Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 5.
Zaterdag 4 Mei 1912.
Zes en twintigste Jaargang.
DE EEIDIDE
'oor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
lil nummer beslaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
De geest van onzen tijd.
Onze tijd is een zeer ernstige.
Overal aan den weg staan waar-
wende tafelen.
Oe tuchthuizen zijn tot in den laat-
ileii hoek gevulil, voor een zeer
it gedeelte met de slachtoffers van
diggang en plichtsverzaking in bond
el de jcneverflescli.
In de couranten wemelt het van
oord-, diefstal- en messengeschie-
inissen, De rechtbanken kunnen niet
lor 't werk heenkomen, en de mis-
lad-albums zwellen tot al dikker
ar-folianten aan.
De ontevredenen ballen de vuisten
m knarsen op de tanden, in alle
landen van 't oud Europa treedt de
sociale vraag meer en meer naar voren.
De vredealles roept om vrede,
- en toch balanceert de vrede van
iuropa op hel scherp van een mes.
in waarheen alle krijgstoerustingen
enmaal zullen voeren, weten voor-
cker zelfs de keizers en koningen
elven niet.
De geest, waardoor thans velen
worden behccrscht, inoet noodwendig
:ldcn tot bederf.
Wij zullen hier minder spreken van
den sorialistischen geest, die reeds
too geweldig spookt, en wijsgecren
in staatslieden als met verbijstering
>laai: maar wij willen vooral wijzen
ip den geest van het militairisme, die
jver Europa rondwaart, en de volken
•laai met schrik en ontzetting. Die
jcest heeft noodlolliger wijze de vol-
<cn aangetast. Duitschland, door
lien geest geleid, doet zijne bevolking
iclilen over de ontzettende lasten en
iltulden, waaronder liet gebukt gaat.
- Oostenrijk's regeering heeft reeds
ren geleden openlijk verklaard, dat
liet militairismc den ondergang van
de Stalen zal zijn.
Inderdaad, diep treurige voorbeelden
geeft de wereld te zien, en toch reikt
de macht van dien geest al verderen
verder, zoodat ook onze natie, door
dien geest is aangetast.
Hoe is het mogelijk, zal menigeen
zich afvragen, dat de verblindheid
zoover gaan kan? Deze vraag welt
onwillekeurig op veler lippen, als de
loestand zich in zijne ware gedaante
vertoont.
Het komt ons voor, dat de geleerde
Hngclsche schrijver, Pater Faber, van
den tijdgeest eene juiste definitie ge
geven heeft. In een zijner werken
waarin de geesl der wereld met on-
wederlegbare juistheid wordt gecarac-
teriseerd, zegt hij:
„De geest der wereld is in de eene
eeuw verschillend van de andere. Nu
eens openbaart hij zich door eerzucht
in de hoogere klassen en door onte-
redenhcid in de lagere standen, dan
weder door de liefde voor het geld,
de weelde en de dwaze uitgaven." Wij
ragen hier: zijn de opmerkingen van
den geleerden schrijver niet volkomen
op onze tijden van toepassing? Zijn
de ontevredenheid en de verkwisting
niet aan de orde van den dag?
De geest des tijds. waarmede zoo-
vclen zijn bezield, en waardoor de
wereld wordt vervuld, wordt door
Pater Faber nog nader aangeduid, als
hij opmerkt„Deze geest onderscheidt
zich ook door zijne vastberadenheid
in zijne zienswijze en zijne plannen.
Hij is grillig; maar des ondanks wordt
bij hem niets aan liet lot of het toe
val overgelaten. Hij weet zeer goed
wat zijn einde is. hij is onbuigbaar
in logika, en zonder zich te betreuren
over den tegenstand, dien hij ontmoet,
gaat hij rechtstreeks tot zijne uiterste
gevolgen."
Men huivert onwillekeurig als men
door zulk een meesterhand de wonden
der maatschappij ziet bloot gelegd.
En dan nog: hoe wordt hiermede de
politieke toestand niet ontleed. Zonder
zicli met bijzondere toepassing op par
tijen of zaken bezig te houden, moet
men toch de juistheid ervan bewonde-
Een strijd tegen den verderfelijken
geest van onzen tijd :ziedaardeopgelegde
taak, een taak, die de Christen niet
ontwijken mag. Wel is het voor den
Christen, die zijnen God bemint, en
Hem wil doen eeren alom eene moei
lijke worsteling, maar dit mag niemand
ontmoedigen.
Aan de volgelingen van den geest
des tijds is toch immers slechls een
lijdelijke, aan de dienaren van God
een eeuwige triomf verzekerd.
BUITENLAND.
(Jit Rome.
Kardinaal Van Rossum ontving dezer
dagen de vier Hollandsche priesters
ter audiëntie om namens de geestelij
ken van Zwolle geboortig, de gouden
pateen persoonlijk te overhandigen.
