Katholiek Niéuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. H. L. A. Dullaert Co. kluis SAFE=DEPOSIT. DE EEMBODE Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Telefoon No. 314. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;» en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de Verceniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. Vrijdag 25 Aug. 1916. No. 42. Dertigste Jaargang. AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke tarieven &j geregeld adverteeren. Alle mededeelingen. ingezonden stukken 'en advertentifflt" gelieve men in te zenden ten Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen J. B. SCHEUER AMERSFOORT, -angegracht 9 - Telefoon 2S4. Ad ml n istra t ic- en Effectenkantoor. lorigatic. Kantoor geopend v EPISTEL EN EVANGELIE. ELFDE ZONDAG NA PINKSTEREN. I.1CS uit den eersten brief van den H. Broeder» 11; maak u liet Evangelie bekend, dal ik u gepredikt heb, dat gij ook hebt aangenomen, waarin gij ook volhardt, waardoor gij ook zalig wordt, indien gij het, zooals ik het u gepredikt heb, vasthoudtof gij moest zonder reden geloofd hebben. Want ik heb u in de eerste plaats overgeleverd, wal ik ook ontvangen hebdat Chris tus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften en dat Hij begraven is, en dat Hij op den derden-dag verre zen is, naar de Schriftencti dat Hij gezien is door Cephas en daarna door de elf. Vervolgens is Hij gezien door meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van welke er velen tol nu toe in leven, ecnigen cclticr ontslapen zijn. Verder ik lhj gezien door Jacobus, vervolgens door al de apostelen; en het laatst van allen is llij gezien ook door mij, die ais dc misgeborene ben. Want ik ben de minste der Apostelen, die niet waardig beu een Apostel genoemd te worden, omdat ik de Kerk van God vervolgd heb. Doch door de genade Gods ben ik, wal ik ben, en zijne ge- linde jegens mij is niet ijdcl geweest. EVANGELIE volgens den H. Marcus; VII, 31—37. In dien tijd verliet Jcsus het gebied van Tyrus en begaf zich door Sulon naar de zee van Gulilca, midden hel' gebied der tien steden. Eu ut bracht tot Hem iemand, die doof stom was, en smeekte Hem. dat Hij hem dc hand zoude opleggen. Hij nv nam hem afgezonderd van dc schart tot Zich. en slak zijne vingers in des zelfs ooren en, gespuwd hebbende, raakte Hij dcszclfs long aanen op ziende tiaar den hemel, verzuchtte Hij t M zcide tot hein Ephphctn I dat is Wotd geopend! En terstond werden zijne ooien geopend, en werd de band zijner tong losgemaakt, en sprak hij goed. Hij nu gebood hun, dut zij liet niemand .zouden zeggen. Maar hoe meer Hij hun dit gebood, zooveel te meer vermeldden zij het, en zooveel ie meer verwonderden zij zich, zeg gende Hij heeft alles wel gedaanen de dooven heeft Hij doen hoorcn, en doen spreken 1 Geloovige ongeloovigen. Gaarne komen de vrijdenkers aan dragen met de woordeneeuwige stof. Wij behoeven geen God om de wereld te verklaren, wij hebben de stof, dc stol is eeuwig Waarvoor nog vun een Schepper gesproken als de onl wikkeling der stof idles verklaart zoo viagen zij. Laten wij eens onderstellen dc stof is van eeuwigheid daar doch dit is niet de kern van het vraagstuk - maar dc vraag is, of die stof. indien ze van eeuwigheid bestaat, am zich zelve alleen haar aanzijn te danken heeft. En dat is onmogelijk! Ik neem eens van eeuwigheid af straalt- de zon eert dadelpalm in dc Sahara, van wigheid :if loc-kent dan ook die in zijne schaduw op het zand der aslijnvan eeuwigheid af heb ik dus de schaduw. Kan ik nu zegge. vaartflp een palm, waartoe de zon Voor het bestaan der schaduw heb ik te volstrekt niet r.oudig want de scha- luw is er van eeuwigheid af." Voorzeker van eeuwigheid is die icüaduw er, maar niet uit zichzelve, docli slechts door toedoen van du zon :n van den palm. Zoo draagt ook d' .tof den laatsteri grond van haar be- itaan niet in zichzelve want dan moest tij oneindig volmaakt, onveranderlijk zijn, zooals de wijsbegeerte leert, en is ze nietuit zichzelve is ze alleen ir mogelijk. iods scheppende wil moest Gods wezen bestralen gelijk dc zon dien palm dan eerst bon deze stoffelijke wereld liet aanzijn ontvangen. Doch gesteld de stof was tr van tetiwiglu-ii), liet zich dan dc gchcclc tehepping uit die materie alleen vei- .laren.1 In gooien dode. Gij wandelt nor kale rotsen voor:midden tus- sclien dc ruwe, onbegroeide slectlkloni- bemcrkt gij een klein boompje. Gij viaagt vanzelf haasthoe mag dat boompje toch hier gekomen zijn „Dwaze vraag, zegl de vrijdenker, de duizenden jaren, maar het boompje uit dien steen heeft het ook zich niet ontwikkeld, hoe komt het daar Nu zie ik hier op aarde de kale materie, doch ook planten, dieren, ineuschen de stof ahcen kan die niet voortbrengen zooals^ wij nog nader leven van buiten af op de rotsen zijn gebracht, daarom ntoet buiten de stof ig ecu ander wezen zijn God. Maar, dan valt n en inneen hoeft God juist niet te zijn, wij hebben toch dc natuurwetten, dc onverander lijke natuurwetten. Vroeger ja, geloofde men dat God de wereld geschapen licel't thans weten wij dat dc natuur wetten ze voortbrachten, de natuurwet ten beheerschen alles. Die bewering lijkt mij wel gelijk luidend als dezeVroeger geloofd; men dat God dc eiken heeft geschapen, nu weten wij "dat dc in den eikel neer- gelegde natuurwetten de eiken doen taan. Zeker is dit zoo, m vandaan komt die eikel, cn waar van daan die natuurwetten in dien eikel? Hel wereldsysteem gelijkt in den be ginne een grooten eikel en ontwikkelt zich volgens natuurwetten doch van waar die grootc wereldeikcl en zijne natuurwetten I e bewerenwij behoeven geen Schepper meer, om dat alles tc ver klaren. het ontwikkelt zich vanzelf door de natuurwetten, is even geestig en geleerd als te zeggen Wij behoeven geen klokkenmaker aan tc nemen, de- klok loopt naar vaste mechanische ii vanzelf. De vraag is niet: hoe hel dat dit mechaniek zoo loopt. wie heeft dit mechaniek zóó gemaakt, dat het zoo loopt? Het toeval Wordt er wel eens door eval een uurwerk samengesteld, een locomotief, een vliegmachine, een auto- bic!, een glocilicht En nu zien wij dc wereld evenveel tijdwijzers als rrcnwerclden, even zooveel „zelfbe wegers" als dieren, menschel), kevers :n z'ooveel vliegmachines als vogels vlinders even zooveel gloeilichtet als lichtkcvera. En is bij A-s van at dingen nog geen enkel te voorschijn gebracht zonder haast ongehoorde aan wending van verstand, zullen dan ai die miliioenen meer wonderbaar in cchaniek, aan een storiipzinnig toeval, in een niets, hun bestaan ontlccnen? Hoe lichtgeloovig en hoe geloovig m wonderen zijn toch de ongeloovigen Dat God een Itcinel geschapen heeft, in men niet geloovig aannemen, maar it een verstandeloos iets. dal toeval Itect, grootc wonderwerken als spelen derwijs in het atinzijn roept, dat dogma dooft dc ongeioovigc heel gaarne Uit het