Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 3.
Zaterdag' 20 April 1912.
Zes en twintigste Jaargai
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden.
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniglng De Eembode.
Prils der Advertentlën
Van 1 tot 6 regelst 0.30
Voor iederen regel meeri 0.05
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
BLOEI.
Als een zwartkijker van de donkerste
soort zou men hem moeten beschou
wen, die niet met blijdschap en vreugde
waarneemt het rijk opbloeiend Katholiek
leven, zich hier te lande alom openbarend.
Zeker, er is nog veel te verbeteren,
nog veel te werken en te strijden. Maar
mag dit een reden zijn om niet onder
dankend opzien naar Omhoog, z cli tc
verheugen i:i hclgecn verkregen v/erd?
Wanneer wij eens in het verleden
blikken en een vergelijking maken met
den toestand een zestig, zeventig jaar
terug en nu, dan stemt 't blij en dank
baar, te ontwaren, dat we met volle
recht van vooruitgang mogen spreken.
Toen nog slechts een gloren van
den dageraad na eeuwenlangen nacht
an verdrukking en vergetelheid.
Toen nog de stigmata van het lijden
i langen, kommervollen strijd, die
aan de eene zijde vervolging, aan de
andere zijde enkel martelaarschap was.
Toen vaak nog de oude, verweerde
bouwvallige huis- en scliuurkerkjes,
met onbeschrijfelijk wee en voor
i niet meer te begrijpen kommer,
in vele opzichten een Catacombenleven.
Toen druk en zorgen, leed en tranen
- maar bij „houten kerken toch een
gouden geloof".
Toen ook een, zij het bescheiden,
schare van stille, stoere werkers, vaak
met rijke talenten begaafd, die de trouwe
kudde van Christus'schaapstal zorg
zaam weidden en leidden met opoffe-
feringen, hier Boven alleen bekenden
thans voorzeker duizendvoudigbeloond.
Toen ook een meer en meer door
breken van de zon der vrijheid, nadat
de Grondwet van 1814 de rechten en
vrijheden der Katholieken had gewaar
borgd maar nog lang niet feitelijk
ingevoerd.
Toen een verrijzen van de „Water
staats-kerken", maar nog een geheel
sluimeren van de Christelijke bouwkunst.
Tientallen van jaren zijn sinds heen-
gegaan.
En thans?
Past nu niet een blijmoedig danken
tot de goddelijke Voorzienigheid voor
zooveel genade, ontferming en zegen?
Mocht niet, nu reeds jaren geleden,
onze doorluchtige Kerkvoogd verklaren
„dat misschien in geen land ter wereld
de Katholieke Kerk zoo bloeit als hier".
Thans het oog vol bewondering en
het hart vol verrukking op zoovele
prachtige tempels en op de rijke kunst
da; rbinnen, producten van duizend
voudige offergaven, door arin en rijk
blijmoedig gebracht, vaak worstelend
met nog altijd ingekankerde tegenwer
king, maar met Gods zegen toch win
nend in 't eind.
Thans een Geestelijkheid het zij
met allen eerbied voor de Priesters van
voor zeventig jaren, met hun stillen geest
van gebed, verstorven leven, strengen
eenvoud en bescheiden plichtsbetrach
ting, gezegd algemeen erkend en
gehuldigd om bekwaamheid en om zede
lijke grootheid en om innige vroomheid.
Thans een gaan onzer Priesters tot
het volk en onder het volk, zich be
moeiend met de sociale nooden, op-
richterd, besturend en bezielend Pa-
tronaUu, Jongelingsvereenigingen, Ar
beiderscorporaties, Kruisverbonfien enz.
enz., in één woorddrijvend een
vruchtbare sociale actie. De Encycliek
Rerum Novarum riep een legioen van
volijverige sociale werkers tevoorschijn,
die Nederland overdekten als meteen
net van Katholieke Vereenigingen.
Thans een schier weergalooze bloei
van ons kloosterleven, altijd een tee-
ken van echt gezond en krachtig gods
dienstig leven. Kuischc en devote zie
len, een leven van zelfverzaking en
offervaardigheid, pit en merg in onze
Katholieke jeugd, een hoog zedelijk en
godsdienstig peil, in één woord het
zoo veelvuldig streven naar het ideaal
van het religieuze leven, dat alles
getuigt voor Hemel en aarde van de
brave ouders, de godsdienstige huisge
zinnen, waar de vroomheid en reinheid
van het jonge geslacht stijgen tot den
heldenmoed der Evangelische vol
maaktheid.
Thans heerlijke uitingen overal van
godsdienstzin en zedelijken ernst, van de
Christelijke charitas in hare veelvul
dige vertakkingen.
