Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort
en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de
Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent
voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke
nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan doch
opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 10 Oct. 1916.
No. 55.
Dertigste Jaargang.
AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke
tarieven bij geregeld advcrtceren. Alle mededcclingen, ingezonden stukken en
advertentien gelieve men in te zenden ten Kantore van dc Directie van De Eembode,
Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Vrijzinnig.
Wij zijn niet vrij, te denken en te
doen, wat wij willen noch op ge
woon maatschappelijk, noch op gods
dienstig terrein.
De objectieve waarheid kan door
ons niet worden gevormd.
Wij moeten de waarheid niet leiden,
maar dc waarheid moet ons leiden.
Wij zijn overal ter wereld, in alle
takken van Wetenschap en Kunst en
niet minder op gebied van godsdienst,
gebonden aan bepaalde regels, w<
en voorschriften.
,,Ja maar", hernam de nu wat schuch
ter geworden vrijzinnige socialist, „ik
neem, wat het godsdienstige belieft,
alles zöo maar niet klakkeloos aan,
ik vraag bewijzen 1
Alsof wij dit wél dedca 1 Wanneer
het hoogslf gezag in godsdienstige aan
gelegenheden dogma's, of axioma's
zoo ge wilt, uitspreekt, dan heeft dit
voor ons geloofswaarde zoo goed als
U en ik gclooven en vertrouwen aan
de vaste wetten en tegclen, niet hypo
thesen op profaan gebied. Ik voor
mij vind het altijd een uitermate vreemd
en onlogisch verschijnsel, dat vrijzinni
gen zeggen aan niets te gclooven of
alleen aan te nemen in geloofszaken,
wat zij zelf goeddunken. Zij willen vrij
zijn en zij zijn slaven van hun partij,
van de omgeving, waarin zij leven en
die op hen drukt, dat alle zclf-denken
verstikt. Zij zijn slaven van een geheim
genootschap, waaraan zij hun naam
hebben gegeven en hunne vrijheid ver
kocht hebben. Misschien zouden zij
dikwijls anders willen, maar zij kunnen
en durven niet om het menschelijk op
zicht, om hunne positie, die dan dreigt
gevaar te loopen, of om hunne toe
komst vol goud-beloften, die hen dan
voor goed zou outglippen.
Een boek, waarin bet verouderde
materialisme met een vernisje van
wetenschap, zonder ccnig bewijs woidt
voorgedragen, is zijn meester.
Ken vieze roman of een pamflctterig
brocbuurlje, waarin geloof, godsdienst
en kerk worden aangerand, waarin
kloosters met een waan van huiverig-
wekkende geheimzinnigheid.worden ge-
teekend en priesters worden belasterd,
dat is zijn meesterhij vraagt niet naar
bewijzen het staat er, dus 't is zoo,
ofschoon die schrijver, een gewetenloos
individu, meestal achter de schermen
blijft.
Dat dagblad, dat slechts onbenullig
kan spotten met heilige zaken, is zijn
vraagbaak. Die redenaar, die hem juist
zooveel dwalingen kan zeggen als hij
in zijn hersenfabriek fabriceert, is zijn
onfeilbaar opperhoofd. Die vriend, die
buurman, die hem zooveel ongezonde
ideeCn te slikken geeft er; valicbe mee
ningen opdringt, zonder dat hij zijn
mond durft te openen, of hem tegen
spreken, is zijn leidsman,
Aan duizend dingen gelooft hij zon
der onderzoek aan duizend afgoden
hecht hij geloof en knielt er voor in
aanbidding. Ik ken geen andere slaver
nij, die met de hunne in vergelijking
komt. Vrijzinnigheid lijkt mij
ilgemeen geen kwestie van 's mcnschen
geest, maar van zijn geweten, geen
zaak van ons verstand, maar meer een
neiging van ons boos hart, dat alle
banden van zedelijkheid zou willen ver
breken. Vrijzinnigheid is voor velen een
masker om vrij te kunnen handelen en
'rij te leven.
