Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 28. Zaterdag 12 October 1907. Eeri en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per postf 0,40 Afzonderlijke nummersf 0,05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prlji der Adver Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Iets iinur aanleiding van het verslag der SOCIALE WEEK. IV. Slot. Het wisselen van ineeningen op so ciaal gebied heeft nu reeds tot gevolg gehad, dal men niet aarzelt terug tc komen van denkbeelden, wier toepas sing geenszins bevorderlijk kan zijn aan de oplossing van sociale vraag stukken, o. a. met name dat betreffende den arbeidsduur. Vóórettelijke maanden immers schreef het Kath. Stic. Weekbl, „De gemeenteraad van de Spaansclie slad Salamanca stond allen, die in gemeentelijken dienst zijn, den 8-urcndag toe. Waar doet men dat voorbeeld nu eens vlug na?" Het „Huisgezin", dit mededeetende merkte zeer ter snede op: Wij dat r i dit voorbeeld niet vlug of niet langzaam, maar in 't geheel niet navulgt. Niel zoozeer omdat hel hier den 8-urcndag geldt, als om de eenvormigheid, die wij ver- Eén zelfde aantal uren werkens voor allen is, al lijkt het oppervlakkig de gelijkheid, een groote ongelijkheid. Voor een onderwijzer b. v. zou de 8-uren- dag onredelijk lang, voor een stadsreiniger beslisl te kort zijn. Dit is maar dén voorbeeld. De arbeid, die door verschillende cate gorieën wordt verricht, loopt te zeer uiteen onder allerlei opzicht geestelijke en licha melijke inspanning, meerdere of mindere schadelijkheid voor gezondheid enz. dan dat het vaststellen van één maximum vour allen een ideaal zou kunnen worden gchcctcn. Onze boeren b.v. zouden vreemd opkijken, wanneer hun in hel drukste seizoen een werkdag van niet langer dan 8 uren zou worden voorgeschreven. Een te lange arbeidsduur is verkeerd, voor schriften zijn gewcnscht, maar de klip der eenvormigheid dient daarbij te worden ont- zcild. Het denkbeeld van 8-urigen werktijd schijnt nadien voorgoed prijsgegeven. Een werktijd van 10 uur is op de katho lieke congressen thans het parool. De overtuiging schijnt dus gevestigd, dat een te korte arbeidsduur over 't algemeen niet in "t belang van den arbeidsstand zou blijken, en dat is een schrede gezet in de goede richting, Een degelijk Katholiek en kundig vak man, iemand, die bij een katholieke federatie is aangesloten en ten volle in hef katholieke sociale leven opgaat, drukte aan ons daarover zijn voldoening uit en beschouwde dat als een gevolg van het optreden van so ciologen van den eersten rang. „Thans geraken we opstreek met onze bewe ging aldus onze zegsman nu er tncer vaste leiding komt. De Sociale Week ten vorigen jare o. a. gaf een uit muntenden stoot in de goede richting, maar het verslag van dat sociale werk is er een bekroning van. Een Sociale Week geeft nieuw leven, het bezielende woord, dat in die dagen van socio logen uitgaat, werkt verheffend en op wekkend, maar het aantal personen, dat daarvan profiteered kan, is altijd beperkt, en de verslagen dier bijeen komsten in dagbladen gegeven, blijven altijd vaag en daarom niet altijd ge noegzaam duidelijk. Van een verslag der Sociale Week, zooals er thans een verschenen is, eu dat zoo nauwgezet is saaingestcld, kan ieder genieten en wel eiken dag en uur. Tevens leert men uit dergelijke verslagen, dat een bezoeker van een Sociale'Week, wien op sociaal gebied nog de noodige kennis en ervaring ontbreekt, daar wel door echte katholieke sociale weten schap als overstelpt wordt, doch erin werkelijkheid niet zoo heel veel door gebaat wordt. Het bijwonen van een zoodanige week moet aangevuld wor den met ijverige studie,zoowel in theorie ais in practijk, dan eerst zal het sociale vraagstuk in het licht beginnen tc ver schijnen, waarin het met onbevangen oog moet beschouwd worden. En daartoe kan immers uitstekend van dienst zijn het uitmuntende verslag". Men zal moeilijk kunnen betwisten, dat deze redeneering op een zaakrijken grondslag berust. Verder liet onze zegsman zich aldus uit „Toen het sociale vraagstuk van arbeidsduur vóór enkele jaren aan de orde kwam, werd als krachtig motief