Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 12.
Zaterdag 20 Juni 1908.
Twee en twintigste jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija dor Advertenliën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
CorrcspondentlCn en Adverlentiön moeten uiterlijk Vrijdag
avond voor 4 uur aan het bureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
„Een meikwaardige mededeeling
van de
Eemlander.
Dat de Eemlamler zich met grootc
woorden van ons verweer tegen den
aanval van dit blad heeft trachten af
I te maken, zal moeilijk betwist kunnen
I worden. Geen enkel argument, door
ons tegen de beweringen van de
Eemlamler ingebracht, is door het
i blad weerlegd, liet verweer staat nog
in zijn volle kracht en waarde. Zelfs
tot bestrijding der harde waarheden,
in het ingezonden schrijven van leden
van den R. K. Volksbond geuit, staat
het blad totaal machteloos.
Maar gelijk een drenkeling tot
eigen redding zich vastklampt aan elk
voorwerp, dat slechts bereikbaar is,
heeft de Eemlamler redding gezocht
in eene mededeeling, die zij zelfs
„merkwaardig" noemt. Eu die reeds
enkele dagen Ie voren toegezegde mede-
I deeling is, dat de R. K. ingezetenen
nog geen driehonderd gulden voor
steun van werkhuizen aan het comité
hebben bijgedragen. Zeer zeker een
zelden of nimmer voorkomend geval
in de pers, dat van bijdragen tot steun
van liefdadige doeleinden, van eene
partij liet bedrag wordt bijeengezocht
om dat te publiceeren. Dat de Eem
lamler zich hier dus op gewaagd terrein
begeeft, zullen we niet nader behoeven
uiteen te zetten. Docli dit eens daarge
laten, brengt de opgave van liet bedrag,
indien dit juist is, wat wij om ver
schillende redenen betwijfelen, ons
in geen al te groote verbazing. Toen
de circulaire tot inzameling van gelden
werd gepubliceerd, en deze mede met
den naam van van Wijland onder-
tcekcud was, ondanks deze persoon
door den heer Pels Rijcken als hatelijk
partijman en niet minder als liefdeloos
persoon in zijn schrijven onder handen
genomen was, maakte dat een heel
nnguiishgcn indruk. Velen verklaarden
ronduit, dat zij gaarne werkloozen steun
wilden verleenen, maar niet door
tusschenkomst van een zoo bekend
sociaal-democraat.
Maar nu dringt de vraag zich op,
of personen, die tot genoemde som
hebben bijgedragen, soms het recht
ontzegd wordt om te spreken van
partijdigheid, waar het betreft een zaak
van algemeen belang? Of wordt daar
voor soms een bepaalde som in de
bijdrage vereischt, vooraleer zulks
vergund wordt En moet voortaan
soms eerst inlichting worden ingewon
nen, hoeveel elke partij bij collecte of
anderszins voor liefdadige doeleinden
heeft bijgedragen, vooraleer mag ge
sproken over het doel waarvoor, of
de wijze, waarop het geld besteed
wordt
Nog een andere vraag: heeft de
sociaal-democratische partij zóó veel
bijgedragen in zake steun voor werk
loozen, dat absoluut een der aanvoer
ders dier partij in het Dageiijkseli Bestuur
moest worden opgenomen? Het zon
alweer een „merkwaardige mededee
ling" zijn, als de Eemlamler ook die
som publiceerde.
Maar er is meer, waarop met nadruk
dient gewezen. Afgezien toch van alle
bijdragen, zelfs al hadden de Katholie
ken nog minder of in "t geheel niets
bijgedragen, dan zouden wij nog met
kracht tegen de partijdigheid van het
bedoelde Dageiijkseli Bestuur opkomen,
sinds het een publiek feit is geworden,
dat van socialistische zijde door middel
van het steun-Comité propaganda werd
gemaakt en men katholieke werklieden
daarvan het slachtoffer trachtte te
maken.
Dat is de quaestiedaar gaat het
om't ls zeker zeer te waardecren, dat
door enkele personen aanzienlijke bij
dragen zijn gestort, en wij nemen vol
gaarne aan ook met de beste bedoe
lingen; maar als dit geld mede wordt
aangewend tot een doeleinde als boven
vermeld, dan mag ons protest niet
uitblijven. De katholieke werkman staat
te hoog om aan zoo'n fatale verleiding
te worden overgelaten.
Maar Eemlamler, wat is nu echter
uwe eigenlijke bedoeling met uwe zoo
genaamde „merkwaardige mededee
ling?"
