Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 45.
Zaterdag 6 Februari 1909.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EERBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembodc.
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
CorrcspoudcntiCn c
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Vergaderingen.
(Ingezonden.)
W'j leven in een tijd van vergade
ringen. Vergaderingen hiervoor, ver
gaderingen daarvoor. Als paddestoelen
rijzen de vercenigingen uit den grond,
telkens hoort men van nieuwe, en
elke vereeniging heeft weer hare ver
gaderingen. Wanneer men in een
eenigszins druk bevolkte stad komt,
kan men menschcn aantreffen, die
bijna eiken avond aan den huiselijkcn
kring ontnomen worden door de ver
schillende vergaderingen, die ze moeten
bijwonen. Van de eenc vereeniging
zijn ze president, van de andere se
cretaris of penningmeester, van een
ander een invloedrijk lid; redenen
allemaal, die hen nopen nooit eene
vergadering te verzuimen. Is dat goed'?
zoo kan men vragen. Stichten al die
vergaderingen inderdaad zooveel nut,
dat het opweegt tegen de uithuizigheid,
die daardoor in de hand wordt gewerkt?
Men zal ons toevoegende uit
huizigheid is een teekeii van den tijd.
Goed. zoo antwoorden wij. maar daar
om behoeft ze nog niet te worden
gekweekt.
Een groot deel van de lezers van
dit blad zal het zeker met ons eens
zijn, dat er te veel vergaderingen
worden gehouden. Wat zou voor
menige eclitgenootc en moeder de
avond aangenamer zijn, wanneer hij
in gezelschap van den man kon wor
den doorgebracht! Hoe zouden ver
schillende kinderen meer aanhankelijk
heid aan hun vader bezitten, wanneer
deze zijn vrijen tijd niet hen kon
dcclen, zich met hen bezighouden,
enz.! Alle vergaderingen daarom af
schaffen, of zicli aan deze onttrekken
om bovengenoemde redenen, gaat na
tuurlijk niet en zou hoogst verkeerd
zijn. Een man heeft niet alleen plichten
tegenover zijn huisgezin, maar ook
tegenover zijn verdere medcmcnschen.
Het waarnemen dezer laatste plichten
mag echter het vervullen der eerste
niet belemmeren.
Hoe kan men mi handelen oin deze
beide plichten naar belmoren met el
kander te vcreenigen?
Het antwoord daarop is tamelijk
kort: door schier alleen lid te worden
van die vercenigingen, die het algemeen
of particulier welzijn beoogen. Wie
lid wordt van alle vereenigingen, die
bijna uitsluitend genot en uitspanning
verschaffen, doet niet alleen aan zijn
plicht jegens zijn huisgezin, dat hij
een verkeerd voorbeeld geeft en zoo
doende op den verkeerden weg brengt,
te kort. maar ook aan den plicht, dien
hij heeft jegens zijne medeburgers,
doordat hij zijne krachten onttrekt aan
liet tot stand komen van al wat 1100-
dig of nuttig is.
Doch ook die vereenigingen, wier
streven aanbevolen en geprezen moet
worden, kunnen toch nog mede
werken om liet getal vergaderingen te
verminderen en zoo de huiselijkheid
te bevorderen. Om dil doel te bereiken,
moeten ze niet handelen, zooals dik
werf geschiedt. Hoe gaat het gewoon
lijk? Wanneer eene vereeniging wordt
opgericht, dan slaat reeds terstond in
de concept-statuten en spoedig daarna
in de statutenom de zooveel en
zooveel dagen vergadering. Men schijnt
reeds terstond een vage vrees te heb
ben, dat d'c vereeniging niet bloeien
zal als er niet dikwerf vergadering is.
Zou het niet veel practischer zijn
de zaak anders in te klccden en te
vragen bij liet opmaken van zulke
reglementenmet hoe weinig verga
deringen zouden wij kunnen volstaan
Wat beleeft men nu? Dat zeer vele
vereenigingen in den regel te veel
vergaderingen hebben en het gevolg
ervan is: Dat men vooreerst niet altijd
stof heelt, die het behandelen in
eene openbare vergadering waard is.
die gerust aan hel bestuur kon
worden overgelaten. Over kleinig
heden wordt uitgemeten op onrust
barende wijze en men schept menschen,
die het bij zoo'n vergadering meer om
het woord dan om de zaak te doen
is, die zich zeiven langzamerhand
gaarne hooren spreken, doch anderen
vervelen. En zoo komt het dan vervolgens
ook. dat vele ernstige mannen dergelijke
vergaderingen mijden, zeggende: „het
zal wel weer niet veel bijzonders zijn."
Het kan dan ook niet uitblijven, of op
den langen duur lijdt elke vereeniging
zoodoende onder het vele vergaderen.
