Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 49.
Zaterdag 7 Maart 1908.
Een en twintigste Jaargang.
DE [(ABIDE
voor Ainersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40
f 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prys dor Advertenttën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Correspondentitii en AdvertentiËn moeten uiterlijk Vrijdag
avond voor 4 uur aan liet bureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
HEKRICUS VAN DE WETERING
dook de genade gods en de gunst
van den apostolischen stoei.
AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT.
Huisprclaal van Z. H. Paus Pius X.
Assistent-Bisschop bij den Puusclijken Troon,
Aan de Geestelijkheid en Geloo-
vigen van Ons Aartsbisdom
Zaligheid in den Heer.
In de laatste jaren openbaart zich
overal een streven om de maatschap
pelijke verhoudingen te verbeteren en
misstanden weg te nemen uit de maat
schappij. Niet alleen, dat de enkele
personen zich daarvoor beijveren; maar,
wetend, dat eendracht macht maakt, zien
wij de verschillende personen zich in
vcrcenigingen aaneensluiten otn zoo
doende liet doel des te zekerder en
spoediger te bereiken. Uit dit streven
nu blijkt, dat men wcnscht de menschcn
zooveel mogelijk tevreden te stellen,
daar tevredenheid de eerste en nood
zakelijkste voorwaarde is van een ge
lukkig leven.
Welnu, B. G., bij het gadeslaan
dezer beweging dringt zicli als van
zelf de vraag aan ons opZullen de
menschcn tevreden gesteld worden?
"I m. a. w. Wie of wat zal de menschcn
tevreden en gelukkig maken
Op deze vraag aarzelen Wij geen
oogcnbiik liet antwoord te geven; de
zoo goweuschte en noodzakelijke te
vredenheid kan en zal alleen de gods
dienst brengen. Van verreweg de meeste
menschcn toch is het leven met zooveel
moeilijkheden, teleurstellingen, onaan
genaamheden als bezaaid, dat zij bij
dit alles onmogelijk tevreden kunnen
blijven, wanneer zij niet gelooven in
ecne goddelijke Voorzienigheid en niet
hopen op een beter leven. Vandaar
dat men altijd ziet, dat de ontevreden
heid toeneemt, naarmate de mensehen
oiigodsdicnsliger worden.
liet is ook zoo natuurlijk mogelijk,
dat iemand, die aan geen leven na
dit leven meer gelooft, zooveel maar
ecnigszilis mogelijk is van dit leven
wil genieten. Wie zal zoo iemand
overtuigen, dat hij geen hooger eischen
aan liet leven stellen mag? Als men
geen godsdienst heeft, met welk recht
wil men dan tegenover den minderen
man beweren, dat hij tevreden moet
zijn met zijn lot en dat hij niet op
meer genot in dit leven aanspraak mag
maken? Iemand zonder geloof be
schouwt dit leven als het eenige leven
en zal ontevreden zijn en blijven, wan
neer dit hem niet volop te genieten
geeft.
Hoe geheel anders daarentegen denkt
en oordeelt de geloovige christen over
dit leven. Hij weet, dat het slechts
een doortocht is naar een ander en
eeuwig leven, waarin alles wat hier
gedaan en geleden wordt zijn vergelding
zal ontvangen. Hij is overtuigd, dat
het doel van dit leven niet is zooveel
mogelijk maar genieten, doch dat zich
beperken in het genot en zich ont
houden van genietingen niet zelden
plicht is voor den menseh. Wat meer
is, hij gelooft, dat lijden en weder
waardigheden den mcnsch dikwijls
dienstiger zijn dan voorspoed en rijk
dom. Immers de eenig geboren Zoon
Gods, zijn Verlosser, op de wereld
gekomen om hem door woord en voor
beeld te leeren, wat de menscli doen
moet om zalig te worden, heeft vrijwillig
armoede, vernedering, lijden gezocht
en noodigf zijn volgelingen uit daarin
Zijn voorbeeld te volgen, zeggende
indien iemand Mij volgen wil, hij ver-
loochene zich zeiven, en hij neme zijn
kruis op en volgc Mij na. Die Verlosser
heeft liet verlagende en onteerende van
de armoede weggenomen door zelf
arm te willen zijn en Hij heeft de armen
verheven als Zijnsgelijken. En aan hen.
