Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 4.
Zaterdag 27 April 1912.
Zes en twintigste Jaargang.
DE EER10DE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
n-ntsprtj» per drie n
Franco per post
Afzonderlijke nummers.
I 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereenlglng De Eembode.
PriJ» der Advertentldn
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor lederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
't Meifeest.
De nieuwheid is er ai lang af en het
dreigend aanzien ook van het
socialistische ..feest van den arbeid"
op I Mei.
Toen hel internationaal socialisme
in den jare 1890 voor liet eerst het
Meifeest zou gaan vieren, was heel de
wereld in spanning en onrust over de
dingen, die'zouden kunnen gebeuren.
Machtige veiligheidsmaatregelen wer
den door de Regeeringen genomen,
vooral in de nijverheids-centra, om
wanordelijkheden, misschien wel 'n
omwenteling te voorkomen.
Hier en daar was groote drukte,
veel geschreeuw, maar de betoogingen
op den eersten Meidag liepen toch
steeds zonder groute ongelukken af.
Wc mogen aannemen, dat het nooit
'I doel der socialisten is geweest om
op den eersten Meidag geweld te
plegen. De leiders wilden zelfs de
orde niet verstoord aten; dat wason-
practiscli in hun oog. Ze wilden 'I
schouwspel bieden van een waardig
feestvierend proletariaat!
Toch droeg de Mei-bcwcging vanaf
den beginne een zuiver revolutionair
karaktei't was altijd een socialistisch
feest en zeer kortzichtig waren zij.
die zich lieten verblinden door 't
woord „verbroederingsfeest", door den
naam „feest van den arbeid".
Dc arbeid en de arbeiders werden
op den voorgrond geplaatst; lotsver
betering der werkmansklasse heette het
doel, maar omverwerping der maat
schappelijke orde, van troon en altaar,
was en is het oogmerk.
Het socialisme is een verwoestende
macht. De arbeid heeft er niets meé
te maken. Het socialisme is de revolutie.
De gaandeweg vcrloopen wapen
schouw over de proletariërs op I Mei
betcekende voor de ordelijke samen
leving: „Wij maken ons gereed, om
u allen, die daar in vrede en geluk
leell en arbeidt, den oorlog zonder
genade aan te doen, tot er geen steen
meer aan uw huis, geen gulden meer
in uw kast is!"
De goede katholieke arbeiders bleven
dan ook, Goddank, steeds verre van
den socialistische» Meidag. Al moge
er hier en daar neiging hebben be
staan om eenigszfns mee te doen, de
oogen gingen spoedig open en zij
moesten niets meer hebben van dit
„feest van den arbeid".
Geen feestdag, maar een rustdag
dan
In dc Christen-jaren der Middel
eeuwen waren de rustdagen veel tal
rijker dan tegenwoordig. Aten scheen
toen te weten, dat hel leven geen
reeks droefheden en vermoeienissen is,
maar een afwisseling van werk en
vreugde.
Tegenwoordig zijn ze zeldzamer.de
dagen van rust, die aan den mensch
zonlicht en krachten schenken.
Waarom dan niet zoo'n feest der
lente, bij ontluikende boomen, zich met
groen tooiende weiden, de natuur ver
sierende bloemen
Ach, welk een illusie!
Het socialisme versmaadt den vrede
en voedt den haat, veracht de rusten
predikt den strijd.
als het was als voorheen een op
gaan van Christen-arbeiders om den
Schepper te begroeten, die al dc schoon
heden, komende uit Zijne hand en
door den winter gedood, doet herle
ven, o, als de werkers der Groo
te Werkman gingen vieren!
Neen, de katholieke werkman heeft
geen behoefte aan den rooden Mei
dag.
Onze Moeder de H. Kerk schenkt
leesten genoeg, om vrede te geven en
vreugde, verpoozing en nieuwe arbeids
kracht.
Leere al wal zwoegt door de weck,
den Zondag heiligen op de eerste
plaats. Op dien gemeenschappelijken
rustdag moet de werker in de heerlij
ke vrijheid van het kind Oods het
hoofd kunnen opheffen, om der. goe
den Hemelvader te danken en zegen
te vragen, altijd weer en altijd meer.
De katholieke volksbeweging in o:<s
vaderland, geleid door zoo goede gid
sen, gaat. den Hemel zij dank, meer
en meer dien weg op. Dr. Schaepman
z.g. zeide eens: „Ik ben een vijand van
werkstakingenmaar, wanneer de
maatschappij zóo diep zou vervallen,
dal zij op het stuk van Zondagsrust
■naar geen redelijk vertoog meer wil
de hooren, dan zou ik de eerste zijn
om te zeggen: Staken!"
't Leven der H. Kerk meeleven, het
welk zoo verheffend is voor het hart
van iederen mensch, en zeker voor
den werkman niet hel minst - zie
daar een heerlijk doel.
