Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 35. Zaterdag 27 November 1909. Drie en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per post Afzonderlijke f 0.40 f 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereenig'ing De Eembode. Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Moet een Katholiek meedoen aan het openbaar leven De beantwoording van deze vraag, reeds voor het seizoen 1908-1909 door het Diocesaan Comité voor K. S. A. ter behandeling gesteld, werd j.l. Maandag in eene vergadering van liet plaatselijk comité voor K. S. A. te Amersfoort, opgedragen aan den bekenden redenaar Bruna van Utrecht. Door nitstedigheid van den voorzitter van het comité, den heer A. H. v. Kalken, nam de vice-voorzitter. de heer Th.J. H. Bianchi diens taak over en leidde den spreker van den avond in. na met den Christelijken groet de vergadering geopend te hebben. De heer Bruna besteeg daarna het spreekgestoelte en zeide, dat hij voor drie weken op deze zelfde plaats een bijna zelfde onderwerp behandelde, toen hij voor de propagandaclub „Leo XIII" sprak over de vraag „Waarom apologetische en sociale voorlichting?" De vraag, die hier aan de orde is „Moet een Katholiek meedoen aan het openbaar leven is eene zeer belang rijke vraag omdat vele Katholieken die- vraag ontkennend beantwoorden. Velen toch meeiten, dat wij. Katho lieken, dien plicht niet hebben, ja erger nog. er zijn er niet weinigen, die de meening zijn toegedaan, dat wij aan het openbaar leven niet mogen mede doen. Alvorens aan te toonen. dat de Ka tholieken wel degelijk moeten meedoen aan het openbaar leven, is het noodig de argumenten, die de tegenstanders van deze stelling aanvoeren even onder de oogen te zien. Er zijn mensehen, die zeggen „Och wij, Katholieken, wij vormen toch maar een minderheid en als wij ons op den voorgrond stellen helpt liet toch niet." Koomsch zijn is goed, maar de Room- sche uiting moet in eigen kring blijven. Deze menschcn willen zoo iets. als men in Amsterdam merken of liever niet mer ken kan. Als men daar de Kalverstraat doorloopt, passeert men drie verschil- ende katholieke kerken, zonder dat men er ook maar een opmerkt. Zij staan ge heel teruggedrongen en uit het gezicht. Zcm ook wil men de Katholieken terug houden omdat een openbaar optreden toch niet helpt. Anderen zeggen„Wat doet gij met al dat lawaai, die vergaderingen, en die actie? üij sticht er slechts twist en tweedracht mede en verstoort daar door de inwendige overpeinzingen en het stil gebed." Ja. men gaat verder en zegt: „Katholieken hebben met liet openbaar leven niets te maken. Hun eeltig doel moet zijn hun eigen ziel zalig te maken." Wederom anderen zijn er tegen, die redeneeren, dat de wereld een tranen dal >s. en een tranendal blijven zal, en nooit in een paradijs zal veranderen. Zoo tracht men van alle kanten aan te toonen, dat wij, Katholieken, niet mogen deelnemen aan het openbaar leven; want, zoo voegt men er dikwijls aan toe, 't is niets uan na-apen, wat de ongeloovigen reeds veel eerder ge daan hebben. Deze argumenten en nog veel meer, hoort men niet van kinderen of onge- letterden, doch van menschen van studie en diep doordenken. Als wij dus met zulke argumenten van zulke menschcn te doen hebben, is het een groot vercischte, dat wij pal staan bij onze overtuiging en onze stellingen kunnen verdedigen. 't Zwaarste argument, dat aangevoerd wordt is wel, dal wij de ongeloovigen nadoen, dat wij samenwerken met het ongeloof. Men zegt b.v„ dat toen de Katholie ken aan drankbestrijding gingen doen, de ongeloovigen daar al 50 jaar mede bezig waren; toen wij gingen werken aan woningverbetering, de Volksbond daar reeds lang mede bezig was, en wij 25 jaar minstens te laat kwamen; dat arbeiders organisaties eerst door ons werden ter hand genomen, nadat wij gezien hadden, dal ongeloovigen en andersdenkenden daar mede succes behaalden. 't Is waar, dat dit argument wel een van de belangrijkste is. Immers, wij moeten wel oppassen, in welk gezel schap men komt bij dit nadoen van anders- en nietsdenkenden. Doch van den anderen kant, even als wij iets slechts kunnen doen, kun nen ook andersdenkenden iets goeds doen. En als zij werkelijk iets goeds doen, dan kan men toch niet zeggen, dat, als wij hen daarin navolgen, wij iets verkeerds doen. t Is meer gebeurd, dat anderen deden, wat eigenlijk ons werk was. De tweede opmerking, die gemaakt wordt is, dat de wereld altijd een tra nendal moet blijven en nooit een pa radijs worden zal. 