Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 36.
Zaterdag 4 December 1909.
Drie en twintigste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie n
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiün
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Correspoudcntiiin cn AdvcrlenliGn moeten uiterlijk Vrijdag
avond vopr uur aan liet bureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
EEN ERNSTIG SOCIAAL
VRAAGSTUK.
I.
'1 Znl wel door niemand betwist
worden, als men beweert, dat werk
loosheid een van de ernstigste en
moeilijkste der sociale vraagstukken is,
welke in onzen veelbewogen tijd ter
oplossing aan de orde zijn gesteld.
Over deze qnaestie schreef het katho
lieke Kamerlid dr. W. H. Molens
onlangs in de N. Venl. Ct:
Ken n
soort is zonder
toestand van lien, die werken kunnen en
werken willen, maar daartoe de gelegenheid
niet kunnen vinden.
Het ligt voor de band. dat deze kwaal be
zighoudt den geest van tien. die ze, vooral
bij liet naderen van den winter, persoonlijk
Maar. gelukkig, ook den geest van lieu,
die bet welzijn van anderen cn het algemeen
welzijn ter harte nemen, en ten dccïc door
luinnë positie daartoe verplicht zijn.
Zooals bij iedere kwaal moet ook bij deze
manisch'j
moeten de
spoord, en moeten de middelen daartegen
worden gezocht cn aangewend.
Middelen zoowel en in de eerste plaats tot
voorkoming, ter bestrijding, alsook lot leni
ging en verzorging.
Mede naar aanleiding van eenc in liet vo
rige zittingjaar der Stateii-Generaal gehouden
interpellatie werd bij Koninklijk Besluit van
Juli 1.1. in overweging, dat liet wensclielijk
is maatregelen te treilen ter voorkoming en
bestrijding van werkloosheid alsmede lol
leniging harer gevolgen, ccne staatscommis
sie ingesteld.
Door deze overweging erkent de Rcgec-
rlne, dat liet op haren weg ligt, tot hare
taak behoort, die maatregelen te treffen.
Aan dc commissie Is opgedragen 't onder-
a. in hoeverre de Regeering ovei de mid
delen beschikt oin snel en voldoende inge
licht te worden over den stand van dc hlu-
ncnlandsche arbeidsgelegenheid en den om
vang en den aard van werkloosheid in de
verschillende vakken en welke aanvulling
deze middelen behoeven;
b. wat de regeering kan doen, hetzij door
steun vau personen of corporaties, heizij
zelfstandig, zoowel Ier voorkoming ol be
strijding van werkloosheid als tot leniging
van de gevolgen daarvan.
De bedoelde commissie staat dus
voor eene mak van niet geringe be-
teekenis.
En 't is niet de eerste commissie,
die in 't leven geroepen werd, om het
sociale vraagstuk te onderzoeken, dat
onder den naam werkloosheid zooveel
ellende en armoede heeft gebracht.
Reeds in 1895 gaf het steeds schrik
wekkend toenemend gebrek aan werk
in Engeland aanleiding tot een ge
dachtewisseling in het Britsclie par
lement. Werd tot dan toe elke discussie
daarover van regeeringswegc behendig
of brutaal onderdrukt, ook de regee-
riug zag toen den bestaauden toestand
zoo somber en dreigend in, dat zij
beloofde een commissie te zullen be
noemen, die het vraagstuk der werk
loosheid zou onderzoeken. Zij stelde
derhalve voor, dit onderzoek te bepa
len tot: 1°. de uitgestrektheid der ar
moede., voortspruitende uit werkloos
heid; 2° de macht, die plaatselijke
autoriteiten thans bezitten, ottj in zulke
gevallen te voorzien, en 3". welke
stappen alsnog, hetzij door wetgeving,
hetzij door verandering in administra
tie, konden gedaan worden, om dat
doet te bereiken.