Wat ook in 't oog loopt is nog dit,
dat bijna alle vrijzinnigen zeggen Ik
wil niet, dat anderen vrij zijn om te gc
looven of hunne beginselen te belijden.
Zij eischcn alles op voor zich, de meest
onbeperkte vrijheid, dc best bezoldigde
baantjes, al is de bevoorrechting nog
zoo tegen elk begrip van recht en bil-!
lijkheid in zij onderdrukten de vrijheid
bij anderen, die anders willen dan zij
dat alles in naam der vrijheid.
Waarom mogen wij onze processies
:t houden door de straten Waarom
wordt onze bijzondere school bestreden
door de volbloed vrijzinnigen
Wij willen vrij zijn onze kinderen
onderwijs te laten genieten, waar en
zooals wij dat naar plicht en geweten
noodig oordcclcn, en het is een eiscli
recht die gesteld wordt, wanneer
zoor de instandhouding van ons
bijzonder onderwijs van liet lager tot liet
Itooger, gelijke vcrdceling van belasting-
penningen vragen.
Wij willen vrij zijn, onze geloofs-
icrtuiging te belijden en ons dringt
het verlangen, dat gij ons niet met
rust laat, onze vrijheid eerbiedigt om
leven naar ons ordelijk beginsel en
ze heerlijke levensbeschouwing. Zij,
die hel sterkst d« vrijzinnige beginselen
aanbangen, practlsccren als stelregel
zij, die niet denken zooals ik. moeten
beroofd worden van alle vrijheid, van
de vrijheid van vereeniging, de vrijheid
van onderwijs, de vrijheid zelfs om een
godsdienst te hebben naar hunne keuze
es hem te belijden. De vrijzinnigen
zijn lieden, die willen, dat het iedereen
geoorloofd is om vrij te denken, mits
allen denken zooals zij.
Dat is de waarheid, de praktijk, die
wij rechtziunigcn zoo IJ begrijpen zult,
nooit kunnen en willen beamen,
Is 't versje van Mr. Jacob van I.cnnep
iet frappant juist
'k Ben liberaoldat is te zeggen,
Dat ik in ieder staotgcschil,
Moet denken kunnen als ik wil
En alles doen gelaik ik wil,
En alle dingen uit mag leggen
Gelaik ik wil, gelaik ik wil I
'k Ben liberaol en mien daormede
Dat ik in ieder staotsgeschi),
Elkicn laot denken als hij wil,
Mils bij ipritkt gelaik ik wil
En verder liev' bij veurt in vrede
Mits uaor mijn wil, mits naor mijn wil I
K. K. Propagandist.
liet is vooral de jeugd, die do school
banken reeds verlaten heeft, die al»
bedrijver van baldadigheden en wan
daden, algemeen aanstoot geeft. Al is
de schooljeugd voor een deel onschul
dig aan deze gepleegde feilen, toch
groeien uit haar de baldadigen der toe
komst op en het is daarom vooral
noodzakelijk haar lot betere inzieh'en
op te voeden.
Die schooljeugd kan men op geen
andere wijze bereiken dan door de on
derwijzers, maar dc onderwijzers nemen
gewoonlijk in de tucht-kwcstic een al
te gemakkelijke opvatting van hun taak.
Zij redenecren „Wat er builen dc
school gebeurt gaat ons niet aan. Wan
neer eenmaal de lessen zijn algcloopcn.
zijn dc kinderen vrij om te doen en te
laten wat zij willen. Wij hebben onze
eigen vrijheid lief en laten dc vrijheid
dus ook aan anderen, ook aan de kin
deren. Bovendien zijn wij geen politie
agenten."
Bij die opvatting komt het soms zelfs
tor, dat zij er zicli niet mee bemoeien
innecr tic kinderen op het terrein
in de school en onder het oog van
tic onderwijzers, wanordelijkheden cn
baldadigheden begaan.
En toch behooren de onderwijzer»
ook buiten dc school wanneer zich
daarvoor een aanleiding voordoet
de opvoeding van dy kinderen ernstig
ter harte tc nemen.