hiervoor aangevoerd, dat den werkman tijd inoest worden gegeven om zich rustig in zijn gezin te kunnen bewegen, zich vooral in de avonduren met vrouw en kinderen aangenaam en gezellig te kunnen verpoozen, waardoor het huiselijk leven eerst recht tot zijn juiste waarde zou worden teruggebracht. De vraag, of de uitkomst aan de verwachting heeft beantwoord, moet helaas, ontkennend luiden. De uit huizigheid is sinds dien zoo toegeno men, als wellicht nimmer werd gekend. Vergaderingen, repetitiën. feestelijk heden enz. enz. nemen maar al tc zeer de avonduren in beslag; zelfs uren van den nacht worden daaraan besteed. En moet niet inet smart erkend, dat ook de godsdienstzin daar schromelijk onder geleden heeft? Valt in vele katholieke kerken, om slechts dit te noemen, bij godsdienstoefeningen niet soms in 't oog de geringe opkomst van den werkmansstand Meii zou moedwillig de uogen moeien sluiten, dit niet te zien. Niet ten onrechte wordt dan ook bitter geklaagd, dat met de toename der volksbeweging, het be vorderen van godsdienst en goede zeden te veel wordt veronachtzaamd. En met deze feiten voor oogen kunnen Sociale Weken, Katholieke Congressen en dergelijke pogingen, om bij de sociale actie ook en vooral het echt katholiek leven weder wakker te schudden, niet genoeg gewaardeerd worden." „Alles, wat ook slechts eenigermate tot misverstand kan leiden, dient even zeer bij de oplossing van liet sociale vraagstuk te worden vermeden." Aldus merkte onze zegsman ten slotte op. „En onder misverstand inoet toch ook zeker gesteld de nog telkens weder opdoemende onhoudbare redeneering, nen b.v. in minder urigen werktijd evenveel produceert als in een van langeren duur. Deze stelling, zoo door- i-door valscli, tracht men dan met beweringen van kamergeleerden uit het buitenland te staven. Maar als ze inderdaad een fond van waarheid bevat, waarom ze dan niet toegepast b.v. op die redactie-bureaux, van waar deze stelling soms zoo met aandrang uitgaat? Waarom dan altijd maar door eenzelf den werktijd, zich afsloven en den geest inspannen, als. in korter tijd dezelfde arbeid even goed, zelfs nog beter, zooals beweerd wordt, kan verricht worden leder eenvoudig, maar met gezonde begrippen bedeeld werkman, werpt dan ook een zoo onware bewering met minachting van zich af. „Werktijd in fabrieken, waar de ar beider als een onderdeel van een ma chine werkt en naarmate de door hem beheerde machine meer de volkomen heid bereikt, ook meer produceeren zal, kan hier veilig buiten beschouwing worden gelaten. „Het gaat hier om den persoon, die produceert. De poging, door onware voorstellingen te verkrijgen, wat men wenschelijk acht, al geschiedt dit dan ook met de beste bedoelingen, kan dan ook niet anders dan immoreel werken. De arbeider weet maar al te goed en heeft dit aan eigen lijve onder vonden, dat slechts naar arbeidsduur werk kan geleverd worden. Werpt men deze waarheid Ier zijde, dan kan dit alleen tot schade strekken van de katholieke sociale actie." In het proefnummer van „De Voorhoede" schrijft Mr. A., dat men door de verschillende meeniugen onder ons tot uiting te laten komen, mede werkt aan de eenheid in de katholieke partij. Deze meening is ook de onze. Vandaar dat wij het bovenstaande onder de aandacht onzer lezers wenschen te brengenwant bier spreekt de praktijk, die ook en vooral in het sociale leven zoo leerzaam is. BUITENLAND. De „Epoca", het officieus orgaan van de Spaansehe regeering, zegt in een officieuse mededeeling: Men weet, dat de koning en de koningin een korte reis naar Weenen zullen doen, maar de datum daarvan is nog niet vastgesteld. Men gelooft, dat zij tus- schen den I4en en den I6en dezer maand zullen vertrekken. Wellicht zul len zij over Italië reizen, maar zich ophouden te Parijs. Zij zullen ver schillende dagen te Weenen vertoeven en in den Hofburg verblijf houden. Het is niet onmogelijk, dat zij een dag zullen doorbrengen bij den aartshertog Frederik. Van Weenen zal het konings paar naar Engeland gaan over Duitsch- land en Nederland. Men gelooft echter niet, dat zij zich zullen ophouden in Saksen, zooals aanvankelijk gezegd