Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. DE EEMBODE Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Telefoon No. 314. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag* en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent. Afzonderlijke nummers vijf cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. Dinsdag 20 Juli 1915. No. 32. Negen en twintigste Jaargang. AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer tien cent. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen, ingezonden stukken en advertentién gelieve men in te zenden ten kantore van De Eembode, aan de Langegracht no. 13, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen. Dt Roomsclfl Kiosreremigingen Toen een der Redactioneele n dewerlcers in het laatst verschenen nummer van De Eembode aanspoorde tot ijveren en werken voor de Katho lieke zaak, vergat hij te wijzen op de eerste voorwaarde voor een hechte politieke organisatie het lidmaatschap der Roomsche Kiesvereeniging. 't Kan zijn, dat hij zulks ven loosde in de meening, dal welhaast alle Amersf. Katholieken, die er vooi in aanmerking komen, lid zijn van de K. K. Kiesver. Recht en Orde, en dat ook in den omtrek de aansluiting al gemeen is. Zeker, 't ledental steeg de laatste jaren tlink, maar 't is nog voor veel uitbreiding vatbaar, in de stad zoowel als op de dorpen. Daarom achten we 't nuttig nog eens te wijzen op de noodzakelijkheid van aansluiten bij de plaatselijk Roomsche Kiesvereeniging. Wij moeten onze troepen mobiel houden, gereed om elk oogenblik te kunnen opmarcheerei: Wij moeten waken en werken zoo wij bestuur van stad en land in goede handen willen hebben en houden. Het kiezerslegcr mobiel houden, nieuwe strijders recruteercn, ziedaar het eerst noodige. De Katholieken moeten lid zijn van de R. K. Kiesvereeniging I Er zijn zoovele oprechte, eerlijke Katholieken in de stad en in den om trek, menschen die 't met de Christe lijke beginselen zoo echt incencn, maar die er nog geen begrip van hebben, dat zij ook nog anders Katholiek moe ten zijn dan Zondags in de kerk en thuis urn den huisclijken discll. Er zijn tal van brave Roomsche men schen. die, en we juichen dal van harte toe, lid zijn van de Congregatie van de H. familie, lid van de Processie naar Kevelaar, enz. enz., maar die zich altijd schuw hebben gehouden van een politieke vereeniging als „Recht en Otde" of welke Roomsche Kiesverce- nigiiig dan ook. Het is hun niet kwalijk te nemen, het is een quacstic van opvoeding en ontwikkeling, Vele menschen zijn door de liberale suprematie van jaren her, politiek altijd zóó klein gehouden, dat zij mecncn er evenmin politiek op na te mogen hou den als een equipage. Uit dit politiek zich angstig en klein voelen, groeien als onkruid de meeat bekrompen vooroordeelen op. De een durft geen lid van de Kies vereeniging te worden „van wege z'n zaak", „als dat de klanten 't eens zouden merken", en de man heeft er geen Hauw begrip van, dat heusch zijn eventueel lidmaatschap toch niet als „l'lanta" wordt geannonceerd op 'n aanplakbord of als een marktbericht in de krant. De ledenlijst van 'n Roomsche Kies vereeniging is geen loterijlijst, die voor een ieder ter visie ligt. Op de dorpen speelt de vrees voor den landheer nog wel enkelen door 't hoofd. Alsof zoo'n landheer bij machte e de politieke overtuiging te knech- dergenen, die voor hun goede geld hofstede pachtten I •en tweede is, naar hij beweert, niet politiek aangelegd. "aor zoo een is 'tnoodig, dat hij leert wat eigenlijk politiek is. Als hij daar achter is zal hij beseffen dal 't lidmaatschap der Roomsche Kiei vereeniging voor hem plicht is. Een derde komt vertellen dat hij toch al lid van zooveel vereenigingen is, en 't blijkt dan wel eens bij nader onder zoek. dat hij contribueert aan een kc gel-club cn aan een begrafenisfond: Weer een ander zucht, dat