die aardsche goederen bezitten, heeft
Hij geleerd, dat zij maar rentmeesters
zijn van hunne bezittingen, die hun
gegeven zijn om daarmee wel te doen
en zich verdiensten voor de eeuwigheid
te vergaderen. Bij dien Verlosser is
liet bezit van aardsche goederen zoo
weinig in te!, dat Hij aan hen, die
Hem van meer nabij en volmaakter
willen volgen, als voorwaarde stelt,
dat zij van alle tijdelijk bezit afstand
doen. Wilt gij volmaakt zijn, sprak
Hij tot den jongeling van het evangelie,
ga, verkoop wat gij hebt en geef het den
urmen en gij zuil een schat in den hemel
hebben. En kom, volg Mij.' Die leer
is zoo diep doorgedrongen in het hart
zijner voortreffelijkste volgelingen, dat
wij een H. Franciscus van AssisiO,
wanneer hij van alle tijdelijk bezit af
stand gedaan heeft, als ware hij uit
knellende banden ontslagen, in vervoe
ring over zijn volslagen armoede jube
lend hooren uitroepennu mag ik
met meer recht bidden, Onze Vader,
die in den hemel zijl. En niet alleen
deze groote dienaar Gods, maar door
alle eeuwen heen tot op den huidigen
dag hebben duizenden en duizenden
kinderen der Katholieke Kerk, aan die
uitnoodiging van den Gotldelijken
Meester gehoor gevend, uit eigen be
weging afstand gedaan van alle tijdelijk
goed en beloofd arm te zullen leven
om vrij van alle tijdelijke beslomme
ringen, zich volmaakter aan den dienst
van God en den evenmensch te kunnen
wijden. Dat is, B. G., liet werk van
Gods genade. Daarin openbaart zich
de machtige invloed van den godsdienst
op het hart des menschcn. Daarin zien
we de wonderbare kracht van ons H. Ka
tholiek Geloof. Die duizenden prediken
door hun voorbeeld en hun leven, onop
houdelijk aan de wereld de twee deug
den,die alleen een gcwenschte oplossing
van het sociale vraagstuk kunnen geven,
t. w. onthechting aan het aardsche en
liefde tot den evenmensch. Daarom,
Wij herhalen het, aarzelen Wij geen
oogenblik onze besliste overtuiging uit
te spreken, dat bij de eischen naar
betere levensvoorwaarden, die in onze
dagen steeds met meer aandrang gesteld
worden, alleen de godsdienst ten slotte
bevrediging en redding zal kunnen
brengen. Om diezelfde reden heeft
Z. H. Paus Leo XII! z. g., die genoemd
wordt de Paus der werklieden, en ook
de thans regcerende Paus Pius X er
telkens en telkens weer op aangedron
gen, dat in de sociale vereenigingen
steeds de godsdienst op den voorgrond
zou staan. Daarom vermanen Wij op
nieuw de leden onzer katholieke ver-
cenigingcn meer en meer het katholiek
leven te bevorderen en de leden te
doordringen van de waarheden en bc-
B'nselcn van onzen heiligen godsdienst,
an, maar ook dan alleen, wan
neer zij dit behartigen, zullen de ver-
eenigingen op den duur een zegen zijn
voor ons volk. Vooral ook, B. G„ in
de huisgezinnen moet meer en meer
het godsdienstig leven worden bevor
derd. In het huiselijk leven moet een
godsdiensiigen toon hccrschcn. In den
luiisclijkcn kring immers worden de
degelijke, diep overtuigde Katholieken
gevormd. Zonder twijfel, de school en
christelijke leering kunnen en moeten
veel bijdragen om liet kind te door
dringen van de waarheden van onzen
heiligen godsdienst en Ie vormen tot
een degelijk Katholiek maar wanneer
het kind thuis geen katholiek leven
meemaakt, wanneer het nooit over
godsdienst hoort spreken, wanneer
vader en moeder nooit vragen aan liet
kind of liet de waarheden van onzen
heiligen godsdienst wel kent en begrijpt,
dan kan het niet anders of het kind
zal een oppervlakkig katholiek worden.