Zoo ontzettend was dus de werk-
nood onder dc arbeiders in het na
burig Engeland toen reeds, dat het
niet langer aanging daarvoor moed
willig de oogen te sluiten, maar een
werkdadig optreden daartegen door
den drang der omstandigheden gebo
den werd. Men wilde tegen de ellen
de, die steeds wassende bleef, een
dam opwerpen, opdat de werkmans
wereld er niet onder bedolven zou
geraken.
Wat nu het onderzoek der Com
missie, door de Engelsche Regeering
daartoe aangewezen, te dier zake al
daar heeft uitgewerkt, is niet van dien
aard geweest, dai men er gunstige re
sultaten door verkregen heelt. Dit mag
evenwel niet laten ontmoedigen. Een
onbevooroordeeld onderzoek zal de
moeite eraan verbonden zeker wel
voldoende bcloonen.
Wat echter voor Engeland noodig
werd geacht, kan evenzeer ook vooral
mzen tijd voor ons land gelden,
ai neemt de werkloosheid hier nimmer
zulk een reusachtigen omvang als bij
de groote ondernemingen, die ginds
worden aangetroffen. Ook in ons va
derland heeft dit maatschappelijk euvel
meermalen zelfs een zeer verontrus
tend karakter gekregen, waardoor, naar
het ons althans wil voorkomen, een
opsporen der redenen vau dien onge
meten maatscltappelijken toestand een
nuttige en looneude arbeid heeten mag.
Een eerste en voorname oorzaak van
werkloosheid moet worden aangewe
zen in het in onze dagen zoozeer in
hel nauw gebrachte kapitaal. Zij, die
voor eenige jaren van hun kapitaal
zorgeloos konden leven en zich nog
eens de weelde van lielhebberijwer-
ken konden veroorlooven, zijn thans
soms blijde, indien zij met een zorg
vuldige spaarzaamheid hun stand kun
nen ophoudenaan weelde-uitgaven is
voor hen geen denken meer. Veelal is
de schijn van welstand slechts over
gebleven. Deze heeft op die, gene op
een andere wijze zijn kapitaal zien in
krimpen, of, bij behoud van het bezit,
toch het inkomen aanmerkelijk zien
afnemen. Hoeveel kapitalen zijn niet
in ondernemingen gestoken, die eerst
een flink dividend atwierpen, doelt la
ter wegens onhoudbare concurrentie
niet alleen geen dividend meer ver
schaften, maar soms het gehccle ka
pitaal in de kwijning of ondergang van
zaken meesleurden. Hoeveel takken van
nijverheid werden bloeiend gemaakt
met het geld van benijde renteniers,
wien een soliedc geldbelegging werd
voorgespiegeld, tot liet bleek, dat ze
deerlijk misleid waren; en toch kwa
men de renten dier kapitalen evenzeer
den werkman ten goede.
Wij laten hier liet kapitaal onbespro
ken, dat door woekeraars, uitzuigers
en bcurszwendelaars bij millioenen en
milliocncn tergend wordt opeengehoopt
en de maatschappij in een niet al te
verre toekomst bange oogenblikken
bereidt wij spreken hier slechts van
het kapitaal, dat een onmisbare kern
van onze welgeordende samenleving
uitmaakt, en dat toch zoovele aanval
len te verduren heeft. Als een onder
neming. van welken aard ook, die op
aandeelen berust, zooveel voordeel af
werpt, dat een ruim dividend kan wor
den uitgekeerd, dan is tevens voorde
benijders van liet kapitaal een wapen
gesmeed om daartegen los Ie trekken
maar de kapitalen, die in den maal
stroom der heerschende malaise soms
spoorloos verdwijnen en den voorma-
ligen bezitter zijn buidel doen inkrim
pen tot armoede toe, daarop wordt
minder gelet.
liet kapitaal, in de nijverheid gesto
ken. heeft het dus hard te verantwoor
den, maar ook het kapitaal in porte
feuille beleeft een moeilijken tijd. De
rentenier, die zijn geld, waarvoor hij
zich soms jaren lang heelt afgesloofd,
in fondsen stak en zich hiermede
meende gewaarborgd te zien voor zijn
ouden dag, ziet zijn inkomen op on
rustbarende wijze verminderen. De
eene conversie is in de laatste jaren
nauwelijks geschied, of een andere
werd weder in het verschiet gesteld,
of wat nog erger is, cn wat mede aan
de orde van den dag schijnt gesteld,
zijn fondsen worden onder de nood
lijdenden opgenomen. En dan hoort
men nog jubelen als zoo'n gelukkige
bezitter door volksopruiers als uitzui
ger en wat al niet ineer wordt uitge
jouwd.