Beter is daarom, zoo als blijkt, weinig
vergaderen en dan de zaken ernstig be
handelen. Om dit laatste doel te bereiken
moet men o. m.een voorzitter hebben, die
elk lid, dat spreekt over iets de hangende
zaak niet betreffende, het woord ont
neemt. „De zonk behandelen", dat
moet op zoo'n vergadering vooral de
spreuk van den voorzitter zijn. Wie
eene zaak goed kent, kan bovendien
deze in den regel met weinig woorden
zeggen. Blijkt het nog,dat de agenda voor
eene vergadering te groot is, wat is
er dan tegen om het te veel in een
volgende vergadering te behandelen?
Veel is er voor om zoo te han-
dclen, want de hoofdzaak, de be
langstelling in de vergadering en bij
gevolg de bloei eener vereeniging
wordt er mee bevorderd.
Inderdaad, wanneer er minder ver
gaderingen waren, hoe zou de ernst
des levens er bij winnen, het huiselijk
verkeer toenemen, de zucht oin rede
naar te zijn verdwijnen, de eenvoud
en degelijkheid van karakter meer
aangekweekt worden. X.
BUITENLAND.
Het bezoek van het Engelsehe Ko
ningspaar aan het Duitsche Hof wordt
ook in de Engelsehe pers als een be
langrijk feit in de politiek van dit jaar
aangemerkt.
De twee machtigste monarchen van
Europa zullen elkaar als vrienden de
hand drukken. Niet te verwonderen is 1
liet dus, dat de pers er zich ernstig
mede bezig houdt.
Het Engelsehe blad de „Daily Expres"
heeft zelfs verschillende bekende per
soonlijkheden in Duitschland geïnter
viewd over hun meening omtrent het
aanstaande hc.oek. En uit die vele
interviews bewijst nu het blad, dat het
hier niet een bloot hoffelijk bezoek is,
maar een bijeenkomst, die èn de beide
landen èn geheel Europa voordeel
brengen zal.
Juist aan den vooravond van het
merkwaardige bezoek des knuings van
Engeland aan Berlijn, wordt door een
der aanzienlijkste theaters te Londen
herhaaldelijk een drama opgevoerd
met politieke strekking en stelt de
verwarring voor, waaraan Engeland
ten prooi zal zijn bij een scrienzcn
inval van een huitculandschcn vijand,
waarmede geen ander dan Duitschland
wordt bedoeld.
Het bewuste drama kenmerkt zich
echter niet alleen door de overgrontc
belangstelling van het publiek, maar
wordt ook in de bladen van alle
partijen opgeschroefd tot een nationale
aangelegenheid.
Meerdere recensenten zelfs prijzen
de meer dan goedgeslaagde Duitsche
typcering van sommige acteurs.
Nochtans ontbreekt het nietaan stem
men, die zich wrevelig toonen over de
caricatuur-teekenlngder Engelsehe vrij-
willigerstr pen en het stuk signalmen
ais een Utilistische tactloosheid en
een moe llige versioriiv van de
vredelievende Duitseh-Engelseho ver
houding.
Zoo publiceert bijvoorbeeld de ini-
nisterieele „Daily Chronicle" een lang
artikel over deze aangelegenheid, dat
in de volgende termen sluit„Het is
duidelijk, dat enkel en alleen Duitsch
land als de vijandige macht, waartegen
liet meest gewaarschuwd moet worden,
in aanmerking komt.
„Kleeding, uitzicht en optreden der
invasietroepen zijn zoo Duïtsch mogelijk
gehouden. Het wezenloos spook van
een Duitschen aanval, dat reeds zoo*
veel onheil heeft gesticht, wederom op
te roepen, en dat nog wel zoo kort
voor het bezoek van Koning Edward
aan Berlijn, is onverantwoordelijk. Het
stuk kan slechts opnieuw kwaad bloed
zetten tusschen Engeland en Duitsch
land."
ITALIË.
De katholieke ltaliaanschc pers, al
dus lezen we inde Maasbode, kant zich
met alle recht tegen het feit, dat een
aantal Siciliaansche en Calabrische
weezen zijn toevertrouwd aan inrich
tingen. welke bestuurd worden door
de proteslantschc sectê der Waldenzen,
terwijl de ouders dier kinderen toch
katholiek waren.
Men weet, dat de regeering om het
grootste deei der weezen onder dak te
brengen het initiatief heeft genomen tot de
stichting van een huis, dat onder pro
tectie werd gesteld van Koningin Helena.