Daarentegen, wanneer het kind opgroeit
in een echt katholiek huisgezin, waarin
dikwijls over godsdienst wordt gespro
ken, vader en moedor steeds toonen
op de eerste plaats te hechten .aan het
trouw vervullen van de gosdienst-
plichten, waar het steeds vermaand
wordt om vóór alles God trouw te
dienen dan, B. G., zal zonder eenigen
twijfel het kind worden een degelijk
en diep overtuigd katholiek, dat bij
al zijn doen en laten zich zal afvragen,
wat plicht en geweten gebieden en
dat zal weten weerstand te bieden aan
de taal der verleiders die, in het voor
uitzicht van tijdelijk gewin, het van
God en godsdienst trachten te ver
vreemden.
Nog rest Ons, B. G-, onder uwe
aandacht te brengen, dat Z. H. Paus
Pius X den 18dcn December van dit
jaar zijn gouden priesterfeest hoopt te
vieren. Voor ons. die in den Paus den
plaatsbekleeder van Jesus Christus, ons
aller Opperherder erkennen en eerbie
digen, zou dit alleen reeds genoeg zijn
om dien dag voor ons allen tot een
feestdag te stempelen. Dan, er zijn
meer redenen waarom wij dien dag
met groote vreugde en dankbaarheid
zullen herdenken. Wie toch bewondert
en huldigt niet in dezen Paus dien
man van de Goddelijke Voorzienigheid,
die alleen vertrouwend op God, die
hem heeft gezonden, en, zonder acht
te slaan op mcnschelijkc berekeningen,
de Kerk van Christus in dezen moei
lijken tijd bestuurt met een moed en
kracht, die bewondering afdwingen.
Op den Pauselijken Stoel verheven,
heeft deze H. Vader in zijn eerste
herderlijk rondschrijven aan de
wereld verkondigd, dat hij als Paus
geen ander doel, geen ander streven
kende, dan alles herstellen in Christus,
opdat Christus alles en in allen zou zijn.
Aan dat woord getrouw hebben Wij den
Paus in Frankrijk de rechten der Kerk
zien verdedigen en ten slotte elke ver
krachting dier rechten met beslistheid
zien afwijzen, al wist Hij ook te voren,
dat die verdediging van liet recht Gods
zware offers aan de Kerk zou kosten.
En in zijn jongste Encycliek hooren
wij den Paus de ongereptheid der
Katholieke leer tegenover de modernen
verdedigen en de dwaling van het
modernisme veroordeelen. al weet Hij,
datdourdievcroordcelingzonenderKerk
worden getroffen, die mannen van in
vloed heeten te zijn en naam hebben
in de wetenschappelijke wereld.
Wij hebben dan ook alle reden,
B. G„ den Paus dankbaar te zijn voor
de laatste Encycliek, waardoor Hij de
in de Kerk voortsluipcnde dwaling
van het modernisme heeft ontmaskerd.
Welnu, dit vragen Wij u, wilt Z. H.
den Paus dit jaar bizonder in uw gebed
gedenken. Maar ook wilt Hem dankbare
blijken van uwe kinderlijke toegenegen
heid geven door Hem te steunen bij
zijn verheven en moeilijke zending.
Daartoe zal u de gelegenheid ge
geven worden door dat, zooals Wij
bij dezen bepalen, den 4den Zondag
van de Vasten in alle kerken en open
bare kapellen van ons Aartsbisdom
onder alie H.H. Diensten eene collecte
met open schaal voor Z. H. den Paus
zal worden gehouden. Na Paschen
hopen Wij dan persoonlijk het bedrag
dezer collecten aan Z. H. den Paus
te mogen aanbieden, en Hem dan, met
rechtmatige fierheid op de trouw van
Neerlands Katholieken aan den H. Stoel
wijzend, te mogen zeggenziehier,
H. Vader, de jubelgave uwer trouwe
kinderen in Nederland, als blijk hunner
dankbare liefde en als bewijs, dat zij
naar vermogen U wenschen te steunen
bij uwen zwaren en moeielijken arbeid.
