Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 14.
Zaterdag 3 Juli 1909.
Drie en twintigste Jaargang.
DE EEHDODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dor Advertentiën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iedercn regel meerf 0.05
Corrcspondcntiün en Advertentiën moeten uiterlijk Vrijdag-
avond voor -1 uur aan het bureau bezorgd zijn.
Dif nummer'bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Verkiezing voor den
Gemeenteraad.
Een Imogst belangrijke verkiezing
staat ons weer te wachten en wel
de periodieke verkiezing voor den
Gemeenteraad. Was deze Raadsverkie
zing reeds van groote heteekenis, wijl
in twee districten vacatures voorko-
knmun, nl. in de districten 1 en III, nog
van meer ernstige beteekenls is zij
geworden door de houding, aangeno
men door de zich noemende kicsver-
eeniging „Algemeen Belang". Deze
kiesvcreeniging, onlangs gevormd,
schijnt uit leden te bestaan der Lin
kerzijde. die liefst zoo uitdagend mo
gelijk tegenover de Rechtsehe partij
en optreden, zooals de candidaatstel-
ling die reeds voor enkele weken
plaats vond, alsof men bevreesd ware
daarmede Ie laat ,te komen duide-
delijk te kennen gaf. Tegenover al de
aftredende raadsleden, behoorende tof
de Rechtsehe partijen, werden caildi-
didatcn gesteld. Nu kan men van cctt
kiesvcreeniging, die den Redacteur van
„De Eemlandcr", den heer R. G. Rijkens
tot voorzitter heeft, een persoon, die
gaarne de allure aanneemt, alsof hij
in onze gemeente mede de lakens heeft
uit te dcelen, zeer veel verwachten.
Verwondering bracht het dan ook al
zeer weinig toen de zich noemende kies
vcreeniging „Algemeen Belang" haren
voorzitter ook caudidaat stelde; de man
had zich immers bij de vorming der kics-
vereeniging zeer verdienstelijk gemaakt
en onder zijn leiding de kiesvcreeniging
tegenover de Rechtsehe partijen zoo
kranig positie doen ncnym, dat een
belooning daarvoor volgen moest.
Doch hoe het zij: de Rechtsehe
partijen stonden hier weer voor een
minder aangenaam geval. Zich echter
hare waardigheid en rechten bewust
besloten zij na rijp onderling overleg
mei het oog op de uitdagende houding
der kiesvcreeniging „Algemeen Belang"
in alle drie de districten eigen caudi-
daten te stellen. Dit plan is voortreffelijk
gelukt. De Rechtsehe partijen slaagden
er in eaudidaten Ie vinden en te stellen,
die met eere mogen genoemd worden.
Voor district i werden gesteld de hccrcn
Mr. H. J. M. van den Bergh,
R. van den Burg.
Waarlijk een uitmuntende keuze, liet
is toch van algemeenc bekendheid, dat
de heer Van den Bergh bij schier alle
partijen hier ter stede in aanzien staat
wegens eigenschappen, waarover hij
beschikt, die een raadslid zoo uitne
mend te stade konten.
Maar ook en vooral is een rechtskun
dige meer in onzen Raad zeker hoogst
gewenscht. Niet alleen door de Recht
sehe maar ook door andere partijen
wordt dit volmondig erkend. Men
mag dus veilig constatecren, dat met het
eandidaat stellen van den heer Van den
Bergh cett voortreffelijk werk is gedaan.
De tweede eandidaat voor distriet
1. de heer R. van den Burg heeft zich
eindelijk laten bewegen bij deze ver
kiezing zich beschikbaar te stellen.
Dat was terecht eene aangename ver
rassing. Wij hebben 't altijd betreurd,
dat de heer Van den Burg bij vroege
re verkiezingen niet te bewegen was
zich beschikbaar te stellen, doch ein
delijk is hij voor den aandrang, op hem
uitgeoefend, bezweken. De stellige ver
wachting van dezen eandidaat mag
dan ook worden gekoesterd, dat ook
hij, tot lid van den Raad gekozen
zijnde, toonen zal de rechte man op
de rechte plaats te zijn.
Voor district II werden de aftredende
leden de hecren
J. W. Jorissen,
en
M. R. N. Oosterveen,
door de Rechtsehe partijen weder ook
met eenparigheid van stemmen ge-
candidecrd. Omtrent deze candidaat-
stelling kunnen wij zeker wel volstaan
met te constatecren, dat zij als raads
leden hun sporen ten volle hebben
verdiend. Dat deze enndidaten ook
met overgroote meerderheid van stem
men zullen herkozen mag dus met
zekerheid verwacht worden.