Buitonland. Treurige cijfers. lat in België vóór den oorlog de dlottigc invloed van 't Fransch ongeloof in de industriestreken reeds duidelijk merkbaar was, loeten ons de mededeelingen v in Kanunnik Lalic.w, pastoor-deken in Henegouwen. In het kolenbekken van Charleroi, as volgens hem 13 der huwelijken et meer kerkelijk de burgerlijke be grafenissen 1 op In sommige gemeenten waren dc burgerlijke begrafenissen 25, 40 lot 50 ten honderd. Fayt werden in 1908, 23 kinde- gedoopt op 39. die dit jaar ge il warenin 1909, 27 op 40. Op 2200 inwoners in190S, hielden 65 hun Pascbcn Te Bois-de-Bnussu, 40 pCt. der mi - reu doen hun eerste 11. eoinnn et nu t, en de helft der begraft :n is burgerlijk. Te Lu Hestre, van I Januari tot 15 Mei 1904, 21 burgerlijke begralenissi »en 7 godsdienstigeslechts ■ke had de HH. Sacramenten oi; Geen enkele werkman, te La Hestre, gaat ter kerke 55 a 60 pet. der kin- eren doer, hun eerste H.communie niet. Moge hel na den oorlog daar ver- Van den Oorlog. De toestand. :Jp geen i!tr oorïogstcrrtinen zijn dramatische gebeurtenissen te consta- tceren. nergens een wijziging van ccnigc bsteckenis. De Frauschcn erkennen, dat de Duitschers hun een stuk loopgraaf afnamen. Beide partijen gewagen van afgeslagen aanvallen der tegenstanders by -de Soumie, die daarbij zware ver liezen leden, zonder van hun eigen mislukkingen te spreken. De Britten ntelden de verovering van 200 M. loop graaf bij Thicpval. Bij Verdun rapportieren de Fran- sclteti een voordcel tusschon Fleury er. Thiaumont. De Duitschers geven Dc berichten van het Zuidelijk oor- U.gstcrrein doen zien. dat aan-het Jsonzo- front de Oostenrijksche infanterie zich bj de verdediging niet meer geheel b-perkt tot een passieve rol. Ook op het Oostelijk oorlogsterrein traden Oostenrijksche troepen weer of fensief op. Van groole bewegingen bespeurt men cliter zoo min iets bij de legers van Hindenburg, als bij die van den Ru» Broessiloff. Toch is niet aan dat hier de strijd al weer zijn verstard, de namen der beide terders, die hier tegenover elkander aan, verhinderen reeds dattegclooven. Op den Balkan niets nieuws vat teekenis. De Bulgaarsehe berichten hun succesvol voortrukken, worden door de Britten bevestigd. RumetiiS is nog aan 't toekijken Irickcnlaud is de speelbal der oorlog- -lercnden. Italianen en Oosten rij kéra. De Italianen blazen na hun gewel dige succesvolle inspanning uitder halve steken de Oostenrijkers het hoofd .weer op en versterken zij hun hieuwe linie, "nu hun daarvoor de tijd wordt Als straks de Italianen hun optnarsch willen voortzetten, zullen zij op stellingen stuiten, die vermoedelijk niet minder geducht zijn, als die. welke hun kort geleden in handen vielen. Of zij dan wéér zoo gelukkig zijn. is zeer de ig. In ieder geval zal dit opnieuw geweldige inspanning en grootc lezen kosten, hetgeen voorkomen had kunnen worden, indien de vervol ging onverpoosd ware doorgezet. Engelach oordoel. In het Lagerhuis gaf Lloyd Georgr n overzicht over den oorlogstoestand legde den nadruk op dc wonder bare verandering der laatste maanden. Nu was het initiatief den vijand op alle fronten ontrukt. Hij wees op de belang rijkheid van de Britschc vorderingen en het aandeel daarvan in het algemcene oorlogsplan, Terwijl hij den duur den oorlog niet wilde voorspellen vaststelde, dat men nog een ernst ir zich had, aarzelde hij nie lereeriiqinq Con Bankwereeniging AMERSFOORT - Scherpenzeel Soest LANGEGRACHT 30 - TELEFOON INTERC. 