Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 11.
Zaterdag 15 Juni 1907.
Een en twintigste Jaargang.
DE EEMODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs p
Franco per post
Afzonderlijke nummers.
0.40
f 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor icderen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
De plaag der automobielen.
Uil schier alle oorden der wereld
komen klaehten over de nieuwe plaag
der automobielen, die het menschdom
bijna lot vertwijfeling brengt.
Zoo kwam dezer dagen een berie'ht
uit Engeland, dat sprak van een ver
warring, die de automobiel in de samen
leving sticht, en die onberekenbare
gevolgen heeft.
Op sommige wegen en stralen maken
de slank en de stof duurde autobussen
verspreid en opgejaagd, een-wandeling
schier onmogelijk, en bij de felste hitte
moeten de huizen als bussen gesloten
blijven, opdat de stoflaag, die de
panden overdekt, niet naar binnen
't Gevolg hiervan is ook. dat huizen
in straten, waardoor de autobussen
rijden, spoedig door de bewoners
worden verlaten, die van de ellende
en het vervelende geraas en lawaai,
door den auto veroorzaakt, liefst niets
willen weten.
Natuurlijk hebben daarom huiseige
naars reeds een campagne geopend
tegen den gehaten indringer, die hun
zooveel schade aanbrengt.
De gemeenteraad van Kensington
o.a., een der prachtigste wijken van
Londen, zal liet recht vragen de auto
bussen te mogen verbieden.
Maar in al die ellende door den auto
geslicht, moet ook de bevolking hier
te lande declcn op groote schaal.
Vandaar een verbittering tegen die
moderne plaag, die zich uit bij iedere
gelegenheid, dat er van den auto sprake
komt, of wanneer door nieuwe feiten
zijn zonden-register weer grooter
wordt.
In do Kulli. Werkman kwam dezer
dagen een „saomenspraok" voor „Uis-
schen Knolis en Driok, waarin o.m.
tegen de „ottemebiolcn" wordt gefoe
terd en waaraan wij dit vriendelijk
stukje dialoog ontleenen
Knel is: „Maor zou er dan gin
Tweede Kamerlid vetir Ie vijnden zijn.
die die zilok z'n eigen ies aontrekt?"
D r i e kUcur is Kneiis. Van Kaomcr-
Iccjcn heb ik m'n buik vol van. Die
beloven je koeien met gouwe horens
en as het er op aonkomt is 't n»g
gin lood. Maar op een ding lie'k nog
hoop en da is da van daogpf morgen
zoo'n stinkwaogen een paar K.mmer-
leejen tegen d'r ribben aonrijdt. Dan
bedde Vetil kans, da'r verbetering in
dc toestand komt. Eerder niet."
liet üemeente-Bcstuur van Soest
heeft intusschcn verstandig gehandeld
met niet te wachten op een gebeurtenis,
die bovcnstaanden bestrijder van den
„stinkwaogen met hoop vervult, liet
heeft eenvoudig de koe bij de horens
gepakt, en daarmee een woord van
oprechte hulde verdiend.
Jammeren en klagen haat hier niets,
er moet gehandeld worden.
Het vernield Gemeente-Bestuur nam
daarom het kloeke besluit zich te wenden
tot den Minister van Waterstaat met
een schrijven, waarvan met een kort
woord door ons reeds melding werd
gemaakt, van dezen inhoud
Hiermede nemen wij «Ie vrijheid om de
aandacht van l'we Excellentie le vestigen
op de meer dan verschrikkelijke plaag, Ver
oorzaakt door hel slof, dat door de automo
bielen wordt opgejaagd op den Rijksstraatweg,
in de Kom dezer gemeente en zulks niet
alleen voor de langs dien weg wonende
ingezetenen, maar Voor het geheclc verkeer
op dien weg.