Vrijheid is heel goed en heel mooi,
maar iedere vrijheid kan slecht» betrek
kelijk zijn.
Door voor zichzelf een te grootv
ijheid tc eischen, tast men onwille
keurig die van anderen aan. Om aan
'eder een gelijke male van vrijheid tc
'crzekeron, is het noodig. dat elkeen
ets van- zijn persoonlijke vrijheid op-
ilTert. Jan Lighthart zcide eens Het
s treurig, wat sommige mensehen or.der
.vrijheid in de opvoeding" meene- te
mogen verstaan. Ze laten dc opvoeding
heelcmaal weg en houden dan dc „vrij
heid" over. Maar het is een vrijheid
uit „gemakzucht", een vrijheid uit „zwak
te", en verder nog „Waar het belang
van de kinderen of van bun omgeving
op 't spel staat, is vrijheidsbeperking
het gehoorzamen aan ven ernstigen en
gebiedenden plicht cn dient zij met
kracht te worden doorgezet". Z.
Tucht.
Niemand zal ontkennen dat in
volk het gevoel voor tucht zeer weinig
ontwikkeld is.
Dit gebrek is al even karakteristiek
als de eigenschap van zich al te ge
makkelijk bij een bestaanden toestand
te leggen.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Do Duitsche oorlogsleening.
De inschrijvingen op de nieuwe oor
logsleening werden Donderdagmiddag
geslotende laatste morgen stond we
der in het tceken van een kolossalen
aandrang voornamelijk van kleine spaar
ders en zal in 't gehecle rijk nog ver
scheidene millio'cnen gebracht hebben.
Gezaghebbende kringen ramen dc
opbrengst op minstens 10 milliard en
de fmancieele kringen zijn van meening,
dat het rijk met het verkrijgen van geid
door middel van oorlogstccningcn zoo
dikwijls kan doorgaan als hel zelf wil
cn onder geen omstandigheden genood
zaakt zal zijn op andere wijze den
geldnood trachten tc dekken.
In Noord-Frankrijk.
in nieuwe Kngclsch-Pransche po
ging tot doorbraak tusschen de Ancre
en de Somme is mislukt. De voort
durende toeneming van de krachtsont
wikkeling van de artillerie der gealli
eerden in dc laatste dagen wees reed»
op deze poging. Door een taai vol
harden in den moeilijken strijd heelt het
leger van generaal Von Below den
geweldigen stoot tot viermaal toe in
gevechten van man tegen man of door
een tegenaanval over het geheel terug
geslagen. Sleëhls in enkele gedeelten
zijn dc geallieerden doorgedrongen.
Ten Zuiden van de Somme zijn
Kranschc aanvalspogingen voor dc Duit-
ichc linies in »pervuur gesmoord. Vijf
-'licgiuigcn der geallieerden zijn inj
luchtgevechten cn door het afweerge-
icliut omlaag geschoten.
Do Roemeniërs verdreve'n.
In Zevenburgen wijken de Koemc-
liérs over het gcheele Oostelijke front.
!)c troepen der bondgenooten hebben
ten gedwongen het Geistcrwald tc ver
laten en zich in het dal van dc Alt'
i in liet Hurzcnland te begeven. Door
cuwe aanvallen wierpen zij dc Koe-
-uiers verder terug.
Kronstadt is veroverd.
Os mislukte overtocht.