363 Verhuren loketten in hun „LIPS" brand-, inbraak- en smeltproefvrije SPECIAAL TARIEF VOOR VACANTIETIJDEN. verklaren, dat dc geallieerden slechts getrouwelijk tezamen hadden op te ruk- ecn volledige overwinning te beltalen. Aan 't front. Een Engelsch officier schetst den toestand aan 't front in Frankrijk vol- gendcrwijzc .Tracht u de ontzetlendstc donder slagen voor te stellen, die ge ooit hebt gehoord, maar dan die allen sa- gebracht op één plaats en dat die ongeveer een uur voortdurenzelfs dan kunt ge u nog geen flauw beeld vormen van het geluid, dat hc- aarde vervult, terwijl de ver- blindcudste bliksemstralen, sai het schitterendste vuurwerk, geen half beeld geven indruk, die de „strafe" op het oog makt. Vóór mij spoten de veldkanonnen en voortdurenden stroom granaten it, terwijl achter en naast mij dc grootc kanonnen dood eti verderf ui' braakten door hun projectielen. Het lawaai was verdoovertd, het gekraak en geboem der kanonnen vóór mij cn de ontzettende dondersla gen der mortieren achter mij, gepaard het gegier der projectielen, die ons heen vlogen, vormdeu tc :n een vrceselijk geluid. wat het oog te zien kreeg reusachtig als het geluid. Het gehecte front was een licbtzec. De itploffingen onzer eigen projectielen i van die der Duitschers, gevoegd bij liet helle schijnsel der fakkels die bei Ie zijden opgelaten werden, vormden een schouwspel, waarbij hel schitterendste vuurwerk, dat ooit Cliristal Palace werd afgestoken, nachtkaarsje geleek. Het merkwaardig ste bij zulk een bombardement is verlichting var. het landschap, dat even duidelijk zichtbaar is alsol het door een heldere middagzon beschenen werd. Ik zelf stond in het duister kon mijlen gronds overzien als grootsch en machtig panorama. Ik weet wel, dat dit slechts i zwakke beschrijving is cn het verbaast inijniet, wanneer ik zie, hoe weinig zcifs dc beste oorlogscorrespondenten in staat zijn er een denkbeeld Binnenlandsche Berichten. Slecht vooruitzicht. In de Eerste Kamer heeft minister 'osthuma tc kennen gegeven, dat hij ens zal spreken met kookscholen, om het publiek tp leeren zijn voedsel te regelen naar gelang van de omstandig heden. Te meer is dit noodig, gaf de minister te verstaan, daar de prijzen der levensbehoeften eerlang 'nog wel belangrijk meer omhoog kunnen gaan, gezien dc beletselen, welke aan een geregelden aanvoer in den weg wor den gelegd. Als 't Uit |S;| Als het eenmaal zoover zal zijn dat de vrede komt, gaan onze soldaten ar huis en er zal feestvreugde zijn de harten ener zal wellicht een extra glas op gedronken worden. Dat laatste nu ziel de minister liever niet. Want dat extra glas kan in de gegeven omstandigheden aanleiding geven tot buitensporigheden en die wil inislcr zooveel mogelijk voorlco- Hij doet daarom een beroep op de burgerlijke autoriteiten. Wenschclijk wordt geacht, dat op dc dagen der demobilisatie alle vergunningen en bier huizen worden gesloten. Eenig ongerief voor het publick, zal dergelijke maat regel wel hier en daar veroorzaken, maar dat zal ruimschoots worden op gewogen door het groote voordcel, dat dc maatregel zal opleveren. Landstorm-plichtigen. De minister van Oorlog brengt ter algemeene kennis dat nog niet kon worden bepaald wanneer de in 1889 geboren personen die tot den -land storm behooren of personen die tot den landstorm behooren of daartoe op of nil 1 September 1916 komen te behooren in werkehjken dienst