Ook wij hebben een Meifeest in on
zen heiligen godsdienst; wij gaan eerst
daags de Maria-maand in en Maria's
beeld met groen en bloemen sierend,
meermalen haar devoot onze liefde be
luigen, hare hulp afsmeeken.
En was de Aprilmaand niet gewijd
aan de devotie tot de H. Familie?
Hieruit spreekt wel de bijzondere
voorzienigheid Godsdat de vereering
van de Moeder-Gods en Sint Jozef in
onze dagen zoo toeneemt.
Nu het huisgezin meer en meer
wordt ontwricht, weelde en genotzucht
hand over hand toenemen en de chris
ten zeden vaak ernstig worden be
dreigd en geschaad, moeten wij, Ka
tholieken, meer en mevr onzen blik
richten op de H. Familie, in haar le
ven van eenvoud en arbeid, een ver
heven voorbeeld ter navolging.
Laat dan de socialisten loopen met
hun reeds tanende en vaak mislukte
Meidagviering. ons Katholieken
wordt in het Huisje van Nazareth,
in de H. Familie, een toonbeeld ge
boden.
Zoodra de wereld de lessen opvolgt
d<k&r gegeven, zal er vrede en rust ko
men in zoo menig arm menschenhart.
nu door hartstochten beroerd, ver
vreemd van Ood en Zijn dienst.
Worde steeds vaster in ons de over
tuiging; dat alleen door het goede te
doen, waar geluk, en vrede des harten
worden.
BUITENLAND.
BelgiS.
Dat een vaak gesmaad clericaal be
wind ook stoffelijk een land ten voordeel
is, bewijst België.
De regeering heeft sedert eenige jaren
menigvuldige verhoogingen van jaar
wedden en loon aan de meeste staats
bedienden en werklieden verleend.
Eenige volksvertegenwoordigers vrees
den dat dit al te veel zou kosten en
vroegen den minister van financiën waar
hij het noodige geld daarvoor zal halen.
De minister heeft geantwoord dat
de ontvangsten van den staat gedurig
vermeerderen, dank aan don voorspoed
van het land en het wijs bestuur der
regeering, en dat al die opslagen kun
nen betaald worden zonder nieuwe
lasten op te leggen. Voor het eerste
kwartaal 1912 beliepen de staatsont-
vangsten reeds 11.830.000 frs. meer
dan in de drie eerste maanden van 1911.
0uit8chland.
Het schijnt in de metaal-industrie
tusschen werkgevers en arbeiders te
gisten. Te Frankfort dreigt een groote
uitsluiting, die, wanneer dc onderhan
delingen niet tol een overeenstemming
leiden, 4 Mei beginnen zal. Met korte
tusschenpoozen wordi ze dan uitge
breid over heel Zuid-Duitschland, zoo
dat ten slotte 80 85.000 man zonder
werk zijn.
Volgens de patroons gaat het om de
bestaanskwestie van de Duitsche ine-
taal-industrie. Men moet aansturen op
langer arbeidstijd en lager loonen en
r.nders kunnen de werkgev irs de fabrie
ken wel sluiten.
Met zekeren angst ziet men natuur
lijk den verbitterden strijd, die zeer
waarschijnlijk zal uitbreken, naderen.
In den Rijksdag worden de leger-
voorstellen vrij kalm behandeld. Men
legt er zich blijkbaar bij neer: in
onvermijdelijke wordt berust.
Frankrijk.
Ras had de Sultan van Marokko zich
in z'n lot geschikt en de Franschc
bescherming aanvaard of er brak op
roer uit onder zijn soldaten, die dc
vreemdelingen wilden verdelgen. De
oproerlingen richtten een waar bloed
bad aan. Met de afgehouwen hooiden
hunner slachtoffers op pieken gestoken,
trokken ze moordend en plunderend
rond. De Fransche troepen waren ge
lukkig spoedig meester van den toe
stand, doch het gebeurde zal de Fransche
republiek wellicht aanleiding geven,
zich 'I Moorenland maar geheel toe te
eigenen.
De politie zit nog altijd de auto-J
bandieten achter de veeren. Zoo werd i W
dezer dagen te Ivry huiszoeking gedaan j H
bij een anarchist, verdacht medeplichtig rT
te zijn aan de misdaden der autoban
dieten. Op noodlottige wijze werd toen
ondervonden dat men op de goede
plaats zocht. Terwijl toch de inspecteur
Jouin zich in de woning bevond, werd
hij door den bandiet Bonnot neerge
schoten, terwijl een ander politiehoofd
zwaar gekwclst werd. De bandiet, de
beruchtste der bende, ontkwam.
Oostenrijk.
