Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 6.
Zaterdag 9 Mei 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden.
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentlën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Ook een genot.
Zoo langzamerhand zal iedereen wel
weten, dat tegenwoordig bijna een elk
genieten wil, een elk natuurlijk op zijn
manier. De speculanten zijn er dan
ook over uit om van de genotzucht
zooveel mogelijk partij te trekken. Van
alles wordt er gefabriceerd; groote
advertentiën kondigen vervolgens het
gefabriceerde aan en het einde van
de geschiedenis is, dat vele menschcn
meenen, dat de aangeprezen waren voor
hen aangenaam, nuttig, uoodig, ja be
paald onontbeerlijk zijn. Aldus wordt
de zucht naar genot van vele geldjagers
uitgebuit. ,Wanneer wij echter over
een genot spreken, dan bedoelen we
daarmee thans een genot, niet van
jongen datum, maar een genot, dat
den loop aller eeuwen tartwij bedoelen
de schoonmaak.
,,'t Is me een genot," zegt brommend
menige mannelijke lezer van dit blad,
„'t is me een genot, om overal in de
stof en in den rommel te zitten; om
voortdurend opgejaagd te worden en
telkens van de cene kamer naar de
andere te moeten verhuizen, 't Is me
een genot om over niets anders dan
van het doen van kamers te hooren
redeneeren, op elke plaats vreemd volk
aan te treffen, den boel schier overhoop
te zien halen en bij slot van rekening
alles zoo goed opgeborgen te weten,
dat men er zicli bijna dood naar
zoeken kan."
„Ja, laten de mannen maar redenee
ren," beweren onze lezeressen, „ze
zijn toch altijd maar blij, als alles helder
en schoon is; ze deuken, dat de
schoonmaak voor ons een genot is;
wanneer men slordig en vuil is, dan
laat men alles maar zitten. Neen, dat
kan ik niet van me verkrijgen."
De redactie van ons blad denkt er
natuurlijk in 't geheel niet aan in ecne
quaestie.zoo teer en toch zoo belangrijk,
een uitspraak te doenmaar wel denkt
zij er aan om aan alle vrouwen groot
gelijk te geven, die de noodzakelijkheid
der schoonmaak beweren. Het huis
wordt weer frisch, alles wordt eens
weer nagezien en weldadig wordt elk
aangedaan, die een woning binnentreedt,
welke eens „eene goede beurt" gehad
heeft. Eene verstandige huisvrouw kan
echter de schoonmaak meer dan een
noodzakelijk iets noemenzij kan wer
kelijk dikwerf van een genot spreken.
Hoezoo? zal zij vragen.
Gewoonlijk is bij de schoonmaak
noodig, dat werklieden ontboden wor
den; timmerlieden, schilders, enz. enz.
Wat is nu het geval Is het voorjaar
in het land gekomen, dan wil een elk
met de schoonmaak beginnen. Uitstel
len, neen, dat gaat niet, denkt men.
Werklieden moeten nu maar komen,
en juist dan, wanneer men ze graag
wil hebben. Of liet nu een baas gelegen
komt of niet op zoo'n oogcnblik, is
een vraag, die hcelcmaal niet wordt
bedacht en dus ook niet gesteld.
Zoo gebeurt liet dan, dat werk
gevers; die 't heelc jaar door bijna
verlangend naar een karweitje uitzien,
gedurende een paar weken zooveel
kleine bestellingen ontvangen, dat zij
onmogelijk aan allen kunnen voldoen.
Ze willen gaarne hunne klanten be
dienen (wie verdient er al niet gaarne
beloven dus maar (wat zij eigenlijk
niet moeten doen, als zij niet kunnen
helpen) en stellen door weg te blijven
velen te leur. Ongenoegen natuurlijk
moet zoo ontstaan èn bij hen. die met
de schoonmaak bezig zijn, èn bij de
bazen, dat nu alles op een hoop loopt.