Zie het Vaderland meer en meer ge
zegend met inrichtingen van onderwijs,
waar het Veni Creator wordt gezongen
en het Kruisbeeld hangt aan den muur.
Zie het onvo prezen Retraitenwerk,
den bloei van talrijke devoties, heel
het opgewekte kerkelijk leven.
En ook onze ontheffing aan aloude
voogdij, onze staatkundige emancipatie,
onze moedige deelneming aan het
openbaar en politiek leven
Niet tot overschatting onzer krachten,
noch tot het in rustige rust nu maar
verder leven, verleide ons deze schets
van het Katholieke Nederland.
Vóór alles steeds en voortdurend
gestreefd naar zelfverbetering.
Mannen en vrouwen, den Christen
naam waardig, moeten allen zich too-
nen in handel en wandel.
leder in eigen staat en stand zijn
plichten vervullend, en het gebed niet
vergetend, zal die herleving en opbloei
van het Katholiek geloof in Nederland
hoe langer hoe heerlijker wordengeest
drift, offervaardigheid en volharding,
verhooging van het Katholiek gees
tesleven, versterking van onze Katho
lieke overtuiging, liet meer en meer
in aanzien komen der Katholieke we
reldbeschouwing, een degelijk op
voeden der jonge Katholieke generatie,
een al degelijker worden van het
Katholiek verenigingsleven, maar
vooraleen groei en bloei van het Ka
tholiek volkslevengodsdienstige en ze
delijken ernst van het Katholiek familie
leven.
BUITENLAND.
Uit Rome.
De H. Vader heeft in de Sixtijnsche
kapel in plechtige audiëntie ontvan
gen de bedevaart van eerste commu
nicanten uit Frankrijk. De kinderen
waren ten getale van 400, van 7 tot
11 jaar oud. Vele kinderen waren ver
gezeld door hun ouders, anderen door
Zusters.
Bij die groep voegde zich een an
dere, beslaande uit 500 kinderen, be-
hoorende tot de vereniging van Notre
Dame du Salut.
De Paus trad de kapel binnen, ver
gezeld van kardinaal V.innutelli. Pius
X ging op een zetel zitten, om
geven door tal van Fransche bis
schoppen.
Kardinaal Vannutelli hield een toe
spraak tot den H. Vader, waarin hij
Z. H. de kleine Communicanten voor
stelde. Vervolgens las een kind uit
Parijs een adres van toewijding
De H. Vader liefkoosde het kind
en richtte vervolgens tot de kinderen
de volgende woorden:
„Ik beveel u aan, zeer dikwijls, in
dien gij kunt, iederen dag te naderen
tot de H. Tafel, om u te vereenigen
met Uw Heiland.
„Dc weldaden door God u gegeven
door de Eucharistie, hebt gij gesmaakt,
alvorens de volle en algcheele kennis
daarvan ie hebben, wijl de heilige ge
negenheid des harten op uw leeftijd
nog wacht op de volle ontwikkeling
van het verstand."
Duitschland.
Voor de landsverdediging brengt de
Duitscher zware offers.
Het militairisme drukt als een loo-
den last de bevolking, en in weerwil
van alle vredesconferenties blijft de
vrees voor overvleugeld te worden
door een concurrent in de wereldpo
litiek, de machthebbers over onze oos
telijke grenzen voortdurend drijven tot
een steeds zwaardere bewapening.
En wanneer men zoo hoort van
hetgeen nu weer in voorbereiding is
ter versterking der Duitsclie weermacht,
zou men geneigd zijn, alles wat op mi
litair gebied door kleine staten wordt
gedaan, als van weinig waarde te gaan
beschouwen.
Zoo zal dan de infanterie met 17
bataljons worden vermeerderd, 6 csca-
drons zullen de cavalerie versterken.
Voorts worden er 41 nieuwe batterijen
geschut geformeerd, 6 bataljons genie
troepen en 106 tnachinegeweer-com-
pagnieén.
In 't geheel versterkt dit de Duitsche
weermacht in vredestijd met 29000 man.
En de onkosten?
Daar zijn natuurlijk mlllioenen mede
gemoeid. Voor dit jaar alleen reeds
bijna 80 millioen Mark.
Engeland.
In het Lagerhuis was in behandeling
het wetsontwerp, dat aan Ierland zelf
bestuur zal geven.
Na een levendig debat is 't ontwerp
in eerste lezing aangenomen met 360
tegen 266 stemmen. Van den kant der
liberalen en nationalisten lokte het
aankondigen van de cijfers een grooten
bijval uit.
Onder diepe stilte deelde minister
Asquith het zinken van de Titanic mede.