Hier vragen wij slechts: moet in
het aangehaalde betoog niet mede een
tastbare reden gezocht worden voor
de werkloosheid van onzen tijd?
BUITENLAND.
FRANKRIJK.
In de Fransehe Kamer is bij de be
handeling van het budget van Eere-
dienst door den katholieken afgevaar
digde abbil Gayraud een krachtige rede
uitgesproken over den locstand der Ka
tholieken in Frankrijk. Hij begon met
te wijzen op de vijandigheid van som
mige ambtenaren tegen de Katholieken.
Armen werden van bedoeling uilge
sloten. alleen omdat zij hunne kinde
ren naar katholieke scholen zonden.
Hij vroeg vervolgens, dat men meer
congregaties, die autorisatie aanvragen,
zou erkennen, daar het toch immers
een wanstand is, dat Fransehe burgers,
die alle door de wet geöischtc graden
bezitten, worden beroofd van een recht,
dat eiken burger gemeen is, alleen om
dat zij hun godsdienst uitoefenen op
een manier, die aan de meerderheid
der Kamer mishaagt.
Ook toonde hij aan, dat, daar de
Katholieke Kerk door den Paus wordt
geregeerd, het niet aangaat, dal een
regeering godsdienstige quaestie's be
handelt buiten den Paus om. Vervol
gens wees hij er op. dal de seheidings-
wet tegen Joden en Protestanten ge
heel anders wordt toegepast dan tegen
de Katholieken.
Met de gevolgtrekking, dat, even
als de republiek zelve vrijheid van ge-
welen eischt, ook de Katholieken voor
zich hetzelfde eischen, sloot deze
priester zijn meermalen door heftige
opmerkingen onderbroken rede.
Nadat Briand op zijn manier aan
't woord was geweest, trachtend aan te
toonen.dat de plichten vanden Fransch-
man strijden met die van den Katholiek,
antwoordde abbé Gayraud; „Wanneer
gij in een Fransehe wet een verplich
ting voorschrijft, die in strijd is met
ons katholiek geweten, dan zuilen we
nog weten te sterven voor ons geloof.
Uit naam van alle Katholieken gaf
hij de verzekering, dat de Paus steeds
in de Fransehe Katholieken gehoorzame
en toegewijde kinderen zal vinden.
Een andere uitstekende rede. bij dil
zelfde debat gehouden, was die van
den katholieken afgevaardigde van
Seine-et-Oise, den heer Gauthier, die
op degelijke gronden de zelfmoord be
streed, waaraan Frankrijk zich schuldig
maakt.
Vooral kwam hij op tegen de wijze,
waarop het Nieuw-Malthusianisme pro
paganda maakt, en de autoriteiten doen
weinig daartegen.
Briand verklaarde wel, dal dit niet
zoo was, dat de autoriteiten maatre
gelen nemen en dat de rechtbanken
veroordeclingen uitspreken, waartegen
FEUILLETON.
Na den storm.
