BEIN. BROM,
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
Nicolaï Lebret.
Electrische
Installaties.
DE EEMBODE
Dinsdag 29 September 1914. 28^* Jaargang. No. 51.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitge
geven door de Vereeniging De Eembüde te Amersfoort. Prijs per
drie maanden zestig cent. Afzonderlijke nummers drie cent.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels veertig cent. Elke regel
meer zeven en een halve cent. Reclames: tien cent per regel.
Ad vertent iön in het redactioneel gedeelte vijftien cent per regel.
Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen en
advertentiën in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
STERVEN.
Auoloyetische bijdrage
van Jac. J. Zeij, S. J.
Sterven is bij den nieiisch gevolg
van het verlies der gave van on
sterfelijkheid. I >it blijkt reeds uit hel
gezegde. Zonder die bijzondere bestie
ring Gods en zonder den boom des
levens, is de itieitsch nu eenmaal in
zulk een omgeving geplaatst en zoo
aangelegd, dat op den duur het lichaam
niet meer de bewoonbare huisvesting
der ziel kan blijven. Zijne oorspronke
lijke onsterfelijkheid was dus een ge
schenk, een rechlstrceksche gave Gods,
die den eersten mensch na diens eer
ste fout weer werd afgenomen. En
daarom missen al de nakomelingen
van dien eersten mensch die gave. Ge
lijk een huwbare inan, die zich zelf
van 't leven berooft, tegelijk een mo
gelijk nageslacht van een mogelijk le
ven berooft; gelijk de vernieling van
één -zaadkorrel door een paardenhoef
tegelijk de vernieling is. als 't ware.
van alle planten, die uit dat ecne zaad
je konden voortkomen gelijk een va
der. die op voorwaarde van stipte
trouw met heel zijn geslacht door een
koning in den adelstand verheven wordt,
door trouweloosheid niet alleen voor
zich zeiven, maar ook voor zijn tiakom-
hngschap den adelstand weer verliest.
zoo heelt de eerste mensch voor
zich zeil en voor heel zijn nageslacht
de onsterfelijkheid verloren.
III. Dit verlies sluit echter absoluut
niet in. dat sterven herhaaldelijk moet
van den .lood slecht- ken»eii"uil de
Goddelijke Openbaring, en die Godde
lijke 'peiibaring slechts spreekt van
heul, is liter natuurlijk zelfs het denk
beeld van meerdere, honderde of .lui
zende malen moeten sterven geheel
buiten gesloten. De voor de hand lig
gen.le gevolgtrekking uit deze t >pen-
baring omtrent den dood is dan ook:
als God met elders geopenbaard heeft,
dat in zijne woorden..gij zult den
dood sterven", lag opgesloten hel be
grip „nog vele malen" hebben wij ons
te honden aan de in 't oog springende
betcekcnis ,,gij zult eenmaal den dood
Nu komen de Theosofen wel Schriftuur
woorden aandragen, om zielsverhuizing,
in hun beleeltenis, te bewijzen, doch
wij zullen ill het volgend hoofdstuk
zien. dat dit niets te beduiden heeft.
IV. bovendien weten wij met ze
kerheid. dat na onzen dood de gele
genheid tot zelfverbetering voorbij is,
vervalt dan ook het In
r gij hec
gij -ter
lelt. is geen werk
wel
vriend Schroom niet, u tot den
dood toe op gerechtigheid toe te leg
gen Gode is het gemakkelijk, een
ieder op zijn sterfdag vergelding te ge
ven naar zijn wandel Zoo dan.
terwijl wij tijd hebben, laat ons het
goede doen er komt een nacht,
waarin niemand werken kan
Met altesbeslissende van dit ééne
leven, wat we nu beleven, voor héél
de eeuwige toekomst, klinkt in deze
vermaningen zóó Kennelijk dóór, dat
daarmee tegelijk wordt buitengesloten
de mogelijkheid van een tweede, een
derde, een honderdste leven, telkens
eindigend met een dood-gaan. telkens
gelegenheid biedend om te werken aan
zelfvolmaking.
Maar
1. als nu de wetenschap toch eens
uitmaakte, dat er zielsverhuizing en
herhaling van sterven bestaat, en
als dc Heilige Schrift nu eens
zelf op zielsverhuizing wijst1
Daar zullen wij nog op antwoorden.
l.angestraat 27, Amersfoort.
