Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de
Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent
voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke
nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen.kunnen eiken dag ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 18 April 1916.
No. 5.
Dertigste Jaargang.
AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke
tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen, ingezonden stukken en
advertentiën gelieve men in te zenden ten Kantore van de Directie van De Eembode,
Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
In de Lijdensweek.
Om te komen tot den blijden Paasch-
jubel cn het feest van 's Heercn
Verrijzenis moeten wij de Kerk volgen
door de droeve Passieweek en langs
den lijdensweg naar (iolgotha.
Wij gaan den Christus zien als den
verheven Martelaar, dun grootcn Ko
ning van het lijden, die straks op de
wolken zetelen zal, als de Koning der
Glorie.
Daar is in het geheele kerkelijk jaar
geen tijdvak, waarin wij ontroerender
het mysterie des lijdens aanschouwen.
Profeten en evangelisten verkondi
gen ons in voorzeggingen en evange
lieverhaal het groote lijden van den
Zoon Gods.
En levendiger dan ooit stellen wij
ons wederom den Christus voor, zoo-
als Hij voor ons leed van den Olijven
hof tot Zijn laalstcn smartkreet op den
berg van Calvarit
Als visioenen van het hevigst lijden
zijn de verschrikkelijke gebeurtenissen
op 'l wcreld-oo'logstoonccl ons oog
voorbijgetrokken.
Wij hebben gezien, hoe tiental
len werden neergesabeld, hoe hon
derdtallen door bommen en granaten
als het ware uiteenspatten
I loe de dood gierde boven steden
cn dorpen cn velden.
Hoe wereldsteden leegstroomden en
de akeligste stilte hing waar eertijds
gedurende dagen cn nachten ge/ang
cn gelach weerklonk eil dc brcede scha
ren optrokken tot dan» en spel.
Hoe stroomcii cllcndigeil al» een
vloedgolf van miserie binnundiongen.
Hoe de kinderen hunne ouders ver
loren cii dc ouders hunne zonen en
dochtcrcn. cn hoe dc verdwaalden rond-
doolden van stad tot stad, zoekend
naar hunne gclicldcil.
Hoe geschonden krijgers, mismaakt
en voor 't leven verminkt, terugkeer
den uit ballingschap
Dat alles hebben wij aanschouwd
cn onze zielen hebben incdegeleden
met al dat lijden, al die ellende, al die
angsten en verschrikkingen.
En wij hebben wellicht gemeend,
dat wij liet hevigste lijden zagen, dat
ooit ter wereld geleden is
Maar liet hevigste lijdon was dat nicI
Wanneer wij straks ons geloot vei
levt ridigen en in al den ernst der pa;
siewcck "s Hecren lijden en sterve
overwegen, dan zullen wij begrijpen..
Het grootste, het hevigste lijden, d?
ter wereld ooit geleden is, werd gele
den door onzen Verlosser, Jezus Christus.
Dat was het lijden van een God'
voor Zijne schepselen, van een God,
die almachtig en oneindig heilig
ecuwig is, en sterven wilde door de
macht der nicnschen, Zijne eigen
schepselen
Wat is óns lijden, daarbij vergeleken?
Het antwoord op deze vraag is ge
geven in het stervensuur vandenGod-
dclijken Verlosser.
Daarboven hing Hij aan het hout
der schande. Rondom Hein joelde het
volk cn het verguisde Hem. en de
■Iksmcnners riepen het uit boven de
luide kreten der menigte..Anderen
heeft Hij verlost. Iaat Hij nu ook zich-
'f verlossen, indien Hij de Christus
dc uitverkorene Gods I"
En soldaten cn beulen spotten me-
en óók een der boosdoeners,
die naast den Verlosser gekruisigd wa-
Dc boosdoener vergeleek- zijn
lijden met dat van den Christus, zoo.ils
wij thans geneigd zoud^i zijn, het
Maar de andere veroordeelde be
greep, in den lichtglans van hel ntys-
der genade, het onderscheid tus-
schen het lijden des Verlossers en óns
lijden
En dc Evangelist I.ucas teekende
zijtic woorden op ..wij tijden tyccht,
want wij ontvangen loon naar werken,
doch Deze heeft niets kwaads gedaan."
