|Nieuws= en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. n: DE EEMBODE t-. A —J-J Vrijdag 21 Februari 1913. Verschijnt Dinsdag en Vrijdag. |Biirea uLANGEGRACHT No, 13 - AMERSFOORT. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden Afzonderlijke nummers ADVERTENTIEPRIJS van 1 tot 5 regels Elke regel meer Bij abonnement minder. DE MIDDENSTAND. himlel Ic reusachtige ontwikkeling van groot bedrijf kwam tie klem- in verdrukking. ncentratic der bedrijven maakte kleine patroons liet zelfstandig .'in hun handwerk onmogelijk, ine verving den handenarbeid, •rkstiian werd fabrieksarbeider, ndustrie scheen ten doode op en. De handwerkende midden- i.ikte in verdrukking. utnl-TJcir.ocraten voorspelden de uitbreidingilcrrensachtige be- chtingen steeds verder zal gaan, i middenstand, die klcin-industric evenals ilie, welke den klcin- Irijft, werkelijk ten doode opge- iV.ire ilit inderdaad het geval, dan i daarmede uit de maatschappij een r nuttige stand verdwijnen. Die vcr- ijnitig zou de samenleving niet ten .de komen. De middenstand toch, it een onmisbare schakel in de op- ii'ui'inli: reeks van maatschappelijke nden. Want juist de kans over te ei tot dezen stand prikkelt den arbeider .V Iicst te doen in de hoop daardoor de maatschappelijke ladder te stijgen. \l heeft de groot-industrie zich ver- i.'.end ontwikkeld, al zal die ontwikke- inn voortgaan, daarom behoeft dc klein- iiuiu-irie nochtans niet te verdwijnen, c.iiit ile kléin-industrie Iteeft altijd nog icfi vóór op den fabrieksarbeid. Zoo bijvoorbeeld, om iets te noemen, zullen i.-. dv Icleeding-iudustrie de groote cou- !i.','i:c-bcdrljvcn de gewone kleederma- Ncrij niet kunnen dooddrukken, daar ,i 'laatste zich altijd beter kan aanpassen mi den smaak van 't publiek, zich beter I. ui nchten naardc vraag van hetoogen- Mil;. En vooral op het platteland, meer a. ig dan in dc steden, zal de klcin-industric ui allerlei aard steeds een ruim arbeids- lehl vinden. Men behoeft dus aan de toekomst van lie klcin-industric niet te wanhopen en ie i erdwijning van den middenstand nog me: te verwachten 1 och moet erkend worden, dat vele Tikken van klein-industrie kwijnende zijn ilc fabrieken ondervonden. K daaraan niets te veranderen? Ka d.i.iitegcn niets worden gedaan Zeer lier wel, al r.ottde het dwaas zijn Itier- m .-.ijl) heil te zoeken in bemocielijking de groot-industrie, door uitzonde ringsbepalingen, verbodsmaatregelen dergelijke. Neen. tie middenstand, bestaande uit .inibiichtsbnzen, kleine patroons nu-et zich zelf helpen en hulp moet ook -dioden worden door dc Overheid. Aan krachtige pogingen tot eigen hulp en aan bijstand van overheidswege lieert het tol lieden nagenoeg geheel ontbroken. .Maar langzamerhand begint zer te worden. De kleinindustrieelen, die met 'enkele knechts of alleen hun bedrijf uitoefenen, zoowel als dc nering doenden gaan begrijpen, dal zij tegen woordig in zeker opzicht bij de werklieden FEUILLETON 5) UIT VERRE TIJDEN. QT omtijds echter vulden zich hare oogen met tranen, en had zij moeite haar gevoel te bedwingen, als zij de nart zag. die op het gelaat haars va leis stond uitgedrukt. Dan sloeg zij d 'ii blik ten hemel, want alleen van die zijde verwachtte zij uitkomst en redding. li gaarne had zij haar leven teil he :-;egevcn, om den grijsaard slechts i gelukkig oogenblik Ie verschaffen. Intttssclien ging zij voort haren vader de grootste blijken barer landelijke liefde ii; geven, die ofschoon door hem in haren ganschen omvang niet opgemerkt. i toch veel toe bijbracht, den dronk uit den kelk des tijdens minder bitter lc maken. Op zekeren avond terwijl dc O ra .nul het venstergezetcn, zijn onbestemd) blik over het landschap liet dwalen, dat door de laatste stralen der onder gaande zon beschenen, in een purpurea gloed gehuld lag, en hij met spijl na dacht hoe zwalc