Ten slotte, B. G., verzoeken Wij u
inet allen aandrang, ook veel te bidden
voor Hare Majesteit, onze beminde
Koningin, voor haren Koninklijken Ge
maal en voor al uwe overheden, zoo
geestelijke als wereldlijke.
Krachtens Apostolische volmacht
verleenen Wij bij dezen aan de geloo-
vigen van Ons Aartsbisdom voor dit
jaar dispensatie in de onthoudingswet
op alle Zaterdagen, uitgenomen die
Zaterdagen, welke geboden vastenda
gen zijn.
De geloovigen blijven derhalve ver
plicht zich van vleeschspijzen te ont
houden op de Zaterdagen van de Vas
ten, de Quatertemper-Zaterdagen en
de Vigilie-Zaterdagen, waarop gevast
moet worden om hel hooge feest, dat
zij voorafgaan. Deze dispensatie geldt
tot de Veertigdaagsche Vasten van het
volgende jaar.
Wij vermanen u ecliter om door
aalmoezen en door andere goede wer
ken aan te vullen, wat door liet gebruik
maken van deze dispensatie aan uwe
boetedoening ontbreekt.
Overeenkomstig de Ons daartoe door
den Apostolischen Stoel verleende vol
macht, verleenen Wij dit jaar de gewone
dispensatie in de vastenwet onder de
gewone voorwaarden.
En zal dit Ons herderlijk schrijven
in alle tot Ons Aartsbisdom behoorende
kerken, alsmede in kapellen, waarover
een Rector is aangesteld, op Zondag
Quinquagesima op de gebruikelijke
wijze worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht, den 18den Fe
bruari 1908.
t H. van de Wetering,
Aartsbisschop van Utrecht.
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
J. A. J. ter Heerdt,
Secretaris.
FEUILLETON.
In de steppen van Patagonië.
(Slot.)
in duo
oppcr-
3) Na ci
in K1.I..I
ie weggezonden
;n jot
>1VI kuilen Tehnclcfi, die de schipbreuke
lingen. tot bun groote vreugde, in tamelijk
verstaanbaar Engelsch aansprak. Ilij vroeg
litui, wat zi| bier te doen hadden, wat zij
wilden. Blciken beantwoordde hein en ver-
dichtsthijgclcgcn haven, waar Europeesehe
—iide brengen. Dc Tehuelch.
tonder trots, dat hij Tankc-
icclle,
im. Hij I
ook Samuel, onder welken na-
gedoopt was in de iiiigelsche zending op
de Falklauds-Eilanden, waar hij in zijn Jeugd
verscheidene jaren vertoefd, Engclsch, rum-
drinken en tnbakkauwen geleerd had.
De overige Tchuclchen vroegen gretig naar
wat gesproken werd, cn Tankclow deelde
htm het plan der vreemdelingen mede.
Toen begonnen zij druk onder elkaar te
spreken. Ten slotte verkla
den tolk, dat zij naar den
hoofd Orkcke zonden gebracht worden,
van wiens oordeel al 't verdere zou afhangen.
Dadelijk ging men op weg, en na twee
uur bereikte men een klein grasrijk dal. waar
groepccrd stonden.
Toldo's zijn ruime, lederen tenten, welker
opbouw gemakkelijk en vlug geschiedt,
doordien eenige rijen palen met gaffeleinden,
in den grond worden gestoken en daar boven
over dwarsstangen worden gelegd, waarover
hel tentzeil koml, dat van guanaco-hiiideii
is vervaardigd. Inwendig is zulk een Toldo,
welke dikwijls door een zeer talrijk gezin
bewoond wordt, door voorhangsels in ver
scheidene vertrekken verdeeld.
