GEOPEND
J.J.SMIT
Parapluie=Magazijn
Stoomdrukkerij „De Eembode"
LANGESTRAAT 114,
Een FILIAAL van het G0EDK00PE
Het soliedste en goedkoopste adres
Gouden- en Zilverwerken en Horloges
NICO STRINQA te Utrecht.
G. REMMERS, Utrechtschestraat 46.
Wollen Winterartikelen
Echte Cocoszeep
H. J. BONNIER.
Langegracht 13 a Amersfoort
alle voorkomende Drukwerken
C. W. HOL,
HORLOGEMAKER
Breedestraat 34.
Voorhanden een fijne sorteering DAMES- en HEEREN HORLOGES.
KETTINGEN in Goud. Zilver en Nikkel. REGULATEURS. KLOK
KEN, WEKKERS, enz. tegen scherp concurreerende prijzen. Eigen
Reparatie-Inrichting voor alle soorten Uur- en speelwerken, degelijk,
billijk en onder garantie. BELEEFD AANBEVELEND.
(nabij de KAMPERBINNENPOORT)
VOOR
IS BIJ
W. SMIT, APPELMARKT 14.
Inkoop van Goud en Zilver,
REPARATIÊN NETJES, SPOEDIG EN BILLIJK.
Allerlei.
Vaste prijzen. - Concurrentie onmogelijk.
ABRIKOZEN, prachtige kwaliteit 45 ct. p. p.
id. iets kleiner 40
GECONFIJTE PEREN 45, 55
SCHIJFJESAPPELEN30
ZUURKOOL, Mainzer7
FIJNE ROOKWORST, Anton Hunink's 55
De ondergeteekende heeft een grootc zending
ontvangen.
KOUSEN, SOKKEN. HANDSCHOENEN, DOEKEN, MUTSEN. PETTEN.
MANCHETTEN, KAPERS en MOFJES, POLSJES. KINDF.RHORST-
ROKKEN, VROUWEN BORSTROKKEN. MANS BORSTROKKEN,
WARME VILTEN PANTOFFELS, mei en zonder lederen znlen, in
alle nummers. De qualiteit is goed en de prijzen zeer laag.
Alsmede: PRIMA WITTE-, GEKLEURDE-, GESTREEPTE- en
ROKKENWOL. SAJETTEN en
De door mij sedert veertig jaren in den handel gebrachte
wordt van heden af bij mij, alsook bij mijn Depóts, verkrijgbaar
gesteld k'TO cent per dozijn en 7 cent per stuk.
Men lette vooral op mijn Firma, die op het Etiquet en de Zeep
geplaatst is.
Verkoophuis op den hof te Amersfoort.
Speciaal adres voor het vervaardigen van
Nette afwerking - Vlugge bediening - Concurreerende prijzen
Modelboeken ter inzage
Meubelmaker en Stoffeerder,
WESTSINGEL hoek Kleine Spui,
beveelt zich beleefd nan tot het
verrichten van alle werkzaam
heden betreffende het MfiUHF.L-
VAk. liet sto.ffeeren van STOHLI-N
en CANAIMi'S met trijp en leer,
zeer billijk.
Staalboeken voorhanden.
KATHOLIEKEN,
Koopt niet in winkels,
waar zedenkwetsende
artikelen worden uitge-
Een onderwijzer wilde een klein meisje
duidelijk maken, hoe een kreefl haar schaal
afwerpt, als hij ontwassen is.
„Wal doet gij, als gij uit uwe klcereii zijl
gegroeid Dan werp! gij ze up zij, niet waar
„Neen," antwoordde de kleine, „dan worden
de inslagen uitgelegd."
- „Mijne voeten rusten opeen vrijen grond I"
oreerde een volksredenaar.
„Dal zou je wel willen, praatjesmaker."
t geltou
-iv
Heer (lol bedelaar). .Hier heb je wat:
iok heb ik wat voor je te werken."
Bedelaar. „Mooi daar zal ik wel iemand
Mevrouw tol haar dienstmeisje. „Mina
k hen eandaag voor niemand le spreken."
Mina. „Bewaar ons, dat kimt u toeh niet
-olhunden."
tekumen. „Wat is er van uw dienst, mijnheer V"
„Een beetje bedenktijdluidt hel onver-
A. „Wel beste vriend, w
uuml. Wie verwacht u wel
B. ((luisterend). „Ik verwi
tan mijn schoonmoeder."
