Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 42.
Zaterdag 16 Januari 1909.Twee en twintigste Jaargang.
OE EEHIODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco por post
Al/muter lijkt
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iedoren regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Ter overweging.
Onwillekeurig doel de ontzettende
rantp, die Italië wederom getroffen
heeft, terugdenken aan den jure 1870.
Onder goedkeuring van verschillende
Mogendheden was toenmaals beslist,
dat Italië de Souvereinlteit des Pausen
zou vernietigen, en Rome de prijs zou
zijn voor dit gruwelstuk. Het vraagstuk,
dat de moderne staatkundigen reeds
lang had bezig gehouden, kreeg daar
mede zijne beslissing. Lichtzinniger
berekening, ijdeler spel. vermeteler
handeling kon zeker niet worden be
dacht. Alles werd in die dagen stout
ondernomen. Duitscliland zou zijne één
heid bevechten op de velden van
Wörth, Porbaclt en Sedan, en Italië
zou als een hyena zijn prooi bemach
tigen, die het met onstuimige roof
zucht en begeerlijkheid had nagejaagd.
En die plannen gelukten. De Pruisi
sche adelaar sloeg de klauwen in het
hart van Frankrijk, wierp het ter aarde
en voltooide zijne éénheid; en Italië
verbrijzelde de Porta f'ia, stormde de
eeuwige stad binnen en plaatste zijn
Koning op een troon in het Quirinaal,
ten teeken, dat zijne éénheid nu een
feit en de macht des Pausen gebro
ken was.
Toen de koninklijke standaard van
den Paus was neergerukt en deze zich
nis gevangcue had teruggetrokken in
zijn laatste toevluchtsoord, liet Vati-
caan, kwam de huichelende diplomatie
weder te voorschijn om de zaak des
Pausen te regelen. Aan hare wijsheid
zou de toekomst behooren, en de
historie zou melding maken van de
grontsehc daden, door haar verricht.
De twee geweldige machten, elkander
steunende en verwaand door hunne
behaalde triomfen, zouden de grenzen
afbakenen, waarbinnen de macht van
den Paus zou bestaan. Rome werd er
kend als de hoofdstad van het éénc
Italië, en gezanten bij den Paus wer
den teruggeroepen om hem te doen
gevoelen, dat zijn koningschap had
afgedaan. Doorecnezoogenaamdewaar-
horgwet. die in hunne oogen vol
doende scheen voor de uitoefening
van zijn amlvt en persoonlijke onschend
baarheid, was de zaak geregeld en
daarmede hel rootstuk voltooid.
Krachtige protesten des Pausen volg
den op deze schanddaad; het onrecht
werd m al zijn verfoeilijkheid aange
toond en daarmede de waarborgwet
gevonnist! en veroordeeld. De klach
ten. door den overwonnene geslaakt,
werden echter met minachting beje
gend. en zijne overwinnaars juichten
victorie. Paus Pius IX was en bleef
de gevangene van het Vaticaan, doch
zijne vijanden hebben moeten ervaren,
dat kerkvervolgers en tirannen toch
moeten bukken voor de macht van
den Paus.
Spoedig begreep Italië's Koning.
Victor Emmanuel, ook maar al tegoed,
dat er in de schaduw 'van den Pansv-
lijken troon voor hem geene rust te
vinden was. Als een opgejaagd hert
vluchtte hij van de eeuwige stad. waar
hem de glorie werd aangeboden, wel
ke echter voor hem een straf scheen
te zijn. Niet dan door omstandigheden
gedwongen vertoefde hij in het Quiri
naal. Zoo verplichtte liet ambt des
Konings hem in de laatste dagen van
December 1877 te Rmne te verblijven.
De tijd was evenwel daar. waarop
deze Koning rekenschap moest afleg
gen bij zijn eeuwigen Rechter. Eene
ziekte overviel hem en naarmate /ij
toenam, riep deze monarch aanhou
dend „Breng mij van hier, ik wil in
liet Quirinaal niet sterven." Toch ging
hij over tot de eeuwige rust in hei
paleis, waar hij tot zijn laatste oogen-
blik geen rust gevonden had.