Dc "oorlogscorrespondent van het
Ncue Wiener -Tagcblatt meldt over
den Donau-overtoeht der Kumeniërs
het volgende
Zoodra de monitor» kennis hadden
gekregen van het slaan van een pon
tonbrug bij Kahovo, gingen zij onmid
dellijk er op los cn braken door dc
barrière van vuur tusschen Zimmicca
jurgevo, Ze vertiiettgdcn de brug
door middel van artillerie en drijvende
mijnen. Tevergeefs spanden de Koe-
meniërs zich in om de stukgeschoten
brug weer tc herstellen, en kwamen
daarbij steeds binnen het bereik van
tuur der tlottielje, die, zonder zich
het vijandelijke artillerie-vuur te
bekommeren, bleef doorvechten. Zoo
dra de Kocnieniërs hadden ingezien,
dat de overtocht zonder resultaat zou
blijven, begonnen zij te trachten, die
troepen die den linkeroever hadden
bereikt, in kleine sclteepsjes en bootjes
terug te brengen. Ook deze vaartuigen
'cn door de monitors met goed
:s beschoten. De rest van dc ach
tergcbleven troepen richtte zich naai
Tutrakan, in de hoop, daar een gele
genheid te vinden, den stroom over
te steken, maar onderweg werden zij
door de Bulgaren aangevallen cn ge
heel vernietigd. De verliezen der Koc-
meniérs bedragen ongeveer 15,000 man.
Binnenlandsche Berichten.
Sociale Week.
Men is van plan, in het voorjat
an 1917 weder een Sociale Week te
ouden.
De Vrijzinnig-Democraten.
Dc Vrijz.-Dem, Bond verklaarde zich
oor dc tinanciccle gelijkstelling
bijzonder- met openbaar onderwijs,
R. K. Sportorganisatie.
'Ingezondem
dc godsdienstige cn weten
schappelijke opvoeding begint onder
Katholieken thans ook de lichamelijk"
opvoeding van dc jeugd meer en meer
een punt van belangstelling uit te
maken.
En terecht I
Dc lichamelijke ontwikkeling is on
der dc verschillende vormen van sport,
waaronder zij wordt beoefend, in dc sym
pathie van onze jeugd ecne belang
rijke plaats gaan innemen.
Velen onzer jongens tusschen dc 12
i de 20 jaren, kennen buiten dc school,
het knntoor, de fabriek of de werk
plaats schier geen grooter ontspanning
moer, dan de sport en speciaal de
voetbalsport.
Vol bewondering als dc jeugd isj
voor lichaamsgeoefcndheid. spierkracht
i:n vlugheid, gaat zij met hart en xiel
in dit -pel op als gevolg daarvan ook
ui hun sportclub.
De club vereenigt baar in dit ge
liefde cn geanimeerde spel, zij speelt
binnen- cn buitenland wedstrijden,
srvoor men zoo nu en dan op reis
gaat. de club geeft feestavonden, de
clubgenooten organiseeren allerlei pret
jes onderlingde iedrn ervan zijn dan
ook eikaars dagelijkschc vrienden, van
wicn men leert, van wien men de
ideeën overneemt, met wie lief en leed
gedeeld wordt,
Het is de leeftijd van 12 tot 2(>jnnr,
sarin dc jeugd, zeer ontvanke
lijk Is voor geestelijke indrukken. Dan
toch rijpt het zedelijk bewustiijn, ver
krijgt dc godsdienstige overtuiging
vastheid en wordt in het algemeen de
richting van den levensweg ten goede
of ten kwade bepaald.
En juist in deze zoo bij uitstek ge
wichtige levensperiode gaan duizender
roomsche jongens een vertrouwelijk!
vriendschap zoeken bij anderen, wiei
godsdienstige en zedelijke beginselen
met slechts verschillen, doch daar veelal
bitter-vijandig tegenover staan.
Deze jongens zclven, in hunne op-
reehtc argeloosheid en goede trouw,
zien dit niet in, voor ben zijn dc sport
vrienden even braaf als onschadelijk,
zoodat hem geen blaam kan treffen,
wanneer zij den gevaarlijken omgang
niet ontwijken. Doch als men ziet, hoe
tallooze roomsche ouders, uit alle
standen onzer maatschappij, hunne kin
deren dagelijks zonder nadenken toe
vertrouwen aan de vele z.g. neutrale
sportclubs, dan vraagt men zich on-
willikcurig af, of zij dan vergeten zijn,
hoezeer de Katholieken in Nederland
jaren lang moeizaam gestreden hebben
voor hun bijzonder onderwijs en daar
jaarlijks nog steeds duizenden voor
offeren
Dan vraagt men zich af, of de
vermocibare ijver en de stage nrbeid,
waarmede over ons gehcele land op
heden gewerkt wordt aan dc organi
satie der roomsche jeugd in patrona-
velerlei andere vercenigingcn,
door velen soms niet wel wordt be
grepen en gewaardeerd r
Het goede toch. wat men door het
bijzonder onderwijs, dc patronaten cn
op zoo menige andere wijze tot stand
brengt, dank zij veel arbeid en motile,
wortlt bij velen in dit z.g. neutrale
sportgedoe met een slag wederom ver
nietigd.