't Is ook volstrekt onze bedoeling niet er een paradijs van te maken. Wij willen slechts hetzelfde doen, wat ie mand doet. die zich ziek gevoelt, n.l. een geneesheer laten komen. Armen zijn er altijd geweest, zullen er ook altijd wel blijven, doch dit ontslaat ons toch niet van den plicht, om armoede te lenigen en kan geen rede zijn het aalmoezen geven maar eenvoudig te staken. Zoo ook willen wij volstrekt niet van de wereld een paradijs maken, doch eenvoudig dit tranendal zoo dragelijk mogelijk doen zijn. Evenmin als er iels terecht komt van een tuin, waarin niet op tijd gewied wordt, evenmin komt er nok iets terecht van den tuin onzer samenleving al> daarin niet behoorlijk "»k door ons gewerkt wordt. De we reld is toch al slecht, laat ons nu trachten ze zoo goed mogelijk fe maken. Zeker, «nis einddoel is de Hemel, doeli ook hier op de wereld moeten wij onzen tijd goed doorbrengen. De K. S. A. is ons einddoel niet, doch slechts een middel om het einddoel te bereiken. Maar, zeggen velen, als men door die actie den vrede verstoort, wat dan Het uithangen van de Roomsche vlag is dikwijls oorzaak van veel twist. Het antwoord is eenvoudig. Een han delaar in prikkeldraad gaf dit antwoord toen hij boven een advertentie het op schrift plaatste: „De beste vredestichter is een heining." Wij. Katholieken, heb ben ons veel te tam gehouden en juist daardoor werd de vrede gestoord. In een huisgezin, waar vader en moeder steeds toegeven, en de kinderen huil zin doordrijven bestaat geen vrede. De beste manier om vrede te bewa ren is een grens te trekken. Wij hebben evenveel aanspraak op onze rechten als onze tegenstanders op de hunne. Maar. zeggen anderen, 't helpt toch niet. wij zijn in de minderheid. De minderheid is echter zoo groot niet cn al ware dit zoo dan n«<g moeten wij die minderheid beschouwen als het zout der aarde, dat alleen de wereld voor verderf kan behoeden. Wij, Katholieken, wij alleen zijn de bezitters van den tooversleutel, waardoor wat nog op aarde aan geluk is te krij gen, verkregen kan worden, 't Feit doet zich voor. dat velen in een on- gelukkigen toestand verkeeren, en wij allen moeten medewerken om den toe stand op deze wereld zoo goed mo gelijk te maken. Wij, Katholieken, zijn de eenigen, die den waren wegkunnen too nen. maar dan moeten wij die ook toonen. Nogmaals, wij beloven de on- gelukkigen geen paradijs op aarde, wij zeggen hun de volle waarheid, n.l. dat het nooit zelfs dragelijk zal wor den, als zij zelf niet medewerken. 't Huis der samenleving zal nooit goed worden als de materialen, de menschcn, niet goed zijn. Volmaakte menschen krijgen wij niet, doch wd kunnen wij ze zoo goed mo gelijk maken. Dit te bewerken is ons aller plicht, volgens liet devies van Z. H. den Paus: „In Christus alles herstellen". Hoe nu, zoo rijst de vraag, moeten de Katholieken aan het openbaar leven medewerken? Deze vraag behandelde spr. in het tweede deel van zijn rede. Wij, Neerlands Katholieken, kunnen deze vraag gemakkelijk beantwoorden. Wij bezitten door onze K. S. A. iets. wat andere landen ons benijden, waar door wij veel bij verschillende landen voor zijn. waarop wij trotseh kunnen gaan en steunen, 't Is echter een on gelukkige eigenschap van ons Neder landers, dat wij niet waardeeren, wat wij hebben. Bestond de K. S. A. niet, dan zou ieder zuchtend uitzien naar één groote organisatie en nu zij bestaat neemt men er geen notitie van. Aan het openbaar leven deelnemen staat gelijk met aati de K. S. A. deel ne men en dit kan reeds verkregen worden door zich op de hoogte te stellen van wat de K. S. A. doet en wil doen. Een prachtige bron daartoe is het Maandblad voor de K. S. A.. welk tijdschrift slechts 60 cent per jaar kostdoor een abonnement daarop steunt men tevens het centraal bureau te Leiden, wier finantieele werkkracht veel zal afhangen van het abonnenten- lal van het Maandblad. Een andere wijze van aan het open baar leven deel te nemen is liet werken of andere speciale vereeniging, bij de K. S. A. aangesloten. Hierbij moeten wij ons echter tevoren afvragen, of wat wij willen wij ook werke lijk kunnen, leder kan in eene vereeni ging helpen, doch meestal wil men deidr helpen, waar