Kunnen wij wel m dezen lijdcnstijd
van het lijdensjaar verkwikkender troost
ontvangen dan «oor dc beeltenis van
den iler Smarten, van den ge
kruisigd-stervenden Christus
Kunnen wij elders beter het myste
rie des lijdens Iccrcn begrijpen
O als wij strak- op den Goeden
Vrijdag liggen neergeknield voor het
kruisbeeld, mogen wij wc! innig dc
w-oorden van den goeden moordenaar
s aangevallen op deze uitlatingen is
:cn teelten, dat men aan beide kanten
tcherp luistert en wacht, om in de
woorden van de andere partij iels te
vinden, dat een grondslag biedt voor
toenadering, zonder dat men te groote
offers behoeft te brenger, aan eigen
digheid of openlijk niet leege hart
moet verschijnen voor de bevol
kingen. dtc zoo zwaar hebben geleden
nog lijden onder dezen onzaligen
lietigingsstrijd, die nooit een algc-
heelc verplettering van een der be
trokkenen kan cn mag worden.
Reeds neemt het stemmental toe van
redelijken in het Britacbc rijk, die
beginnen te denken afin dc toekomst
waarschuwen tegen een politiek,
zoo zij Duitschland al zou kunnen
treffen. Engeland» eigen belangen even
zeer bedreigt.
in Engeland beweert men al. dat niet
de vernietiging van Duitschland
doel is.
I'rc
?:i volk. dat i
zijn naburen
de
uitputting v;
stadium van e<
dood, nog in sta
houwitserbattenji
i zijn oudere land-
Zwitserland)
■lichtlgcn n
men niet tc geloovcn.
Neut l-reie Pl«si
van Asijuith toenadering en acht
enscht in die van den Rijk-
den de patrouilles door hen gevangen
genomen en tengevolge van hun koel
bloedigheid bevindt het bosch zich
thans nog in handen der Eranschen.
Verschoten.
In dc ccretc 17 maanden van den
noriog moet het Oostenrijksch-Hon-
larsche leger in het geheel 15 mil
liard' patronen hebben verschoten en
1-' milliocn granaten. Dit is 500 maal
het aantal patronen en 14 maal het
lantal granaten, door de Duitscher»
c.-schoten in den oorlog van 1870.
Binnen landsctie Berichten.
Broodnood?
Er is bericht ontvangen dat het s.s.
.Ittersum" bestemd naar Buenos-Aires.
>in met regeeringsgraan naar Neder
land terug te komen, te Sunderlar.d
ligt voor een lading kolen in te nemen,
doch dat de Engelsche regecriug de
levering van kolen weigert, tenzij de
Maatschappij zich verplicht deze boot
met lading van I.a Plata naar Enge
land te doen terugkomen.
Terwijl dus dc Nederlandsche Re
geering gezorgd heeft cn voor het koo-
pen van tarwe én voor het beschik
baar stellen van scheepsruimle voor
het vervoer daarvan, wil de Engdische
regeeritig het thans onmogelijk maken,
tarwe in Nederland in tc voeren, voor
de booten.
Wittebrood.
Een niet tc verwaarioozen factor,
welke heeft medegewerkt tot het thans
in ons land bestaande gebrek aan
tarwe, is. de belangrijke broodvoor
ziening van de Belgische grensplaatsen,
waaronder ook Luik, door de bakkers
van dc Ned. grensgemeenten, van
Roosendaal tot Maastricht, Wekelijks
gaas er één millioen K.G. brood naar
België. waarvoor ll.CXX) baaltjes tarwe
meel benoodigd zijn, of 6.5 pCl. van
de hoeveelheid meel, welke wekelijks
voor dc broodvoorziening van ons
eigen land verbruik! wordt.
Het onderwijs.
Over 'l algemeen legt onze Roomsche
pers groote tevredenheid over het werk
der Bevredigings-commissie aan
Asijuttli
een bclerni
No- <|uidcm justcwij lijden
En wij lijden in tic hope des levens. Dc Rijkshansc
als de moordenaar, die bad. Hvci ge-1 frankrijk, ma
denk mijner, wanneer Gij u; uw Kijk kosten
gekomen zult zijn. drager
Wij lijden cn wij luisteren naar «Ieland
stem van den Zaligmaker, die den dcc- het vr
moedige cn geduldige de bcloltc .Ier i Dat i
eeuwigheid schenkt: gij zult niet Mj 1 opcnl)
i-zcn in liet paradijs, de vr
Laat ons opzien tot den lijdcgsbeig den
tot het heilbrengende kittis cn den irons-1 groo
lenden Lijder, den Heilige, den Sterke, zulle
het
kanseher en den premier de punten tc! daarvan bestemd, in Engelsche haven-
ontdekken waar zich toenadering open-zouden moeten kolen laden.