Meent ge nu uwe grove onwaar
heden, uwe valschc voorstellingen,
waarop wij gewezen hebben, met uwe
z.g. „merkwaardige mededeeling" te
kunnen bedekken
Meent ge nu, dat uwe uitingen van
haat, tegen ons. Katholieken, losgelaten,
door uwe z.g. „merkwaardige mede
deeling" nu ook maar in 't minste
zullen vergeten worden, dat ze minder
bewaard zullen blijven in liet gemoed
van ieder onpartijdig man
Meent ge nu, dat uwe innige poli
tieke verwantschap met de roode
broeders door uwe z.g. „merkwaardige
mededeeling" uit liet oog verloren wordt?
Deze vragen beantwoorden zich zei ven.
Om nogmaals duidelijk te doen uit
komen, wat ons voornaamste doel en
streven is bij dezen onverkwikkelijken
pennestrijd, meenen wij ten slotte te
moeten herhalen, wat wij in ons
vorig nummer schreven op een insinu
atie van de Eemlamler, toen het in
haar artikel met het veelbeteekcneude
opschrift „Leiders en lijders" ons be
doelingen toeschreef, die wij met ver
ontwaardiging van ons werpen, als
zouden wij liet er op toe leggen, dat
R. K. werklieden en die van andere
gezindten voortaan gesplitst worden.
Woordelijk schreef het blad
oordden wij, welk ant
woord thans door ons met nadruk
wordt herhaald, om ook maar het ge
ringste misverstand te voorkomen
„Neen, Eemlamler, staak uw ver-
daclitmakcn liever en schrijf in plaats
van andere gezindtensociaal-demo
craten, dan is u juist. De leiders, door
u bedoeld, verlangen niets liever dan
dat R. K. arbeiders zoo min mogelijk
met sociaal-democratische volksbeder
vers in aanraking komen. Personen,
die allen godsdienst verguizen en be
spotten, orde en gezag miskennen en
verachten, en wier voornaamste streven
liet is met valsche, goddelooze leer
stellingen den eerzamen, braven werk
man en zijn gezin voor tijd en eeuwigheid
rampzalig te maken, moge de Eemlamler
in bescherming nemen en met hen
heulen en konkelen, onzerzijds zullen
wij ze steeds bestrijden tot waarachtig
heil van Staat en maatschappij."
En hiermede voorgoed: basta!
BUITENLAND.
De Fransclie Republiek heeft weer
in gevaar v.jrkeerd, doch dit is door de
regeering tijdig afgewend, door er der
tien gendarmen, één luitenant en drie
agenten van politie op af te sturen.
In 't plaatsje Castelnaudary verscheen
jl. Zaterdag deze troepenmacht voor
de pastorie. Ze had de opdracht ge
kregen om den pastoor uit zijn
woning te zetten, daar zijn huurceel
vernietigd en de pastorie derhalve weer
aan de gemeente verviel, luidde liet
De pastoor werd uit zijn schamele
woning, met zijn inboedeltje op straat
gezet, en hiermede was weder een
heldenfeit verricht, waarmede het arme
Frankrijk van heden zijn roemruchtig
verleden totaal verloochent.
Uit Rome wordt aan de „Croix"
gemeld, dat tegelijk met de canonisatie
van Jeanne d'Arc, de Paus haar tot
beschermheilige van Frankrijk zal uit
roepen. Deze proclamatie zal met
groote' plechtigheid gepaard gaan.
Te Lourdes zal den 14en Juli a.s.
een plechtig triduüm beginnen ter her
innering aan den 50sten verjaardag
der verschijning der Onbevlekte Maagd
aan Bcrnadettc. Het triduimi zal worden
geopcid door kardinaal Andrieu, bis
schop van Marseille, omringd door tal
van Fransche en buitenlandsche bis
schoppen. Al de drie dagen zal om
10 uur een pontificale H. Mis worden
opgedragen en om 3 uur pontificale
Vespers, waaronder Mgr. Izart, bisschop
van Pamiers, telkens liet woord zal
voeren. Donderdag 16 Juli zal, met
bijzondere toestemming van den Paus,
om zes uur des avonds (het uur der
laatste verschijning aan Bernadette)
een pontificale Mis in de grot worden
opgedragen, waaronder preek en pause
lijke zegen.
BELGIË.
In België hebben Zondag de verkie
zingen voor de provinciale raden
plaats gehad. De liberalen en socialis
ten hoopten daarbij de Katholieken te
verdringen van de provinciale staten
in Namen en Luxemburg, maar deze
berekening heeft leelijk gefaald. De
Katholieken hebben huil positie niet
alleen behouden, maar die zelfs ver
sterkt. lil zes van de negen provinciën
hebben de Katholieken de meerderheid
behouden, en in meerdere districten
is het stemmental opmerkelijk vooruit
gegaan.