men meestal niet helpen kan, terwijl, waar men werkelijk helpen kan. men dikwijls niet wil. Als wij allen helpen en goed helpen dan zullen wij het fundament wezen van het gebouw der samenleving,waarin ons nageslacht wonen zal. Hoe dat gebouw er dan precies uit zal zien, welen wij nu nog niet. doch van onze deelneming in het openbaar leven zal het afhangen of dat gebouw hecht en sterk kan zijn. Die deelneming kunnen wij betonnen: n. door steun te verlecnen aan een of andere vereeniging, die bij de K. S. A. is aangesloten, b. door steun te ver kenen aan de K. S. A. zelve. Een daverend applaus was het loon voor deze rede, maar meer nog zal de redenaar zich beloond gevoeld hebben toen hem werd medegedeeld, dat de als altijd ook nu ijverige propagandisten van „Leo XIII" tijdens de vergadering 52 abonnementen op het Maandblad der K. S. A. hadden aangenomen. BUITENLAND. Zondagavond werd in dc voor deze gelegenhtiu feestelijk versierde en schitterend verlichte Sl. Pieterskerk te Rome een plechtig „Tc Deum" ge zongen ter gelegenheid van het zilveten bisschops-jubile des pausen. De plech tigheid werd geleid door kardinaal Rampolla, werd bijgewoond door een groote menigte geloovigen, een talrijke schaar geestelijken en leerlingen van Romeinsche colleges en seminaries, en verschillende geestelijke waardig- lieidsbekleeders. In de nabijheid van het Vaticaan waren ook thans weder evenals de vorige week verschillende huizen geïllumineerd. De socialistische gemeenteraad van het Italiaansche stadje Verona heeft gemeend, dat het tegen de vrijheid indruischt als men nog langer voort ging met de oude gewoonte, om up school voor het begin der lessen te bidden, en heeft daarom dat bidden op de scholen maar verboden. Een groot aantal schooljongens van een bepaalde FEUILLETON. Na den storm. 6) Dc aanbrekende morgen schonk hel in hel vijandelijke land uit den koers gedreven vaartuig wel een oogenblikkelijkc veiligheid, doch levens herinnerde hij den kapitein, dal hij geen middel mocht verzuimen, om zijn schip goed en wel weer veilig in zee Ie brengen. Dal was echter niel zoo gemakke lijk: wind cn weder, waardoor de kapitein in zulk een moeilijke positie gekomen was. moesten hem nu ook helpen, om de bedreigde schepelingen er weer uil Ie helpen. Hel uit zicht daarop was echter onzeker. Eelt dichte herfstnevel sloot het schip in, welke verhin derde te zien en gezien te worden. De storm was bedaard, liet hruischen der branding was echter nog duidelijk hoorbaar. Onder deze omstandigheden achtte de kapi tein liet zijn plicht de bemanning niel langer onkundig te laten van den wcrkclijken toe stand. Een deel hunner had tot dan toe onophoudelijk aan dc pompen gewerkt cn het was aan hun ijverig pogen gelukt dc massa water, welke in 't schip gedrongen was, er bijna geheel uit te verwijderen. Thans volg- u zij o i de o rige b i kapitein Tisdalc temidden zijner «iffi- :n stond. In weerwil van de verbazing, zich bij 't hooren zijner woorden van hen ster maakte, deelden deze, tot op den scheepsjongen toe, de moedige vastberaden heid van hun kapitein, wiens voorbeeld hen ineer dan eens tot moed en volharding had aangespoord. Deze beval terstond alle toe bereidselen te maken lot een wellicht komend gevecht, en inplaats van de tot nu toe ge heven Russische vlag, de halve maan mei de sier aan den mast Ie hijschen. Misschien was deze verwisseling geen goed voorteelten, want voor men een uur verder was braken de zonnestralen door den droeven nevelsluier, welke al dieper cn dieper vau de hoogten der bergen necrglecd, waarom deze hing. Op hetzelfde oogenblik dreunde een kanonschot, afgevuurd op een der nabij lig gende batterijen, cn duidde aan, dat men daar waakzaam was. Het schip lag cchlvr buiten hel hereik van het geschut. Gelukkig was hel geland in een der vele, diep in 'I land drin gende natuurlijke havens, die geschikt zijn, om de van verre komende schepen uit dc stormachtige zee op te nemen en veiligheid en kalmte Ie verschaffen na de vele ultgc- cn bootjes scholen over de oppervlakte der zee in de richting der hoofdstad, ont de be woners ie voorzien van de voortbrengselen, welke hel land in meer verscheidenheid aan biedt dan de stad. Ofschuon men niet beducht behoefde te zijn, dat zij het vreemde schip onder bevriende vlag zouden herkennen, zag locli de kapitein aan den