hij gehandeld had door l'uleo zijne toestemming tot zijn vertrek ie hebben gegeven, zoo verplaatste hij zich ook onwillekeurig in den lijd terug, waarin zijne gade nog leefde, en zijne hinderen in schuldeloozc vreugde aan zijne voeten speelden. Helaas! die dagen van geluk waren tc spoedig voorbijge- ii achter staan. Deze hebben veel eerder begrepen it er in vereeniging en samenwerking a groote kracht ten goede schuilt en zij hebben daardoor als liet ware een oorsprong gekregen. Zeer zeker oolc omdat op hen meer de .indacht gevestigd is en daardoor in liet belang der arbeiders tegenwoordig vele wettelijke maatregelen genomen worden, zoodat de arbeiders op staats hulp kunnen rekenen. Deze staatshulp ontbreekt nog bijna geitcel, waar liet den middenstand be treft, hoewel voor dien stand van over heidswege toch ook zeer veel gedaan kan worden. In de allereerste plaats wel door ver betering van onderwijs vooral van liet technisclt onderwijs. Wanneer toch de kleinere bazen en patroons technisclt goed ontwikkeld en meesters in hun vak zijn, dan valt voor hen de concurrentie met het fabrieks werk veel beter vol Ic houden, dan zul len zij des te eer het beter betaalde werk blijven leveren. 1 laarom moet de Staat zorgen voor uitnemend uakondcrwijs. Dok de ge- "ïeenlen kunnen daaraan veel doen. bovendien kutineu de gemeenten door wering van goedkoope arbeidskracht, i den vorm van gas of eleetriciteit, de klein-industrie liet bestaan vergemakke lijken, terwijl nog op velerlei wijze de in- dustneclc en ooi; de handeldrijvende middenstand geholpen kan worden. Maar zal de middenstand in het al gemeen standhouden en krachtiger wor den, ilati is hij ook aangewezen op eigen hulp. llink aanpakken. ir vereeniging is ook hier verbc- __te verkrijgen. Door gemeenschap pelijke!! aankoop van grondstoffen is hei bedrijf meer lounend te maken en voor al door ontwikkeling en goede vakken-1 nis is het mogelijk te wedijveren de produkteil der groote fabrieken. Het zou loeit al bijzonder treurig zijn als het waar was, hetgeen sommigen beweren, nl. dat de middenstand •erbiddelijk zal verdwijnen. Als men ziet, wal in groote ste gebeurt, zou men gaau gelooven iiet toch dien kant uitgaat. Daar vooral i toch is het met den middenstand treurig i gesteld, Niet alleen den handwerkbaas is daar liet werk ontnomen, ook de handeldrijvende!) leiden er vaak een moeilijk en vaak kommervol bestaan, bakkers bijvoorbeeld ondervinden er moordende concurrentie van de groote broodfabrieken, waar alles machinaal in het groot bereid wordt ei peratieve bakkerijen, die ook deeliger werken. Winkeliers, slagen gaat het evenzoo. Veel erger d: het platteland is de middenstand daar n het gedrang geraakt. Voor een goed deel echter ligen schuld. "Was men meer met zijn tijd mede- gegaan, had men door een krachtig verecniglngsleven, door samenwerking, iloor hel verwerven van vakkennis zich cl akt 1 currentie van het grootbedrijf oneindig heter het hoold hebben kunnen bieden. Met name bij den hamleldrijvenden middenstand slopen veel misbruiken in goed deel het succes der en dergelijke inrichtingen varenhuizen •erklaren. middenstam wakker geworden. De iekt steeds meer in sa menwerking kracht en tracht zich uit liet verval op te heffen. Dat kan gelukken en het zal vooi de maatschappij een zegen zijn. Staatshulp zal daarbij goed te pas komen, overheidszorg van gemcente- ":ge eveneens, maar in de eerste plaats I zelf aanpakken de boodschap. Als er flink gewerkt wordt, zal de j middenstand niet behoeven te verdwij- en zal dc klein-industrie, zoowel de kleinhandel blijven bestaan, ja' zelfs kunnen bloeien. Een welvarende middenstand is zegen voor de maatschappij I meld. cn alleen de herinnering aan het blijde verleden, was hetgeen hem dien licfelijkeit droom was ovcrgeblci „ja aan zijne zijde gezeten, hield