zullen worden gesteld. Behoudens onvoorziene omstandig heden zal hun opkomst in geen geval eerder moeten plaats hebben dan in dc tweede helft van December 'a.s, locdelijk echter zullen dc mcesten hunner eerst in 1917 behoeven op te komen. Neutraal zijn. De Pruisische geest is ons hier on- FEUILLETON. Van Heiden tot Christen. De vrouw greep zijn arm stevig vast en zag hem aandachtig aa „Zijt gij ziele vroeg Paulus, ,,of uw versland (verbijsterd? Waaroi grijpt gij mij zoo aan den arm, i kijkt mij zoo aandachtig aan Zonder hierop te antwoorden, zcidc de vrouw,' als iemand die ontwaakt uit een droom, „welnu dan, gij moogt, indien gij dat wilt, hier ovei nachten gij zult de vertrekken hebben, die in gereedheid gebracht zijn voor tien Joodschen Alexander. Kom, volg mij." En zij nam uit eene nabijgelegen ka mer eene lamp, en bracht Paulus de! trap op. Zoo hadden dan Aglais en hare dochter de kamers der koningin werden daar opgepast door hare Thracische slavin MelanaPaulus had die van den koning, waarheen, volgens het bevel van Crispina, de oude Philip zijn bagage brengen moest. Een weinig later ontmoette de her bergier, die zich wederom aan zijne Uagclijksche bezigheden begeven had, in een der gangen Philip, beladen met de verschillende benoodigheden zijns meesters. „Waar gaat dat henen?" vroeg Crispus. „Ik breng dat naar de kamer mijn meester Faului." „Gij moogt wegbrengen, zeide dc heibergter, wat de vrouwen voor hun- kamer noodig hebben maar jeugdige meester Paulus heeft geen kanier in dit huis." „Zoo, waarom niet „Om dezelfde reden, waarom ook gij overnachten moet op den zolder van den staler is geen plaats mijn huis. Gij moet hem maar troosten in het hooi. Menschlicvcitdhcid eene schuonc deugdmaar als t zich daardoor reeds eene koningin vij- dig heeft gestemd, dan behoeft zoo ii arme herbergier als ik ben, dc gramschap van een koning er niet bij te voegen. Deze rijke vreemdeling mij een ongelukkig lot bezorgen \i bij kon wellicht over mij klagen bij den keizer of den consul, of den prae tor of den quaestor, en ieder ding is voldoende om mij te verbannen". „Kom hierheen, Philip," riep iemand op beslissendcn loon, „met uwe baga ge cn breng het, waar reeds liet andere bezorgd is." „In naam van alle goden, vrc riep Crispus, „waarheen mag dat „Kom hierheen, Philip," hcrhanldc zij, en dan haren .echtgenoot terzijde nemend, zeide zij hem zachtjes„hebt gij liet gezicht van dien jongeling op- c dat i: kunt gij niet bedenken cmand van hen," herhaal- „II; keil nu de Crispus. „Kijk hem dan anti, vooidat hij hier Crispus keekhij keek zoolang zoo sterk, totdat Paulus het bemerkte en glimlachte. „Kern gij mij vroeg hij. „Neen, edele lieer." „Helaas, ik ben niet edel, goede Crispus, maar ik heb honger, cn ik geloof, dc anderen ook, behalve mijne arme zuster, die niet gezond is, cn voor wie ik, liet koste wat het wil, een geneesheer zal. laten ontbieden." „Dat arme jonge meisje, zeide Cris pus, is alleen vermoeid van de reis, anders niet. Zij zal morgen wel beter zijn. Uw avondeten zal worden klaar gemaakt in de kamer naast die' van uwe moedervoor Philip en Melana zal straks gezorgd worden." „Dat alles is gemakkelijk en in oogwenk gereed," voegde Crispus bij, maar een geneesheer voor dierbare zuster, bij alie goden, waar zullen wij hem vinden r" „Versta mij wel, zeide "Paulus, mijne zuster is niet in onmiddellijk gevaar, zoodat niet de eerste de beste kwak zalver moet