koers iets, wat hem heel Slecht aanstond, namelijk, dat de wind nog steeds uit zee woei, zuodat hij slechts door laveeren een uitgang van T kanaal z»u kunnen bereiken. Indien het mogelijk bleek, de bezetting der kustbattcrijcn, welke hel vaartuig door deze manoeuvre tot op ge- sprckalstand naderen moest, te misleiden, dan lag de weg ter vrijheid open, en binnen een paar uur kon het 't gevaarlijk kanaal door gezeild zijn. In 't tegenovergestelde geval monden te ontkomen, die aan weerszijden den ingang verdedigden en het kanaal in de lengte en in de breedte bestreken. Als men alles waagde, was er in 't ergste geval ten minste geen verlies meer te vrcczen. Na een kort beraad met zijn ondergeschikten gal dan ook dc kapitein hevel dc ankers tc lichten en het schip in de vaart te brengen. Nadat dit gchcurd was, begon het langzaam, als vreesde het een dreigend gevaar, de land tong tc naderen, welke dc haven bescherm de cn vandaar den koers naar den tegen- Bij deze beweging richtten zich aller oogen vol spanning in de richting, waarin aanslonds een nieuw gezicht zich voor hen zou ont sluiten. Daar geschiedde 't volgende: door den stroom gegrepen, welke voorbij de land tong schoot, hruischtcn de rollende golven sterker langs de kiel en schoot het schip in snellere vaart vooruit. Op "t zelfde oogen blik omvouwde zich voor hun oogen een panorama, zoo onverwacht, dat zells de rus tige vastberadenheid van den kapitein, welke op zijn trekken lag, plotseling in een onuit sprekelijke verbazing overging. In aller trek ken vertoonde zich dezelfde groote verwon dering. Wat deze plotselinge verandering te weeg bracht, werd veroorzaakt door niets minder dan dat zich opeens een hecle rij groote oorlogsschepen op korten afstand ver toonden, welke bijna de gehecle breedte van den Bosporus innamen en in volle rust voor anker lagen. 't Zou moeilijk vallen de verbazing te be schrijven. welke zich van beide partijen mees ter maakte. In allen geval was de indruk aan beide kanten acer verschillend. Bij dc Turken was het groote verwondering in aller trekken, bij dc In 'I nauw gebrachte hemanning van liet Russische schip sprakeloozc ver bazing. Kapitein Tisdale zclt streek zich on willekeurig over de oogen cn greep met de andere naar het scheepsboord, als vertrouwde hij zijn oogen niet en een steun zocht; zijn gelaat begon zenuwachtig te trekken, een oogenblik stond bij radeloos. Daarna ver mande hij zich, cn nadat hij een snellen blik op den nog onbeweeglijk daar iiggenden vij and geworpen had, keerde zijn vastberaden heid cn kalmte terug. „Wij mogen onzen koers niet veranderen," riep hij den in zijn nabijheid staanden stuur man toe, wiens handen werktuigelijk het stuurrad gegrepen hadden, terwijl zijn blikken een geheel andere richting volgden, „hier helpt geen talmen; dit is zeker, ze herken nen ons cn dan zijn we verloren, of dc mis leiding gelukt. Ferm aangepakt jongens, nu komt het er opaan te toonen, wie ge zijt, hult het schip van onder tot boven in 't zeil en maakt u gereed hun dc volle laag te ge- Een oogenblik liep een onderdrukt ge mompel door de rijen, toen zij hun ovcr- groote verbazing waren meester geworden; daarop volgde plotseling een doodelijke stilte. In 't volgend oogenblik klauterden een dozijn vlugge jantjes in de touwen cn hulden het gehecle vaartuig in een wolk van zeildoek, zoodat het op eene zwaan geleek, die met uitgespreide vleugelen voorldrecf. Snel vloog het verder cn zeilde toen, in de nabijheid van den tegenoverliggcndcn oever gekomen, met koenen zwaai zijn gevaarlijken tegenstander tegemoet. Allen zwegen cn vol spanning wachtte tnen den altoop. Nog slechts enkele Slechts op "t gelaat van den kapitein lag kalmte cn vastberadenheid. Zijn blik bleet steeds onafgewend op de rij der vijandelijke schepen gevestigd, om geen enkele aanwij zing, den dreigenden storm aankondigend, tc missen. Er waren slechts enkele luiken ge opend, waaruit zoo nu cn dan een hoofd tevoorschijn kwam; op 't dek stonden de wachtposten. Gelukte hel onherkend door dc vijandelijke schepen tc sluipen en zich uit het bereik van het geschut te houden, dan was er veel kans op, dat hel schip ook door dc beide uiterste kuslbatterijen als bevriend zou aangezien, cn hem het uilloopen niet be let worden. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1909 | | pagina 1