Te Weenen is onder voorzitterschap IJ
van den minister van BinnenlandscherT
Zaken een vergadering gehouden over
het bioscoopwezen
Uit alle groepen belanghebbenden lil
waren vertegenwoordigers aanwezig, (ju
Voorgesteld werd de vergunning tc.fi
beperken tot één bioscoop per 20.000'
inwoners, doch de vertegenwoordiger
der industrleclen was tegen elke be
perking. Een rechter, vertegenwoordi
gende de vereenigingen voor volksop
voeding, betoogde, dat bij de kinder
rechtbanken in een zeer groot aantal
gevallen door de kinderen als motief
voor diefstal werd opgegeven, dat zij
zich peld wilden aanschaffen om naar
de bioscooptheaters te kunnen gaan.
De vertegenwoordiger der paedagogen I
zag in het toenemen dezer theaters een
groot moreel gevaar voor de kinderen.
Amerika.
Kolommen worden in de groote kran-
ten volgedrukt met het relaas van de r
schipbreuk der „Titanic".
De meest uiteenloopcnde bijzonder- k
lieden worden door ooggetuigen mede- I
gedeeld en een commissie uit den Se--
FEUILLETON.
De verloren Dochter.
Daar lluistcrite een der omstanders Bri-
gltta in:
„Dn! wordt ernst, ga gauw met 't meisje
iu dc kerk, daar zijl gij veilig en kunt wach
ten tol de gemoederen wat bedaard zijn en
de menigte is uiteengegaan."
Brigitln volgde den raad en trok Irmi mei
zich mede, daar zij toch slechts weinig pas
sen heltodden af 1c leggen. Haar vervolger
wilde haar tegenhouden, doch 't lukte hem
niet met zijn verminkte hand. Hij ging op
dc trappen van 't kerkgebouw zitten en riep;
„Gij zil daar binnen evengoed als dc mui
zen in de valik kan wachten, tot gij cruit-
komt."
De beangste vrouwen Ingen voor 't altaar
geknield. God om hulp smeekend.
Grant Alhnn had met Berk en eenige be
dienden een rijtoer gemaakt, zijn weg naar
Imls voerde hern over dc Korenmarkt. Ver-
womteid zag hij dc woelige inenschciime-
I'igte. „Ua eens hooren, Berk, watertedocn
is," beval hij dezen. Benige minuten later
kwain George terug. „Twee vrouwen zijn be
schuldigd van hekserij, heer, zij zijn ge
vlucht in de nabijzijnde kapel, en nu wacht
de menigte, tot zij er uitkomen."
„Moeten er weer offers vallen aan dezen
trcurlgcn waanzin," riep Alban treurig uit.
„Die arme vrouwen, wie zouden het zijn?"
Een armelijk man was Alban genaderd. „Ik
ken ze beiden, heer," (luisterde hij. „Zij zijn
dienstmaagden van mevrouw de gravin, uwe
moeder, en hebben mijn zieke vrouw vaak
ecu lafenis gebracht. Vooral dc een had zulk
een onschuldig Hel gezicht, en die zou een
licks zijn? Dat geloof ik nooit."
„Goed gezegd, vriend, ik geloof 't ook
niet," antwoordde Alban werktuigelijk. „La
ten wij naar de kapel rijden. Berk; is't waar,
wat die man zegt, dan vrees ik, dat daar
kwaad gesticht wordt,"
Dicht voor dc treden der trap hield Alban
zijn paard staande. „Brigitta," riep hij luide.
Zij herkende zijn stem en verscheen in de
deur.
„Is Irmi bij u?" vroeg Aihan snel. „Ja'
gauw dan, er is geen oogenblik te verliezen."
Zij kwamen dc treden af. Toen riep haar
vervolger op schellen loon: „Daar Is dc aan
slaande van de heks, om haar tc bevrijden,
duldt 'i niet, menschen, in den kerker met
haar." Kceds strekte hij dc hand uit naar 't
meisje. Alban begreep, dal hier geen oogenblik
getwijfeld mocht worden. Zijn zware rijzweep
'viel zwaar op hoofd en schouders van den
landlooper, die een luiden smartkreet uitstiet.
„Houd je mond", riep Alban hem toe, zijn
paaro omkccrend. „Daar komen de stadsdie
naar» en 't mocht den strafrechter eens lus
ir Je je vingers gelaten
hebt."
„Dan kan ik hem precies zeggen,"voegde
George Berk er aan toe, „Ik was in de na
bijheid, toen dat gebeurde, en 't heeft niets
met hekserij uitstaande. Jij echter, vriendje,
je kon wel eens nadere kennis maken met
de galg, die daar staat, als je wel lief is."
„Zoo, ben jij er ook? Des tc beter, wij
moeten ook nog afrekenen,"
„Zeg dat niet, die wcnsch zou je rouwen
kunnen." Ongehinderd verliet Alban dc Ko
renmarkt. De jongeman nam de zaak licht
op, hfj *ag er slechts een wraakneming in.