werd. Het is daarenboven zeer waar schijnlijk, dat het verblijf van het vor stenpaar te Londen zal samenvallen met dat van keizer Wilhelm aldaar. Een vreeselijk ongeluk is in een mijn in het Engclsche graafschap Lancaster voorgevallen. Toen na het einde der dagtaak de mijnwerkers door de 960 voet hooge schacht naar boven ver voerd werden, brak plotseling het touw, waaraan de lift hing en viel deze van een hoogte van 660 voet naar omlaag. Beneden gekomen sloeg de bak door den zich daar bevindenden steiger heen en zonk in het 70 voet diepe bassin dat zich daaronder bevond. Van de inzittenden bracht natuurlijk niemand er het leven af. De Londenaars hebben Zaterdag het militaire bestuurbare luchtschip boven hun stad zien zweven. Bij windstilte steeg de Nulli Secundus, zooals het nu heet, Zaterdag kwart voor elven hij Aldershot op. Het luchtgevaarte zette oostwaarts koers en vloog over Ascot, Staines, Richmond, noordwaarts naar Brentford, toen oostwaarts weer over het Trafalgarplein naar de St. Paul. Het beschreef een wijden boog om den dom der kathedraal en koerste toen zuid- en zuidwestwaarts, bleef een tijdlang boven Kensington Oval zweven, en zette toen zuidoostwaarts den tocht voort naar het Crystal Palace, waar het neerstreek. FEUILLETON. Uit den tijd van hef Fransche Schrikbewind. 4) Hier op dit verlaten plein was het schavot opgericht. De een na de andere kar bleef hier staan, en zij werden terstond door cavalerie en artillerie omgeven. Vlak daar achter vormde zich een kring van nieuws gierigen. De eerw. heer Carrichon naderde zoo dicht mogelijk. Daar stond de scherp rechter, die de guillotine in beweging bracht; hij heette Samson. Zijn kracht was nog grooter dan die van zijn naamgenoot, zijn haal nog blinder want hij omvatte de zuilen, welke het menschdom zelf droegen, en begroef er onder geen vijanden, doch zijn eigen broeders. Een zijner helpers, Dcnwrets senior, trok de aandacht tot zich, door zijn gezetheid en zijn koelbloedigheid bij zijn bculswer*. Hij had krulhaar, van onder zijn nauwsluitende hemdsmouwen kwamen bloote, gespierde armen tc voorschijn, en onophoudelijk beet hij op een roos, die hij tusschcn de tanden hield. De geestelijke bemerkte, dat de gehccle terechtstelling iets minder wreed werd toe gepast door de snelheid, waarmede de beuls knechten hun werk deden, door den schijn van eerbied, waarmede zij de gevangenen behandelden, en door hun pogen de veroor deelden zoo te leiden, dat hel schavot achter hen lag; opdat huil deze gruwzame aanblik bespaard bleef. Misschien kwam er een gevoel van medelijden op in 't hart der beulen, of was hel den wensch van de rechters vandaag wat voort te maken Wat hiervan ook zij, zij deden hun werk met ernstig gelaat, zonder door een woest en honend gelach, of door ruwheid de slachtoffers fc belcedigcn. Itet ligt buiten onze bedoeling alle kleine bijzonderheden Ie schetsen, door de terecht stelling van zes en veertig personen veroor zaakt. Overigens is het verhaal, door den heer Carrichon nagelaten, van te meer waarde, daar een juiste beschrijving van wat er aan den voet van het schavot voorviel, zeer zeld zaam is. Dit gebrek is een bewijs, dat, behalve de weinige lieden, die door dit bloedige schouwspel aangetrokken werden en daarin behagen vonden, er zelden een uoggetuige gevonden werd, die in slaal was zijn indrukken nauwkeurig weer Ie geven. De guillotine werd door een omncnschciljkc menigte om geven, en er was een geheel bijzondere ge legenheid toe noodig, zoonis zich die aan den cerw. heer Carrichon aanbood, om ons in het bezit te doen komen van een op waar heid berustende beschrijving cener terecht stelling. Wat hij schreef is waarschijnlijk cenig in zijn soort. Er ligt echter een eigen aardige, weemoedige betoovering in zijn volledige, ongekunstelde, ernstige en zoo eenvoudige woorden, welke wij hier zullen laten volgen. „Terwijl de beulsknechten de dames behulp zaam waren bij 'I verlaten der karren, zocht de Maarschalks weduwe, mevrouw de Noaillcs, mij met de oogen en herkende mij aanstonds. Wat zeiden mij haar blikken veel, nu eens ten hemel, dan weer ter aarde blikkend. Deze