Oom Karei nog niet zoo heel oud maai
al kaal vuu schedel, heeft de gewoonte /ijlt
kleine neefjes ett nichtjes te bedillen. Elk
oógenlilik heet het:
„Nu moet je dit eens doen, Piel! Nu moet
je dat eens doen. Keetje!"
Kleine Piet, wielt dit verveelde, strijkt op
zekeren dag niet zijn llittid duur zijn blonden
krullebol en zegt ondeugend
- President. „Aangeklaagde, bekent ge
uw schuld
Aangeklaagde. „Neen. De redevoering van
mijn verdediger heelt ook mij van mijn on
schuld overtuigd
„Pardon, mijnheer, waarom kijki u mij zoo
aan? Wat is er aan mij. dal zoo bijzonder uw
„Mijn parapluic, mijnheer, die tl daar hij
Twee arbeiders, die een tauiclijkcn hekel
tan hel werken hadden, begaven zich schoui-
roetend naar hun karwei.
„Ik wou, dat ik duizend gulden had," zei
le een geeuwend.
„Dan gaf je er mij loeit zeker honderd van."
:ci de ander.
„Neen. luiaard," zei de eerste „Wcnsclt zeil
Student laan het badhuisje.) „Bewaar
mijn iMirtcfeuillegoed, hoor badmeester. Er zijn
ziet zijn vertoornde moeder op hem afkomen,
met de roede in de hand. Eluks kruipt de
Item achterna om Item te voorschijn te halen.
Vader onder hel bed kruipend: „lla, zitje
De kleine tamboer.
Het Noorwecgschc regiment, hetwelk ge
durende den Amcrlkaanschen vrijheidsoorlog
mede streed, had zijn tamboer verloren en
zocht dezen te vervangen.
Op zekeren morgen nu trad een ongeveer
veertig jarige vrouw in het legerkamp. Zij
was in 't zwart gekleed en hield aan dc
hand een kleinen knaap van dertien jaren,
slank en mager voor zijn ouderdom. „Hier
Is uw man," zeidc zij. Alle soldaten schater
lachten. Ook dc kommandant lachte. De knaap,
hierdoor belecdlgd, kleurde en sloeg de oogen
neder. Even snel verhief hij zijn van schran
derheid schitterende oogen, terwijl hijzcide:
„Maak u niet bezorgd, kommandant, ik kan
den trommel slaan." De officier gaf nu lachend
bevel ven trommel te halen, en levens, dat
dc trompetter bij hem komen moesl.
De laatste was een Noor van reusachtige
gestalte. Toen hij zijn nieuwen kameraad in
't oog kreeg, wees hij met den vinger op
hem en zeidc. „Zijt gij hel, die dc trommel
zult slaan?"
„Ja zeker, en wanneer gij uw instrument
zou gauw blaast, als ik dc trommel, dan
zullen wij geen moeite hebben het gehcelc
regiment op Ie jagen I" En nu bindt de kleine
den trommel om den hals. Maar zoodra hij
de trommelstokken in de handen voelt,
vonkelen zijn kleine oogen van geslepenheid,
een lach van bevrediging speelt om zijne lip
pen en dadelijk slaat hij de reveille, dat het
weerklinkt, met een handigheid en energie,
dat alles applaudisseert. Verstoort, blaast nu
de trompetter zijnerzijds een zijner schoonste
marschcn; maar de kleinen tamboer roffelt
dezcllfle marsch met een gemakkelijkheid,
welke zijn concurrent in de grootste ver
bazing brengt.
Dc kommandant wendt zich nu tot dc
moeder, en zegl: .Ik neem uw kleinen man.
Hoe heet hij?"
„Eduard."
Aan de moeder stelde hij nu dc vraag:
„Zou u denken, dal hij de bezwaren en
vermoeienissen onzer marschcn zal kunnen
doorslaan
Nu brak de moeder in tranen uit.
„Mijn man is door de rebellen gevallen
en vijl mijner zonen werden soldaat. Twee
zijn dood. Deze Is de zesde en laatste, welke
ik u heden breng. Het was mij onmogelijk
hem langer terug le houden. Hij wil en zal
gaan. Waak over hem, mijnheer de komman-
dant; om Gods wil, waak over hem en
breng hem mij weder lenig. Ik ben nu alleen,
geheel alleen!" Op nieuw rolden haar de
tranen over dc wangen.
„Ik zal ailcs doen, wal In mijn vermogen
is," antwoordde de officier. „Maar, wanneer
u uwen kleinen zoon verlies), dan blijft u
den stillen troost, dat hij gevallen is voor
zijn vaderland en voor een heilige zaak."