hij toch al zooveel moet betalen cn meent, dat hij als lid van „Recht cn Orde" c veel moet betalen als wanneer hij lid zou worden van „Amicitin", „Concor dia", of dergelijke deftige sociëteit. Maar och, „Recht en Orde" stelt zulke kleine cischen. Voor een kwartje i het jaar kan de kleine man zich de •ecldc van het lidmaatschap al ver oorloven, rlv burger behoeft niet ver der te gaan dan een jaarlijkschcn gulden. ,,Ja maar", zegt de een. ..ik kom mil op vergaderingen." Welnu dan is 'l tijd, dat gij er eens komt. Als gij uw onverschilligheid over wint, cn gij neemt eens van nabij ken- van het werken cn streven in del Roomsche Kiesvereeniging, misschien. uw onverschilligheid zich allengs gaat omzetten ui dat prachtige en thousiasme. dat wij zoo vaal; in onze propagandisten mogen bewonderen cn Ken ander, die in vroeger jaren wel ens een kwartje contributie heeft bij gedragen, oordeelt, dat „Recht cn Orde" hem zoo weinig geeft voor zijn geld. lar zou zoo'n man soms concerten, voordrachtavonden, pleizier-rcisjcs en dergelijke amusementen verwachten Als deze man bedenkt, hoe 'n1 Roomsche Kiesvereeniging met haar bescheiden contributies moet opwerken tegen ecu vaak onbeperkt liberaal xdtct, cn als hij dan vergelijkt welke •sultuten er onzerzijds wel behaald woidcn. dan kan hij niet anders dan erkennen, dat zijn kwartje contributie zijn hoogste lente heeft opgebracht, /onder dal hij nog daarbij behoeft rekenen dat hij zich den laatsten verkiezingsdag per auto of vigilante franco van zijn werk heelt laten halen. Bij een aanmerkelijk deel van onze kleine burgers, overigens oprechte Katholieke menschen, die niets liever wenschen, dan den bloei en vooruit gang van den godsdienst, blijven nog altijd toonbank-argumenten gelden. In ailtn ernst hooiden we eens iemand zeggen dat hij nooit een Katholieken klant voor zijn toonbank zag en daar- ook geen Katholiek achter de bestuurstafel wenscht. Maar zoo'n zelfde schudt bedenkelijk z'n hoofd als hij 's avonds zijn krantje in kijkt en hij est, hoe droevig 't elders toegaat met die libertaire beginselen. Wij welen 't wel, het leven vun den kleir.cn burger is vol zorgen en kom mer voor kleine mutericele dingen van het dagclijksch bestaan, maar bij een Katholiek mogen deze materieele levens zorgen toch niet alle uitzicht op de hoogere belangen benevelen. Het geldt hier het groote belang of de Christus, Dien wij volgens onzen Catechismus moeten kennen, beminnen en dienen, ook io deze werelt^eh maat schappij weer gekend, geëerd en ge diend zal worden. Wij weten 't allen, dat alleen onze christelijke mannen den Christus in de maatschappij weer zijn plaats willen hergeven, waarvan anderen Hem heb ben weggedrongen, en dat zij alleen cr voor zullen zorgen, dat Zijn wet en gebod weer worden nageleefd en ge ëerbiedigd. Voor deze belangen mag geen ka tholiek onverschillig blijven op straffe van anders ernstig aan zijn plicht te kotl te schieten. Wij leven in een tijd van trustcn, vak vereenigingen, C0"peraties ook in liet politiek leven moeten wij als ka tholieken en christenen ijverig samen- verken om tot onze katholieke en hristelijke idealen te komen, het groote dcanl vooral om liet rijk Gods weder- >m te herstellen in deze ontkerstende Maatschappij. T. G. De Moeder der Volkeren. Üc wereldoorlog van thans zal. als luj eens tot de geschiedenis behoort, blijken op schier alles een ingrijpenden invloed te hebben uitgeoefend. t >ok de Katholieke Kerk zal cr de gevolgen val ondervinden. Onze Kerk is één cn het is haar aehtigc eenheid, die de tegenstanders :t meest imponeert. Onze Kerk algemeen, omvat alle landen en volkeren, behoort niet aan enkele natie, doch is internationaal als geen andere instelling ter wereld. Evenwel de Kerk wil niet de ondet- cheiden volkeren, zoo verschillend in as en aanleg uiiifurinecrcn de hoogere eenheid, die zij predikt, laat