door kuiperijen van verwanten, die zich van zijn geld meester wilden maken. Charcot stelde veel belang in dien mail. De zoogenaamd krankzinnige scheen hetli zóó gezond van geest, dat hij zijn naam en zijne omstandigheden o|lxchrcct en beloof de Ie zullen zorgen, dat hij spoedig weder vrij werd gesteld. Charcot bracht nog ver scheidene uren in liet gesticht door cu toen hij hij liet heengaan den man weerzag, die zijne belangstelling zoozeer had gewekt, zei hij nog eens tot hem „Mank 11 niet ongerust. Ik zal terstond den minister spreken over uw geval, o|Hlnt ge ten spoedigste weer vrij mnogt zijn Dat ge volkomen gezond van geest zijl, daaraan valt Ie niet twijfelen. .Dank 11 duizendmaal," antwoordde de man. die gij u getroost." Zij gingen samen in druk gesprek naar den uitgang en drukten daar elkander hartelijk de hand. Juist toen Charcot het hek uitging kreeg hij plotseling van achteren een hevigen slomp, waardoor hij voorover vlet. Hij stond met moeite op, hield zich aan liet lick vast en vroeg kreunend.Wal moet dat hctcckenvn?" „Wel, dat is maar eene kleine herinnering," antwoordde de paliUnl met een grijnslach, „0111 te maken, dat gij mij niet vergeet!" Een tiental jaren geleden stierf te Char leroi een ingenieur uil Luik, die veel schuld naliet. De schtildcischcts verloren erbij, of schoon de familieleden van den overledene al geofferd hadden, wat zij konden, zlcli- zelvvn schier verarmd hadden, om de scliuld- clschers schadeloos te stellen. Nu dezer dagen ontvingen de nog levende seliuld- clxcltcrs venen brief, hen verzoekende eene mcdcdccling tc komen ontvangen iu een hotel tv Charleroizij ontmoetten er de twee zusters van den overledene, die hun alles betaalden, benevens den intrest van 3 pet., gedurende tien jaren gekapitaliseerd. Al dien tijd hadden dc twee zusters gewerkt en gespaard om het geld bijeen te krijgen. BURGIiRUJKI: STANDIiN. Drie, Hendrlka, d. v, Jannes Bouw e Heintje v. Lonzcnoord. - Hendrik, z. van Hendrik v. Ilunvilntljn en Hendrlka v. Essen. Maria, d. v, Cornells v. Koemburg eu Heintje v, d. Brink. - Jannetje, d. v. Her manns v. d. Buut vil Mvlisje Jansen. Ql'.ilUVVI)Dirk van Bokhorst en Grloljc van Dlcrnien. OVERLEDEN: jannetje Bouw, I m. Woutcra Wlltevecn, fi7 J„ wed. v. Johannes Snapper. Gemeente Hoevelaken. Gemeente Bnarn. Geboren: Maria d. van J. Ilendrikscn vil M. Schouten - Hclenc, U. van I', J. I'iiym- broeck en J. C. C. Wortelboer. - Johannes Cornells van C. Brouwer en J. Bokkers. Overleden Evertjc Bast, 4ti - Cor- lU'li.i M.iri.i Hordeild, O III, Nij>ren de Boer, 21 Gemeente Naardcn. Qkiiorrn Hendrlka Dirkje, d. van W. van den Berg en I'. E. Appeldoorn. OVERLEDENPicter, z. van I.. Visser en O. Lustig. - Petronclln Otlorln Idea. 80 j. Marktbericht. Amersfoort 28 Dor 1906. Appelen (4,- it 17, -. Peren 14,- ftfH,-. Klelaardnppelen 11». ii f<),— per heet. Zond- aardappclen fl.HO ii f2.- per heel, Eieren f li,Stift f7,50 per 100 stuks. Grashotcr f 0. - kilo. Houtboter 11.20.1 ll.HOper It,- ft Oude Eenden f i- - li f 1.20. Jonge Eenden (0,- .'1 10,—. Hazen I 1,50 it 2, Wilde Konijnen (0,10 ,110.50. Tamme Konijnen ft,- A 11,50 per stuk. Duiven 10,40 .1 10,50 per |>aar. Velt Varkens fOO.— a fOO, Zeugen 150, 4ITO. Varken jtcn 10,- ft fO,Guste 1000 ft f 000, Kalt koelen fOOO. ft tooo. Knlt- vaarzen 10. ft (O, Pinken It),- - ft II),-. Plnkstleren 10,- ft to,-. Vette kalveren (tl,- ft ft).-. Aangevoerd waren 80 heet. Appelen, 15 heet. Peren. Iicct. Klelaardnppelen, 200 Itecl. Zaïutnardnppelcn, 7000 Hoedetciercn, - stuks Eendeneieren. 12(10 kilo üraslioter, - kilo Hooihoter. - stuks Vee, Vette varkens, 40 Magere varkens, - Varkens voor exporlslngerijen, 250 Biggen en 10 Zeugen. Advertentiën. STOOMDRUKKERIJ „DE EEMBODE" Lnngogrncht 13 Amersfoort. VOORHANDEN in zeer ruime keuze. ZOUT DROP 16 cent per ons. KATJES DROP 16 cent per ons. Verkrijgbaar bij dc firma AMERSFOORT. Dc BIEREN van bovengenoemde Brouwerij worden zoowel per fust als fijn gebotteld geleverd door hunnen Agent voor Amersfoort en Omstreken, Fabriek van LIMONADE GAZEUSE en MINERAALWATER. STOOVESTRAAT no. 5 en 12 Telephoon no. 29. Speciaal adres voor vloeibaar KOOLZUUR, natuurlijke en kunst-, TAFEL- en MEDICINALE WATEREN. Vraag s. v. p. Prijscourantkn Zoolang de voorraad strekt verkrijgbaar BOCKBIER per fust en per flesclt.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1906 | | pagina 5