Vertegenwoordiger
van hetlngenieurs-Uureau
Utrecht.
ilrog te wapenen, de verveling te ver
drijvendat zijn dan de uitvluchten.
waarmede men de waarschuwende stem
van het christelijk geweten wil lol
zwijgen brengen.
..Ik geloot, dal zij. die gevaarlijke,
slechte, ja zells beuzelachtige lectuur
toestaan, hun bijval daarmede betooncn.
.lie durven opleggen en aanraden, eene
verschrikkelijke verantwoordelijkheid op
zich laden tegenover God.
..Ik geloof, dat in hel uur des dood-
een groot deel dier inbeeldingen zich
langzaam zal hebben verstrooid tot
mlieil van vele zielen.
„Ik geloof, dat als de zielen, die
erloren zijn gegaan door slechte lec
tuur. zich plotseling voor ons oog ver
toonden. wij verpletterd zouden staan
bij het gezicht van zulk groot aantal.
„Ik geloof dat. als dc slechte boeken
spreken konden, zij verschrikkelijke
dingen zouden openbaren over hot
verderfelijk apostolaat, dat zij op de1
zielen hebben uitgeoefend.
Eindelijk, ik geloof, dat er voor ons
e verplichting bestaat, geen gevaar
lijk boek in onze kamer te behouden
het bezit reeds is eene voortdurende
bron van bedert.
En dat alles geloof ik. in naam van
bet gezond
ihrijver heeft in een
chrift het licht laten vallen op de
ipzaligc uitwerkselen van slechte
hoeken, maar tevens niet minder op
Icn heilzainen invloed van goede loc-
luur. Het stuk. als het ware een boeken-
:redo, luidt Jtlilus
Theo
uien c
svcrhui
.De Heilige Schrift vermaan
haaldclijk, dat wij in dit leve
werken aan ons welzijn, wijl na onzen
dood zulk werk niet meer mogelijk is.
Al wat uwe hand doen kan. verricht
dat met ijverwant 111 dc onderwereld.
icnschen maakt.
„Ik geloof dat de locstand des geestes
.-lijk die des lichaams gevormd wordt
jur de spijzen, welke men opdient.
„Ik geloot, dat het onmogelijk is.
Dor welke natuur dan ook, langen tijd
lezing. Wie aanhoudt "wint.
„Ik geloof, dat slechte lectuur even
crdcrfclijk is voor de ziel, als In
hcr-
gift v
.Ik geloot, dat een groot at
meuschcn zich veel inbeeldt ove
lectuur, welke zij zich zei ven en and
oorloven een tijdverdrijf, een keurig
chrevcn bladzijde, een middel
wereld te kennen en xicil legei
BOEKEN-CREDO.
de
iel
t lichat
Wat ile cultuur niet vermocht, dat
ileden de Duitsche granaten en kanons-
Zij scholen in den gepantserden
Viviani iets los. wal op een geweten lijkt."
Het nooit-gedachte gebeurtde ka
nonnen hebben moreel effect.
Aldushet jongste nummer van „Rome".
Binneniandsche Berichten.
ui der
ding.
het
EEN PROTEST.
„De Kcgccring. onder voorzitterschap
van Yiviain. besloot langs diplomatieken
weg bij alle mogendheden krachtig te
proteslccren tegen de verwoesting der
Kathedraal te Reims."
Dit telegram uit Rordcauv opgenomen
in de avondbladen van Maandag 21
september 1014. is een stuk geselue-
Yiviani. die dc lichten des hemeis
dooven zou, protesteert legen de ver
woesting ecner kathedraal.
legen de verwoesting der kathedraal.
is van Frankrijk's katholiciteitin
vroeger ecuwen.
Een herinnering aan den tijd. toen
de l-'ransche vorsten de heilige konings-
alving ontvingen van de Roomsch-
Katliolickc Kerk.
een monument van innerlijke
kracht, die gedoofd werd.
De Eranschc regcering protesteert
Dezelfde regeering. tegen wie de
cl-katlioliekc Maurice Bancs zijne aan
klacht heeft uitgebracht over de ver-
wa.irloozing der oude Katholieke kerk
gebouwen van Frankrijk La grande
fitie des eghses de la /-'ranee.
Toen stond zij sprakeloosthans
protesteert zij krachtig.
