Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 40.
Zaterdag 5 Januari 1907.
Twintigste Jaargang.
DE EEIBIDE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden.
Franco per postf 0,40
Afzonderlijke nummersf 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertenticn
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
i uiterlijk Vrijdag-
Maar dit door cijfers aan te tooncn
laten zij liever aan anderen over, want
op de laatste bewering volgt onmid
dellijk
„dat zij ten opzichte van de nieuwe
wettelijke bepalingen, welke bij af
schaffing der loting in "t leven moeten
worden geroepen, volkomen vertrouwen
stellen in het beleid van Regeering en
Volksvertegenwoordiging."
En dit erbarmelijke adres niet
zonder berekening in de wereld ge
zonden heeft nog aanleiding ge
geven om opnieuw het militaire vraag
stuk in de politiek op de spits te
drijven.
Allereerst wenschen wij hier af te
wijzen de bewering, dat loting strijdt
met artikel 180 der Grondwet. Dit
artikel zegt
„Alle Nederlanders daartoe in staat,
zijn verplicht mede te werken tot hand
having der onafhankelijkheid van het
Rijk en tot verdediging van zijn grond
gebied."
In dit artikel willen de militairisten
nu zoeken, dat afschaffing der loting
en algemeene dienstplicht, of duide
lijker gezegd, kazerneplicht van alle
valicde mannelijke Nederlanders inde
Grondwet is voorgeschreven. Maar
dan vergeten zij artikel 181 der Grond
wet, dat het vorig artikel aldus nader
aanvult
„Tot bescherming der belangen van
den Staat is er eene zee- en eene
landmacht, bestaande uit vrijwillig
dienenden en uit dienstplichtigen.
„De wet regelt den verplichten krijgs
dienst. Zij regelt ook de verplichtingen,
die aan hen, die niet tot de zee- of
landmacht behooren, ten aanzien van
's Lands verdediging opgelegd kunnen
worden."
Volgens de Grondwet bestaat er
dus een categorie personen, die niet
tot het leger of de vloot behooren en
aan wie andere verplichtingen kunnen
worden opgelegd. Ook wordt door
de Grondwet bij de samenstelling van
zee- en landmacht het eerst van vrij
willigers gesproken en daarna eerst
van dienstplichtigen. Overduidelijk is
dus, dat de Grondwet geenszins den ka
zerneplicht voorschrijft zooals de mili
tairisten boutweg durven beweren.
BUITENLAND.
Uit Spanje wordt gemeld, dat er te
Sint Sebastiaan een indrukwekkende
betooging tegen het wetsontwerp op
de vereenigingen en ter cere van de
Fransche geestelijkheid heeft plaats
gehad. Twintig extra-treinen hadden
de betoogers van builen aangevoerd.
De betoogers, 20.000 in getal, gingen
in optocht naar het huis van den gou
verneur en naar dat van den president
der provinciale vertegenwoordiging.
Behalve moties, waarin het Spaansche
wetsontwerp werd veroordeeld, namen
de bijeengekomenen ook een motie
aan, waarin de Fransche scheidingswet
werd veroordeeld en sympathie be
tuigt aan de Fransche priesters in hun
strijd voor de rechten der Kerk.
De Nowoje Wrem ja bericht, dat de
politie in de laatste dagen huiszoekin
gen heeft gedaan bij een groot aantal
leden van de strijdorganisatie, waarbij
haar gewichtige stukken en eene lijst
van staatsambtenaren in handen ge
vallen zijn, die door deze organisatie
ter dood veroordeeld zijn. Huiszoekin
gen in Moskou hadden hetze'fde resul
taat.
Twee jonge mannen namen dezer
dagen te St. Petersburg aan het eind
punt van den Finschen spoorweg een
mand met wild in ontvangst. De politie
kwam op den inval die mand eens
na te kijken. Zij ontdekte, dat het wild
was opgestopt met kleine bommen,
in linnen gewikkeld, in 't geheel veertig.
Er is reden om te gelooven, dat er
groote getallen bommen op deze wijze
de laatste maanden in Rusland zijn
binnengesmokkeld.
De berichten over het afbreken van
de onderhandelingen over het Russisch-
Japanseh handelsverdrag worden in
een regeeringscomnuiniqué tegenge
sproken. Het somt een reeks van pun
ten op, waarover reeds overeenstem
ming is verkregen. Verder wordt er
in gezegd, dat nog slechts beraad
slaagd moet worden over door Japan
gestelde nieuwe eischen, welke be
trekking hebben op de vrije scheep
vaart op de Sungari, de oprichting
van consulaten in Aziatisch Rusland
en gunstiger tariefbepalingen aan de
Mandsjoerijsche grens.