De graa' echter, met zijn langere ondervin
ding, d.u-ht er anders over. HIJ kende maar
al Ie goed de draagwijdte van 't woord „heks."
Het bijgeloof aan bovennatuurlijke krachten,
was van de oude Germanen met hun „witte
wijven" op 't Duitsche volk overgegaan;
wel sluimerde het zoo nu en dan, doch werd
nooit geheel onderdrukt. Wie als heks werd
aangeklaagd, was zoo goed als veroordeeld.
Het was niet moeilijk bekentenis te krijgen,
daarvoor had men de pijnbank met haar ver
fijnde wreedheden. Weldra brandden In ge
heel Duitschlnnd de brandstapels, geen gouw
bleet er vrij van, Tc Nclsscn werden van
1640 lot 1651 duizend personen verbrand,
zclls kinderen beneden zes Jaar. Te Rottwell,
Nördlingen, Freiburg, Schaitstadt werden de
heksen bij menigte verbrand. Nog erger was
't in Straatsburg, waar van 1615-1635 on
geveer 5000 heksen den vuurdood vonden.
WUrzburg had van 1027—1629 slecht* ook
heksen aan te wijzen. Nog in 1740 werd
daar een vrouw als heks tot den brandstapel
veroordeeld I
Lange jaren gingen er overheen, om de
pest van den heksenwaan te beteugelen.
Itceds tegen 't einde der 16e eeuw kwam tc
Mainz dc geestelijke Cornells Loos er tegen
op. In dc 17e eeuw stonden weer twee kam
pioenen op In twee eerwaarde paters Jczuï-
ten, Adam Tanner en Frcderik von Spec, en
dc geleerde Thomasius. Belden eerstgenoem-
dvu overleefde zij, dc laatste nam den strijd
weder op met goed gevolg.
Al was dat noodlottig bijgeloof In beschaaf
de kringen zoo goed als uitgeroeid, onder't
volk woekerde het nog lustig voort, en wee
dengenen, die in de handen van den hekscn-
rechter vielen. Wie den vuurdood ontging,
verliet den heksentoren stellig met vermink
te en gebroken ledematen.
En als er nu eens een aanklacht tegen Ir
mi als heks bij den hekscnrcchtcr werd In
gebracht? Van dien vagebond stond dal niet
te vreczen. Doch konden zijn woorden niet
door een ander, gretig oor zijn opgevangen
Alban dacht aan Erbe, die door Irmiwasaf-
gewezen, en sidderde. Het meisje In den hek
senioren. haar tcedcre ledematen in dc vuis
ten van mannen, naar lichaam en ziel ge
broken. Neen dat kon en mocht nictl
Hij hoorde niet, wal zijn ouders inct el
kaar bespraken. Daar sei zijn vader: „Alban,
je moeder en Ik zijn dt mccnlng toegedaan,
dat het 'I best Is, Irmi voor eenlgen tijd
Mtlnchea dotn verlaten. Blljtt hst. naar Ik
hoop, rustig, dan'kan se gauw icrugkcersn
Mocht de schandelijke aanklacht werkelijk
Ingebracht worden, dan Is hel meisje voor 't
oogenblik veilig, en wij wlnnsn tijd."
„U hebt, als steeds, gelijk, vader. Maar zeg
mij eens hoe 't mogelijk zou zijn, zulk een
aanklacht tcgsn een schuldeloos kind In ie
brengen."
„Mijn zoon, even onschuldige en veel jon
gere kinderen zijn om zulk een hemeltergen-|
de aanklacht tot den brandstapel verweten,
„Doch onze edele vorst, zou die nog toe
geven?"
„De Keurvorst kent en deelt de gevoelens
van den edelen Spec en den geleerden Tho-|
maslus, doch blijft nog door d* wet gehou
den. Het blijft erbij, morgen verlaat Irmi ontj
huis bij 't aanbreken van den dag, Berk
zal haar naar Schurzer brengen, te WOrz-
burg."
„Sta mij toe, dat ik haar vergezel. Ik voord*
haar uit haar vtilig tehuis naar hier en ben
Slosscr borg voor haar gebleven."
„Ik begrijp uw wensch, doch kan die niet
inwilligen. Het meisje is slechts een dienst
maagd uwer moeder, en 't is niet passend
voor mijn zoon hasr te begeleiden. Uwe.
verplichting ten opzichte van Stotter Is se
dert haar lileizljn op mij overgegaan, tn ik
zal er wel voor zorgen. Berk is dit het best
toevertrouwd. Uw afwezigheid van hier kon
bemerkt worden en zou Juist, wat wij niet wen-,
schcn. de veiligheid van 't meisje in gevaar
kunnen brengen."
(Wordt virwtgd.)