Eene verstandige' huisvrouw nu kan
zich dat ongenoegen besparen. Wan
neer zij liet bovenstaande bedenkt, en
dan inschikkelijkheid voor de werk
lieden betoont, de schoonmaak, wan
neer zij ziet, dat er op dat oogenblik
moeilijk kan geholpen worden, een
tijdje uitstelt; met een woord den
werkman niet zonder noodzakelijkheid in
dien drukken tijd vraagt, maar hem
roept, wanneer hij liet beter wachten
kan; dan bereidt zij zich daardoor
zeker reeds een genoegen door de
goede daad, die zij stelt.
Dit genot nu bij de schoonmaak kan
nog verhoogd worden. Hoe veel dingen
komen er dan niet voor den dag, die
nooit meer gebruikt worden. Elk jaar
worden ze nagezien, schoongemaakt,
weer weggeborgen, totdat zij ten slotte
geheel en al verteerd, uit de mode of
onbruikbaar geworden zijn. Hoeveel
nut nu kan cene verstandige huis
vrouw met dat alles nog stichten door
het aan anderen, aan minderbedeelden,
te schenken? Hoeveel vreugde kan
door dergelijke wijze van handelen
aan de armen, vooral aan stille armen,
worden bereid? Gedurende het jaar
alles eens nagaan of er ook iets is,
wat men zelf niet meer gebruikt, doch
nog van waarde is, dat doet men niet
zoo gauw; doch juist in den tijd der
schoonmaak gaat dit als liet ware van
zelf; men krijgt het immers toch onder
de oogen en in handen.
Twee dingen hebben wij met het
bovenstaande willen zeggen. Vooreerst,
bedenkt, dat een werkman maar twee
handen heeften dus niet allen ten tijde
der schoonmaak, hoe noodzakelijk deze
op zich zelf ook zij, tegelijk kan be
dienen. Vervolgens, schenkt datgene,
wat nog goed is, doch door u niet
meer gebruikt wordt, aan anderen.
Handelt gij zoo, dan gelooven wij
niet verkeerd te hebben gezegd, dat
de schoonmaak toch ook nog een genot
kan worden.
BUITENLAND.
Het sinds drie maanden hangende
geschil in het Engelsche scheepsbouw
bedrijf is thans in een kritiek stadium
getreden. De uitsluiting van scheeps
timmerlieden aan alle werven in En
geland is begonnen, daar de werklie
den weigèrden in te stemmen met de
door de werkgevers verlangde loons
verlaging. Voor 't oogenblik zijn 15000
werklieden uitgesloten. Indien geen
vergelijk wordt getroffen, zal de toe
stand allertreurigst worden. Want daar
de stilstand van het werk aan de
werven die een aantal verwante bedrijven
dwingt het werk eveneens te laten
rusten, wordt het aantal werklieden,
die door deze uitsluiting buiten werk
geraken, op 100,000 geraamd. De be
trokken vakvereenigingen hebben voor
een deel geringer middelen en er
heerscht op vele plaatsen groote nood.
Volgens een dépêche van de Daily
Telegraph uit Cliristiania heeft de
vice-staatssecretaris van buitenlandsche
zakeii daar uitdrukkelijk verklaard, dat
er van eene ontmoeting tusschen Ko
ning Edward en den Czaar niets be
kend was.
De president der Fransche Republiek,
Fallières zal, naar gemeld wordt, te
Londen aankomen in den namiddag
van den 25n. De koning zal hem ver
gezellen naar York House, 's Avonds
banket in 't paleis te Buckingham.
Dinsdag zullen de koning en de pre
sident de Fratiseh-Engelsehe tentoon
stelling bezoeken. Woensdag zal de
president de gast zijn van de City
en in de Gildcnhalle ontbijten,
's Avonds gala in de opera. Vrijdag
morgen vertrek van den president.