Groote sommen werden voor dit
gesticht bij elkander gebracht, en nu
is men tot de ontdekking gekomen,
dat het bestuur ervan is opgedragen
aan eenige vrijmetselaars met Nathan,
den burgemeester van Rome aan het
hoofd. Dit Comité heeft van den be
ginne af niet anders gedaan dan zijn
sectariselien geest getoond. Een gedeel
te der weezen was geplaatst bij fami
lies te Napels, die voor de opvoeding
zouden zorg dragen; hel Romcinsche
comité heeft nu naar de families een
delegatie gezonden, bestaande uit drie
van liarc leden, om die kinderen op te
eisclien.
Mgr. Oottafavi, die door den Paus
naar Sicilië gezonden was om voor
rekening van den H. Stoel weëzen op
te nemen en onder te brengen in de
„Catalogna", verklaarde aan een jour
nalist. dat hij steeds hclcmmcrd was
door de rcgeerings-autoritelten, welke
onder invloed stonden van het Ro-
moinsche comité. Onder andere staal
tjes verhaalde de prelaat, dat te Catano
de prefect hem op het laatste oogen-
blik verbood zijne kinderen in te
schepen.
Na langdurige pogingen slaagde hij
er eindelijk in om verlof Ie krijgen
tenminste die kinderen inee naar Rome
te mogen nemen, wier overlevende
ouders er in hadden toegestemd een
bewijs te teekenen. dat zij hunne kin
deren aan hem toevertrouwden.
Volkomen in de lijn van dezelfde
bedoelingen is een nota, welke het
bestuur van het hospitaal „Regina
Elena" aan de bladen heeft gezonden.
Daarin wordt aangedrongen op een
wetsbepaling, welke het zenden van
kinderen naar den vreemde verbiedt.
Dit is gericht tegen een plan van liet
Vaticaan om een aantal der kinderen,die
door Mgr. Gottafavi werden opgono-
FEUILLETON.
De geheimzinnige ring.
14) „Gij hebt daarmede zeer goed gedaan,
mijn vriend." zeide graaf Nicderhcrg, die
intiisschcii zijn bedaardheid ccnigcrtnalc terug
gekregen had. „Maar vertel voor alles: wie
is dat jonge mensch? Geef inij spoedig in-
tichtingcn, want deze aangelegenheid is in
derdaad voor mij van 'I hoogste gewicht I"
De hofmeester vertelde het weinige, wat
bij omtrent Johan te welen gekomen was.
Maar hij wist verder niets anders dan dat
hij de pleegzoun van den ouden hoschwnch-
ter Andreas was, die hem eens in het bOSCll
„En waar geschiedde dat?" vraagde de
graaf haastig.
„Wel, waar anders dan in de naaste om
geving van het slot l.indcnhcrg, het stamgoed
van graaf Julius."
De graal ademde vrijer. .Slot Lindenberg?
Dat ken ik, daar hen ik dikwijls geweest,
toen de ondc graat, Julius" vader, nog leefde.
Neen daar was liet niet, waar ikTen
stollc verontrust ik mij geheel onnoodig. Wie
kan mij ooil bewijzen maar die gelijkenis!
- die opvallende gelijkenis I - En de ver
denking van graat Julius, - die verdenking,
ernstig.-, dringende verdenking heeft hij, ik
merkte hel wel aan zijn gcheclc gelaat en
handelwijze - en nu volkomen in dezen
Inliucu of aarzelen! Hij moei weg, verdwijnen,
in liet duister ondergaan! Nog weet nie
mand iels beslist zij gissen, zij vermoeden
sleehls een snel besluit, een vlugge daad,
ende schaduw verdwijnt, die mij sinds
gistere» verschrikt en mij dezen nacht den
slaap geroofd heeft!"
Mei leedvermaak wreef z.ieli de hof-
mccstcr de handen. „Hoe denkt u echter,
dal ik de zaak moei aanpakken, heer graaf?"
vraagde hij.
„Aanpakken? Hoe anders, dan snel en vast
bcslolen!" antwoordde graat Niudcrhcrg.
„Zoek ergens ecu voorwendsel, om den
jongen man lol mij ie zenden. Op mijn lieden
kan ik mij verlaten. Men zal bier wel een
en... wanneer hij niet terugkeert, 'dan mo
gen anderen uitmaken, hoe hij zoek geraakt is."
„Ah. ik begrijp u. -- u will hem gevangen
zetten, niet waar heer graal?"
.Nu ja," antwoordde deze mei een onheil
spellende lach. „Ik heb in Stiermarken, diep
in de kloven van hei wilde gebergte, een
slil gelegen, klein, sterk slol, dal in vroegere
tijden een nest voor roofridders kan ge
vangenis in een onderaardseh gewelf. De
Slotvoogd, de eenige bewoner van liet ge-
houw, is ecu oude Jager, die van de wereld
nicls weel en mij met lijf en ziel Is toege
daan, omdat ik hem niet uil hel slol dreef,
toen liet mijn eigendom werd. Bovendien
was hij er ook niet bij, toen ikgenoeg
hij weet van niets, hij is mij trouw en wan
neer wij den jongen heer secretaris slechts
eerst te Geierstvln hebben, onder hel dak
van den ouden Wolf, dan mag bij zien, hoe
hij dezen weder uil de klauwen komt."