Bij onze droefenis over de verwoesting
van de schoonste kathedralen der
wereld en onze verontwaardiging ovei
de misdaden van een ..cultuur'-volk,
voegt zich dc verwondering over dc
daad der Eranschc regeering.
Bismarck werd de ijzeren kansehei
genoemd; Yiviani heelt recht op dei:
Lectuur voor de Marine.
Het bestuur der vereeniging ten be
hoeve van R. K. Marine-personeel ont-
van het Marine-bestuur bericht,
zeer gaarne van zijn aanbod om
tijdens de mobilisatie aan de Marine-
schepelingen lectuur te verschaffen zal
worden gebruik gemaakt.
Reeds werden in de afgeloopen we
ken enkele duizenden boeken en tijd-
.chriften over de Vloot verspreid en
herhaaldelijk- ontving het bestuur van
de schepelingen ongevraagd dankbe-
tuigingen voor deze lectuurverschafllng
waaruit blijkt, dat de Marine dit werken
Ier vereeniging op prijs stelt.
Met dankbaarheid kan worden ver-
neld. dat van alle zijden boeken, tijd
schriften en geldzendingen voor de aan
schaffing van lectuur worden ingezonden.
Zoo stelde o.a. eene Utrechtsche Uit
gevers-Firma 4000 exemplaren van het
Joor haar uitgegeven tijdschrift gratis
en franco ter beschikking van de ver
eeniging.
Wil de vereeniging intusschen in
staat zijn. met haar werk voort te gaan.
:lan is het noodzakelijk, dat men haar
lectuur blijft toezenden. Zij doet daar-
loe met aandrang een beroep op allen.
Jie over geschikt: boek- of plaatwer
ken beschikken.
Deze worden gaarne in ontvang:
genomen door het comité-lid, den wel-
eertv. lieer J. li. 1'. Hoogtugl, Kapelaan,
Amersfoort.
Uitvoer.
De Slagerscourant waarschuwt tegen
uitvoer van vee naar omliggende landen.
Die uitvoer is te groot.
Yleesch en spek worden duur.
Duitschland heeft het komende ge
vaar ingezien door te bepalen, dat kal
veren. wegende minder dan ~'j K. G..
alsmede vrouwelijke, nog geen Tjaaroud
zijnde runderen, gedurende drie maanden
geslacht mogen worden. Ziedaar
maatregel. 0111 te voorkomen, dat
:elcelt, met hetoogopdevlceschvcr-
zorging in dc toekomst, zal te gronde
gaan
Doch wat doet Nederland1
Als deze run op den veestapel blij»
aanhouden, zal niet alleen in de naaste.
- ook in de verre toekomst iedere
1 vleesch duur gekocht worden
zal het er voor allen, en niet het
t voor den minderen inan
„Laat ons de hoofden koel houden",
zoó heette het in het begin der c
en liet is wel noodig die woorden nog
eens in herinnering te brengen.
Wij hebben gelukkig een zeer 1
deelig aardappelenjaar, dc prijzen zijn
Toegegevendan zullen de aard
appelen wat duurder worden, maar.
vat hebben wc aan goedkoope aard-
ippclen. als zelfs een beetje vel bijna niet
te krijgen is voor hen. voor wie de
aardappel het dagelijksche voedsel is
n ..te kort aan vee" moet tot eiken
prijs voorkomen worden, anders zullen
Jit te kort nu en in de toekomst
nog jaren lang op gevoelige wijze blij
ven ondervinden.
Gevoelen we tot op zekere hoogte
liet noodelooze van een verbod tot
uitvoer van huiden, aan den anderen
kant moeten we met kracht opkomen
tegen de leer: „exporteer, exporteer
v vee. anders verhongeren we door
1 tengevolge van den overvloed".
Wij daarentegen zouden willen zeg
gen draagt zorg. dat ge voorzien zijt,
anders zult ge niet door uw overvloed,
lar door uwe goedgeefschheid tegen-
er het buitenland verhongeren.
Als Nederland dien onbesuisden uit-
er van vee niet spoedig stop zet.
pleegt het op het voorbeeld van
Europa zelfmoord.
In de maand Juli, dus vóór den
oorlog was de gemiddelde prijs voor
e qualiteit varkens opdeKolterdam-
sclte veemarkt 47 cent.
Onder den sterken invloed der crisis
liep die prijs met Augustus terug tot
'13 a 34 cent ,1e kwaliteit.]