Te Bournemouth is een eleetrische
train, waarover de bestuurder de macht
verloren had, een helling afgerold en
van een met kreupelhout begroeide
steilte afgevallen. Zeven mensehen wer
den gedood en acht gewond.
Reeds vroeger kwamen feiten aan
het licht, die bewezen, dat er gedu
rende den jongsten oorlog in liet Rus
sische legerbestuur raredingen zijn
gebeurd. Thans meldt het Berl. Tage-
blatt, dat bij het onderzoek naar het
beheer van de Russische intendance
gedurende den laatsten oorlog zulke
ongelooflijke dingen aan het licht zijn
gekomen men spreekt van dief
stallen ten bedrage van honderden
millioenen roebels, dat alle amb
tenaren, die in den oorlog tegen Ja
pan bij de intendance zijn geweest,
iiooge en lage, vervolgd zullen wor
den. Het zal een proces zonder we
dergade worden, met, als slotbedrijf,
de gebruikelijke begenadigingen.
Men zal zich herinneren het vonnis,
dat de leden der tweede Doema ge
troffen heeft, die te Wiborg aan revo-
lutionnaire vergaderingen hadden deel
genomen. Welnu, deze veroordeelden
zijn verbannen naar het noordelijk
deel van het gouvernement Irkoetsk,
op den drempel van Oost Siberië. Dit
is een zeer woest gebied met een
moordend klimaat en 't is niet waar
schijnlijk, dat velen dezer bannelingen
Europeesch Rusland ooit zullen weder
zien. De veroordeelden zijn thans op
weg naar de plaats hunner bestem
ming. Zij mogen niet binnen honderd
kilometer van elkaar wonen.
DU1TSCHLAND.
Over den schuldenlast van Duitsch-
land heeft de afgevaardigde Erzberger
in de begrootinscommissie in den
Duitschcn Rijksdag eenig licht ge
worpen. Dit Centrumslid betoogde in
den loop van het debat over schuld
aflossing, dat uit van de regeering zelve
afkomstige berekeningen bleek, dat in
de eerstvolgende vijf jaren de schul
denlast met duizend millioen mark zou
worden bezwaard ten gevolge der
thans reeds gevoteerde uitgaven, zon
der dat er nieuwe bijkwamen. In wer
kelijkheid zou dit bedrag 'nog niet
eens voldoende zijn.
De staatssecretaris van financiën von
Sydow verklaarde, dat hij zelf geschrok
ken was over het bedrag van de nieuwe
schulden, die in de eerstvolgende ja
ren zelf zouden voortvloeien uit de
uitgaven, waartoe liet besluit reeds
genomen was. Men moest onder alle
omstandigheden zien vrij te komen van
de tot dusver gevolgde leeningspolitiek.
Zondag hadden in Frankrijk de ver
kiezingen plaats voor de gemeenteraden,
en wel in 36,000 gemeenten. Om een
oordeel daarover uit te spreken valt
moeilijk, omdat locale belangen en per
soonlijkheden veelal den doorslag geven
en dat vooral in Frankrijk met zijn leger
van ambtenaren. Terecht merkt dan
ook de „Croix" op: „Hoeveel held
haftige besluiten, hoeveel uitingen van
te bewonderen toewijding zullen on
bekend blijven. Hoevee! beteekenende
resultaten zullen als onbeteekenend
geapprecieerd worden! Hoeveel wer
kelijke successen zullen niet geplubli-
ceerd worden!"
FEUILLETON.
Wedergevonden.
2) Dil onschuldig gekeuvel werd plolse-
ling op tamelijk onverwachte wijze onder
broken. Op hel smalle voelpad, hetwelk van
de laatste hoogte in liet dal neerdaalt en
dicht langs de straat voorhij naar het dorpje
leidt, zag men met haastigen tred een man
afkomen, die, als hij nader kwam cn de
schoolmeester bespeurde, zijn gang inhield
en aan den ingang het tuintje binnentrad.
Zijn uitzicht was als dat van een ouden,
goed gekleeden reiziger.