iedere na- onaliteil haar bestaansrecht, maar kan iet dulden, dat. welke natie ook, de Kerk zou nationaliseercn. De ootlog brengt een groot dreigend vaar mede n.l. de scheuring in de ncrlijkc gemeenschap, het geestelijk verband van hel mcnsclidom. I'atcr Lipperl S. J. wijdt in de „Stim- itcn der Zeit" een studie aan het raagsluk van de nationaliteiten cn den oorlog in verband met de roeping der Kerk. „Kr hebben zich", zegt hij, „bodem- looze afgronden geopend tusschen de verschillende beschavingen, tusschen politieke en sociale begrippen. Zelfs tusschen wetenschap, kunst en Gods dienst der vijandelijke volkeren en vol- kerengroepen. „Het zal daarom in de naaste en meer rre toekomst een der gewichtigste moeilijkste opgaven zijn, die de Katholieke Kerk zai hebben te ver richten, om de nationaliteiten, die door dezen oorlog in twee vijandelijke kam pen verdeeld werden, weer tot elkander te voeren. Volkeren en individuen len de vernietigende werking van den 'ereldoorlog. .DeKatholieke Kerk"zegt de geleerde Jezuit, is geroepen met een heilige missie van vrede tot de gemartelde volkeren te komen en hen weder te vereenigen. „De vereeniging der volkeren kan geen uniformeering zijn. Juist daardoor j zij zich zelf verwoesten. De ge- rcnschap moet veeleer een dulden ll raseigenaardigheden toestaan, door wederzijdsche uitwisseling en een verstandige samenwerking de wegen daartoe effenen." De wensch van den schrijver is, dat deze oorlog niet de geestelijke eenheid der naties geheel versloren zal. .Mogen de wegen zich openen tot i nieuwe volksgemeenschap I Het komt er niet zoozeer op aan, welke politieke vormen ze te voorschijn roept, noch hoe de grenzen op de nieuwe landkaarten worden aangebracht. „Zeker zal ieder volk een eigen toe komst bezitten en zijn lucht, zijn licht, zijn grond, zijn water en zijn stuk he mel hebben. Maar van meer.beteekcnis is het, dat het zijn ziel redt. De ziel echter, de ziel der overwinnaars en der wordt voor den duur slechts gered in de eenheid der ware cn der strict neutrale Kerk. „Zij is de albeminnende en alrccht- vaardige moeder der volkeren." Vin Heivonnen Lerenskricbt. Duizenden in den lande tooiden zich Zondag met 't bloempje in bijna alle steden en dorpen aangeboden ten voordeele van 't fonds „Voor Herwon- Levenskracbt" voor de verpleging tuberculose-lijders onder de Roomsch-Katholieke werkers, die bij 't R. K. Vak-bureau zijn aangesloten. Zij, die voor verpleging op kosten in genoemd fonds in aanmerking ko en. vinden in het Roomsche Sanato- jm Dekkerswald bij Nijmegen opna- e en zorgvuldige behandeling. Juist vóór den bloemendag werd door den Eerw. heer J. L. van Mule- kom, rector van Dekkerswald nog eens het kort uiteengezet waarom de Roomsch Katholieke verpleging voor Katholieke longlijders en lijders aan tu berculose beslist noodzakelijk, althans Laten wij eerst zeggen, aldus Rector au Mulekom, wat wij onder Katho lieke verpleging dienen te verstaan. Katholieke verpleging, zooals wij die hier bedoelen, is de verzorging in een Sanatorium door Roomsch Katholieke verpleegsters, met den voortdurenden steun van den priester voor hel ziele- Zulk een verpleging is voor den Ka tholiek die in een Sanatorium wenscht opgenomen te worden, op zijn minst genomen verre te verkiezen boven een verblijf in een neutreule inrichting dien aard. In deze laatste toch ontbreekt het hem aan alles wat eene Roomsche ziel vanzelf vraagt zoodra het lichaam lijden is. Het verstandig woord van den ge neesheer, en de meest harteijke toe- 'ijding der verpleegster zijn vaak niet staat om den tuberculoselijder leed n verdriet te doen vergeten en te doen plaats maken voor levens- en lijdensmoed. Maar de Katholieke godsdienst met zijn troostkracht, zijn gebeden, H. Sa cramenten en christelijke liefde vermag dit wel. Is het niet duidelijk dat daarom al leen reeds een Katholiek