zich :t spinnen onledig, en had reeds een ar malen, doelt te vergeefs gezocht, aandacht haars vaders, tot zich te trekken, toen cr onverwachts op de ka merdeur geklopt werd, en dc slotvoogd j eerbiedig de komst des Hecreti eusden aankondigde. „l.aat den ridder binnenkomen, zeide Graaf, en zeg Item dat hij welkom |)e slotvoogd boog en vertrok. Alvorens echter dien man binnei den. willen, wij ons vooraf ecu igenbtikken met zijn persoon bezig ■uilen, en hem een weinig meer va .bij lecren kennen. Herman van Heusden was een ma ut omstreeks vijftig-jarigen leeftiji iens krachtigcn lichaamsbouw ma. te wel van de sterkte zijns arms g tiligdi loch regel- Hij had sterk sprekende matige gelaatstrekken, die echit innemends bezaten, en meer koude zeil- zucht dan hartelijke deelneming v den. In zijne gitzwarte oogen las den trots, die in zijn hart zetelde, oi- schoon men in den rusteloozen blik, dien hij schuw in hel rond wierp eene zekere onrust opmerkte die zoo geheel in strijd met zijne atletische houding was. Daarenboven was hij in den omtrek HET JAAR 1913 Tschillend opzicht een merk waardig jaar. Dit jaar loch zal te 's-Gravenhage de plechtige opening plaats vinden van het Vredespaleis, wat men tot een wereldgebeurtenis hoop tc maken. Men verwachtnaaraanlcidingdaarvan. dat ilezcn zomer tal van vreemdelingen tar ons land zuilen komen. Zoo'n schaar van buitenlandsche be zoekers is natuurlijk zeer welkom en de vreemdelingen zullen hier méér kun- mede-vieren dan de opening van liet paleis voor den Vrede. Wij Nederlanders vieren dit jaar nog tl ander feest, namelijk het eeuwfeest m liet herstel van Neerland's onaf hankelijkheid. Men weet het: Nederland zuchttq uier de Fransche overheerschingen en herinnere zich, dat Napoleon, nii ons I van vernederingen te hebben doen tdergaan. na ons zijn broeder Lode- wijk Napoleon als koning tc hebben opgedrongen, ten laatste ons zelfs geen ichijn van onafhankelijkheid :n ons land eenvoudig bij Frankrijk nlijfde. Neerland stond niet meer in dc rij der natie's. En wij hebben gezucht onder de Fransche dwingelandij: Napoleon heeft voorvaderen den voet op den nek gezet. Toen heeft ons land veelgeleden, maar de Fransche overheersching heeft niet en kel kwaad uitgewerkt, neen uit het kwade veel goeds voortgekomen. Een der goede uitwerkselen van de Fransche overheersching is wel deze. dat de Nederlanders zich één gingen voelen, veel twisten vergalen, veel ver deeldheid aflegden. En toen in 1813 de Oranjetelg terug keerde. juichten allen, zag men in Item ;r het hoofd van een partij, erkende men hem nis het hoofd van gansch de natie. Met jubelende geest- rd hij begroet en Nederland trad weder in de rij der onafhankelijke rijken. Dit heugelijk feit herdenken wij bij dit eeuwfeest en een terugblik op de honderd jaren, sinds verloopen, leert dat wij reden tot verheugenis hebben. Want liet ééne onafhankelijke Neder land, onder de Vorsten van het geliefd Oranjehuis, lieert zich opgeheven uil zijn val, heeft levensvatbaarheid ge- toond, kan bogen op grooten vooruit- -mg. Het eeuwfeest van iierstel onzer on afhankelijkheid is dus waard gevierd •- worden. En in verschillende steden maakt j en zich daartoe op. Zoo worden tentoonstellingen op velerlei gebied gehouden, die de voor- litgang zuilen doen zien, die aanschou- velijk zullen lecren hoe veel zich ont wikkelde, tot bloei kwam. Zoo krijgt men bijvoorbeeld tc Am- terdam een Zeevaarttentoonstelling, die uiterst merkwaardig cn leerzaam belooft te worden, zoo zal een ten toonstelling ook doen zien, hoe dc werk kring en de aspiraties vat sinds 1813 zich gewijzigd hebben, In tal van plaatsen werken al sinds maanden feestcommissies, minder grootsche feestelijkheden zullen organiseeren. Wij Katholieken van Nederland w is goede Vaderlanders, voelen et onze andersdenkende medeburgers