Gulhartig werden de Eerw. heeren:
de pastoors Brom, van IJsselstein, Meule-
man van Bussum en Reinders van Zeist,
alsmede Reetor Driessen van Heerlen
en diens broeder dr. Eug. Driessen,
door den Kardinaal ontvangen. Onder
een korte maar hartelijke toespraak
bij inonde van den pastoor van Zeist
werd het gouden geschenk aangebo
den, en met oprechten dank aanvaard.
Duitschland.
Terwijl de Rijksdag met de leger-
liervorming doende is. werd zeer terecht
vanwege liet Centrum aangedrongen
op een finaal verbod van 't duel,
in officierskringen nog altijd beschouwd
wordende als 't eenige middel om eer
herstel te erlangen.
Mannen, die weigeren te duelleeren,
werden meermalen „dood" verklaard,
in de militaire wereld, en zoo ge
dwongen hun loopbaan te eindigen.
Hoewel niet gehoopt mag worden
op directe uitroeiing van dit euvel,
mag toch worden verondersteld, dat
liet legerbestuur zal gaan inzien, dat
het tweegevecht uit den booze is en
in een christen-land, op beschaving
bogend, niet kan worden geduld.
Oostenrijk.
Te Weenen wordt dit jaar het 23ste
Internationaal Echaristisch Congres ge
houden, hetwelk een verdediging en
huldiging van den God onzer Altaren
belooft te zijn.
In de afdeelingen zal gehandeld wor
den over het ascetisch leven der pries
ters, over bescherming van de jonk
heid, over het ascetisch leven der lee-
ken, over zielzorg in de groote steden,
over de geschiedenis en de oudheid
kunde van het Allerheiligst Sacrament,
over hulpverschaffing bij de zielzorg,
dat alles natuurlijk in verband met liet
H. Sacrament.
In de openingszitting zal een rede
worden gehouden over de hoofdge
dachte van het Congres: „Testamen-
tum Jesu Christi" de erfenis van
Jesus Christus (waarachtige tegen
woordigheid, aanbidding). Aanvaarding
bekendmaking en verdediging van deze
erfenis.
In de tweede feestzitting wordt be
handeld: „Manna de coelo descendes"
brood uit den hemel nedergedaald. De
Eucharistie is geen voortbrengsel van
evolutie, noch ontstaan uit Jodendom
of heidendom, maar is ingesteld door
Jesus Christus.
De derde feestzitting wordt gewijd
aan Sint Aifonsus en Sint Clemens
Maria Hot'bauer. Besproken wordt
dan de principieële en practische strijd
tegen het Jansenisme, de Eucharistie
in het leven der kloosters enz.
In de vierde feestzitting wordt ge
sproken over „het rijk der schoonheid
en de Eucharistie", de Eucharistie en
de toekomst der Kerk, enz.
Tot nu toe hebben 240 bisschoppen
uit alle landen hunne komst aangekon
digd, onder anderen de aartsbisschop
pen van Keulen, Metz en Milaan en
ook bisschoppen uit Anjerika enz. De
Oostenrijksche, Hongaarsche en Pool-
sclic adel zullen in nationaal feestge
waad de processie volgen, de ridders
in hun oude riddergewaden, de gene
raals cn officieren in paradekleedij, de
Congressisten uit de Alpenlanden, uit
Moravië, Bohemen, Galicië in hun kleu
rige nationale dracht.
Reeds is de komst aangekondigd van
700 Spanjaarden, van drie extra trei
nen met Britten en van vele Congres
sisten uit Frankrijk, Italië, België en
Nederland.
Frankrijk.
De Franschen herademen. De auto
bandietenbende is nagenoeg in haar
geheel gearresteerd.
Nog een paar dier onverlaten zwerven
rond, doch spoedig hoopt de ijverige
speurdienst ook hen te achterhalen en
aan de gerechtigheid over te leveren.
Vooral de arrestatie van Bonnot, den
grootsten schelm, ging met groote moei
lijkheden gepaard.
Men heeft zijn schuilplaats, een auto
bergplaats in de nabijheid van Parijs
als een fort belegerd en ingenomen.
Bonnot zelf werd, zwaar gewond, ge
vangen genomen, doch overleed bij
aankomst in 't hospitaal. Dubois, zijn
metgezel, werd dood gevonden ineen
der vertrekken der woning, met tal
van kogelwonden.
Met behulp van eenige dynamiet-
palronen liet de politie het huis sprin
gen en toen de wakkere agenten door
de bres het brandende perceel binnen
stormden, vonden zij Bonnot bloedend
tusschen twee matrassen, met revol
vers zijn belagers bedreigend. Men
schoot hem neer, sleept hem naar be
neden in de auto en reed naar Parijs.