longlijder niet thuis hoort in een neutrale omgeving Daarbij komt nog, dat het gevaar >or zijn godsdienstige overtuiging in in neutraal sanatorium lang niet denkbeeldig is. De onvergeeflijke ergernis die er niet zelden heerscht door slechte of wufte lectuur, door den dagelijkschen omgang met andersdenkenden, zelfs ongeloovi- gen, en dat maanden lang, moet op den duur schadelijk zijn voor geloof en zeden. Niet hoog genoeg te waardeeren is derhalve de oprichting van een Roomsch Katholiek Sanatorium voor longlijders. En den grootsten steun verdienen zij die cr zoo onvermoeid naar streven, ook hen, die niet bemiddeld zijn, de gelegenheid te stellen opgeno- n te worden in een Katholiek Sa natorium. Zulks toonden Zondag duizenden te beseffen toen „Herwonnen Levens kracht" een beroep deed op de mild dadigheid. De kleine bijdrage voor het bloempje werd ook in dezen duren tijd niet ont houden aan hen, die lijden aan de vreeselijke ziekte de tuberculose hen voor wien de opname in een sanatorium de eenige hoop geeft op genezing, en de opname in een Katho lieke inrichting de eenigste waarborg schenkt voor behoud van geloof en zeden. De cijfers, welke hier en daar ge noemd worden, stemmen tot groote tevredenheid. Zoo besomde Rotterdam ruim 5200 gulden. In Amersfoort en omgeving bracht en het door veler steun en sympa- ie tot f850, zijnde pl.m. f230 meet dan in 1914. Binnenlandsche Berichten. Interneering. Generaal-majoor Loke, commandant in het interneeringsdepot, belast met het militair gezag in Harderwijk Krmelo is om gezondheidsredenen e >1 vanjzijn functie ontheven. De geïnterneerde Belgische soldaten het kamp Gaasterland. nu in ver schillende bivakken verspreid, zullen meer geconcentreerd worden in gio< kampementen. De politie zal voor zicht versterkt worden met mare chaussees. Vooruitgang. De Rijksmiddelen hebben in de maand Juni van dit jaarf 699,393.27 eer opgebracht dan in dezelfde maand in het vorig jaar. Groote werken. De Rcgeeriog heeft den bouw voor gesteld van een nieuwe aldis te IJraui- den, waarvan de kosten op 14'/» mll- lioen gulden worden geraamd, terwijl do werken ten dienste der defensie op 6 millioen gulden, geschat worden. Nieuwe spoorlijnen. De opening der lijn Uithoorn—Nieu- wersluis is vastgesteld op 1 October, terwijl de opening der lijn Alphen Uithoorn thans definitief bepaald is op 1 Augustus a.s. Deze lijn zal door de H.IJ.S.M. worden geëxploiteerd. De locaalspoor begint te Uithoorn in bet daar bestaaande station en zal te Al phen-Oudshoorn in het station van de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen aldaar eindigen. Aan de lijn zijn gelegen; de halten i stopplaatsen Blokland, Nieuwveen, Zevenhoven, Nieuwkoop Zuideindschen Weg, Aarlanderveen en Gouwsluis. Engeland en Holland. Tegen den Londenschen correspon dent van den N. R. Ct. heeft de En- gelsche minister Winston Cburchiil o.a. gezegd Niemand heeft het recht om Neder land van zijn onzijdigheid een verwijt te maken. Als onafhankelijke staat zag het zijn belang daar en het bad het volste recht om in overeenstem ming ermee te handelen. En hebben wij geen bewijs gegeven, dat wij dat recht meenen te erkennen Op het kritiekste oogenblik hebben wij het stipt ontzien. Wij hebben zelfs niet gevraagd, zelfs niet gezinspeeld op doortocht Dat wij in het vervolg van den oorlog ons tot eenigen aanslag op Nederland's on zijdigheid zouden laten verleiden, is on mogelijk, ondenkbaar. Wij gaan het beginsel waarom wij strijden, niet zelf vernielen, nadat we er zoo ontzettend veel voor hebben opgeofiërd. Gij leunt volkomen verzekerd van zijn, dat wij er onder geen omstandigheden aan zullen denken om op Nederland eenige druk te oefenen, teneinde het zijn on zijdigheid te doen verlaten. Ik geloof wel dat de Hollanders goed doen zich gereed te houden. Maar het gevaar dreigt nimmer van onzen kant. In elk geval