De koning van Italië heeft met zijn
auto een rijtuig omvergereden, waarin
zich de burgemeester en de secretaris
van een kleine gemeente bevonden,
't Liep èrg goed af. De burgemeester,
die niet wist, dat het de koning was,
stelde ecu eiscli tot schadevergoe
ding in.
De vrouwenbeweging in Italië heeft
op bijzondere wijze de aandacht ge
trokken van een Italiaansch blad.
Over het vrouwen-congres in Rome
geeft liet alvast een zeer amusante
statistiek. Als leden van het congres
waren ingeschreven 447 dames. Van
deze 447 voerden er 446 bij de discussie
liet woord. In het geheel werden 628
redevoeringen gehouden, die niet voor
uit waren aangekondigd. Van de dames
waren er 26 getrouwd, 28 weduwen
en 302 min of meer oude „vrijsters".
Wat of de overige 91 dan eigenlijk
waren, wordt niet vermeld. Die wilden
waarschijnlijk geene inlichtingen geven.
De statistiek is zoo ongalant, ook den
leeftijd der dames te vermelden2
waren beneden de twintig jaren: 378
echter^boven de vijftig. Door de leden
FEUILLETON.
Wedergevonden.
7) „Ja, zeker, als tot een vriend neem ik
tot u mijn toevlucht. Niet waar, u houdt ons
voor gelukkige lieden V"
„Waarom zou ik niet.? U zijl goed, gezond,
hebt lieve, huopvollc kinderen, zij beminnen
ook ii van ganschcr harteaan geld en goed
ontbreekt hel u niet. Hierin is toch voreenigd,
wat men tot een gelukkig leven slechts ver
langen kan, Zeker, zeker," voegde hij er
nadenkend hij, - „in iederen levensbeker
heelt de Heer zijn maat van beproeving
1 gemengd, in den een meer in den ander
minder. Geheel vrij van beproeving is echter
niemand."
„Gij hchl gelijk. Aan ons licht u een levend
voorbeeld, lie wereld noemt ons gelukkig,
broeder, die is de ongelukkigste mensch Onder
I de zon, en wijl wij hem zeer beminnen,
I mnakt ook ons dit zeer ongelukkig."
„Waarin licstaal lietungeluk uwszwagers?"
„Hij is iemand, die, zooals ik vrees, in een
ongeneeslijke zwaarmoedigheid is vervallen.
Niels is onbeproefd gelaten, wal onze harte
lijke liefde bedenken kon, om hein van den
boozen plaaggeest der krankzinnigheid Ie
bevrijden. De uitstckendste doctoren, de be
roemdste inrichtingen hebben haar wetenschap
en kunst op hem toegepast. Alles echter lol
dusver tevergeefs. Ach, het is smartelijk,
een geliefde, een met de rijksle gaven des
gccstes en des harten uilgerusf mensch, thans
van het edelste, het schoonste, van liet ver
sland verstoken te zien."
„Hoe uit zich zijn zwaarmoedigheid
„Het is een droomcrigc. nachtwandelaars
toestand. Het licht des bewustzijns is uitge
doofd. Het is geheel stil en duister iu zijn
geest geworden. Het verleden is voor hem
Slech
't graf.
zelden
v was een der rijksle, maar ook een der
:hte kooplieden te Hamburg. Zijn schepen
:ren de wereldzee, zijn handclsrerbin-
n strekten zich over beide Indien. Schal
ij schatten stroomden hem toe. Helaas
ng hij niet den vloek, waarmede een
andcrlijke begeerte naar winst en rijk-
het mcnschcnhart heiast en vernederd.
Is de oude Grickschc fabel van een
g Midas verhaalt, zoo werd onder zijne
king alles tut goud maar ook zijn hart
tegelijkertijd hard cu koud als metaal,
:dele, mcnschclijkc gewaarwordingen
welke toch ware vreugde
den kring zijner levensgezellen, waardoor
hij liet koopmnnsheroep, waarvoor zijn vader
hem bestemd had, al le zeer verwaarloosde.
Spoedig kwam het tusschcn vader en zoon
tot de heiligste tooneelen en verklaringen.
slechts, wat verder geschiedde. Op lu
kei Ijk g<
Jl zijner goe
verraad een vluchtig, nfgebri
het leven des gecstcs in hem nog niet geheel
„li zegt, dat hij vroeger met rijke gaven
van geest en hart bedeeld is geweest. Hoe
is dan die ongelukkige toestand ingetreden?