Met de grootste moeite beschermden
de politiemannen hem legen het woe
dende volk.
Het oude huis, dat bij de ontploffing
vuur gevat had, brandde geheel uit.
Het huis, waarin Bonnot en Dubois
den dood vonden, behoorde toe aan
Alfred Fromentin, een schatrijk man,
die een deel van zijn vermogen be
steedde aan het propageeren van an
archistische ideeën.
Hij was een intiem vriend van Ferrer.
Zijn vrienden beweren, dat liet op
zijn aansporing zou zijn, dat Bonnot
en zijn medeplichtigen hun intrek na
men in zijn buitenhuis, want Fromentin
wilde graag de vervolgden helpen.
Bonnot liet ook nog een soort tes
tament na, nog gedurende de belege
ring geschreven. Het begon a'dus: „Ik
ben een beroemd man, mijn naam is
bekend in alle vier hoeken van de
wereld en de bekendheid welke mijn
geringe persoon verkregen heeft, moet
allen jaloersch maken die zich alle
moeite geven om in de wereld bekend
te worden en er toch niet in slagen.
FEUILLETON.
De verloren Dochter.
20) Alban moest zich, hoe ongaarne ook, er
I in schikken. Reeds een paar dagen later bleek
liet, hoe goed de graaf had gezien. Een der
raadsleden van den Keurvorst liet zich bij
den graaf aandienen. „Een eigenaardige aan
gelegenheid voert mij hierheen, mijnheer de
graaf,"sprak hij. „Ik kom eigenlijk voordienst-
zaken, wcike eehler, volgens den wil des
Keurvoistcii niet ambtelijk behoeven behan
deld ie worden. Hedenochtend ontving ik
dit schrijven, wal in allen gevalle bij mij
verkeerd bezorgd is. Het bevat ccn aanklacht
van lonvcrlj, uitgeoefend door een jong
meiMU Irmi Wolf, dal in uw huis verblijft.
Moelii het meisje hier nlel te vinden zijn,
zo" luidt 'I schrijven, dan mout 'l schrijven
aan de overheid Ie Wtirzhurg bezorgd wor-
UWi. |)e aanklacht is zwaar en ik was wel
verplicht liet onzen lieer, den Keurvorst mee
te (kelen."
vroeg kuitmu'li schijnbaar zeer kalm.
„De vorsi deelt, naar u bekend is, lenop-
ZlChlc der heksen en tnovernaars geheel de
nieuwe zienswijze, doch 'i mecrendcel van
t V'.lk houdt nog vast aan de oude voor
oordeel en, en ecu vorst moei voorzichtig zijn,
anders zou hij zeil van hekserij kuuiieii be
schuldigd worden. De Keurvorst was er zeer
vertoornd over, dal wij den Würzburgersals
beulsknechten zouden dienen I"
,,'t Is wat moois", sprak Rottnach.
„Ik noem het onhescliaamd. De Keurvorst
vond het 'I best, u in kennis Ie stellen van 't
voorval, en 'I papier in 'I vuur 1c werpen."
„Onze vorsl heeft juist gezien, Mag ik 't
schrijven eens zien?"
„Zeker, ik bracht hel daarom mede. Mis
schien hebt u, mijnheer de graaf, een ver
moeden, van wien hel komt."
Peinzend bekeek de graaf 'I blad, en zei-
de daarna: „Een echte schurkenstreek! Ik
ken maar Mn mcnsch, die daartoe in staat
is, secretaris Erbc."
„Erbe? Hoe zou dia er loc komen?"
„Uil wraak. He! meisje, nog bijna ccn
kind, behoorde lol de dienstmaagden der
gravin, cn Erbc hield om haar hand aan. Hij
werd echter afgewezen, cn ziedaar de ge
volgen."
„Arm kind! Wal ilioet er eehler gedaan
worden, als een nieuwe aanklacht wordt In
gediend V 'l Bosl'e zou nog zijn haar ecnigen
tijd te verwijderen."
„Dat Is al gebeurd. Ik dank n (cn zeerste,
mijnheer, voor de welwillendheid des vor-
,,'t Is de wensch van den Keurvorst, dat
de' zaak vsn uw kant ook niet worde aan
geroerd. Erbe zal ik die schelmenstreek be
taald zeilen. Uw dienaar, mijnheer de graal."