welsprekende bewijzen van innige godsvrucht en onderwerping deden hel gepeupel zeggen „Kijk eens, die is tevreden, hoe slaat zij de: blikken ten hemel I 't Zal haar niet veel haten." Toen schreeuwden zij een oogenblik later „Weg met de paapschei" De laatste afscheidswoorden waren gewis seld allen hadden de kar verlaten. Ik nam een andere plaats, terwijl men de andere liet afstappen. Zoo bevond ik mij tegenover de trap, die naar 't schavot leidde. Hel eerste offer, een grijsaard niet sneeuwwitte haren leunde er tegen. Hel scheen een welgestelde man te zijn. Naast hem stond vette mij on bekende dame, daarna kwam de Maarschalks- weduwe. juist tegenover mij, in rouwklccrcn. Zij zat op een stuk hout of sfeen en keek strak naar den grond. De anderen stunden in verscheidene rijen aan den voet van het schavot, naar den kant van den Faubourg St. Antoinc. Ik zocht dc dames, doch slechts dc hertogin d' Aycn vinden. In i voudige, voorname houding zat zij daar gesloten oogen en een kalme uitdrukking op haar gelaat. Allen waren bereid c terechtstelling begon." De cerw. heer Carrichon bleef en woonde een groot gedeelte der terechtstelling hij. „Na den dood der dames," zoo verhaalt hij, „verliet ik hel plein. Ik was buiten mij zeil en verstijfd van schrik IHel was ongeveer acht uur, toen ik mij verwijderde. In twintig minuten had men veertig tol vijftig personen van de karren afgehaald en ter dood ge- Den gehcclcn nacht viel de regen bij stroo men, teneinde het onschuldig vergoten bloed, waarmede de aarde gcdrenkl was, weg te spoelen. En hut graf, dat onbekend gebleven is, vvrcenigde weer dc slachtoffers van heden met die van gisteren. De eerw. heer Carri chon herinnerde zich inet weemoed het oude geroep, dat eertijds de nachtwacht» straten aanhieven, doch dat thans ni> herhaalde„Ontwaakt, gij slapcndi smeekt Ood voor de overledenen I" Zeker waren er ook toen no die de gestorvenen gedachtig waren, doch niemand kende dc verborgen plaats, waar men in 't geheim degenen begraven had, die onder de moordende valbijl gevallen waren. Dc Jacobijncn van die dagen wilden niet, dat men dc plaats zou ontdekken, waar hun slachtoffers lagen. Hoopten zij misschien op die wijze het aantal hunner slachtoffers aan dc vergetelheid prijs te geven Een der zusters van dc Vicomtcsse dc Noaillcs, mevrouw dc Monlngu. wien liet gelukt was. vóór het Schrikbewind Frankrijk te verlaten, vernam te Lovcmberg in Zwit serland het mcnschcnoffcr van den 22cn Juli. Dc >r smart verteerd, kon zij op dcnzclfden dag in dc rouw gaan voor haar grootmoeder, Eerst in hel begin van het Consulaat waagde mevrouw de Montagu het zich naar Frankrijk te begeven. Zij kwam te Parijs aan. Haar wettelijke pas vermeldde den naam„Burgeres Mongros, koopvrouw." Zij huurde een kleine gemeubileerde woning in de Courtystraat. Daar verhuurde een voor malig bediende van een geguillotineerd edel man armelijke arbcidcrskamvrs aan de roya listen, waar zij veilig en ongestoord konden wonen. Daar vond mevrouw dc Montagu op een hofje in een kleine, slechte woning mevrouw Dura en mevrouw de Doudeauville weder. Als een der dames toevallig bezoek kreeg, leenden zij elkaar wcdcrkcerig stoelen. Een der eerste zorgen, waaraan mevrouw de Montagu zich wijdde bij haar aankomst te Parijs, was het gral harer moeder, zuster en grootmoeder op te sporen, Niemand kon haar echter uitkomst geven. De uitgewekenen wisten allen even weinig dc plaats, waarde beenderen hunner bloedverwanten rustten, die tijdens het schrikbewind hun bloed ver goten hadden. Iedereen in Parijs wist waar hel oflcrhlok gestaan had, niemand echter kende dc plaats, waar de overblijfselen der dooden gebleven waren. Dc rcgccring be waarde hierover een hardnekkig stilzwijgen het was, om zoo te zeggen, een staatsgeheim. Men verhaalt, dat Kotzebue getracht had uit tc vorschen, waar het graf van Lodewijk XVI was, doch toen zulks bekend werd moest hij op staauden voet Parijs verlaten, zonder ook maar iemand gevonden te hebben, die hem inlichtingen verschafl, of hel zclls maar gewaagd had zulks te doen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1907 | | pagina 1