Wat was de aanleiding daartoe
„Heel nauwkeurig weten wij dat zelf niet,
wij liehlien slechts vermoedens. Doch om u
deze le verklaren, moet ik u de geschiedenis
van mijn armen broeder verhalen."
„Wacht even," onderbrak hem hier Traut-
mann. „Wij hebben nog tijd om ter kerke te gaan.
I.aten* wij onder dezen prachtigcu beuk op
verder, ik beu geheel oor."
De mannen zetten zich neder, en Westhorn
„De vader van mijn zwager en van mijne
ilijk is. Naar zijn goud
icnschen en de verhoudingen; wat
was en niet rijk maakte, had voor
ccnige waarde. Natuurlijk had
:t geluk der zijnen geen anderen
wniijk
en achterlaten kon, daarin ging ccnig cn
alleen zijn vaderliefde cn zorg op. Denk nu
echter, dat zijn ccuigcn zoon hel zuiverste
tegenbeeld zijns vaders was. Ik heb nooit
een rijker, begaafder en bi n l irdiger
jongeling gekend, dan hij toen tertijd, als
ik de familie leerde kennen, en later zijne
zuster, mijne vrouw trouwdehij ijverde
voor de schoone kunsten cn wetenschappen
zijn liefste omgang waren de jonge levens
lustige kunstenaars en schrijvers, waarvan
in de grootc, rijke stad een overvloed voor
handen washij bewoog zich wellicht te
luchthartig en stelde te veel vertrouwen in
elkander verwijderden en vervreemdden. De
moeder, die hare kinderen afgodisch beminde,
was te zwak, de harde neiging des vaders
te buigen en stond heimelijk te zeer aan de
zijde des zoons, oin hem met ernst dc vader
lijke wvnschen genegen te maken. De ver
houding vertoonde zich immer ongelukkiger
en vijandiger. Onverwacht had nu een ge
beurtenis plaats, welke plotseling als een
donderslag onze familie schokte en de grootste
droefheid bracht. Mijn zwager Karei kreeg
genegenheid vooreen weliswaar voortreffelijk
opgevoed, maar geheel arm meisje. Hij ver
zocht tm aan zijne ouders zijn huwelijksplan
le zegenen. Bij het vernemen van dit plan
was de toorn des vaders vrccselijk. Hij raasde,
dreigde met vloek en onterving. Karei bleef
echter hardnekkighij verklaarde met dat
meisje te willen trouwen. Zijn roerende voor
stellingen waren even zoo vergecfsch als de
bemiddeling der goede moeder. Eindelijk, na
lange dagen van strijd tusschen vader cn zoon,
was Karei verdwenen. Een brief uit Engeland
meldde, dat hij zich met Emma verbonden
had cn in Amerika het geluk zoeken wilde,
hetwelk hem het licfdelooze hart des vaders
ontzegd had. Verschrikkclijk.dat ik hel zeggen
moet: de vaderlijke vloek volgde hem.
en vreeselijk heeft hij zich gewroken. Hoor
spoedde ik naar Hamburg. Ik vond mijn
schoonvader stervendeeen beroerte had hem
getroffen op hetzelfde uogenblik, dat hij zijn
zoon den vloek naslingcrdc. De moedor
kwijnde langzaam weg en stierf niet lang
daarna. De zaak moest ontbonden worden,
weliswaar niet zonder groot verlies, maar
toch zoo, dat voor Karei en zijn vrouw een
vermogen van grootc betcckcnis overbleef.
Toch kon ik mij daarover kwalijk verheugen,
daar dit gehate gejd een zoo naamlooze
ellende over ons allen gebracht had."
„En Karei wat is met Item voorgevallen
vraagde Trautmann in spanning, daar West
horn, in smartelijke herinneringen verdiept,
het gesprek ccnige oogcnblikkcn athrak.
„Gedurende twee jaren hoorden wij niets
van hem. U kunt wel denken, dat wij niets
spaarden, om zijn verblijf op te sporen, en
hem terug te roepen. Maar op onze in dc
meest gelezen bladen geplaatste oproeping,
volgde geen antwoord. Eindelijk, bereid
u voor het treurige einde dezer droeve ge
schiedenis te hoorei), eindelijk ontving ik
een brief van een handelsvriend uil Breinen.
Hij schreef mij, „dal voor enkele dagen een
onzer schepen op de kust aldaar gestrand
was. Onder de geredden bevond zich een
passagier uit New-Orlcans, zijn naam was
Werner. Uit zijn papieren bleek, dat hij in
Hamburg geboren was. en daar hij den naam
zijner vrouw draagt, zoo kan hij wel een
familielid van u zijn. Thans ligl hij. helaas