In diep gepeins verzonken bleef graal
Rottnach alleen. Zoo was dan de eerste slag
werkelijk gevallen, cn 'I was slechls aan 'I
toeval (e danken, hetwelk de aanklacht in
verkeerde, handen had doen vallen, en aan
't persoonlijk ingrijpen van den keurvorst,
dal er niet verder acht geslagen zou worden
op de aanklacht. Zou echter F.rbc's haat '(daar
bij laten? Werd de tweede aanklacht in
gediend cn mocht deaangcklaagdcuielinMUn-
clieu le vinden zijn. dan zou haar vervolger
haar te Würzburg laten grijpen. Indien Irmi
daar in handen van 't gerecht mocht vallen,
dan was zij reddeloos verloren. Wilde men
haar redden, dan mocht er geen oogcnblik
verloren gaan. Du graaf gebood dan thans
ook zelf zijn zoon Alban zoo spoedig
mogelijk naar Wilrzburg Ie gaan cn Irmi
naar 't Woudhuis te brengen, waar zij in
elk geval veilig was.
Vekktibnde Hoofdstuk.
Irmi was nog niet geheel bekomen van
den (Uitzeilenden indruk door 'I voorgevallene
op de Korenmarkt op haar gcmaakl, Overdag
en in den droom zag zij de tallooze gezich
ten weer voor zich, toen zij op de treden der
kapcltrap stond, cn op aller trekken een ull-
drukking van schrik, toorn, haat en boosheid
las. Al die blikken waren op haar gcvcstig en
toch, wat had zij, een arm kind, die men-
schcn, van wie zij er geen één kende, ge
daan? Zelfs meende zij den secretaris Erbc
even gezien te hebben, doch zeker wist zij
't niet. Des te zekerder wist zij, dat haar
vervolger, haar vijand uit 't Woudhuis er
geweest was. Steeds nader en nader kwam
de verminkte hand, tot zij verschrikt opsprong
nog voor ze den slaap gevat had.
En nu moest zij, 't gebod der gravin op
volgend, terstond de stad verlaten, om be
velen aan Sehurzers vrouw te Würzburg te
brengen, welke bevelen voor de gravin van
groot belang konden zijn, wal echter Irmi
niel voorkwam. En dan moest zij nog wel
dadelijk op reis, zonder haar vriendinnen
vaaiwcl tc zeggen! Hoe gaarne zou 'tjonge
meisje graaf Alban voor zijn redding gedankt
hebben, doch er was tijd noch gele
genheid voor. Zou hij haar niet voor zeer
ondankbaar houden? Wanneer zou hij te
rugkomen Zij wist 't niet.
„Stuur mij niet van u weg, hoogc vrouwe?"
smeekte zij onder tranen, wat heb ik voor
kwaad gedaan, dat de menschen mij zoo
haten Straf mij naar in verdien, doch ver
stoot mij niet."
De oogen der gravin werden vochtig bij
die smeekbede.
Licfkoozend streek zij over 't blonde haar
van 't meisje.
„Arm kind," sprak zij medelijdend, „er
drukt geen schuld op uw jeugdig leven,
doch wij zijn allen onderworpen aan de
macht der omstandigheden. Wij zenden
u weg, omdat wij zoo veel van u houden;
't is tot uw bestwil. Zoodra 't veilig gaat,
zien wij clkt.nder terug, cn gij zult bij mij
dezelfde, vroegere liefde terugvinden. Vaar
wel, laten wij 'I afscheid elkaar niel moei
lijk maken."
Reeds kwam Berk Irmi halen't was haar
een groote Iroosl, toen zij hoorde, dat hij
haar reismakker zou zijn. Graaf Alban had
Berk volkomen op de hoogte gesteld, en dat
moest wel, indien hij zijn beschermelinge
in geval van nood moest bijslaan. Geduren
de de reis was Irmi zeer terneergeslagen,
wat zij meende, dat de gravin haar liever
kwijt was, Om haar uit dezen waan te bren
gen, deelde Berk haar voorzichtig mede,
welk gruwzaam lot haar bedreigde, cn waar
om zij eigenlijk MQnchcn verlaten hadden.
Irmi begon bitter te weenen en snikkend
vroeg zij, wat zij gedaan had, om den haat
der menschen te verdienen, die zij in 't ge
heel niet kende.
„Gij hebt niets gedaan, doch reeds vele
schuldclooze offers zijn gevallen door dien
dwazen, ongelukkigen waan, de graal wilde
u redden. Vandaar uw snelle cn heimelijke
alreis. Doch één vijand hebt gij, een bitte
ren vijand."
„Ik een vijand? En wie zou dat zijn?"
„De secretaris Erbc. Zie mij niet zoo ver
wonderd aan, want in de stad hebben de
muren oogen en ooren, daar weet ik meer
van dan gij. Toen indertijd Brigilta hulp te
gen hem inriep, hebben de jongelieden uil
de stad den ouden gek geducht te pak'„ i
genomen, en zijn liefde voor u zal wel in
gloeienden haat verkeerd zijn, waarmede
hij u ten verderve wil leiden."
„Verschrikkelijk I Toch zou ik den snellen
vuurdood verkiezen boven de lange marte
ling van ven leven aan Erbcs zijdel"
Wordt vervolgd.)