De Japansche eischen ten aanzien
der visscherij kon Rusland niet aan
nemen. De onderhandelingen duren
voort en het verloop daarvan kan als
normaal worden beschouwd.
Alweer ter wille van den vrede zal
de Duitsche infanterie een nieuw
model geweer krijgen. De konink
lijke gewerenfabriek in Erfurt heeft
reeds de vervaardiging der nieuwe
wapens aangevangende arbeid wordt
krachtig aangevat en er wordt reeds
een paar uur per dag overgewerkt.
De Duitsche Keizer heeft het huis,
waarin Wilhelm I den nacht voor den
slag bij Gravelotte heeft doorgebracht,
voor 20,000 mark gekocht. Het huis
ligt aan den uitersten rand van het
dorp Rozenville aan den grooten weg
naar Vionville. Eigenaar was iemand,
die aan lager wal was geraakt en dien
de Keizer heeft willen helpen, door
het ver boven de waarde te koopen.
Hij mag er, zoo lang hij leeft, in
blijven wonen.
De verkiezingen voor den Duitschen
Rijksdag beloven een zeer heftigen
strijd. Bij de thans aan den gang
zijnde verkiezingscampagne uit zich
het terrorisme der sociaal-democraten
op de meest schandelijke wijze. De
besturen van sociaal-democratische
kiesvereenigingen hebben de partijge-
nooten aangeschreven ook van de
neringdoenden bijdragen te vorderen
voor het verkiezingsfonds. Met zijn
tweeën of drieën verschijnen nu de
heeren bij den slager, bakker, koffie
huishouder, sigarenhandelaar of barbier
en vragen dan om „kruit" voor den
verkiezingsoorlog. Wanneer nu zulk
een neringdoende niet tot de sociaal
democratische partij behoort en dus
niet dokken wil, dan weet men hem
wel tam te krijgen. Men deelt hem
eenvoudig mede, dat, zoo hij niet over
de brug komt, de arbeiders zijn win
kel zullen moeten mijden. Ook laat
men in het gesprek nog andere drei
gementen doorschemeren, als van be
kendmaking van den naam van den
„socialistenvretenden" koopman, tot
Dit nummer bestaat uit
twee bladen
EERSTE BLAD.
OPGEPAST!
Men zou wel moedwillig de oogen
moeten sluiten om niet in te zien, dat
het militairisme zich op een bedenkelijke
wijze in beweging heeft gezet. Zelfs
het vermoeden is bijna niet meer te
onderdrukken, dat deze heelc bewe
ging op berekening steuntdat ge
heime machten in werking zijn ge
treden, die personen ten tooneele
duwen om de groote trom te roeren
over het militaire vraagstuk. En als
dat geluid begint te verstommen, dan
komen anderen voor het voetlicht om
den volke kond te doen, dat het heerlijke
muziek is geweest, welke zooeven
door musici van den echten stempel
is ten gehoore gebracht.
't Klinkt toch zoo aangenaam in
militairistische ooren als over alge-
meencn dienstplicht met groot vertoon
de bazuin gestoken wordt!
Verrassende krijgsmuziek viel onlangs
te beluisteren, toen een tweetal mili
tairisten een adres richtten aan H. M.
de Koningin met een verzoek, dat de
loting zou worden afgeschaft. En
daarmee schijnt de beweging voorgoed
ingeluid.
De heeren militairisten, die op deze
manier zich verdienstelijk trachtten te
maken waren mr. E. J. Korthals Altes,
te Amsterdam en A. E. Dudok van
Heel, koopman te Huizen.
Deze militairisten gaven met ver-
schuldigden eerbied te kennen, dat zij
er niet over tevreden zijn, dat jaarlijks
van de ongeveer 50,000 jongelingen,
die den negentienjarigen leeftijd hebben,
er slechts 17,500 worden aangewezen
om persoonlijk hunnen dienstplicht in
FEUILLETON.
Een gelukkig Kerstfeest.
„Dat is nut: gelukkig afgetoopen," sprak
de dokter, terwijl hij op ccn stoel plaats
„ja, ja," antwoordde Bichler, die juist een
Beseh wijn ontkurkt had, „laten we maar
een flink glas drinken voor den schrik," en
zijn glas opheffend klonken zij.
„Och, een dokter moet er uit, hoe slecht
het weer ook is en mag niet kleinzeerig
zijn", antwoordde de dokter. Doch dat is
niet 'I ergste, wat iemand overkomt. Zorgen
en ellende, welke men in dc huizen vindt,
doen iemand meer kwaad, en men is blijde,
als men in storm en onweer die droeve in
drukken kan uitwisschen. Juist koin ik van
zoo'n treurig ziekbed. Kent gij hel onder
wijzersgezin Thalmann van nabij
„Neen," sprak Bichler, „gedurende de twee
jaren, die ik hier woon, heb ik meermalen
met mijnheer Thalmann gesproken, maar zijn
gezin ken ik niet. Hij schijnt mij echter ccn
verstandig, welopgevoed man te zijn."