Zonder ons aan overdrijving schuldig ie
maken, kunnen wij verklaren, dal door de
dichte stofwolken menigmaal zelfs de veilig
heid van liet verkeer niet voldoende meer
verzekerd is.
Op grond van waarnemingen aclilen wij
de gewone besproeiing geheel onvoldoende
ion tlil euvel !v vvil-vlpvii en naar dis be
scheiden oordeel zijn er slechts twee middelen
om aan bedoelden overlas! paal en perk te
sletten en wel liet stofvrij maken van den
weg. of wel hei rijden mei beperkte snelheid.
Tegen liet eerste middel beslaat wellicht
overwegend bezwaar, wegens de kostbaarheid
daarvan, doch tegen het tweede middel kan
o. i. geen enkel steekhoudend argument
worden aangevoerd immers zal ats zoodanig
niet in ernst kunnen gelden de omstandigheid.
«Int tengevolge van de voor te schrijven
beperkte snelheid zooveel minder afstand
door de automobielen kan worden afgelegd.
liet wil ons daarom voorkomen, dat voor
het rijden met automobielen op den Rijks
straatweg in de Kom der gemeente moet
worden bepaald een maximum snelheid. Deze
snelheid zou niet grooter mogen zijn dan die.
waarmee een mei één paaid bespannen rijtuig
in matigen draf zich voortbeweegt.
Van nicl minder groot belang voor de
handhaving van een dergelijk voorschrift
achten wij lui daarbij, dal in het geheclc
Rijk voor alle Rijksstraatwegen, voor zoover
die vallen in de kommen der
Met zuo'ii «laad heeft het Getneente-
Bcstuur zich werkelijk verdienstelijk
gemaakt vuur het geheclc land.
Van liet bovenstaande adres werden
afschriften gezonden aan de Besturen
der gemeenten Baarn, Eemnes, Zeist.
De Bilt, Driebergen en Doom. met
verzoek om een bewijs van adhacsie
met dal schrijven of ecu gelijk verzoek
in te zenden.
Dat dit verzoek een gunstig onthaal
heeft gevonden, laat niet den minsten
twijfel over.
In hel adres is immers uiting gegeven
aan gevoelens, die reeds te lang in
de gemoederen werden opgekropt.
De toestand, zooals die thans bestaat,
is toch te ecnenmalc onhoudbaar.
Als men zich slechts voorstelt de
Gemeente Eemnes, mei zijn straatweg,
waarlangs een dijk ligt. zoodat voor
uitwijken met voertuigen een beperkt
terrein overblijft, dan kan men zeer
goed beseffen, welk een angst moet
worden uitgestaan, als in razende vaart
een automobiel die Gemeente passeert.
Men behoeft zich dan ook niet te
verwonderen, dat het ccnc ongeluk na
het ander, door de automobiel aange
richt, daar voorkomt.
En tegen deze ontzettende plaag
staat geen enkel middel ter beschikking.
Of men dus met graagte zich in
deze «piaestie scharen zal aan de zijde
van het Gemeente-Bestuur van Soes!,
is een vraag, die zichzelve beantwoordt.
BUITENLAND.
Het dure militairisme vindt in Italië
ook krachtigen tegenstand. De commis- I
sic van dc Kamer voor het onderzoek
van de militaire eredietcn, heeft althans
eenstemmig de noodzakelijkheid erkend I
om buitengewone eredietcn aan de
regecriitg toe te staan, maar wil dat I
slechts doen tot een bedrag van 60
millioen, inplaats van dc aangevraagde
200 millioen. De commissie brengt
hulde aan het door de regeering nage
streefde ideaal, dat boven elke discussie
verheven is. maar zij beperkt de aan
gevraagde eredietcn ti t 60 millioen.
..mdat zij overtuigd is. dat die beper
king -pp dit oogenolikgeen schade kan
doen aan de nationale verdediging en
aan de militaire sterkte van het land.