De Tehuclchcn zijn nomadenvan de
Straat van Magclhaen tol tic noordgrens van
Pntngonil' doortrekken zij aanhoudend dat
Uitgestrekte gebied, en slechts in de wildrijkste
jaclltgronden blijven zij langer. Steeds is het
't werk der vrouwen en meisjes de Toldo's
op te slaan, ze weer af Ie breken, dc zeilen
en palen op de lastpaarden te pakken cn.
voor alle toebchooren Ie zorgen. De mannen
cn jongelingen houden zich bezig met de
jacht en hel vervaardigen van jachtgcrei.
ens en paardetnig, ten slotte met het
ingevccr 80 personen, verdeeld over zeven
derden, voor t mccrendeel goede 'paarden,
dunden
hadden zij nooit zoo iels grappigs gezien,
als deze blanken.
Daar verscheen de Kasike Orkcke, een
bejaard man van zeer groote gestalte, mei
lang wil haar en ernstige trekken, achter
hem zijn vrouw, een goedig en vriendelijk
uitziend wezen, van zeven voel lengte.
Tankclow vertolkte den wenseh der vreem
delingen. die den ouden man bekommerd
aankeken, daar hun lot van Item afhing.
Orkeke liet daarop zeggen, dat de blanke
mannen onder zekere omstandigheden veilig
welke belofte den eersten stuurman een pak
van 't hart was. Dc stam had nl. het plan,
noordwaarts lot de zoogenaamde .Travcsla",
een woestijn ten zuiden van den Rio Negro,
eenigen met andere stammen cn dan een
deputatie naar Carmen zenden. De reis zou
echter verscheidene maanden duren en de
vreemdelingen moesten zich dan maar voegen
naar de zeden en gebruiken der Teliuetchcn.
Hij. Orkeke, verlangde voor het brengen naar
Carmen voor zijn stam een betaling in dekens,
lakens, geweren, kruit, lood, runt, tabak, bijlen,
messen, spijkers, naalden en andere dingen,
welke bij alle door den tolk liet optellen.
deren en berekende, dat de gezamenlijke
waarde 2tX) dollars uitmaakte. Met blijdschap
willigde hij deze geringe vordering voor hun
Daar dc jaelitgronden ruim voorzien waren,
bleef de troep nog veertien dagen in die
streek, voordat de tenten werden afgebroken
cn zij verder voorwaarts trokken. Gedurende
dien tijd legden zich dc schipbreukelingen
toe op paardrijden, wat vooral Hcmling zeer
moeilijk viel. en die voor dc Tcliuclchcnjcugd
een buitengewoon belachelijk figuur maakte.
Met nog minder goed gevolg oefenden zij
zich in 'I werpen met den „Bola" of werpstrik,
waarmede de Tchuclchen heel behendig
guanaco's, poema's, struisvogels, enz. wisten
te vangen. De .Bola" is een dunne riem van
acht voel lang, uit leder gevlochten, ol van
struisvogelpczcn gemaakt, cn aan beide ein
den voorzien van steenen ol ijzeren kogels
van een vuist grootook zijn er bola's met
drie ol vier kogels. De slcrkc inboorlingen,
die zich van kindsbeen af oefenen in 't werpen
er mede, treffen daarmede op zeventig meter
het wild, door het den bola om den kop of
de poolen tc werpen, waardoor het dier valt
of gedood wordt. Bij de jacht steeds te paard
zittend, omsingelen zij dc guanaco's of struis
vogels, en rijden dan, hun bola's zwaaiend,
van alle kanten op hen in, zoodat dc beangste
dieren niet weten waarheen. Dc Tchuclchen
hebben slechts een klein aanlal geweren
en pistolen, alsook zwaarden en lansen, die
echter slechts in tijd van oorlog gebruikt
worden. Guanaco's en struisen, cn in den
legtijd de eieren der struishoenders, vormen
hun voornaamste voedsel. Schildvarkcns, die
zeldzaam voorkomen, gelden als lekkernij
visschcn, waarvan de rivieren wemelen, elcn
zij in 't geheel niet,wel allerlei wortelen cn
bessen, welke hier cn daar gevonden worden.
Komen de Tchuclchen in een streek, arm
aan wild, dan slachten zij ook wel hun paarden,
welker vleesch zij gaarne clen. Bij bijzondere
gebeurtenissen, geboorten, bruiloften, sterf
gevallen, zijn zij gewoon een groote slachting
onder dc paarden aan tc richten en den
geheelcn stam tot den maaltijd uit Ic noodlgcn.