Voor district III werden door de
Rechtsehe partijen eenparig gesteld
tie hecren
A. C. Couvée,
N. Veis Heijn.
Alweer mag hier gesproken van een
flinke, loflijke daad. De vacature, ont
staan door het bedanken van den heer
lleyligers kon moeilijk beter worden
aangevuld, dan door het candideeren
van den heer A. C. Couvcé. Deze ean
didaat heeft zich bij verschillende ge
legenheden doen kennen als een
man, die de eigenschappen bezit om
in 't algemeen belang nuttig te zijn.
Veilig mogen wij dan ook vertrouwen
dat hij. gekozen zijnde, tot lid van den
Raad. dc belangen der gemeente met
cere behartigen zal.
Het aftredend doch opnieuw tot
eandidaat gesteld raadslid, de heer
N. Veis Heijn zal wel geen aanbeve
ling noodig hebben. Bij iedere her
kiezing van dit raadslid is gebleken,
dat men in Item waardeert een man
van nobel karakter, die, waar zulks
vcreiseht wordt met waardigheid en
overtuiging voor de gemeentebelangen
weet op te komen. Ook voor de her
kiezing van dezen eandidaat thans te
ijveren zal zeker door zijn kiezers wel
als een plicht worden beschouwd.
Kiezers, nu wij mogen veronder
stellen, dat U van het groote gewicht
dezer raadsverkiezing wel ten volle
overtuigd zult zijn, durven wij met
liet beste vertrouwen U uitnoodigen
tot den laatsten man aan den stem
busstrijd deel te nemen: uw eigen
belangen staan hier toen ten zeerste
op het spel. Wilt derhalve uw duren
plicht doen en stemt eenparig op de
onderstaande candidatcn
In district I op de hecren
Mr. N. J. M. van den Bergh
R. van den Burg.
In district II op dc heeren
J. W. Jorissen
M. R. N. Oosterveen.
In distriet lil op de heeren
A. C. Couvée
en
N. Veis Heijn.
BUITENLAND.
ITAClE.
Uit Rome wordt gemeld:
Op de laatste conferentie der Beier-
sche bisschoppen hadden dezen een
schrijven gericht aan den Paus, waarin
zij hun meeningen in verschillende
kwesties den H. Vader meedeelden.
Daarop heeft de Paus een antwoord
geschreven aan den aartsbisschop Mgr.
dr. van Abort, waarin Z. H. zijn har
telijke vreugde betuigt over de liefde
van het Beiersche volk voor den H.
Stoel, welke liefde zoo zeer gebleken
is bij liet gouden priesterfeest van den
H. Vader. Met vreugde neemt de Paus
verder kennis, dat de bisschoppen van
Beieren besloten, ieder jaar een lands-
conferentie der bisschoppen te houden,
om gemeenschappelijk te beraadslagen
over dc nooden der bisdommen en
over de gemeenschappelijke kwesties.
Ook prijst de Paus de Beiersche bis
schoppen voor hun houdingindeschool-
kwestie en drukt Z. H.'zijn vreugde
uit over het geestelijk schooltoezicht.
De vraag der deelneming van Oostcn-
rijk-Hongarije aan de Italiaansche ten
toonstelling van 1911, die ccnigcu tijd
het onderwerp van een levendigen strijd
is geweest en, toen gezegd werd, dat
Oostenrijk-Hongarijc de oftieiecle deel
neming weigerde in Italië ontstemming
leweeg bracht, is nu op bevredigende
wijze geregeld. De Oosten rijksch-Hon-
gaarschc gezant bij het Quirinaal, graaf
Ltitzow, heeft zich naar den minister
van buitcnlandsche zaken Tittoni be
geven, om hem in kennis te stellen
van de officieelc deelneming van Oos
tenrijk en Hongarije aan deze tentoon
stelling. die in Rome zal worden ge
houden.
Voor het geval, dat de Csaar aan Italië
een bezoek zal afleggen, zal door hel
verbond der socialisten een algemeenc
staking geproclameerd worden. Tot dat
doel heeft het verbond van socialisten
te Rome het besluit genomen om het
Italiaansche arbeidersverbond voor te
stellen aan de staking mee te doen.
De Zwcedsche generaal Beekman,
commandant der kustartillerie, is Zon
dagmiddag te Stockholm vermoord. De
generaal wandelde met meerdere hoofd
officieren in het centrum van de stad
voor de koninklijke tuinen toen hij door
revolverschoten van een Zweodsch
werkman gedood werd. De moordenaar
schoot daarna zichzelf voor het hoofd.