„Ja, dat is hij," bevestigde dc dokter, ter
wijl hij naar 't pakje manuscripten in zijn
overjas zocht. Hij had ze cn zeide reeds
verder: „Deze man is door overspanning
ziek geworden. Zooals zijn vrouw mij ver
telde schreef hij zich in de laatste dagen
half dood, om nog wat geld te verdienen
het leger te vervullen, en wel dour
loting, die in strijd is inct de Grond-
wet.
Een motiveering van deze bewering
bleef eenvoudig achterwege, maar wel
werd door de heeren gezegd
„dat de toepassing van de loting tot
gevolg heeft, dat elke jonge man, die
door het blinde lot wordt aangewezen
om gedurende vijftien jaren zijn dienst
plicht te vervullen, van ijverzucht wordt
vervuld jegens hem, die hoewel even
krachtig cn gezond, een vrij nummer
heeft getrokken en alleen daarom geen
enkel persoonlijk offer behoeft te bren
gen ten behoeve van 's lands verde-
diging, ja niet eens door betaling van
eene weerbelasting zich daarvoor eenig
geldelijk offer ziet opgelegd
Stel daar nu eens tegenover de
koude werkelijkheid. In gezinnen b. v.,
waarin vijf jongelingen, daarvan moeten
thans, volgens de Militiewet, wanneer
geen bijzonder geldige redenen tot
vrijstelling zich voordoen drie hun
ner den dienstplicht vervullen. Zal nu
in zoo'n gezin een ijverzucht ontstaan
bij de drie dienstplichtigen, dat zij
eischen, dat ook de anderen dienen
moeten, of dat zij een weerbelasting
betalen De vraag stellen is ze be
antwoorden. Veeleer zal men, schier
zonder uitzondering een zucht van
verlichting hooren opgaan als het getal
dienstplichtigen voor deze gezinnen
verminderd wordt. En niettemin koinen
de genoemde paar militairisten nog
wel bij H. M. de Koningin aandragen
met een verzoek, dat op gronden steunt,
als boven vermeld.
En als door adressanten in het be
wuste adres nog geklaagd is over de
schromelijke onrechtvaardigheid, die
de loterij in zich draagt, en over de
hoop op vrijstelling, „die iedere jon
geling reeds van jongsafaan koestert",
welke hoop zoo spoedig mogelijk moet
vernietigd, zeggen zij nog, dat door af
schaffing der loting de geldelijke lasten
niet noodwendig behoeven te stijgen.
tot bestrijding der studiekosten van zijn
aanhoudend vragen, want de nienschcn
klagen niet over hun armoede. Zij ontzeggen
zich alles in den strijd met den nooddruft,
zonder het te laten merken. Ook geloof ik,
dal het uiterst moeilijk zal zijn een voor
wendsel Ie vinden om hun geld te doen
Over 't gelaat van mevrouw Bichler glijdt
een schalksch lachje een oogenblik
slechts zij sprak echter geen woord, doch
luisterde aandachtig. Daar kwam dc koetsier
zeggen, dat het tuig in orde cn 't paard
ingespannen was. Hartelijk bedankend nam
de dokter afscheid en weldra gleed dc slede
weer door weer en wind. De fabrikant had
zijn gast uitgeleide gedaan. Toen hij weer
in de huiskamer kwam, riep hem zijn vrouw
opgewekt toe„Ik weet het al I"
„Wat weet ge?"
„Ik weet, dat er een arme, een behoeftige
cn tevens een waardige ontvanger bestaat
voor ons Kerstgeschenk I"
„Wilt ge het den heer Thalmann geven
Neen, zet die gedachte maar van u af. daar
komt niets van. Denkt ge. dat ik het zou
wagen, den beschaafden man, die, zooals
ge gehoord hcht te veel eergevoel heeft, om
te klagen, een aalmoes aan te bicden Hoe
gaarne ik het hem gun, dat gaat niet."
„O, gij alwijzc mannen I" lachle zijn vrouw,
„luister maar eens." En zij fluisterde hem
een paar woordjes in 't oor. Haar gestrenge
heer en meester maakte een verbluft gezicht,
en sprak beschaamd
„Ja, ik geloof, dat ge gelijk hebt."
„Morgen gaat gij op reis," ging zij voort,
„dat valt dus heel mooi. Heb ik geen gelijk?"
„Ja, zooals altijd. Waar gaat ge zoo vlug
heen
„Uit je nabijheid, als je voortgaat ntij
complimenten te - 'ken."