„Wanneer moet Ik hem u zenden vraagde
de hofmeester.
„Heden nog legen dal hel donker wordlt
Ik zal de noodige toebereidselen maken tol
zijn ontvangst."
De hofmeester beloofde liet plan van den
graaf trouw in de hand le zullen werken en
keerde naar huis terug. Buiten verwachting
vond hij hier niets dan verwarring en be
drijvigheid. Een koerier was van het slot
Lindenberg mei liet treurige bericht aange
komen. dal de gravin hoogst bedenkelijk ziek
geworden was en voor haar waarschijnlijke!!
spreken. Allen draafden en schreeuwden door
elkander. Graal Julius wilde zonder uitstel
afreizen en drcvl tot meerder spoed. De hof
meester kwam juist nog op lijd, om een
weinig orde le scheppen. Mei de gewoonten
van zijn heer vertrouwd, gal hij de noodige
bevelen, en vijf minnuten later reed ecu rij
tuig voor de slotpoort, waarmede graaf Julius
vertrekken zou. Nauwelijks was alles gereed,
of hij kwam zelf. begeleid door Johan,bleek
en haastig de trappen af en sprong in het
rijtuig. Hel portier sloeg dicht, de zweep van
den postillon klapte, en in snellen draf ratelde
P „Beier gelegen kon ons nicls komen, dan dit
plotselinge vertrek," zeide de hofmeester lol
li zelf. „Nu i:
nogelijk, dat ons plan
Hij wachtte lol hel donker begon Ie wor
den. Dan begaf hij zich naar Johan en meld
de hem, dal Graaf Nicderhcrg iemand ge
zonden had mei hel verzoek hem hef ge
noegen te doen om over zaken, zijn vriend
graaf Julius betreffende, een noodzakelijke
bespreking met hem le bonden. „Graaf Nic
derhcrg verzoek! u wel om verschooning,
dal hij niet zelf tol u komt. maar Jlij was
onpasselijk en had daarom zijn rijtuig gezon-
Johan kende wel is waar nauwelijks den
naam van den graaf, maar wist, dat hij
.1 de fr
illic
minstc bedenking, aan de uilnoodiging ge
volg le geven. Een rijtuig wachtte hem. hij
steeg in en reed naar den graaf, die hem
mei buitengewone voorkomendheid en vrien
delijkheid ontving en met hem zeer vertrou
welijk over een schijnbaar hoogst gewichtige
zaak sprak, die graaf Julius hem gisteren
avond opgedragen had. zooals hij zeide. Jo
han wist wel niets daarvan, maar graaf Julius
had zich inderdaad den avond te voren een
geruimen lijd niet graaf Niederberg onder
houden, en daarom draalde hij dan ook niet.
alle inlichting te geven, die hij geven kon. In
gedekt was. Johan moest wel aan de vriende
lijke uilnoodiging des graven, om mei hem te
elcn, gehoor geven. De graaf nuodigde hem mei
de meeste vriendelijkheid lot eten en drinken
uil. Johan gaf daaraan zonder eenigen arg
waan gevolg, lol hein plotseling een on
weerstaanbare vermoeidheid beving, die zich
als lood aan zijn leden hing.
„Verscliooniiig, lieer graaf." stamelde hij.
„ik kan nauwelijks de oogen nog open
wijder?"
„Volstrekt niet, volstrekt niet," viel graat
Niederberg vnlsclt lachend in. „Kust slechts
een oogen blik op deze sofa uil, en na een
paar minuten zult gij weer friseli en vroolijk
zijn, als voorheen."
sens van de sofa, tot welke de graaf hem
leidde, en nauwelijks neigde hij hel hoofd
roerloos liggen.
Jlfet is gelukt.de slaapdrank heelt gewerkt."
mompelde de graaf, terwijl iiij den slapende
opmerkzaam beschouwde. „Nu. zoo is 'I goed
'I is of hij reeds in het graf ligt, want eer
altijd opgeborgen zijn,"
Hij trok tweemaal aan de schel, waarop
zijn kamerdienaar binnentrad.
„Is hel rijtuig gereed?"
„Jawel, mijnheer de graafI"
„Goed! Help mij nu dezen jonge man erin
dragen, opdat men zijn dronken toestand niet
bemerkt. BegrepenMaar wees voorzichtig,
Met i
geschiet