scheidt. Hel blad
t op dat niet
Rusland de politieke
ciklaart, dat li
il zijn v
Zoo worde de aanschouwing van het
lijden en het lijden zelve tot een luis-
ijke poort voor het Rijk der Glorie',
- openc de menschelijke smart cn
dc droefenis des doods het uitzicht op
•cuwige Gelukzaligheid; zoo strale
reeds over dit menschclijk leven dc
glorieglans der Eeuwigheid.
tl hebben wij behoefte in deze dageri gaan.
sn mcnsëhclijkc droefenis en
rhelijken rouw.
Duitschland.
een grdaehtcnwicsefing in het
xar. waarbij dc omtrekken van
rdesvoorwaarden zichtbaar wor-
ii overtuiging ontstaat, dal de
volkoren, nadat dc hartstochten
hebben uitgewoed, een toekomst
beter begrijpen tegemoet kunnen
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Vrede.
Men kan met wat goeden wil in dc
redevoeringen van Bethmann en As-
jjuillt een eerste zwakke poging zien,
am de door velerlei misverstand ver
ontreinigde oorlogs-atmosfeer tc Sui-
Dc levendigheid, waarmede de pers
Krijgsgevangen.
De üuitsche regcering zal de Eran-
sche krijgsgevangenen, zonder acht te
slaan" op stand of geboorte, allerlei
soort van werk laten verrichten. De
reden hiervan is dat f rankrijk Duitsche
krijgsgevangenen op dezelfde wijze be
handelt en hen vooral in Noord-Afrika
in verschillende oorlogshavens z
arbeid laat verrichten, zonder rekening
tc houden met hun lichamelijken
stand en hun geschiktheid voor
werk.
Dappere Franselen.
Een Eransch korporaal en 'drie i
schappen zijn gedecoreerd wegens het
tegenhouden van een Duitsch regiment
i bosch bij Verdun. De vier man-
rerden achtergelaten in een luister
post, toen bevolenjJwerdiTterug te trek
ken en hun vuur verrastte de aanval
lende Duitschcrs. die twee patrouilles,
ieder van zes man, vooruit zonden,
gevecht met handgranaten wcr-
Onderwijs.
Bij de Tweede Kamer is ingekoi
•n wetsontwerp tot het in overweging
imcn van een voorstel van verande-
ig var. artikel 162 der Grondwet (het
onderwijsartikel
Tekst en toelichting zijn woordelijk
vergenomen uit het rapport der Bc-
redigingscommissie.
De minister van Binneulandschc Za
ken herinnert aan d
raartoe genoemde
loudens het afwijkend gevoelen van
Tydeman gekomen is, en voegt ei aan
„Dat resultaat, het gevolg van ge
duldig overleg en verzoeningsgezind
heid, is in hooge mate verblijdend,
omdat mag worden aangenomen, dat
daarmede de grondslag is gelegd
een krachtige ontwikkeling van
nationaal onderwijs in zijn ganschen
nvang."
Zomertijd-
Een wetsontwerp tot vervroeging
in den tijd met een uur gedurende
den aanstaanden zomer zal worden be
handelden vóór Mei wordenaangenomen.
De Tweede Kamer
heeft de algemeene beschouwing!
het ontwerp-Ouderdomsrente ten einde
gebracht en is daarna verdaagd tot
Woensdag 26 April.
Stijgend.
's Rijks geldmiddelen hebben
maand Maart f 3.734.155.66'/3
opgebracht dan in Maart 1915.
Zoo schrijft „De Tijd":
Als voordeel hebben wij straks ge
noemd den waarborg voor de geeste
lijke vrijheid van onderwijs. Op ander
gebied is echter naar een gelijkheid
gestreefd, die de bestaande vrijheid
der school in niet geringe mate in
krimpt. De onderwijzers worden be
noemd na vooraf gepleegd overleg met
den schoolopziener, het leerplan staat
onder een zeker toezicht var den
onderwijsraad dc leeftijd van toelating
op de school en het schoolgeld moeten
voor openbare en bijzondere gelijk zijn.
Het zijn altegaar concessies onzerzijds,
waarvan men de waarde niet moet
onderschatten.