geroepen worden. Zij is j reeds cent gen lijd ongesteld, daarom I moet geen onkundige practizijn bij haar ontboden worden. Is er geen be- "einde geneesheer in Italië?" „Dc incest beroemde geneesheer Italië is een Griek hij woont vijf dui zend schreden van hier, maar niet iedereen komt hij. want iiij is de lijfarts van Tiberius Caesar." „Gij bedoelt Charicles," hernam Paulus „ik geloof vast dat hij komen zal, want mijne moeder is eene Griek- sclie vrouw, hij zal haar gaarne plichten." „Schrijf hem dan een brief," zeide Crispina, „ik zal hem dien aanstonds Paulus dankte haar, hij doen. Toen hij evenwel aan zijne moeder voorstelde een bode naar Charicles af tc vaardigen, maakte zij vele bedenkingen, Agatha was veel beter en opgeruimd gestemd. Men moest den anderen dag om den ge neesheer zenden. Want wanneer mid den in den nacht een dringende uit- noodiging r.an Charicles gedaan werd, die zich waarschijnlijk aan het hof van den Caesar bevond, dan zou de be langstelling bij Tiberius, betreffende Agatha, wellicht nog grooter worden dan vroeger, cn gij weet, dat zij on gaarne betrekkingen aanknoopt met dien man in het zwarte purpermaar bovendien, hij heeft reeds gezegd, dat llij zijn geneesheer zenden zal om Agatha te onderzoeken. Laten wij dus wachten, totdat hij hem uit eigen be weging zendt. „Agatha is dus niet ernstig ziek, hernam Paulus, „mijne zuster, gevoelt gij u alleen maar vermoeid cn ver schrikt dan ben ik zeker dat gij door rust spoedig zult herstellen." „Moeder," zeide Agatha, „wij heb ben vergeten onder al die belangstel ling over mijne gezondheid, aan Pau lus de eigenaardige ontdekking mede ie deelen, die wij zoo even gedaan hebben." „Dat is waar," zeide Aglais, zuster heeft eene zeer valsclic daad ontdekt." „Waarom, mijn broeder, vonden wij ii in deze groote zitkamer, bij ons binnenkomen,' ofschoon wij u beneden den trap, nabij de fontein, hadden achtergelaten „Mij gevonden zeide Paulus. „Ja," voegde de moeder er bij, ,,u gevonden, verborgen in deze kamer door Tiberius." „Vciborgen door Tiberius „Ik wil u niet langer nieuwsgierig laten." zeide het meisje lachende. „Zie eens hier," en zij bracht hem naar eene tafel achter eene bank, waarop zij eerst gezeten hadden, en maakte hem opmerkzaam op eene stecnen buste van Tiberius. „Deze stond eerst," zeide Agatha, „toen wij hier zaten, op gindsche ta fel tegenover ons. Ik herkende het ge laat van den man, die mij had aange sproken ohder de kaslanjcboomen ik huiverde voor dat leelijke gezicht, en daar ik het niet langer kon aanzien, itond ik op om het weg te nemen en e plaatsen waar gij het nu ziet, ach- er mijn bank. Met beide handen lichtte ik het op. onder ieder oor een hand, cn ziet uw eigen dierbaar gelaat zag mij aan Toen zij dit sprak, nam zij wederom de buste op. die op een schoon wit- :n voetstuk was geplaatst, de lijnen van Paulus' beeld gesneden waren. Paulus ontstelde en zijne zuster zette lachend Tiberius wederom neder. ,Was liet niet waar, Paulus," zeide de moeder, „dat Tiberius u hier ver borgen had „De Caesar, 't is waar, had mij in n hoofd," zeide Paulus. Op dat oogenblik ging de deur open, en Crispina kwam binnen om te vragen of de brief voor den ge neesheer reeds klaar was. Zij zeiden, dat zij van voornemen veranderd waren en in den nacht geen brief wilden verzenden, en buitendien ge voelde zich Agatha veel beter. Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1916 | | pagina 1