„Mijnheer", zcidc hij haastig na een kor
ten groet, „u ziet mij in de pijnlijkste verle
genheid. Ik reis mei mijn familie in hel ge
bergte en werd door de schoonheid van dezen
omtrek, dien men tegenover mij geroemd had,
aangetrokken. Ongelukkigerwijs drong zich
aan mij een voerman op. die met de wegen
in het bosch kwalijk beter dan ik bekend
was. Wij zijn verdwaald en doorschrijden
reeds sinds vier uur over berg cn dal een
eindloos woud, zonder een uitweg Ie kun
nen vinden. Om onzen nood op het hoogst
te doen stijgen, heeft mijne vrouw bij een
misstap over den schier oubcgaanbaren steen-
rommel den voet verstuikt, als hij niet ge
broken is. Zij ligt daar boven onder groote
pijnen, niet in staat ook slechts een schrede
verder te gaan. Daarom ben ik op goed
geluk weggespoed om hulp te bekomen. God
zij dank, dat ik die zoo spoedig gevonden
heb. Want zeker, mijnheer, u zult mij niet
zonder hulp laten."
„Wel neen, wel neen, hoe kunt u dat
denken?" vraagde Trautmann goedhartig,
welke het verhaal van den reiziger met
groote deelneming had aangehoord. „Daar
moet juist spoedig raad geschaft worden.
Wij zullen de verongelukte naar heneden
halen. Is het ver van hier?"
„Ik denk. nauwelijks drieduizend schreden,
niet ver van den rand van het groote hosch.
Ik heb de plaats en den weg heel nauw
keurig gemerkt. Niet waar", voegde hij er
bij, „gij zijt de onderwijzer van het dorp?
Hoe dank ik de gelukkige beschikking, die
mij juist tot u gevoerd heeft."
„Die ben ik en sta geheel ter uwer be
schikking. Laat mij echter voor alles eerst
een paar buren roepen, die de verongelukte
naar onder dragen zullen. Ik denk dal mijn
oude leunstoel, die zeker sterk en doelmatig
is. ons daartoe nuttig Wezen kan. Kaatje,
loop snel naar buurman Frans; ik weel, hij
is thuis; en vraag Item of hij dadelijk ko
men wil. Ik ga naar buurman links; dal zijn
een paar goede, degelijke lieden, die ons
gaarne zullen helpen."
Na ccnigc minuien waren de buren hijecii-
gchaald en nadat de oude zorgstoel uit bet
huisje was gehaald spoedde de kleine kara
vaan, waarbij ook Kaatje zieli aangesloten
had, zoo snel als hel de immer stijlcr op
stijgende weg toeliet, naar hel oord des on-
geluks.
„U hehl nu ook het recht te weten, wie
ik ben" zeide de vreemde, naast Trautmann
voortschrijdend. „Ik ben Westhorn, lid van
de Kamer van Koophandel, en in staat, iederen
dienst, die mij in mijn ongelukkigen toestand
geboden wordt, dankbaar te betooncn."
„O zoo, geëerde heer", antwoordde Traut
mann met een weinig ironie, „maar ik heb
u immers niet gevraagd, wie gij zijt en of
ii onze diensten ook betalen kunt? Wanneer
ii dat denkt, iaat ons dan maar dadelijk
„Wel verschooning vraag ik u, beste mee
ster; ik voel liel wel, mijn bemerking was
onbeleefd; maar ik wilde u niet bcleedigcn.
In de groote wereld, waarin ik leef. is hel
echter zoo, dat iedere dienst met geld moet
afgewogen worden."
„Uw groote wereld is gelukkigerwijs niet
de onzen. Hier in onze hergen is de menscli
mcnsch, niéts mindercn wanneer hij
ongelukkig is, dan helpen wij hem, als wij
het namelijk kunnen."
Er volgde een kort zwijgen. Dan zeide
Westhorn
„Er is toch een arts in liet dorp?"