Welk een geheel anderen indruk
daarentegen maakte de edele figuur
van Paus Pius IX, al was hij dan ook
een onttroonde.Vorst. Tijdens de be
storming van Rome droeg hij hel II.
Misoffer op. en na deze plechtigheid
ontving hij het corps diplomatique.
Onder het gedonder van het kanon
des vijands sprak de doorluchtige
grijsaard deze gewichtige woorden
„Mijne Heeren, ik wensclite u te kun
nen zeggen, dat ik op een uwer kon
rekenen,"om de Kerk en haar Opper
hoofd Ie redden, even als eertijds. De
tijden zijn echter veranderd. De arme
Paus rekent op niemand meer hier be
neden, doch de Kerk is onsterfelijk;
vergeet dat nooit!
De gewichtige les, door den Paus
zijn vervolgers hiermede gegeven, werd
vergeten, en de Kerk sterfelijk geacht.
De ruts van Petrus, waartegen de gol
ven en stormen der eeuwen te vergeefs
hunne woede hadden gekoeld, zou gaan
wankelen en vallen, nu de steun haar
ontnomen was. Zij hebben echter moe
ten ondervinden, dat de Kerk. op de
steenrots gebouwd, onsterfelijk is. en
de poorten der hel niets tegen haar
togen.
Sinds de misdaad was volbracht, en
geen enkele Mogendheid zich de zaak
van den H. Stoel meer aantrok, was
Pius IX een gevangene in zijn eigen
paleis, doch van waaruit hij den strijd
voortzette legeo dwaling en onge
loof, tot dat de Goddelijke Voorzie
nigheid den tijd gekomen achtte hem
te kronen met de kroon der eeuwige
glorie. De martelaar werd opgeroepen
voor den troon van zijn goddelijkcn
Meester. Omringd door het H. College
van Kardinalen, Prelaten en Prinsen,
trouwe dienaren tol in den dood. ont
sliep deze Paus-Koning, en de geheele
Katholieke wereld zond gebeden voor
hem ten hemel, en treurde bij dezen
vreeselijken slag.
De trawanten van Victor Emmanuel
hadden nu nog een heldenstuk te ver
richten, hunner waardig. Op het graf
van hunnen Koning plaatsten zij een
monument te zijner eere, en op de
doodkist van Pius IX, den Paus-Ko
ning, werden door hen steenen gewor
pen en de lijkstoet verguisd en bespot.
Üp de tijding van deze euveldaad
voer eene rilling van verontwaardiging
door de harten der geloovigen, en op
ziende ten Hemel ging hun de smeek
bede van de lippen: „lleere, hoe lang
verhaalt o
5 de geschiedenis.
Nu Italië wederom door een ont
zettende ramp getroffen is. schrijft het
Fransclie blad.de „Univers" onder den
titel: „Lessen van omhoog":
beproefd. P
..Geen vorm van rampspoed is hol schuone
land gespaard gebleven. Sinds 1871 heeft het
langdurige crisissen doorgemaakt van ellende
en hongersnood, heeft liet een geesel van sla-
otingen. vulkanische uitbarstingen, aardbevin
gen. heeft hel vernederende rampspoeden be
leefd. De militaire rampspoeden van Assowa
en Abyssinië zijn zonder voorbeeld,
'I llaliaansclic leger voell In
imp echter, die Sii
.•otfen heeft, is zc
heel de wereldgeschiedenis.
heelt hei
Door bijzonder
nighcid is de
aan den Paus on
beschikking der
van den opvolger
isifaad jegens God.
e grooic keizer heeft gedurende zijn lang
Jjgenschap^ den tijd gehad om na M dei.
over de oorzaken van zijn val. Eens heelt :nj
den Paus. die het
rekking
u Helt
zijn ee
-Ik was omringd zeide hij van vrij
denkers. die inij gemakkelijk overtuigden, dat
ik evengoed den godsdienst kon leglcmeci-
teeren als de rest.De Paus wilde zich niet
vangen nemen, en dit feit is een der eerste en
voornaamste oorzaken geweest van mijn val.
de daad van geweld tegen den persoon van
den Paus zelf."