7) Intusschcn k\
rulle oc
blik.
i dit i
uitgevoerd worden, steeds nader. Reeds door
sneed dc kiel van hel fregat in eene richting
de op dil puol minder groote breedte der
reeüngle; rijn eerste wending zon hel onver
mijdelijk in de nabijheid brengen van liet
vaniluig, dat aan de uiterste punt geankerd
lag. In dit dreigend uogeublik liet de kapi
tein de onnoodigi' manschappen onder
dek koinmaiidccren, om alles voor het ge
vecht in gereedheid Ie brengen en bleef hij
Slltrctl op dek. Reeds stonden deze gereed de
groote raas naar den wind te draaien en daar-
dooi het schip beter te doen koeren, toen dil
plotseling van hoord van hel vijandelijke schip
werd aangeroepen. Op dat oogenhlik draai
de hel en keerde het dit den spiegel loc. Nii
gebeurde, wal kapitein Tisdnle gevreesd had.
Honderd oogen, welke lot nu slechts den koers
van 'I schip met opmerkzaamheid gevolgd
hadden, cn wien zijn plotseling verschijnen
weliswaar vreemd, doeli niet genoeg verdacht
voorgekomen was, om cr een schip van den
vijand in Ie zien, Inzeil plotseling den naam
er van, welke met duidelijk leesbare letters
nnn den spiegel geschreven stond, en wel
ken men inderhaast niel had kunnen vcr-
vi-rhcrgcn. Een luid geroep, dat zich vau dek
lol dek voortplantte, was het natuurlijk ge
volg dezer ontdekking. Als een gebrul konk
het den kapitein in de ooren, die nu ook geen
oogenhlik meer twijfelde, hel taaiste middel
aan te wenden, om zijn schip te redden en
zich den verbluften vijand in zijn ware ge
daante te tooncn. In een oogenhlik was de
valsche vlag uit den mast verdwenen en die
der Russische marine geheschcn. Tegelijker
tijd schoot een vuurstraal uit de dubbele rij
der geopende geschutpoorten cir cr volgde
een losbranding, welke met heftig gebulder
de heerschende stilte verbrak, en met dui
zendvoudige echo's van de nahijzijnde ber
gen terugkaatste. Krakend vlogen de moor
dende kogels in den romp en door het want
van liet vijandelijke schip, waartegen deze
doodclljkc aanval gericht was. cn het ge
kerm der gewonden bewees, hoe verschrik
kelijk het vernielende kanonvuur onder hen
had huisgehouden. Tegelijkertijd weerklonk
van de overige schepen een gehuil, als van
„Vlug weer geladen, jongens!" riep dc
kapitein, toen de optrekkende rookwolken hem
in staat stelden ecu blik Ie werpen op hel
tot wrak geschoten schip, „vooruit, nog een
volle lading, voor ze tot bezinning komen!
Als we met de andere zoo goed kbjar
komen als met deze, zullen we weldra uit
het verwensehte kanaal komen. Geeft acht!
Er mag geen schot getost worden dan op
bevel! Ha, er komt leven in," riep hij uil,
met dehandopdcvijandelijkcsehcpeii wijzend,
„wij hebben ze uil hun morgcnslaap gewekt I
Wend het schip m
dat zij ons niet terzijde ouder schot krijgen
Inderdaad was deze snelheid uiterst nood
zakelijk, want het lulde geroep op de vijan
delijke sche|ien bewees, hoe vlug men zich
hersteld had van dc groote verwonde
ring, en middelen aanwendde om den onver-
wachten tegenstander te lijf te gaan. Een
driedubbele rij vuurmonden bedreigden hen,
en honderden matrozen, die zoo juist nog
zonder zorg over 'l dek slenterden of in hun
ren bezig met de ankers op te winden.
Nauwelijks had dc kapitein zijn bevelen
gegeven, of dichte rookwolken omhulden liet
dichtst nabijgelegen schip en sissend vloog
dc lading over liet zeevlak. Een blijde juich
kreet aan boord der „Maria Magdalcna" be
wees den vijandelijken mariniers, hoe slecht
zij geschoten hadden.
„Bravo," riep kapitein Tisdnle zells uil, die
met angstige spanning het veel sterker vuur
van dit groote vijandelijke schip afgewacht
had, „nu zullen we je ook nog eens groeten!