Ziedaar enkele der offers, die
is. in ruil van de winst, worden
vraagd. Indien wij ze stellen tegenover
de winst, die verkregen wordt, dan
zouden wij vooralsnog niet durven zeg
gen, dat deze het zwaarst weegt.
Zullen wij daarom zóó ver gaan, dat
wij de toegestoken hand afwijzen
Indien wij geen geloof hadden
het bijzonder onderwijs, daii zouden
.wij zeggen ja.
Eén ding staat vastde tegemoet
koming, ons gedaan, betalen wij en
betalen wij ruim en goed bij de voor
gestelde regeling.
Zeer gereserveerd is „De Standaard"
zooals blijkt uit 't volgende
De concept-wetten zullen |wel zoo
danig zijn, dat ze onder den tegen-
woordigen vorm van art. 192
meer doorkomen.
Eerst zal dus art. 192 gewijzigd
moeten worden. Hiermede verloopt
allicht nog twee jaar. En dan zal
voor een geheel nieuwen toestand s
Het kan zelfs zeer wel zoo loopen,
dat in 1918 of '19 de samenstelling
van beide Kamers der Staten-Generaal
een zeer aanmerkelijke wijziging onder
gaan heeft. Van een binding aan de
conditiën van de samenstelling der
bevredigings-Commissie zal dan van
verre geen sprake meer kunnen zijn.
En komt dan de vraag, hoe de mil-
lioenen te vinden, om de nieuwe
telijke regeling te doen doorgaan,
zal men voor ongelooflijke moeilijkhe
den komen te staan, en zal allicht
alles beproefd worden, or
eerst gegund werd, weer af te dingen.
Dit dreigt reei. voor wat het Lager
Onderwijs betreft.
Maar vergeet niet, dat de Concepten
ook op middelbaar en technisch onder
wijs zullen slaan, en dat mede hier
door de moeilijkheid nog aanmerkelijk
zal worden verhoogd.
Het blijft alles zoo pijnlijk onzeker.
Heilloos gedoe.
De mannen van de neutrale Te
legraaf zijn al sinds maanden bezig
.met gestook tegen Duitschland en ge
lonk naar de geallieerden.
Ze verzaken zoo hun plicht.
Plicht toch van eiken rechtgeaarden
vaderlander is neutraal te blijven en
zich te houden buiten de ontzettende
oorlogsverdwazing welke van Europa
groot kerkhof maakt,
e mannen van De Telegraaf den
ken daar anders over en een hunner
leiders, Holdert, sprak het onomwon
den uit dat Holland moet meevechten
tegen den Pruis. Liever van daag nog
dan morgen. De vechtjas bctreuit 't
dat de Hollandsche regeering den vrede
bewaart, door neutraal zich te houden.
AVat zou het toch eenvoudig geweest
zijn voor de Nederlandsche Regeering.
nietwaar, om spontaan tusschenbeide
te komen.
Wij zouden onze kanonnen op de
Duitschers hebben kunnen richten en
dood en verderf zaaien in hun gelederen.
Weliswaar, zou ons dat dadelijk tien
duizenden jonge flinke mannen kosten,
die gedood of verminkt voor hun gansche
leven, voor hun gezinnen, voor hun
ouwen en kinderen, voor hun ouders
verloofden verloren zouden zijn.
Weliswaar zouden onze steden eu
dorpen onmiddellijk platgebrand en
stukgeschoten worden door de 42 c.M.
kanonnen, en zouden torens en huizen,
boerderijen en kasteelen tot puinhopen
worden gemaakt vóór er 48 uur ver-
loopen waren.
Weliswaar zou er over ons land
ellende komen, die Engeland niet
kent. Frankrijk al haast evenmin, een
ellende, waarvan wij aan België zoo'n
icbrikkelijk voorbeeld hebben.
Doch wij zouden hulp gekregen heb
ben van de Engelscben, nietwaar, evenals
die België ter hulpe zijn gesneld, toen
het in nood verkeerde, evenals Servië
hulp heeft gekregen, nadat het lam ge-
Wij danken voor zulke hulp en ho
pen dat wij, Holdert ten spijt, buiten
de ellende van den oorlog (ja, ook
buiten de ellende van de overwinnaars)
zullen blijven.
Onverantwoordelijk blijft het, zegt de
Bazuin, dat -de uiting van het oorlogs
delirium van een enkeling, gedrukt en
gelezen wordt.
De Centrale Boerenleenbank.