-Uwe Heiligheid - schreef Napoleon aan
Pius VII is souverein van Ruïne, maar ik hen
er de keizer van. En Pins VII antwoordde
hem Geen enkele keizer heelt liet minste
recht op Rome. een keizer van Rome bestaat
niet."
De Paus had het recht voor zich. maar de
keizer liet geweld, de Paus werd ontzet en
als gevangene naar Frankrijk gevoerd."
Het bovenstaande geeft, dunkt ons,
ernstige stof ter overweging.
BUITENLAND.
ITALIË.
De Italiaanschc Kamer hield zich
Zaterdag bezig met de ramp door de
aardbeving aangericht, 't Was een zeer
belangrijke zitting; alle tribunes wa-.
ren overvol met belangstellenden. Ver
schillende afgevaardigden voerden het
woord en gaven uiting aan hnn gevoel
van dankbaarheid voor de veelzijdige
hulp, die zoo van alle zijden geboden
werd.
Afgevaardigde Villa o.a. verklaarde,
dat ondanks de geweldigheid van deze
catastrophe Italië toch nog trotsch
kan zijn op de eensgezinde uiting van
smart en deelneming van geheel de
beschaafde wereld en over de roem
rijke heidenfeiten van haar koninklijk
huis, haar soldaten, matrozen en alle
burgers. Hij verdedigde het voorstel
om de noodzakelijke en nuttige be
schikkingen te nemen tot herstelling
van het burgerlijk en maatschappelijk
leven in de verdelgde landstreken.
Daarom noodigde hij heel de Kamer
uit om het ingediende wetsvoorstel
goed te keuren als een heerlijke mani
festatie van nationale solidariteit.
De eerste minister Giolitti verklaar
de de motie aan te nemen, die door
de commissie is ingediend, en waar
bij de regeering wordt uitgenoodigd,
een wetsontwerp aan te bieden, dat
tot strekking heeft, de waarden, die
in de verwoeste steden zijn terugge
vonden, en die aan den staat komen,
wijl het onmogelijk is, de eigenaren
of erfgenamen te vinden, aan het lief
dadigheidsfonds voor de slachtoffers'
der aardbeving te schenken. Deze
motie werd aangenomen en de alge-
nieene discussie werd gesloten.
Na eenige gedachtcnwisseling nam
men de artikelen van een ontwerp aan,
waaromtrent de regeering en de com
missie het met elkaar eens waren ge
worden. Het ontwerp bevat de reeds
opgegeven bepalingen, maar stelt in
de plaats van de nieuwe belasting een
twintigste deel vast voor den tijd van
twee jaren en van een aanvullings
belasting een vijftigste voor 5 jaren.
De mcdedeeling van het resultaat der
stemming werd met levendige en
algemectte toejuichingen begroet.
De Kamer zal den 16en Februari
in plaats van den 3en Februari bijeen
komen.
lntussclren heeft de „Osservatore
Romana" een protest laten liooren
tegen de onthouding van iedere dank
betuiging aan het adres der priesters,
bij gelegenheid der rampbesprekingen
in de Kamer, en tevens tegen de stel
selmatige wering van den naam 'van
God in de redevoeringen, welke bij die
gelegenheid werden uitgesproken.
Dit protest is alleszins gewettigd.
Het Weensche „Vaterland" wijst mede
op liet beslist aiiti-clericale karakter,
dat de liefdadige hulpactie op sommige
plaatsen inneemt. Zoo is 't op zich
zelf reeds zeer sprekend, dat de expe
ditie van het Italiaanschc Roodc Kruis
zich van al het noodige voorzien
heeft, maar er niet aan gedacht heeft
geestelijken mede te nemen om aan
de slachtoffers in dit katholieke land
de vertroostingen van den godsdienst
te verleenen, terwijl toch tal van ge
kwetsten op de lazaret-schepen ster-
FEUILLETON.
De geheimzinnige ring.
tt) Jolinn nam de papieren, welke op de
tafel lagen, groette en ging naar den hof
meester, die hein zijn kamer moest wijzen.
Deze ontving hem met kruipende beleefd
heid en was er nicf van af Ie brengen den
„hooggcachfen heer secretaris", zooals hij
Jolinn vanal dit uur noemde, persoonlijk naar
zijn kamer te brengen.