Het is intusschcn aan twijfel onder
hevig of de regeering er ook zoo over
denkt. Het aftreden van den minister
van oorlog, generaal Vigano, urn deze
reden wordt waarschijnlijk geaclu.
De beweging onder de wijnbouwende
bevolking in het Zuiden van Frankrijk
wordt werkelijk onrustbarend. Zondag
had te Montpellier een betooging plaats,
waaraan naar schatting 200,000 men-
schen deelnamen. De bevolking vraagt
van de regeering maatregelen ter ver
betering. Nu is er wel een wetsont-
werpje ingediend, maar dat oordeelt
men onvoldoende.
De bevolking besloot alle regeerings-
radcrwerk stil te zettende belastingen
zullen niet meer worden betaald, en de
gemeenteraden zouden ontslag nemen.
Maandag is men daarmee begonnen:
de gemeenteraden van Montpellier, Per-
pïgnan, Narbonne en andere gemeenten
gingen „in staking", met burgemeesters
en wethouders incluis. Vele gemeente
raden namen hun ontslag.
De toestand wordt werkelijk critiek:
de eenige hoop is nu nog. dat de be
volking van de Midi. die zoo ontvlam
baar is voor alle indrukken, door een
of andere pacificatie-maatregel even
spoedig tot rust komt als ze nu in
actie kwam.
Minister Briand heeft Zondag te
St. Etiennc een rede gehouden, maar
de ontvangst daar was voor hem alles
behalve prettig. De socialisten jouwden
hun vroegeren collega, die zijn begin
selen verloochent, uit. Tegen de muren
waren plakaten geplakt, waarin Briand
gescholden werd voor „renegaat",
„knecht van den czaar" enz. Kreten
weerklonken als„Briand aan den lan
taarn! Hangt Briand op!"
In den avond werd een steen tegen
het venster van de prefectuur van
politie geworpen, die een ruit brak en
generaal Percin licht aan het hoofd ver
wondde.
Keizer Frans Jozef heeft aan zijne
Eminentie kardinaal Merry del Val,
staatssecretaris het Groot Kruis van
de Orde van St. Stephanus geschonken.
Naar aanleiding van zijn veertigjarig
regeeringsjubilfeest als Koning van
Hongarije heeft Keizer Franz Jozef, een
aantal straffen kwijtgescholden, vooral
ten bate van menschen, die wegens
majesteitsschennis veroordeeld waren
te Boedapest. In de St.-Mattheus-kerk
is een plechtige godsdienstoefening
gehouden, waarbij de koning, de troon
opvolger en anderen tegenwoordig
Aan de aangekondigde ontmoeting
van Wilhelm II en Nicolaas II hecht
men in Rusland en Duitschland een groote
beteekenis.Deze ontmoeting zal binnen
kort in deDuitsche wateren geschieden.
Door de Duitsche regeering worden
wederom plannen gemaakt om het
Noord-Oostzee- kanaal te verbreeden.
wat 223 millioen Mark kosten moet.
en waarvan nog in 1907 voor 15 mil
lioen zal uitgevoerd worden.
De opstand in China neemt steeds
grooter verhoudingen aan. De opstan
delingen bij Lientsjoe hebben in ver
scheidene botsingen de keizerlijke
troepen verslagen zij maakten wapens
en schietvoorraad buit. De overheid
van Kanton weet niet meer, wat te doen.
Men seint uit Hongkong aan de
Standard, dat het aantal rebellen in
liet district Lientsjoe voortdurend toe
neemt. Verscheidene oproerige benden
staan op enkele mijlen van Wan-Sien
en hebbenenkele politie-detachementen
in de pan gehakt.
In Kaiksien (provincie Tsé-sjoean
waren onlusten uitgebroken wegens de
onderdrukking van het verbouwen en
verkoopen van opium.
De Duitsche rivier-kanonneerboot is
naar Wanhsien, 10 mijlen van Kaihsien,
afgestoomd.