Het jaar 1915 is voor de Centrale
ink een zorgelijk jaar geweest, doch
as tevens een goed jaar, een jaar
in grooten bloei. Het aantal bij de
Centrale aangesloten dorpsbanken steeg
in 1915 van 500 tot 520. Over het al
gemeen steeg de winst dier dorpsbank
jes aanmerkelijk, terwijl ook hun reser-
FEUILLETON.
De balling.
Het was tegen het eipde van
kouden Augustusdag in het jaar
1776. De ondergaande zon gluuide nu
cn dan door de donkere wolken heen.
gelijk een grijsaard, die met een pijn
lijken glimlach afscheid neemt van
zijne vrienden. De wind loeide wild
door het geboomte, en zweepte de
verdroogde bladeren van de takken.
De natuur scheen zich vroeger dan
gewoonlijk voor de ontvangst van den
winter gereed te maken, cn dc rook.
die opsteeg uit de schoorsteencn,
het kasteel Ormond, op weinige mijlen
afstands van Orleans gelegen, was eer
tceken, dat de bewoners zich bij eer
gezellig haardvuur tegen de koude var
het weder trachtten te beschermen.
En dit was geen nutteloozc voorzorg
want de gravin Schuselkwa, die drie
jaren geleden met een Russisch edel
man gehuwd en moeder van een
jarig zoontje was, had een zwak ge
stel, en haar gezondheidstoestand,
waarover zelfs 's konings lijfdokter,
dien men uit Parijs had laten komen,
het hoofd schudde, vercischte de
grootste zorgen.
Een man, in het nationaal costuum
der Kussen, bewoog zich door dc laan,
het kasteel leidde. Een lange
zwarte baard bedekte de grootste helft
/au zijn somber gelaat. Hij zal om-
ilrecks dertig jaren oud geweest zijn.
Op hetzelfde oogenblik werd een
zijdeur geopend, en een man. die on
geveer tien jaai ouder scheen te zijn.
kwam naar buiten. Zijn donker haar
begon reeds een grijze tint aan te ne
men. en zijn gelaat had ecne zwaar
moedige uitdrukking ofschoon het te-
vastheid van karakter te ken-,
gaf. Hij was van middelbare
lengte en kloek gebouwdzijne klee
ding was eenvoudig doch van lijne stof.
Rus lronsle het voorhoofd cn
zijne blikken gaven een gevoel van
inwendigen haat te kennen, toen hij
bemerkte wie het was, die hein lang
zaam tegemoet kwam.
„De gluipcrlmompelde hij bij
zich zeiven. „Hoe lief cn vriendelijk
ziet hij er uiten toch heeft hij den
armen Tessikof uit zijns meesters gunst
weten te bannen en zich zelf in den
zadel gezet. Ik zal u in mijne gedach
ten houden, gemeene Franschman;
eenmaal zat de tijd komen, dat wij
elkander afrekenen."
Aldus bij zichzelven sprekend had
hij zijn weg vervolgd, terwijlde andere
daarentegen zijn gang iets verhaast had,
zoodat zij het groote ijzeren hek, dat
toegang tot het voorplein van het
kasteel gaf, tegelijkertijd bereikte.
,Zijt ge daar eindelijk, Tessikof
begon de Franschman, „de graaf, on;
meester, kon zich uw lang wegblijven
niet verklaren, waar hebt gij uw paard
gelaten, dat gij zoo te voet zijt?"
Deze vraag, die op geen onvriende-
lijkcn toon gedaan werd, deed den
Rus het bloed naar de wangen stijgen.
„Wat raakt dat u antwoordde hij
barsch. „Ik ben zelf mans genoeg om
den graaf oene opheldering te geven.
Het paard staat bij de herberg, waar
ik onderweg naar hier heb stilgehouden.
Doch wat heb -ik noodig tegen u tc
spreken? Al wat ik zeg. zal toch ver
keerd worden overgebracht, zoodat
mijnheer Lafont den room van de
melk kan nemen, en ik...."