De knaap werd dc lieveling van allen. De
trompetter schonk hem zijn volle genegen
heid. Waren de wegen slecht uf moest men
een water doorwaden, dan nam hij zijn
„besten Eduard" mei zijn trommel op de
schouders: waren de marschcn te lang vu
te vermoeiend, dan droegen hem de soldaten
den troep na. Hij zwetste, lachte etij trom
melde, dat het een genoegen was om te
luisteren.
De zon verdween reeds achter hel slag
veld en toch was de strijd nog niet ten einde.
Slechts dc duisternis vermocht dc strijdenden
te scheiden. Hier en daar zag men lantaarns
zich bewegen tusschen dc douden en dc
stervenden. De overlevenden zochten hunne
kameraden, terwijl de draagbaren treurig
naar dc tenten loc voorbijgingen, waar de
dokter niet rustle, den ganschen nacht door
armen en beenen le amputeeren.
Onder degenen, welke op die wijze hunne
wapenbroeders opzochten, bevond zich ook
de trompetter.
Hij had zijn kleine vriend nog niet weder
gezien en dit verlies maakte hein ontroost
baar. „Hebt u mijn beste Eduard niet gezien
Weel niemand, waar hij is?" Zoo waren de
vragen, die hij mei een van smart verslikte stem
tot ieder, dien hij ontmoette richtte. Van lijd tol
tijd hield hij op om hoopvol naar alle zijden
te luisteren. Eduard, als hij lecldc, zou zeker
zijn geliefden trommel niet in den sleek laten
en zijn kleine handen zouden onweerstaan
baar de trommelstokken in beweging hebben
gebracht.
..Hoo
dat
wijderde
weerklank der reveille?
...Nog! Geen twijfel meer. dati
mei van Eduard. welker lieve lonen Item
in zijn noren schallen, hij roepl om hulp. De
soldaat haast zich om le komen op de plaats
van waar de bekende toonen hem tegen-
kllnken. Hij verneemt ze steeds duidelijker.
Zij komen uit de diepte van een hollen weg,
juist daar. waar de strijd hel hevigst gevoerd
Geleid door de smeekende tonen vervolgde
hij zijnen weg slecds lusscheil de lijken van
mcnschcn eu paarden. Is dal uicl zijn beste
Ed.iatd, die hij daar ginds ontdekt?
De kleine held zil met den rug legen ecu
boomstam geleund, zijn trommel was aan een
tak gehangen, zoo laag, dat hij er nog op
roffelen kon
„Hoe gaal hel Eduard?" vraagde de trom
petter.
- „Niet al le best. Gij moet mij dragen,
zooals u het zoo dikwijls hchi gedaanIk
heb geen hceilotl meer."
De trompetter bukte zich eu zag, dal de
heide voeten van den knaap door een kanons
kogel waren weggescholen. De slompen
waren mei lederen draagbanden afgebonden.
„Deze daar heelt dal gedaan," ging Eduard
voort, terwijl hij op een levenloos hij hem
liggende rebel wees, die alvorens zelf gelrolfeii
le zijn, zijn draagbanden had losgerukt, om
daarmede liet aan de wonden ^ontvloeiend
bloed van zijn jongen vijand te stilten.
trompetter hief den armen verwonde
nehtig op zijnen arm en Eduard zag, hoe
ancil over het gelaat van zijn weldoener
zonder Item tcrugkcercn."
Gunner moest Eduard weder op den grond
zetten, hij nam den trommel, hing die zich
om hel lijf en nam den verwonde ui zijn
armen, zomlat diens voorhoold op zijn schou
der rustte.
„Wal zijt gij toch goed voor mijWij
trommelden zoo dikwijls te zamcn Gunner,
herinnert gij u nog de marsch van John
BroWn V" De knaap richtte zich iels op, mei
zijn zwakke slem dc too'n er van neuriënde,
en spande zich in, dc maat met zijn kleine
„Groei mijne moeder van mij, Gunner.
Zij denkt aan mijGaal hel morgen weder
in hel vuur?" Deze laatste woorden bestier
ven op zijne lippen, en zijn lioold viel weer
op den schouder van Gunner.
De trompetter ging voorzichtig voort over
de, lijken, en hel hobbelige veld.
De kleine liel gedurende den weg niels
Toen Gunner in hel l
Hij was op zijn trou
STOOMDRUKKERIJ „DE EEMBODE" - AMERSFOORT.