n als zonen van het zelfde land, scharen ons rondom de Oranjetelg, die fier ile koningskroon draagt. En wij zullen mede dankbaar her denken liet herstel van Neerland's on afhankelijkheid. eeuwfeest en de opening van het Vredespaleis stempelen 1913 tot n feestjaar. Maar liet is nog wat anders ook :n verkiezingsjaar. En al mogen wij mee feestvieren, ij moeten ook mee strijden. Want van den uitslag der verkiezingen hangt voor de toekomst van ons tand machtig veel af. "et zou jammer zijn indien dit jaar ministerieHeemskerk zou me heengaan, terwijl liet niet in staat weest is vele gewichtige punten zijn program af te werken. En wij, die meencn, dat het voor de toekomst van land en volk groot belang is, dat niet een Liberaal-1 Socialistische meerderheid liet handen krijgt, wij moeten de komende maanden niet vergeten den strijd die is wacht. Zulks behoeft ons nochtans in 't geheel niet te weerhouden het eeuw- LEZEN. De lust tot lezen wordt in gen steeds grooter en dringt door ook bij de gewone menschen, die vroeger] plaatselijk Blad. dat éénmaal' per week verscheen, al meer dan ge noeg hadden. Dien drang tot lezen nu achten wij m gelukkig verschijnsel, omdat zij, e er genoegen in vinden couranten i boeken te lezen, op edeler wijze leeren genieten, dan vóór dien tijd liet I geval was. Maar gewaakt moet worden tegen ondeugdelijke waar. Slechte lectuur toch bederft de goede zeden en is voor velen de poort, waar door zij komen op den weg van het kwaad, waarlangs zij ten verderve ge- •oerd worden. Maar men moet ziclt van de uitwer king eener waarschuwing niet te veel voorstellen. Zoo'n waarschuwing alleen is zcet onvoldoende. Boeken zijn voor vele lezers vrienden, er omgang zij niet ontberen kunnen, omin als een flinke jongen zijn ka meraden kan missen. En gelijk tnen niet volstaat, met den jongen omgang verkeerde kameraden te verbieden, is het ook niet genoeg den vol tegen het lezen van slechte of gevaarlijke lectuur te waarschuw Dat werd op vele plaatsen perfect begrepen. Nieuwe bibliotheken werden gesticht, reeds bestaande Icesinriclitingen breid en vergroot. Een nuttig en goed werk, hetwelk onder ons met kracht moet - gesteund en bevorderd. Uit het Buitenland. De Paus. Meermalen hoort men dc opmerking I maken van met-Katholieke zijde, dat de Paus door de Itaiiaansclie waarbor- stand. waarin liet Opperhoofd der H Kerk zich bevindt, ten normale toestand mag genoemd worden? Hoegenaamd niet. We mogen immers niet uit het oog verliezen, dat de drie laatste Pausen niet hebben opgehouden protest aan te teekenen tegen den toe stand waarin zij door de Itaiiaansclie revolutie zijn gebracht. De diepe invloed die het Pausdom nog voortdurend uitoefent op heel de christenheid, dc geestelijke vrijheid, die het in de uitvoering van zijn verheven ambt heeft behouden, zijn wellicht te danken aan dc afwijzende houding die het Pausdom tegenover de wanrborgen- —et heeft aangenomen. Onderstellen wij het onmogelijke: namelijk dat de Paus dc waarborgen- wet zou aanvaarden. Wat zou daarvan hel gevolg zijn? Zou de Paus, door 'iidcrwcrpen aan een Italiaan- cn zich meteen als onder daan van Itnlië's koning te erkennen, wen der katholieken van de heele wereld blijven behouden? En zouden de regeeringen, die nu al zooveel noten op hunnen zang heb ben, toelaten, dat een Itaiiaansch onder daan de geestelijke leiding van hun eigen onderdanen zoude op zich nemen? Ziedaar wal de ondervinding zou moeten uitmaken. Al wat tot hiertoe gebeurde bewijst ten hoogste dit, dat de Paus iiet strikt noodzakelijke van zijn geestelijke vrij heid behoudt, zoolang hij weigert zich aan eeneltaiiaanschewette onderwerpen. Wie daaruit zou willen besluiten dat de waarborgenwet zoowel als het tijde lijk gezag de pauselijke vrijheid ver zekert, zou met evenveel reden mogen i, dat de gewetensvrijheid