Nader wordt daarover uit Stockholm
gemeld, dat generaal Beekman des
avonds deelgenomen had aan liet feest
maal, dat in liet paleis ter eere van
den Czaar van Rusland gegeven werd.
De moordenaar, die eenige uren later
stierf aan de gevolgen van de wonden,
die hij zich na de misdaad had toe
gebracht, was een venter van het so
cialistische blad Brandhij was an
archist. Persoonlijk kende hij zijn slacht
offer niet. De correspondent van de
Köhi. Ztg. bericht, dat de moord het
gevolg moet zijn van eene campagne,
die door de socialisten gevoerd werd
togen het bezoek van den Czaar.
In Parthenay (departement Deux
Sèvres) heeft een lieelc compagnie van
hel 14e regiment infanterie op het ka
zerneplein de Internationale gezongen,
om haren wrevel tegen den kapitein
te luchten. 'De kolonel heeft aan de
gclieclc compagnie arrest opgelegd.
Nieuwe sabotagefeiten vallen eiken
dag in Frankrijk voor. Op de lijn Pa
rijs-Bordeaux zijn weer 30 telegraaf
draden doorgesneden.
In een redevoering bij gelegenheid
van de herdenking van den slag van
FEUILLETON.
Kil Geschenk m Jm Olliciir.
Eerste Hoofdstuk.
'I Was in 'I haitjc van den zomer en de
zon slond reeds hoog aan den hemel. Een
diepe stille lag drukkend op hel ullgcslrcklc
woud. (leen Wandje rilsclde. Zij hingen zoo
ticwcgenloos aan de lakjes der honken en
eiken, dal de schitterende stralen, die door
de zon op de hinderen geworpen weiden,
heldere lichtplekken toekenden.
Iii|nn geen enkel geluid verhrak dc diepe
stille van liet woud.Zwijgend huppelden
de vogclljcs door dc takken en de struiken,
of zaten stil in dc schaduw inct half
gesloten oogjes en kweelden al en toe
/.acht als in een droom.
Van uil dc verlc klonk zoo nu en dan het
scherp geroep van den specht of hel doffe
geklop van zijn harden snavel legen een
vermolmden hoorn: een eekhorentje school
pijlsnel door hel gebladerte, of het gcklap-
wlok van een houlduif werd hoorbaar - an
dere geluiden vernam men mol. zelts geen
lispelen van 'I gebladerte, dal toch hij 'I
minste luchtje door hel loovcr, hoorbaar is.
Hoornen, hinderen, vogels en eekhorentjes,
alles scheen Ie sluimeren of ton minste rust
Ie zoeken, daar de zon haar gloeiende slralcn
lonk o
out.
stapte parmantig voort en verkortte zich den
weg door zijn vroulijk gefluit, dat door 't
hosch weerklonk. Waar hij voorbijkwam ke
ken de vogeltjes nieuwsgierig uit hun schuil
hoeken en rekten de halzen, doch daar zich
dc vroolijkc snaak niet om hen bekommerde,
bleven zij rustig op hun plaatsen zillcn en
slaken de kopjes weer in de vccren. Hel
eekhorentje wiplc vlug tot in den huogstcu
top der hoornen, als de knaap naderbij kwam;
'I was cellier niet noodig, want hij gunde
'l levendige diertje nauwelijks een blik. I-link
slapie hij over I zachte mosinpijt of door
de heidestruikjes, terwijl hij slechts een heel
enkele maal zich hukte, als er een anrdhei,
zoo heerlijk donkerrood, van achter de blaad
jes opkeek; toch plukte iiij er zoo nu en
dan een, en liel ze zich goed smaken. Om
niets anders bekommerde hij zich, zelfs nicl
om de praelilige vlinders, welke op eenige
zonnige plekken in 'I woud, op kleine hier
en daar verspreide bloempjes rondfladderden.
Hel was een flinke jongen, hoog en slank
opgeschoten voor zijn Iccflijd, en hij had een
innemend, vriendelijk en knap gelaal. Lange,
bruine lokken vielen tot bijna op zijn schou
ders, zijn blauwe oogen fonkelden als kristal
achter de lange zijdeachtige wimpers, en zijn
innemend gelaal was er niet minder om. nil
hel door de zon gebruind was;'l zag er integen
deel schalks en gezond uil. Hij was zeer
eenvoudig gekleed; onderklceren, jasje en
broek uil linnen, dal was alles. Schoenen ut
kousen droeg hij nicl --«lal zou toch een
geheel overbodige weelde geweest zijn hij
die hitte en dat heerlijk zachte mostapijt.