Vmirl" commandeerde tuj met een siein,
welke zelfs tot in de uiterste hoeken van hei
schip weerklonk, en weer drongen de kogels
der „Maria Magdalcna" krakend in den romp
van den driedekker. Tegelijk school hij weer
dc vijandelijke vloot te verwijderen. Nu cchlcr
snelden ook dc vijanden met grootcr kracht
toe. De ankers waren opgehaald, dc zeilen
I fladderden in de lucht, een leger van vaar-
tuigen zetlc den vcrmetclcn aanvaller na,
die tot dan toe zoo stoutmoedig hun 't
hoofd geboden had, zonder door een enkel
schot getroffen Ie zijn.
„JongensI" schreeuwde de kapitein, „nu
komt het er op aan, de vleugels Ie reppen I
Als die daar ginds zwijgen zijn wij ge
red! Zet alle zeilen bij: sleehls snelheid kan
ons redden!"
Bij deze woorden wees dc kapitc n op de
aan den ingang van den Bosporus gelegen
batterijen, welke tol nu loe nog geen toeken
van leven gegeven hadden. Onvermijdelijk
moesl een der beide genaderd worden, daar
de wind niet recht in de zeilen blies, en nu
kwam 'I oogenhlik, waarop het schip meer
cn meer dc Europccschc kust naderde cn
onder het bereik kwam der daar geplaatste
kanonnen. Angstig wendden zicli aller blik
ken daarheen, waar zij vreesden een twee
den, waarschijnlijk niet minder gevaarlijken
tegenstander het hoofd te moeten bieden.
Natuurlijk had invn ook van daaruit reeds
lang hel aankomend schip bemerkt, doch had
't ware wezen er van, evenals de matrozen
op de vloot, tot dan toe niet-kunnen vast
stellen. Toen cellier het gebulder van het
gesehut de stilte verbrak, was de bezetting
verschrikt op haar post gesneld, vreezendc.
dal dc vijandelijke vloot misschien onbe
merkt den ingang van den Bosporus genaderd
was. Middelerwijl was zij toch uiterst verrast,
toen zij liet met volle zeilen op de batterij aan
snellende vijandelijke schip herkende, welks
nabijheid voor een ieder onverklaarbaar was.
Werkelijk bood de „Maria Magdalena",
volle zi
zijn v
volger:
uilsucllend, cn alle krachten inspannend hun
te ontkomen, ecu prachtig gezicht. Evenals
het door den jager vervolgde edelhert trachtte
liet zich uit dc hein gcs|>anncn netten te be
vrijden en een terrein Ie bereiken, dat hein
grootcr voordeden bood dan zijn vervolgers.
Deze eehler, veel sterker en krachtiger, juich
ten reeds in de hoop, den vliedenden buit
te bemachtigen. De Pasja zelf, door dil on
verwachte schouwspel van het raam in zijn
hooggelegen paleis naar beneden gelokt, keek
van uit zijn veilig standpunt enkele minuten
lang er met zichtbaar welgevallen naar. voor
bij het bevel gaf het zware geschut der kust-
battcrijcn te richten, cn het vaartuig, indien
hel nog dichter naderde, in den grond te
vóór de stuurman der „Maria Magdaicna"
het bevel van den kapitein had kunnen uit
voeren, fiolen reeds de zware kogels van
uit de batterij, en slingerden dood en ver
woesting onder dc van schrik verstijfde be
manning. De voormast brakatsccn rietstengel,
duur den storm geknakt; de matrozen, die
aan de zeilen bezig waren, stortten met hen
in zee, een deel der op hel dek slaande man
schappen werd zwaar gekneusd en 't an
dere door kartetsen gewond of gedood. Dc
geheele bemanning vluchtte, door een pani-
schen schrik aangegrepen, betiedenüeks. cn
slechts de kapitein en de eerste luitenant ble
ven aan liet roer. waarvan jiiistttcStuurinan
was weggeschoten. Van alle kaaien weerklonk
't gekerm der gewonden, wier ledentalen over
'I dek verspreid lagen. Word! vervolgd.)