De missiestatie Kaihsien is geheel
verwoest.
Het Russische ministerie van bin-
nenlandsche zaken beeft een wetsont
werp gereed liggen, waarna de katho
lieke kloosters met andere godsdienstige
FEUILLETON.
24 uren in gevangenschap
onder de wilde Herero's.
Uil den Dmtsch-Zuid-West Arnkaanscbeo oorlog in 1905.
(Slot.)
•t) Plotseling weerklonk in liet struikge
was een schot en terstond daarna verscheidene
met steeds toenemende snelheid.
„Mijn makkersze komen, ze komen,"
liep het ats een vuur door mijn afgemat
brein. „O, (iod, geef, dat zij niel te laai
komen, voor de Zwarten, want als die mij
hier vinden, is 'I met mij gedaan I"
Zichtbaar werd de angst grooter onder de
vrouwen van den kraal, al levendiger werd
liet geweervuurop mij lette niemand meer.
Met verbazend lange zwccpen snelden de
vrouwen naar de kudde, om ze den berg op
in de struiken te drijvenanderen braken
de tenten afweer anderen bidden zich met
de kinderen bezig, 't Ging alles zoo verba
zend snel in zijn werk, dal ik nnuwlijks mijn
oogen geloofde. Binnen vijf minuten was de
liccle plaats ontruimdslechts liet glimmende
kolenvuur duidde aan, dat nog pas geleden
hier menschen geweest waren.
Zoo lag ik daar dan, geheel verlaten zonder
eenige bescherming prijsgegeven aan alles,
wat mij overkomen mocht. De strijd werd
steeds heviger en naderde al meer. Reeds
zag ik witte kruitdampen over de lage toppen
der hoornen opstijgen. Daar weerklonk plot
seling „Rattala, rattala, rattataDat was
het mij zoo bekende geknetter der maxiiu-
kanouncu. Dal moesten derhalve manschap
pen zijn van Majoor von .rffs afdeoling,
want wij hadden le Karibih dal geschul niel
meer, daar ze alle drie den majoor gezonden
waren voor zijn groote expeditie. Opeens
sprong, op
honderd n
ii de
plaats, waar ik lag. een reusachtige llercro
als een panier uit hel struikgewas le voor
schijn. Verbluft keek hij ecu oogenblik om
zicll heen, toen hij bemerkte, dat alles reeds
door de vrouwen iu veiligheid was gebracht.
Daar viel zijn tilik op mij. Met een kreet
van woede, zijn lang geweer hoog in de lucht
zwaaiend, begon lui te loopcu en met groote
zigzag sprongen, om de hem nagezonden
kogels le ontwijken, kwam hij op mij af. Ik
begreep nu, dat, als God op't laatste oogen
blik geen luilpc bracht, het met mij gedaan
was. liet minste was wel, dat de zwarte
duivel mij met zijn geweer den schedel ver
pletterde. Ik sloot de oogen en beval mijn
Schepper mijn ziel, doch ik moest de ver
moeide oogleden weer openen. Ik bemerkte
toen, dat ongeveer tien pas achter den tlcrero
een onzer manschappen hem achtervolgde.
Nu begon tussehen heiden een wedloop op
leven en dood en ik was de prijs der over
winning, waarom bet ging. De hei- en der
waarts springende zwarte verloor zichtbaar
op zijn vervolger, omdat deze recht op hem
af liep; toch was hij reeds zoo nabij, dal
liet hem nog gelukken kon mij den genade
slag toe te brengen. Nauwlijks dertig pas
was hij van mij verwijderd duidelijk hoorde
ik hem hijgen en kon ook het schuim zien,
dal hem op de zwarte lippen kwamnog
een paar zulke sprongen en uit was het met
mijn beetje leven. Reeds hief ik den arm lol
afweer op tegen den op mij neersuizende
slag, toen ik gered Werdmijn stervensuur
had nog niet geslagen
Toen mijn kameraad inzag, dal hij den
zwarle niel meer kon inhalen, uaui hij zijn
geweer niet de hnjonel er op. en wierp hel
met zulk een kracht den op mij indringende
tegenstander in den rug. dal hij doorboord
Ier aarde stortte en op mijn geboeide voelen
Diep adcmhulcnd zonk echter ook dc
dappere redder mijns levens naast mij neer.