Naast hem dartelde een sterke hond van
middelmatige grootte. Mooi was hij nu juist
niet, want zijn lang, zwart haar hing hem
verward over kop en lichaam, maar dal hij
trouw was zag men wel aan zijn oogen. Als
hij iets in 't woud hoorde spilste hij terstond
dc ooren, luisterde en keek zijn speelmakker
aan, als wilde hij zeggen: „Opgepast!"—
bemerkte hij echter, dal er niets gevaarlijks
Ie duchten was. dan kwispelstaartte liet goede
dier en draafde vroulijk naast den knaap verder.
Reeds hadden heiden een heel eind in 't
woud afgelegd, toen heel u.. de verle een
dof, nauwelijks waarneembaar geluid gehoord
werd, dat van lijd tot tijd met kleine tusschcn-
poozen werd herhaald. Dc hond spitste de
ooren en ook de knaap bleef slaan en hield
luisterend den kop Ier zijde. Een oogenblik
was hel stil; daarna hoorden zij weer een
gedempt, zwaar gekraak, als liet rollen van
den donder, doch bijna unhoorbaar en van
heel ver aan den anderen kant van 't woud.
„Gekkr^ vent I" zei de knaap tot hem, „wal
zou liet zijn? Een in de verte opkomend
onweer, anders niet. Je hoeft je niet bang
te maken, Hem! Kom gauw, vader zal al
wel een licelcn lijd op ons wachten
I)e jongen slapte door en de hond volgde
hem gehoorzaamtoch bleef deze van lijd
lol lijd staan en spitste de ooren, want dal
verwijderde gerommel scheen Item maar heel
niet te bevallen. Zijn jonge meester luisterde
gen reuk In 't woud, welken de knaap met
welbehagen opsnoof.
„He, Hem," zei hij tol den bond, „ik ruik
den houtslapel nl, en wc zijn er nu gauw.
Vooruit, Bcml"
Beiden verhaastten hun schreden en vijl
minuten later bereikten zij een open plek in
't wond, waar de grond zwart gekleurd was
door houtskool en koolstof, en waar bieren
daar, cirkelvormige, grooic plekken, aanduid
den, dat daar houtstapels geslaan hadden.
Er waren er ook Iwee op de open plek t<
zien; kronkelend sloeg dc rook uil de ope
ningen als uil zooveel schoorsteentjes in.de
hoogte, eii verspreidde alom den scherpen
genomen. Naast den houtslapel was een
grooic, breedgeschouderde man ijverig aan
'l werk: men had bevreesd voor hem kunnen
zijn, als men niet geweten had. dat hij de
kolenbrander was. Zijn kleeren en zijn gelaal
ir niet n
Daar b
ncrklc bij een scherpen, cigcuaardi-
ccn pookijzcr, dal meer op een eikentak
dan op een hazclstokjc geleek. Daarbij
voegde zich zijn kort gekuipt borstelig tiaar
en hel fonkelend oog, welks wit scherp afstak
gij zeker bang voor hem waart geworden.
De knaap en zijn houd waren cellier nicl
bevreesd; de hond blafte vroulijk en de
jongen riep blijde uit; „Dag vaJer, daar ben
ik weert De groeien van moeder, en zij zal
voor alles zorgen."
Toen dc kolenbrander de slem van zijn
kind hoorde, liet hij het pookijzcr rusten,
leunde er op en trok zijn mond tot een
glimlach, welke vriendelijk moest hcctcn,
maar er in werkelijkheid angstaanjagend
uitzag, wijl nu behalve het wit der oogen
zich ook nog de witte tanden iu het mooren-
gclnnt vertoonden. Tegelijk klonk zijn diepe
basstem, die niet aangenaam, doch zeerlieesch
was en ruw klonk door het kolenstof, dat
de ijverige werkman moest stikken, en
sprak: „Zoo Hans! Hen je daar weer? Nu,
dat verheugt mij! je kunt mijn avondeten
wel klaar maken, ik kan niet van den
houtstapel weg. Je behoeft maar even een
vuurtje aan ie leggen, en de soep wat
warm te maken. Er is nog voor ons beiden
genoeg van dezen middag. Heeft moeder je
anders liiets gezegd
„Ja wel," antwoordde de knaap. „Gisteren
was haar bijna een ongeluk overkomen. Er
zijn soldaten in T dorp geweest en die be
lui! waren ze ook al hinnc.gedrongen en
ze wilden geld en eten en drinken hebben,
en moeder zou hun dril wel hebben moe
ien geven, ofschoon zij hun geducht de
schinken waren en geen eerlijke soldaten,
als niet de officier insschcnbclde gekomen
was en den heelen troep liiel de sabel
geslagen en uit liet buis gejaagd had."
Wordt vervolgd.)