Thans (21 Sept. is de noteeriiig
,oor le qual. varkens op de Rotterdam
iche markt 02 a 62 cent.
Een Engelsch cadeau.
De Brilsche gezant te 's Gravenhagc
heeft ter kennis van de Regeering ge
bracht. dat een Brilsch vliegtuig bij een
erkcnningstocht naar Duilsch grond
gebied, een bom heeft verloren, terwijl
gevolge van mist de bemanning
gedurende 11 2 uur. geen plaats heeft
kunnen bepalen en zich daarom niet
bewust is geweest over N'ederlaiidsch
grondgebied le hebben gevlogen. Aan
gezien hel echter, mede in verband
met de omstandigheid dat de scherven
van den bom te Maastricht neergeko-
11 en. op Britschen oorsprong duiden,
waarschijnlijk is dat deze door bedoeld
.-begtuig is verlorenheeft de Britsche
egcering in die onderstelling haar leed
wezen aan onze Reg. doen betuigen, zich
.erheugend dat geen verlies van nien-
cheulevcns is te betreuren geweest.
Vergoeding van de veroorzaakte mate-
'iéele schade is aangeboden.
Steunpenningen.
Door het personeel der Centraal-
spoorweg-Maatschappij is over de
maand Augustus j.l. als eerste gave ten
behoeve van het Koninklijk Nationaal
Steuncomité beschikbaar gesteld
f 2751.40.
Oe paarden.
Wanneer het leger weder op de vre-
dessterkle aan paarden wordt terugge
bracht. kan de eigenaar van een paard,
lat is aangewezen om te worden afge
schaft. liet lerugkoopcn tegen den bij
FEUILLETON.
ONTVOERD
1 311 dit gezicht begon zijn hart vrou-
'lijk le kloppen, de hoop, weldra
zijne moeder terug y.- vinden, ontwaakte
levendiger en sterker dan ooit. Hij ver
haastte daarom zijn tred en verbeeldde
zich, dat hij noch slechts een uur
te looped had, ont liet doel zijner
reis te bereiken, maar naar het ver-
loopen van die tijdruimte bemerkte
hij, dat hij zich bedrogen had en hein
nog een even langen weg te duurloo-
peil overbleef. Daar hij zich toen ver
moeid en hongerig gevoelde, besloot
hij te gaan rusten en zijnen honger te
stillen met den voorraad, welken hij
uit zijne laatste verblijfplaats had me
degebracht.
Aan den kant van den weg stond
eene groep fraaie lindeboomen, in
wier midden ecne frisschc en heldere
bron murmelde. De schaduw der boo-
men, welke haar omringden, deed het
heldere water gedurende den geheelen
zomer zijne fiischheid behouden en
rondom deze bron had men gemakke
lijke banken geplaatst, die de voorbij
gangers tot rusten schenen uit te 1100-
digcn. Heracles liet zich niet lang bid
den hij ging op een der banken zitten,
zette zijn kooi op den grond, keek met
vreugde rondom zicll, haalde zijn mond
zooi raad voor den dag en verheugde
óch zijn maaltijd op /ulk een uange
tame plaats tc kunnen nuttigen.
Terwijl hij at en van tijd lot lijd ii
le holte zijner It.ind een weinig lieldei
water schepte, dat aan zijne voclei
stroomde, lokte «le schaduw van liet
geboomte nog een ander reiziger
«leze plaats. Het was een gr. 10
schoon jongeling van omstreeks acht
tien jaren, «lie op een naburige bank
ging zitten en onzen held met zijne
groote. zwarte en doordringende oog
begon op te nemen. De nicuwann)
komene stak in een eenvoudig nu
armelijk gewaad. Hij droeg een bl,
wen kiel en een hoed. wiens gele ki<
■p een lang gebruik wees toch 7
gelijk lieiii itict aanlig te vinden.
daiiks de kleur van zijn sterk gebruind
gelaat.
vreemdeling wendde de 01
van hel gelaat van zijn buur
n de strakke en bijna liegeerige
blik deed eindelijk in Heracles' geest
de gedachte opkomen, «lat «Ie arnn
jongen bepaalt! honger had en hij gaain<
zijn maaltijd zou dcclen.
„Wil je met mij eten vroeg hij
mei de eenvoudigheid en ilc hartelijk
heid, die dikwijls de voorrechten van
dezen leeltijd zijn.