lei- christen martelaren niet werd gekrenkt, omdat men hun de vrijheid liet, voor hun geloof en hunnen God hun bloed vergieten". Duitschland. De Rijksdag heeft, bij afwezigheid genwet. geen belemmering in zijn vrij-W" regeringsvertegenwoordiger, heid tc duchten heeft dat de feiten «P* jezuïeten-wetsvoorstel vanhetCen- feest Al verdeelt de politiek tijen, die vaak wel scherp tegenover elkaar slaan, liet is toch altijd een ver heugend feit, dat alle Nederlanders zich nog voelen zonen van één volk, zonen van een land, dat zij liethcoben en tot welvaart cn voorspoed brengen. In den politicken strijd behoeft niet vergeten te worden, dat de liefde voor Vaderland en Koningin ons met vele| tegenstanders toch blijft vereenigen. heid tc zijn om te bewijzen, dat Italië er met aan denkt de uitoefening van het gees- telijk gezag van den Paus over de Ka-1 tholieke wereld aan banden te leggen of ook maar te beperken. En de con clusie van dit betoog luidt danDe H. Stoel zou wel doen, zich nu maar in het onvermijdelijke te schikken. Zeer ter snede, beantwoordt het H. A. naar aanleiding der óOO-jarige herdenking van liet vrijheids-edict van Milaan, uitgevaardigd door keizer Con- stantijn den Groote, dit kortzichtig be toog. Het zou niet moeilijk vallei: aldus het Blad het gebrekkige van de voorgaande bewijsvoering aan te jnen en zelfs een reeks feiten aan halen die het tegenovergestelde zou den bewijzen. Maar geven wij nog toe, dat feitelijk1 de pauselijke vrijheid sedert 1870 niets rd in den weg gelegd. Zouden wij dan die onderstelling zoo maaraanstc- het besluit mogen trekken, dat de zeer bemind, omdat hij zich nis hcersclizuchtig man deed kennen, steeds met nijdige blikken liet ge- van anderen gadesloeg, en in alle Handigheden een grenzclooze heb zucht aan ilen dag legde. 1 lier en daar in den omtrek fluisterde uien, vroeger tien ridder wel anders gekend had; toen was hij nog een goed en vriendelijk man. die liet zijnen onder- lioorigen nimmer lastig maakte, en hen meer als zijne kinderen, dan als zijne onderdanen behandelde. Maar dat was reeds lange jaren geledenEii sedert luj zijn neef van Wielingen van zijne nalatenschap beroofd, cn zich met diens goederen verrijkt luid. was hij immer met meer aanmatiging cn met meer IroLscliheiil te werk gegaan, en had hij eindelijk de genegenheid van allen, die hein voorheen hoogachtten, verloren. Het lag velen nog vorscll in het ge heugen, hoe wreed hij zijn ouden slot voogd, wegens een klein verzuim gestraft had, cn line die man ten gevolge dier bestraffing, weinig tijds daarna was over leden. En dan hoe onmenschelijl; was hij niet met den boscliwachtcr te werlc gegaan, door hem in het midden van een strengen winter, met vrouw en kinderen uit zijne woning te verjagen, en hem voor goed zijn grondgebied le ontzeggen. In de lange winteravonden, als de boeren om den grooten haard geschaard, ziclt met verschillende hand werken bezig hielden, werd vaak die onderwerpen gesproken, ofschoon men zich niet verstoutte, elkander luid zijne gedachten tc kennen tc geven, daar men maar al te wet wist, dat in dien zulke praatjes op rekening van hun heer gesteld, hem ter oore kwamen, deze dergelijke dingen niet straffeloos zou dulden. Het kasteel dat hij bewoonde, was een trotsch gebouw, en werd voor liet schoonste uit den omtrek gehouden, en was alleszins geschikt om eene felle belegering manmoedig liet hoofd te bie den-. Het was door zwaar geboomte en vruchtbare boven omriugd, die allen binnen de omwalling gelegen waren. Alvorens liet kasteel te naderen moest men een stevige ophaalbrug, ovei een diepe gracht, welke geheel de veste omgaf overgaan, die naar bet ruim be timmerde nederhof. hetwelk niet slechts geschikte woningen voor de bedienden, maar ook ruime verblijven voor krijgs knechten en uitgestrekte stallen bevatte, leidde