Deze voorkomendheid viel Jolinn niet wei
nig op, want tot nu toe bad de hofmeester
<>p hem in 't geheel geen acht geslagen of
hein met een in 't oog loopende minachting
behandeld.
„Wat zou die van plan zijn vroeg hij
zich zelf af. „Zou de graaf dan loch gelijk
hebben en zijn verdenking niet zonder grond
zijn Ik zal het weldra Ie weten komen I"
„Hier, hooggeschatte heer secretaris zijn
uw apartcnicntcn," sprak de hofmeester, een
deur openend. „Hier is de zitkamer daar
de slaapkamer. U zult alles netjes in orde
vinden, want ik houd van netheid en orde,
en zou niet graag willen, dat er iets op mij
viel aan te merken. Als mijnheer de graaf
beveelt, dan is dal evengoed als dal alles
reeds uitgevoerd was. Zijt gij tevreden met
deze meubelen, mijnheer de secretaris? Zoo
niet, dan licht u maar te spreken, en wat in
'I slot is en mijn ijver vermag, zal terstond
„Ik dank n, mijnheer de hofmeester, dank u,"
antwoordde Johan, na een vluchtigcn blik in
'I rond tc hebben geworpen. „Dit alles is
mij voel te kostbaar! Deze leunstoel, deze
sofa, deze schilderijen, spiegels, tapijten, -
aan dergelijke dingen ben ik niet gewoon."
„O, daar zult ge u spoedig aan gewennen,
mijn hooggeachte secretaris," antwoordde
de hofmeester. „Wanneer u iets te wensehen
hebt, wat het ook zij. roep dan slechts den
kamerdienaar. Hij zal zich gelukkig achten,
den heer secretaris tc kunnen dienen."
„Ik dank u voor uwe vriendelijkheid, heer
hofmeester," zcidc Johan droog, wijl hem
de gruotc hoffelijkheid en voorkomendheid
van dien man niet bijzonder bevielen. „Spre
ken wij intusschcn van iels anders! U licht
gehoord, dat mij door den lieer graaf het
onderzoek uwer rekeningen is opgedragen,
en nu verzoek ik u mij deze te overhandigen."
„Hier zijn ze, mijnheer de secretaris," ant
woordde de hofmeester en haalde een dik
imkkct papieren voor den dag. „U zult alles
in de beste orde vinden, alles tot de gering
ste |>enning genoteerd. Ik ben een puntclijk
man; u kunt op mijn woord ten volle ver-
„Ik vertrouw slechts op mijn eigen oogen,"
antwoordde Johan even droog als te
voren. „Ofschoon ik nu wel niet aan uwe
eerlijkheid twijfel, loch kunnen er zich ver
gissingen en fouten van hctcckcuis in deze
rekeningen insluipen, en het is mijn plicht,
als ik deze vind. om ze te melden."
„U neemt de zaak te zwaar op. geachte
heer, veel te zwaar," zei de hofmeester met
gehuichelde goedhartigheid. ..De secretaris
van den overleden lieer graaf nam het lichter
0|>. Hij zette eenvoudig zijn naam onder de
lijsten, de rekeningen werden betaald, en
geen haan kraaide meer daarover. Doe het
ook zoo, mijuhe.'r, anders zult gc u dood
werkenEn dat zou gebeuren om den heer
graaf cenig geld tc sparen? Dat was toch
waarlijk de inoeite niet waard, en grafelijke
gunsten zult u daarmee toch niet winnen."
„Genoeg," antwoordde Johan kort en scherp.
„Ik ken mijn plicht, cn die zal ik vervullen.
Hebt u anders nog iets in betrekking op
deze zaak op te merken?"
De hofmeester deed een paar treden terug
en stamelde een verlegen: „neen!" en ging.
„Zoo'n wijsneus!" mompelde hij achter de
deur en balde verwoed de beide vuisten tegen
de verlaten kamer, „gij meent, ons onder
den duim tc krijgen, innar gij zult u ver
gissen! Wie voor anderen een kuil graaft,
valt er zclt in, cn wanneer gij niet spoedig
verstandiger wordt, dan zult ge zoo diep
vallen, dat gij het opstaan vergeet!"