De jonge reiziger, «loor «iit vriend
schappelijke aanbod bepaald verrast,
„Ja, hel is waar, ik kalt het ni
ontkennen, ik heb grooten honger 1"
„Welnu dan!" hernam Hemelt,
„kom mei mij doelen er zal voor o
beiden wel genoeg zijn."
Dc vreemdeling kwam naderbij
onze held gaf hem cell deel van zi_
voorraad, welke hij bezathij verheugde
zich zeer, toen hij den grooten eetlust
van zijn dischgeuool zag. die hem
nog van tijd tot tijd aankeek en wiens
oplettendheid vooral door de lange
blonde haren en blauwe oogen van
den jongen bergbewoner werd opgc
wekt.
Toen «Ie maaltijd afgeloopen was,
zei de reiziger tegen Heracles:
„Je hebt mijnen honger gestild cu
ik ben je daarvoor erkentelijkheid ver
schuldigd. Maar zeg mij, hoe heet
je want wie weet. of ik jou op mijn
bcuit misschien niet een goeden dienst
zou kunnen bewijzen."
„Ik heet Heracles," antwoordde tie
knaap uil de bergen „ik ga naar Ta-
rijs ont met mijn marmot mijn brood
„Jc heet Hcraclcs riep de jonge
ling met verwondering uit. „Heracles
is geen alledaagsche naam cu tuch staat
hij in mijn geest gegrift. Maar, zeg eens,
waar kom je vandaan
„I it de bergen van Beam," ant-
wooitlde Heracles.
.A'it de bergen van Ream! O. dan
heli ik jou vroeger gekend." antwoordde
tie jonge reiziger met de levendigste
vreugde. „Ja, je moet mijn kleine ka-
mciaad zijn, de beste kleine Hera
cles dien wij iu liet gebergte verloren
„Komvervolgde hij. „kijk mij
een» goed aan, herken je mij niet
Heracles wierp op den jonkman een
verwonderden blik en schudde hel
lioold.
„Hoe zou ik je kunnen kennen Zoo
ver ik mij herinner, heb ik je nooit
„Hoe! kleine Heracles." vetvolgdt
de vreemdeling, „je herinnert jc dus
je vriend l'aulus niet, met wie.ijeeet
dcc! van Frankrijk en van dc Tyreneén
hebt doorloopcn, toen je
een Itecle kleine jongen w
liet, die je aan de hand leidde en jc
op de steile wegen van liet geberglt
ondersteundeik, die je zelfs droeg,
als je zoo vermoeid waart, dat je mei
verder kunde! gaan. Herinner jc Ro
land, den zwerver, die mijn pleegvadci
was. Malvina, die nog boozer was dan
hij. maar die nu sinds eeltige
dood
„Wal
Her
zoudt de kleine Taulus van toen zijn
„Wel ja. ik ben het. ik, Taulus. die
grooter. nu zelfs veel gtooler ben,
als je ziet," antwoordde hij lachend,
jij bent zelf ook geen kleine
jongen meer En toch, je blonde haren
en je blauwe oogeu, alsmede een vage
herinnering van je gelaatstrekken, heb
ben jc onmiddellijk in mijn geheugen
teruggeroepen, zonder dat ik bepaald
wist. waar ik je gezien had 111 negen
lange jaren vergeet men zeer vele za
ken. Maar toen je mij je naam hadl
gezegd, heb ik dadelijk begrepen, dal
je Heracles, de kleide deserteur, waart.'
De twee jongelieden omhelsden el
kander opnieuw zoo hartelijk mogelijk
en onze held was over deze ontmoe
ting misschien nog blijder dan Taulus.
Want behalve dat hij zich met genoe
gen hermuerde. hoe goed de jonge
zwerver voor hem geweest was. hoopte
hij ook. dat deze hem met Roland 111
aanraking zou kunnen brengen, die hem
ongetwijfeld ecu middel aan de hand
zou doen, om zijne moeder terug te
vinden. Alvorens evenwel aan zijn
vroegeren vriend inlichtingen te vragen,
moest hij hem eerst vertellen, dat hij.
na hem in het gebergte verlaten te
hebben, van een rots gevallen was,
zich ernstig bezeerd had, bewusteloos
geraakt was en hij in then toestand
door een edel bergbewoner was opge
nomen die hem met de grootste zorg
voorzien en opgevoed
had.
Wordt voortgezet.