Daarop lachtci. heiden als een paar kin
deren, die ccn moolcn streek uitgehaald
hebben.
IV.
Kerstmis in het dorp, Kerstmis in de stad,
zoo gelijk in hoofdzaak, zoo oneindig ver
schillend in de voorbereiding tot het uiter
lijke feest. Ginds een plechtige rust en stilte
reeds tevoren in den Adventhier een drijven
en jagen, ccn schitteren en praten, een aan
grijpen van alle mogelijke cn onmogelijke
dingen, zoodat het eigenlijke, plechtige feest
bijna geheel op den achtergrond wordt ge-
Meer dan anders koinl liet onderscheid
uit tusschcn rijk en arm, tusschen weelde
cn ellende. Een geluk is het, dat in deze
dagende barmhartigheid verzoenend tusschen
heide treedt, cn ijveriger dan op andere
tijden in 't jaar haar best doet, het groote
onderscheid te vereffenen, bij menig arme
toch zou zonder haar tusschcnkomst, bittere
gedachten opkomen. Bij het zien der weelde,
waarvan wellicht ccn klein gedeelte toerei
kend zou zijn den nood van een Itccl gezin
te lenigen.
Ot misschien de slanke jonge man, wiens
blik in 't voorbijgaan op ccn winkelruit valt,
vol prachtige juwcclcn, ook zulke gedachten
koestert Even snel als het schitteren der
diamanten, en even vluchtig als zijn blik dc
fonkelende stecnen opneemt, even vlug vloog
de gedachte door zijn geest: „Ik zou uit al
mijn nood en ellende zijn, als ik de som
had, welke ccn der kleinste steentjes daar
waard is, dat wellicht door haar, die hem
ontvangt, heel niet in aanmerking wordt
genomenhoe ongelijk zijn toch de aardschc
goederen verdeeld I"
Voor hij deze gedachte geheel uitgewerkt
had, werd hij vuurrood„Ho, horiep hij
uil, „ik zal toch geen socialist worden, cn
ontevreden gedachten koesteren. Schaam jc,
oude jongen, zoo laf te zijn
Hij klemt zijn boeken en zijn schrijfboek,
welke hij draagt, steviger vast, kijkt op het
horloge cn zegt„'t Kan juist nog I" Snel
vervolgt hij zijn weg.
Hij, dc student Jozef Thaltnann, had heden
een bijzonder plan scheen het wel. Niet
alleen, dat hij de gehoorzaal verliet, voor
dc anderen waren opgestaan, doch ook was
hij de anderen ver voor. Nu hij den hoek
omslaat van ccn brecdc, stille zijstraat, heeft
hij ten slotte ook den glans en dc praal van
de hoofdstraat achter den rug en komt nu
aan het doel, zijner wandeling, den prach-
tigen Dom, welks portaal hij binnentreedt.
Hij gaat naar liet Mocdcrgodsaltaar, dat hij
meermaals placht te bezoeken. Hiervoor had
zijn moeder hem gebracht bij het afschcid-
ncmen, toen zij hem als jonge student in
de stad had moeten laten.
„Hier," zeide zij, „hebt gij een moeder,
tot wie gij uw toevlucht kunt nemen, als
een of ander leed u druktzij kan u meer
helpen in alle wederwaardigheden dan ik
Dc theologant knielde voor dit altaar,
waarin ook het Allerheiligste bewaard werd,
cn hief smcekend dc handen op. Hoe was
zijn hart bezwaard, nu bij dit feest, terwijl
allen zich verheugen. Nog ineer dan eigen
kommer drukt hem 't leed om zijn vader,
wiens ziekte hem zijn moeder heden had
gemeld. Wat zou er van hem, wat van zijn
moeder cn zijn broertjes en zusjes worden,
als vaderbij durtt niet verder denken.
En hoe verheugde hij zich tot nu toe, dat
zijn vader eens voor zijn trouwe, zware zor
gen aan hem de hoogste vreugde beleven
zouhoe zou hij hem dat bcloonenEn
nn Vader ziek, en misschien had hij Item
nog 't laatste leed berokkend, toen hij hem
om geld schreef. O, die geldzorgAls een
lastig spook kwam deze weer voor zijn
geest op. Nu was er van thuis heel geen
uitkomst te hopen, en van wie anders kon
hij nog wat verwachten? Hoeveel moeilijke
uren stonden hem nog te wachten. En daar
kwam het ergste: twijfel vervulde hem. of
hij de priesterlijke waardigheid wel waardig
is. Zouden deze vele moeilijkheden geen
vingerwijzing van God zijn, om ccn anderen
levensweg te kiezen Hij verbergt zijn gelaat
in dc handentusschen zijn vingers door