Johan hoorde deze bedreiging niet. Rustig
zette hij zich aan den arbeid cn begon de
lijsten en rekeningen tc doorsnuffelen. Ver
scheidene uren telde hij, vergeleek cn bepaalde
de cijfers met onvermocidcn ijver. Zijn ge
laat, aanvankelijk verbaasd, nam spoedig
de uitdrukking van verontwaardiging en toorn
aan. Eindelijk sprong hij heftig van zijnen
stoel op en ging meermalen in zichtbare
opgewondenheid dc kamer op en neer.
„Afschuwelijke bedriegerij f" riep hij uil.
„En met een stoutmoedigheid en tegelijk
zorgvuldigheid uitgevoerd, dat men slechts
bij nauwkeurig onderzoek achter de stre
ken komt. Niel alleen de talrijke valschc be
dragen, maar ook de afzonderlijke posten
zijn honger anngeteekend. als ze in werke
lijkheid bedragen kunnen! Ik moet dat nauw
gezet onderzoekenNaar het mij voorkomt,
wordt dc graaf erger bedrogen, dan hij zelf
vermoedt."
Opnieuw doorzocht Johan de rekeningen,
maakte de noodige aanlcckeniugcn, rekende
dan, herhaalde dat cn maakte dan het totaal.
„Drie duizend gulden in niet meer dan zes
of zeven weken!" zeide hij hij zichzclvcn.
terwijl hij de pen nederlegde. „Dar is kras
En nu schijnt niet enkel de hofmeester maar
hel geheele dienstpersoneel in lie. bedrog te
dcclen. Het werd waarlijk hoog tijd, dat men
de lieden eens op de vingers zag. Maar
slechts geduld. Nug.kan ik niet alles bewij
zen en moet dus eerst het noodige materiaal
daartoe verzamelen, anders zou ik niet slechts
belogen, inaar ook nog bespot cn uitgelachen
worden bovendien."
Den volgenden dag werkte Johan weer
ijverig voort. Van den morgen tot den avond
ging hij in de stad rond. bezocht verschei
dene ambachtslieden, winkeliers en allerlei
zakcnmcnschcn, informeerde slipt naar de
prijzen hunner artikelen, schreef alles in zijn
notitieboek op, zag dan nog eens geheel van
voren af zijn rekeningen door en kon nu
eindelijk na vele dagen van inspannenden
arbeid de rekening afsluiten, leder afzonder
lijk bedrog kwam niet slechts helder aan den
dag, maar kon evenzoo klaar bewezen wor
den. Johan liet den hofmeester komen, die
hem met vertrouwelijke voorkomendheid en
zijn gewone kruipende hoflijkhcid naderde.
„Mijnheer," zeide Johan tot hem, „gij zijt
een schurk en bedrieger
De hofmeester werd bleek cn richtte zich
snel ui! zijn deemoedig gebogen houding in
volle lengte op. „Welk eene beschimping
stamelde hij. „Welk eene beschuldiging!
Heer secretaris, u zuil mij daarvoor hewij-
„Juist dat wil ik, en daarom liet ik u roe
pen," antwoordde Johan met kouden, be-
straffenden ernst. „Ik herhaal, gij zijt een
schurk en bedrieger, en deze uwe eigen
handige rekeningen bewijzen het! Zie slechts
hier, hier, hier. daar, daar, iedere
zijde bewijst het. Gij hebt den heer graaf
met ongeloofelijke onbeschaamdheid be-
De hofmeester wierp slechts ccn stuwen,
vluchtigcn hlik van ter zijde op de tekenin
gen, maar deze korte oogslag was voldoende,
urn hem de zekerheid te geven, dat Johan
zeer nauwkeurig cn zorgvuldig te werk ge
gaan was. Als verpletterd zonk hij op de
knieën, en met opgeheven handen smeekte
hij om genade.
„Maak mij niet ongelukkig, heer secreta
ris!" jammerde hij. „Ik'heb vrouw en kinde
ren. en wij moeten allen verhongeren, als ik
uit mijn dienst ontslagen en op de straat