.Gij tracht onophoudelijk twist met
te zoeken, Tessikof," viel de
Eianschman hem in de rede,
vraag ik uOmdat gij meent
dat ik u uit uws meesters gunst ver
bannen heb. God is mijn getuige, dat
ik dit niet heb gedaan en' met iedereen
vrede wensch tc leven. Moet ik
herbalen, dat ik secretaris der oude
markiezin van Ormond was, toei( graaf
Schuselkwa hare nicht huwde en hier
zijn intrek nam, en mij op verzoek
zijner bruid in zijn dienst nam? Is het
mijtte schuld, dat mijn jonge meester
mij met zooveel minzaamheid en ver
trouwen behandelt, dat mijn hart, dal
door geen andere banden geboeid
wordt, zich geheel aan de belangen
mijns meesters gewijd heeft? En kon
ik, toen de graaf mij opdroeg een
nauwkeurig onderzoek naar den tóe
stand zijner boeken ir. te stellen, het
door mij ontdekte bedrog verzwijgen,
dat gij, Tessikof, die u zeiven zijn ge
trouwen dienaar noemdet, jaren achte-
en gepleegd had
„Genoeg I genoeg 1" riep Tessikof
iaar u te hooren zou men denken,
dat gij zoo onschuldig zijt als een duif;
r ik ken u. Ela, haliefde vod|
meesterHet is inderdaad wat
schoons! De graaf moet wel blind
doof zijn, om niet op te merken,
uwe genegenheid voor de gravin
die u aan hem hecht. Ziehiereen
goedgunstige windvlaag bracht dit pa
pier uit het venster uwer kamer in
lijne handen. Gij zijt een knap dich-
:r, mijnheer Lafont. Ik zal er
graal zelf laten over oordeelen."
Lafont bloosde, doch hij wendde
zijne oogen niet af toen hij den blik
vol haat van den Rus ontmoette, die
een vel papier uit den zak
begon te lezen.
De Franschman kon zijn drift niet
bedwingen.
„Ellendeling I" riep hij uit, terwijl hij
den Rus een geduchten slag op de
wang gafdurft gij iets, wat mij zoo
dierbaar is, door uwe valsche uitleg
ging bezoedelen
Tessikof schuimbekte van woede.
„Geslagen En door hem 1" riep hij
uit„dat zult gij met uw dood beta
len."
Met al de kracht, die hij bezat,
wierp hij zich op zijn tegenstander, die
spierkracht lang niet tegen hem
s opgewassen. De gevolgen zouden
dan ook vreeselijk geweest zijn, indien
eene sterke hand Tessikof op dit
oogenblik niet had aangegrepen
teruggetrokken.
„Schurkwat wilt ge doen
ne forsche stem.
De Rus liet zijn slachtoffer losLa-
nt lag bijna bewusteloos op den
„Sta op, mijn vriend heeft de kerel
u leed gedaan vervolgde zijn be
schermer, zonder op de verontschuldi
gingen van Tessikof acht te slaan.
Lafontkwam met veel moeite overeind.
„Ik dank u, graaf, ik heb mij door
den val slechts een weiDig bezeerd.
Ik moet echter bekennen, dat Jk Tes
sikof bad gesard."
„Hij heeft mij geslagen als e
hond," riep de Rus, dewijl ik een i
dicht van hem las, dat toevallig in
mijne handen geraakt was. O I Ik ben
zoo dom niet om die regels niet te
begrijpenmaar ik dank hem. Die
klap zal met renten worden terugbe
taald."
Graaf Schuselkwa nam het papier
de handen van zijn knechteen
zonnestraal bescheen het geschrift met
een bleek licht. Het gelaat des graven,
op wien dc oogen der beide mannen
met aandacht gevestigd waren, bleef,
toen hij de regels doorliep, onbeweeg
lijk. Toen wendde hij zich met een
toornigen blik tot Tessikof
„Met welk recht zijt gij in het bezit
in mijnheer Lafont's papieren vroeg
hij„uw haat en afgunst jegens den
man, die uwe oneerlijkheid heelt aan
bet licht gebracht, zijn duivetachtig.
„Kom mee, Lafont, en vergezel mij
naar de gravin. Gij zijt een goed rui
ter en moet u van avond voor eene
zaak van gewicht naar Orleans bege
ven. Ik wensch aan een verzoek mij
ner vrouw tc voldoen. Gij kunt vóór
middernacht terug zijn. 'Tessikot, ik
moet u spreken. Zijt gij te Orleans bij
de markiezin van Ormond geweest?"
„Ja, vader."
Deze benaming, waarmede de Rus
sische dienstboden gewoon zijn hun
meesters aan te spreken, klonk uit den
mond van Tessikof vrij kluchtig, want
zijn meester en hij waren van gelijken
leeftijd.
„Hebt gij mijn zoon Alexis gezien
„Ja, vader. De jonker ziet er goed
uit, doch de oude dame wenschte dat
hij spoedig
Wordt voortgezet.