Van daar voerde eene tweede zware ophaalbrug tot het hoofdgebouw of het kasteel zelt, van welks ruime en luchtige binnenplaats men toegang tot de talrijke vertrekken bad. onder welke vooral de hoofd- of ridder zaal uitmuntte. Een onderaardsch ge welf. waarvan de opening putvormigl in het midden van liet binnenplein uit-' Icwnm, verstrekte tot gevangenis van de wederspannïgcn, die de wetten hun ner hecren met voeten durfden treden. Het was reeds jaren geleden sedert Herman van Heusden voor het laats! liet kasteel van Bern bezocht had. Hij kon zich zelf dat tijdstip niet goed meer herinneren. En toch was hij in het be gin toen Graaf Dido met zijne gemalin het slot kwam bewonen, een der trouwste bezoekers des graven geweest, en was hij altijd op lie vricndschappclijkste wijze I door zijn gastheer ontvangen geworden. Vrouwe van Bern. van wie hij een oude bekende was, was hij steeds een komc gast geweest, en menig blij', hartelijke genegenheid had hij van haar ontvangen. Maar zoodra Graaf Dido een zoon en daarna eene dochter ge boren werd, had hij langzamerhand zijne bezoeken gestaakt, en was hij eindelijk onder allerlei voorwendsels in het ge- heel niet meer op het kasteel verschenen. In het begin had men zijne afwezigheid betreurdvan lieverlede had men er i zich aan gewend en eindelijk had men! over dc zaak niet verder gedacht noch gesproken. Wel had men hein den dood der gravin bericht cn hem op de be grafenis uitgenoodigd, maar hij was toen juist voor zaken afwezig. en ''ad dus die plechtigheid niet kunnen bijwo nen. Maar ook toen hij wedergekeerd was. had hij zich niet gelijk het zijn plicht vorderde, naar zijn ouden vriend gespoed, om hem over zijn verlies •- betreffende de opheffing v Jezuïten-wet met de stemmen van het Centrum, de sociaal-democraten. Polen, Elzassers. Denen en drie leden van de uitstrevende partij aangenomen. Wordt wel tijd dat de gehate uit- sluitingsmaatregelcn tegen die eerbied waardige Orde worden' opgeheven. In de St. Engelbertkerk te Mülheim schoot een werkman, die het voor liet komen, of hij biechten wilde, den in den biechtstoel zittenden missie-pater Wengeler, dood. De moordenaar werd dadelijk gearresteerd. Hij beweerde, dat hij pastoor Welter van de Engeibert- kerk uil wraak had willen dooden. Nader wordt over den moord medegedeeld, dat ongeveer twintig paters-Jezuïeten te Miilheim missie gaven. De gedoode pater Petrus Wengeler S. J. was hun leider. De moordenaar is een veertig jarige Hollander. Weinand genaamd. 1 Men vermoedt dat hij in waanzin han delde. troosten, maar hij had niets van zich I doen hooren, en was voort gegaan met bet diepste stilzwijgen in acht te nemen. Het verwonderde dus Graaf Dido wil hoogste, toen de slotvoogd Herman Heusden wiens komst hij zich niet ver- klaren en waarvan hij de reden niet be vroeden kon. aankondigde. Terwijl hij hierover nog in diep ge peins. verzonken zat klonken zware voetstappen in den breeden stcencn gangde dtjir van het vertrek werd geopend, cn Herman Heusden trad met ccnc buiging dc kamer binnen. De graaf benevens zijne dochter waren bij de binnenkomst des ridders opgestaan, en Dido strompelde zijn gast le gemoet om hem te verwelkomen, toen deze hem hierin hoffelijk voorkwam, en hem zoo vriendschappelijk mogelijk toeriep Blijf zitten, waarde neef! en gij ook bekoorlijke jonkvrouw! vermoeit u niet om mijnentwil: het is mij een on uitsprekelijk genoegen u beiden welva rend te zien. Gij had it hiervan meer en ook vroeger kunnen overtuigen, lieer ridderI zeide de Graaf op verwijtenden toon. Och. beste neef! reeds dikwijlls heb ik op het punt gestaan mijn misslag weder goed te maken, maar telkens heb ben omstandigheden, geheelbuiten mijne schuld, mij verhinderd mijn plan ten uitvoer te leggen. Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1913 | | pagina 1