zult gij begrijpen, dat wij, die ons hebben opgeworpen als de kampioen van een verdrukte kleine natie, zonder ons zelf onmogelijk te maken geen andere kleine natie in hare on betwistbare rechten kunnen gaan kren ken. En gij begrijpt ook, dat oa dezen oorlog, wanneer wij hem tot een over winning hebben gebracht en dat zulten wij zeker de positie der kleine staten sterker zal zijn dan ooit te voren. De misdadiger, die zich aan het kleine Belgie vergrepen heeft, zal daar staan, na zijn tuchtiging, als een afschrikkend voorbeeld. En wat gij nu zegt, dat sommigen in Holland beducht zijn, dat op het vredescongres, wan neer de bondgenooten daar de lakens 25 FEUILLETON. DE LIJFEIGENE. irlsch-romantlacbe tafereel- De kluizenaar scheen met die ver klaringen genoegen te nemen, en I de jongeling vervolgde „Grijsaard, wij stellen volkomen ver trouwen in u; red ons, indien gij kunt, door ons te helpen om de vallei van Suze te bereiken." De kluizenaar dacht een oogenblik na. Daarop zijn heldere en doordrin gende oogen op Warderick vestigende, vroeg hij hem„Kunt gij mij de na men niet noemen van de ongelukkigen, waarvan gij spreekt?" „De een heet Hahriman en is de zoon van Baldon, een dapper krijger, die langen tijd streed onder de beve len van Karei Martel; hij is vergezeld van zijne vrouw, zijn dochter Lidwina en zijn zoon Kedrik; de andere is ccne eu'cle vrouw, de weduwe van Aldrad, leude van Mello, met haren zoon Ant- helmus. Ik ben een zoon van den lijf eigene van Hahriman; mijn vader, moe der en vijf broeders zijn hunne onge lukkigen meester op zijne vlucht ge volgd." „Ik heb Baldon en Aldrad gekend." xeide de grijsaard, „en met hen gestri den onder dc banieren van den groo- tcn Karei, liet zal mij een waar geluk zijn hunne lamilic van dienst te kun- n wezen. Ann gene zijde der Alpen het lombardiesch gedeelte niet verre n het dal van Suae slaat een vcrla- i hut, waar gij op dc welwillendste wijze zult ontvangen worden. 1 >c m die haar bewoont, brengt zijn Ie door met z'jncn naasten hulp te lecnen, cn gij zult hem groot genoegen verschaffen, door hem gastvrijheid tc vragen." „Maar hoe zal ik die hut vinden „Laten uwe reisgezellen morgen och tend vroegtijdig gereed zijn, dan zal ik ii den noodigen bijstand verleencn. Re ken op mij, dan zult gij de frankische posten vermijden." Vol vertrouwen in dc woorden van den grijsaard verliet dc jongeling (jein, na hem dc plaats aangewezen tc heb ben, waar dc vluchtelingen zich ver scholen hadden, en keerden vol hoop cn vreugde lot hen terug. Hij werd in zijne verwachting niet bedrogen. Den volgenden morgen plaatste de kluize naar zich aan het hoofd vnn de kara vaan hij had op hoogen leeftijd de krachten der jeugd behouden en kende alle voetpaden der Alpengelukkig bereikten dan ook de vluchtelingen na twee dagen reizens de hut, waarvan hij gesproken had. Het was een lande lijke cn tamelijk groote woning, geschikt verscheidene personen te herbergen. Op een vooruitstekende rots gebouwd, g.if zij liet uitzicht over de liefelijke vlakten van Italië. De man, aan wien de hut toebehoorde en die haar een gedeelte van het jaar bewoonde, ontving dc vluchtelingen met dc meeste vriendelijkheid. Nauwe lijks had de kluizenaar hem met hun toestand bekend gemaakt, of hij zeide: „Gij hebt hier niets tc vreezen; mijne woning is niet gelegen aan den weg, dien dc legers nemen; overigens wordt de „Hut der Alpen" door iedereen ge ëerbiedigd, omdat zij geen onderscheid maakt tusschen vriend cn vijand, maar beiden, als het noodig is, hulp verleent. Hoe het ook zij, gij zijt tien gewapen de mannen en kunt u tegen eene ta melijk sterke macht verdedigen." „Wij zijn hier," sprak Warderick, „door uwe welwillende gastvrijheid vei lig voor alle gevaar, inaar waar zullen wij dc noodige levensmiddelen vinden? Wij zijn 15 personen sterk." „De boeren der vallei zullen, door mij