Hij voegde daaraan toe„'t Is een
van die schrikwekkende gebeurtenissen,
die spotten met alle voorzorg en de
verbeelding schrik aanjagen. Wij kun
nen alleen op onvolmaakte wijze uiting
geven aan onze bewondering, dat de
beste overleveringen ter zee schijnen
te zijn nageleefd en dat velen zich
gewillig hebben opgeollerd om dc eerste
kans op redding Ie geven aan hen, die
liet minst in staat waren zich te
helpen.
Portugal.
De straf Gods, is men geneigd uit
te roepen, wanneer men het volgende
leest, ontleend aan den correspondent
van een der groote bladen
„Gedurende de Goede Week vernam
een republikeinsch echtgenoot, dat zijn
vrouw in de kerk te Benavente de H.
Communie ontving. Juist toen zij de
H. Hostie uit de handen des priesters
ontving, stormde de vrijgeest ziedend
van drift het kerkje binnen en sloeg
de vrouw. De rnan wilde daarop Hen
priester te lijf, maar viel plotseling
dood neer".
De correspondent zegt verder, dat
deze vrecselijke dood in het volle kerkje
een geweldigen indruk maakte.
FEUILLETON.
De verloren Dochter.
27) En de gelegenheid deed zich voor.
Irmi en Brigillu kcciden eens terug van
een zieke, tot wie de gravin haar had ge
zonden. Reeds werden de dagen korter, en
de avondschemering begon reeds tc vallen,
toen zij dc Korenmarkt, een groot plein, be
reikten, waar icgcn den avond veel menschcn
bijeen waren. Ongehinderd gingen zij haars
weegs, en reeds hadden zij hel midden be
reikt, toen plotseling Erbe naast Irmi stond,
en haar aldus aansprak:
,,'l Doet mij groot genoegen dc juffer aan
Ie Ircfien. Ik heb u iels gewichtigs mee fe
deden en verzoek n onderdanig naar mij Ie
luisteren."
..Ik zou niet weten, wal u mij Ie zeggen
hebt, mijnheer F.rbe, in geen geval echter
il ik u aanhooreii," was 'I antwoord.
„Word niet boos. Elk woord van uw lip
pen kan mij zoo nameloos gelukkig maken.
Heeft de gravin u mijn aanzoek om uw
hand medegedeeld? En kwam de weigc-
ri"R werkelijk van u T
„Zeker, en moet ik de vraag nog e :ns bc-
uilwoordcn, zou even ik zeker mm zeggen."
■ilrml, ik zal u vermogend en gcae U ma
re», al uw wenschen zal ik Inwilligen...."
„Spaar u die moeite, mijnheer, 'I Helpt u
'toch niet."
,.Nu is 'l genoeg, mijnheer," riep Brigitla
uit. „Moei gij nog wal anders hebben, gij
kent 't huis van graaf Rolnach. Maak het
eerzame vrouwen niet langer lastig, als ik u
raden mag."
„En ik raad u Ie zwijgen. Oude vrouwen
doen 'I best zich niet mei zaken Ie bemoeien,
welke haar niet aangaan." Erbe was geheel
buiten zich zelve.
„Oude vrouwen," stoof Brigitla op, „wacht
mannetje, dat zal ik je inpeperen. Peter
Schinit, Jacob Meijer." riep zij Iwee voor
bijgangers aan. „Qij kent intj, Brigitla, dc
dienstmaagd, die al zoo lang bij gravin
Rotnach is!"
„Zeker kennen wij ii, Brigitla, wat is er
van uw dienst
„Bevrijdt ons van dezen hinderlijken man,
die ons vrouwen, lastig valt, als waren zij ik
weet niet wiel"
„Wat, dal kereltje? Maak gauw, dat gij
weg komt, vriendje, anders zullen wij je
eens fatsoen leeren."
„De drommel is je vriend) Ik heb van
jullie gespuls geen fatsoen te leeren,"
schreeuwde Erbe.
„Zoo, 't kereltje kan ook nog schelden.
Die woede zou hem kwaad kunnen hcrokkc-
neihij moet een afkoeling hebben."
Fr bad zich al gauw een kring om 'I drie
tal gevormd. De vrouwen waren reeds lang
wcen steeds kwamen er meer nieuwsgie
rigen bij.
„Waagt het niet mij aan te raken, ik ben
dc secretaris Erbe," riep deze moedig.
„Kijk, nu haalt 't mannetje den eerlijken naam
van anderen ook nog door 'I «lijk. Secretaris
Erbe is een geacht man, die heeft met zulke
dingen niets uitstaande. Pakt aan, kameraden!"