„Tc drommel sergeant," sprak hij. naar
adem snakkend, „dal was op lijd, de hoogste
tijd, dat ik dien zwarten schurk het levens
licht heb uitgeblazen. Hij was de laatste der
bende. Wat niet gevallen is. werd gevangen
genomen."
Ik was niel in staat ook maar een woord
te uiten. Onder tranen reikte ik den dappere
de hand, doch;tilj sprak afwerend :>'t Is goed.
sergeant, gij zoiidt in mijn plaats juist zoo
gehandeld hebben."
Spoedig daarop kwamen ook de anderen
en de bevelvoerende officier, die allen zeer
blijde waren, dat ik nog leefde. Vol deel
neming legde de luitenant mij zijn hand op
"1 voorhoofd, liet de touwen losmaken en
nam aanstonds maatregelen mij zoo spoedig
mogelijk naar 'i hospitaal te Karibib le laten
vervoeren, daar ik natuurlijk mcl loopen
kon. Van de vervolging der Herero vrouwen
werd afgezien, daar het doel der expeditie, mijn
opsporing, bereikt was.
Gedurende mijn transport vernam ik van
mijn begeleiders, wat er in den nacht en den
loop van den volgenden dag gebeurd was.
Korporaal Jurgas had werkelijk Karibib be
reikt en terstond werd een locomotief mei
twee waggons manschappen afgezonden om
luitenant Steffinger Ier hulp te komen. Deze
had intusschen ecu zeer zwaren strijd met
de vijanden te voeren. Meer dan de helft
zijner mannen was gewond, zelf had hij een
schot door den linker schouder gekregen,
't zou geen uur meer geduurd hebben, of
al zijn mannen zouden vernietigd zijn ge
worden. De ter hulp gesnelde twee treinen
kwamen terstond op "t terrein en drongen
den vijand, die geen ander plan had, dan
zich re vcrccnigen met de aan den anderen
kam der spoorbaan staande stamgenooten,
weder in de bergen terug. Gok kwam
halve comivignic van den opgeroepen majoor
von Estortt terstond met versnelden marscli
uit 't Oosten aangerukt, doch toen was 't
werk reeds gedaan. Hij loste de manschappen,
die mij moesten zoeken, af en stiet daarbij
op de eigenaars der kudde, die door de
vrouwen zoo vlug in veiligheid werd ge
bracht. In het toen volgend gevecht werd
het grootste deel der Herero's gevangen ge
nomen en meer dan veertig man gedood of
gewond. Hij. die mij op de weide den schedel
wilde verpletteren, was dan ook de laatste
van den troep, die nog in de vuurlinie was
gebleven.
Mij hadden dc zwarten na mijn val twee
uur de bergen in gesleept, waarschijnlijk
met het doel, mij op hun gemak dood te
martelen, een plan, dat echter door de god
delijke Voorzienigheid verijdeld werd,
Vijf uur na mijn bevrijding lag ik goed
uii wel in 't hospitaal te Karibib, waar het
na een nauwkeurig onderzoek bleek, dat ik
een dubbele armbreuk had, waaraan ik thans
nog, na mijn terugkeer in 't vaderland, te
lijden heb.
Mijn dapperen redder heb ik, helaas, nooit
weergezien, en dat zal ook wel nooit 't geval
zijn. Toch zal ik hem steeds dankbaar her
denken. Zonder zijn tussehenkomst lag ik
thans ats een doode huiten in den vreemde,
in den school der aarde van Zuid-Afrika.