verwittigd, brood in overvloed bren gen; nabij deze rots ontspringt liet hel derste water. Overige spijzen zullen u niet ontbreken, jongelingindien gij lust voor de jacht hebt, zal het wild uwe tafel voorzien." Zeker van in hunne schuilplaats niet verontrust te zullen worden, vestigden de vluchtelingen er zich vol vreugde- Den volgenden dag namen de vijf oud ste zone.) van Dreban met den kluize naar den tocht wederom aan naar het land der franken. Zij hadden hunne vrouwen en kinderen te midden hunner vijanden gelaten en gingen die halen om ze eveneens in veiligheid te brengen. Vol van dankbaarheid voor de ge hechtheid der lijfeigenen, wilde Anthel- mus hen vergezellen en hun weder- keerig dienst bewijzen, maarzij gedoog den zulks niet. „Wij zijn sterk genoeg voor de reis," zeiden zij, „en in tijd van nood zal God ons bijstaan." DE AFGROND. Vóór de lijfeigenen in de hut op de Alpen waren wedergekeerd, weerklonk bet oorlogsgeschrceuw reeds tusschen het gebergte. Twee legers verdrongen zich op de tegenovergestelde hellingen der Alpen. De worsteling tusschen de l'ranken en Lombarden ging een aan vang nemen. Ziende dat de onderhandelingen niet naar wcnsch slaagden, en l'epijn on buigbaar bleef betrekkelijk de rechts vraag, nam Astolfus moedig den strijd aan. Hij riep de Lombarden te wapen, vereenigde een talrijk leger, en op de grootere getalsterkte zijner scharen ver trouwende, bracht hij ze in de vallei van Suze onder de hut der Alpen. Ver volgens maakte hij zich gereed de berg- engte door te trekken om het vijande lijk leger op de grenzen zijns gebieds staande te houden. Reeds beroemde r zich op bij zijne hovelingen, dat de Franken de schoone vlakten Italië niet zouden aanschouwen, r dc woeste afgronden in het gebergte hunne graven worden zouden. Men kan zich dus zijne verbazing voorstellen toen hij op eens de voorhoede van Pepijns leger boven zich op den top der bergen zag. In weerwil van zijn spoed waren de Franken hem voorge komen, en van de kruinen, waar zij legerden, beschouwden zij met gretig heid dc rijke velden van het apennijn- sche schiereiland, die zich voor hunne oogen aan den voet der bergen strekkten. De zonen van Karei Martel hadden de voorhoede van hun legei op de hoogten gebracht achterhoede. Nauwelijks had Astolfus echter door zijne spionnen vernomen, dat het slechts de voorhoede van Pepijns leger was, die Item van den top der bergen be spotte, of hij greep weder moed, en daar hij het niet geraden achtte het gros des legers af te wachten, dat door de engten van den Mont-Cenis met moeite voorttrok, besloot hij de voor hoede aan te vallen en te vernietigen, waarom hij zijne scharen beval de Kt ken aan te vallen. Maar Pepijns dappere krijgers wacht- tot de Lombarden tot hen op geklommen waren bij de eerste be wegingen van Astolfus daalden zij moe dig in de vallei neder om de worste ling met den koning aan te vangen. Over zulk eene vermetelheid verbaasd, geloofde de koning zeker te zijn van dc overwinning, en meende hij hen ge makkelijk te zullen vernietigen, die hij als waaghalzen beschouwde. In deze gesteltenis gaf hij het teeken tot den strijd. Doch weldra ontdekte hij, dat hij niet te doen had met de verwijfde volken van Italië, maai met mannen, in den oorlog |gehard, van een bui tengewone kracht, een ijzeren liet.aam voorzien en die gewoon waren onder held haftige opperhoofden te overwinnen. En inderdaad, de frankiscbe voor- hoede schikte zich in slagorde zonder zich over het getal der vijanden onge rust te tooncn. De dappere mannen, gevormd in de school van den groo- ten Karei Martel en zijn roemvollen zoon, verlangden naar den strijdzij hoopten zich als overwinnaars der Lom barden aan den koning te zullen ver- toonen en hem als het ware de sleu tels van Italië in de handen te geven.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1915 | | pagina 1