Erbe gevoelde zich opgetild, zijn hopeloos
tegenstrtbhelen hielp hem niets, en de ver
eelte handen, welke hem vasthielden, pakten
niet zacht aan. Onder schreeuwen en joe
len ging het voorwaarts, en eer hij er ge
dachte in had, lag hij op den bodem"vnn
het waterbekken eens kuipers. Kuchend en
blazend kwam hij weer boven. Weder duw
den zij hem onder, zetten hem daarna op
zijn beenen en gaven hem den raad gauw
naar huis te gaan, opdat hij geen koude
zou vatten. De aanvoerder van de troep
riep hem nog spottend na„Als gij nog eens
lust mocht gevoelen eerzame vrouwen lastig
te vallen, dan staat een nieuw bad te uwen
dienste; er is water genoeg in MUnchenl"
Erbe was buiten zich zeiven van woede. Hoe,
hij, dc secretaris Erbe, had zulk een verne
derende behandeling moeten verduren I en
klachten indienen ging ook niet; men zou
dan ervaren hebben, wat men om geen geld
mocht weten. In plaats van echter dc schuld
tc geven aan zijn stijfhoofdigheid en toorn,
schoof hij geheel de schuld op de arme Ir
mi. Zijn liefde tof haar veranderde dan ook
in gloclcnden haat. Hij dorstte naar wraak.
Irmi noch Brigitla vermoedden echter wat
er gebeurd was.
Dertien de Hoofdstuk.
Het feest van Maria Hemelvaart was aan
gebroken en München maakte ztch gereed
het met luister te vieren. Sedert lal van
eeuwen wortelt de vereering der H. Moe
dermaagd diep in 't hart der Beieren. In 'f
huis van graaf Rottnach was dc 19e Augus
tus bovendien nog van bijzondere betcckc-
nis, daar deze de naamdag der gravin was.
Talrijke gelukwenschcn werden haar ge
bracht, aanzienlijken en geringen wedijver
den daarin. Hierdoor was de gravin verhin
derd. zooals zij zoo gaarne wilde, zelf haar
bloemengave voor 't Mariabeeld neer te leg
gen; zij belastte daarom hiermede Irmi en
Brigitla.
Aan den voet van 't kapeletje knielde
het meisje om de bloemen te rangschikken.
Haar lichte sluier verschoof zich daarbij
even en haar gelaat werd zichtbaar. Toen
zij weer opstond, stond een in lompen ge
huld, woest uitziende kerel vlak naast haar
en keek haar brutaal In 't gelaat.
„Ha, ha, mijn duifje, jij bent het," riep hij
honend uit. „Ik heb altijd gehoopt je nog
eens terug te zien I Jij staat nog bij mij in
dc schuld, weel je van dat oude uilennest.
Zulke schulden kijk, die moeten betaald
worden. Qij hebt mij voor mijn leven ongeluk
kig gemaakt, dat zal ik je betaald zetten I"
Honend schudde hij zijn verminkte hand
voor haar gelaat. „Qe kent me toch nog
wel?" Ja, Irmi kende hem maar al tc goed.
Hoe zou zij dit grijnzend, boosaardige ge
laat hebben hunnen vergeten? Tweemaal
toch had zij 't al gezien. In doodsangst
klampte zij zich aan Brigitla vast. Deze had
van 't gesprokene slechts weinig gehoord,
en wilde Irmi haastig wegvoeren.
„Laten wij voortmaken," sprak zij, „wij
moeten hier niet langer blijven."
De landlooper versperde haar echter den
weg. en schreeuwde:
„Luistert, menschcn. dat meisje is een
heks, ik ken haar tot mijn ongeluk, maar al
te goed. Mij heeft zij voor mijn teven ver
minkt. Ziet eens, dal is haar werkt" Hij
stak zijn verminkt» hand in de hoogte.
„Dat jonge meisje, zulk een sterken kerel
als jij bent?" vroeg een der omstanders
ongeloovig.
„Laat zij het logenstraffen als zij 't kan.
üoede burgers van München," schreeuwde
hij nog harder, „duldt gl) een heks onder u
Weg met haar, In den kerker. Daar kan dc
heksenwachtcr haar halen, die weet wel,
hoe hij met zulke bczemsteelrijdsters moet
omspringen. Hij zende/e In den rook naar
den hemelt"
Luid lachte de schurk.. Irmi hid van al 't
gesprokene niets verstsan, Brigitla ssg hul
peloos om zich heen. Sleeds klonk een lui
der gejoel uit de menigte. Een heks t Dat
was de ontzettendste aanklacht, welke
tegen een vrouwelijk weien kon worden In-
gebrachtf in dien lijd, toen dc heksenwaan
nog zoo diep bij 't volk ingeworteld was.
(Word virvatgd