„Een arls? Neen, die hebben wij nicll"
antwoordde Trautmann opgewekt. „Wat
moest bij ons ecu arts? Wij zijn, God zij
dank, meestentijds gezond; daarvoor zorgt
Gods reine berglucht en onze eenvoudige
levenswijze. En wanneer wij eens een arts
uoodig hebben, dan kunnen wij hem niet
betalen. Daarom moet ieder zich zelve hel
pen. en God zal het overige doen."
„Geen arts!" riep de heer Westhorn ver
schrokken uit. „Mijn God, hoe zal dan mijn
arme vrouw geholpen worden
„Welnu, wellicht kunnen wij toch raad
schaffen. Wanneer het slechts nief te erg is,
dan vertrouw ik wel, het met den zieken
voet klaar te kunnen spelen."
„Kunt u dat? O. dat was heerlijk!"
„Wij zullen het ten minste beproeven, in
de gronden van liet gebergte laat God heel
kostelijke kruiden met wonderbare genees
kracht groeien. Deze leerc men kennen cn
gehniikcn. Want hier in het gebergte leeft
men, als u wel denken kunt, in vertrouwe
lijke!! omgang mei de goedige natuur, cn zij
openbaart ons honderden geheimnissen,
waarvan dc menschcn onder in den omtrek
cn in de stad geen vermoeden hebben. Ook
komt wel menigmaal een arm-of heenbreuk
voor, omdat een groot deel der armen van
Tauncnrodc houthakkers zijn. Dan wordt
immer mijne hulp ingeroepen, en met Gods
hulp heb ik in menige familie vader of
broeder het gansche gebruik van artnen of
beencn kunnen wedergeven
Men was juist tol den zoom des wouds
gekomen, vanwaar uit het smalle en nauwe
lijks te kennen voetpad zich slijl verhief,
zoodat een voortzetting van het gesprek niet
mogelijk was. „ilicr in dc nabijheid moet
het zijn", zeide Westhorn kuchend, daar hij
in zijn haastig voortgaan huiten adem was
geraakt. „Wij zullen roepen", bemerkte
Trautmann, en dadelijk liet hij met een krach
tig hallo zijn slem weerklinken. Maar slechts
de weerklank van het bosch gaf antwoord.
Herhaald roepen was eveneens te vergeefs.
„Wij zullen ons toch niet vergist hebben?"
vraagde Trautmann bezorgd. „Neen, neen",
was Westhorns antwoord, wien het zweet
in dikke droppels op het gezicht parelde.
Men zag het hem aan, dat hij zelf in ang
stige spanning en opgewondenheid ver
keerde. „Ah, ziet ge", riep hij plotseling
verlicht. „Dit is een tak, dien ik bij het af
stijgen afgebroken heb. Het kan niet ver
meer zijn." Wederom schalde het hallo der
mannen, cn ditmaal liet zich uit de verte
een geheel zwakke antwoordsroep vernemen.
„Daar zijn zei" riepen allen verheugd en
wendden zich met haastige schreden in dc
richting, vanwaar het geroep kwam. Na en
kele minuten was dc gezochte plaats bereikt.
De omgeving der plaats was van een on
vergelijkelijke schoonheid. Voor zich verhiel
zich de berg in geweldige rotsmassas.
Aan den voet van een machFg rotsgevaarte
lag een open tcrcin met gras x-grocid, door
kreupelhout omkranst en door een beekje bc-
spocld, hetwelk in snelle vaart van rots tot
rots ruischcnd en klaterend in hel dal neer
stortte. Hier lag op een uitgespreiden mail
let en doeken een verongelukte dame. Haar
aangezicht-was zeer bleek en ntcn zag aan
haar smartelijk bewogen trekken, dat zij veel
lijden moest. Naast haar knielde zacht schrei
ende een meisje van ongeveer dertien jaren,
liet hoofd der moeder want zij was de