Want ligt niet juist daarin eon der
oorzaken, dat er zoo vele jongeren
zijn, die hun geloof verliezen, dat liet
cijfer der gemengde huwelijken onge-
evenredigd groot is en dat zoo vele
jonge arbeiders den rug kceren aan
de H. Kerk en de roomsche vnkbe-
egmg
De vi
veelvuldige omgang tii«»chen
Katholieken en andersdenkenden in de
sportwereld is dan ook een woeker
plant op het geboomte van roomsche
actie en jeugdorganisatie.
De stcin. die zich luide tegen dit ge-
lar verhief, kwam uit het Zuiden des
lAnds cn dat waarschuwend woord werd
dadelijk gevolgd door een daailde
oprichting tc Breda van een Voetbal
bond voor Roomsch-Katholiekcn 1
Het is den ecrw. heer W. Blnck al
daar, aan wien de eer van dit Initia
tief toekomt en voor hem zal het wel
dc grootste belooning zijn, dat zijn
voorbeeld alom spontane navolging
vond door dc oprichting van Roomsch-
Kntliolieke Voetbalbonden te 's Herto
genbosch, te Utrecht, in Limburg, en
zonder twijfel straks ook in de pro
vinciën Noord- en Zuid-Holland.
Oppervlakkig bezien, schijnt de op
richting van een Voetbalbond voor
katholieke jongens en jonge mannen
eenvoudige zaak, welke haar be
slag krijgt als de vereeniging is opge
richt.
Doch zij, die dc beoefening van de
voetbalsport van nabij bezien, zullen
moeten erkennen, dat hiertoe noodig
durf e
icrgie, i
1 vol V
trouwen op allen, die hier kunnen
helpen.
De oprichting dezer op confessio-
ncclcn grondslag gebouwde voetbal
bonden veronderstelt toch een concu-
rentle-strijd hetzij een eerlijke strijd
met eerlijke middelen gevoerd met
de bestaande neutrale voetbalorgani-
saties. in Nederlandden Xedcrland-
sclten Voetbalbond.
Deze bond, datcerend van dc tach
tiger jaren, is reeds lang gevestigd, hij is
rijk voorzien van geld, bij Item zijn
aangesloten alle bestaande gereno-
meerdc sportverenigingen op voet-
balgebled, hij heeftjde beschikking over
de beste spurtterreinen, over de meest
«oefende scheidsrechters, hij geniet
e stoffclijken en inoreelcn steun van
tallooze sportliefhebbers in den lande
en hij is over het gehcele land ver
spreid. Hij is dan ook in staat, dank
zij dc ruime geldmiddelen en de groote
keuze onder dc aangesloten voetbal
verenigingen, de boeiendste wedstrij
den te organiseeren, wat voor speler*
zoowel als voor belangstellende sport-
minnaren, de grootste aantrekkelijkheid
vormt.
Hiertegenover staan de jonge Koom-
FEUILLETON.
Van Keiden tot Christen.
„Onze Caesar is zóo ingenomen
met den slaaf Claudius, dat hij beslo
ten heeft hem zijne vrijheid tc geven,
benevens cene som van vijfduizend
sistertiën, zoodat hij kan Imwcn en
een beroep kiezen naar gelang zijner
keuze.
„Maar vernemend, dat hij uwc|
dochter Benigna trouwen zal, wanneer
hij vrij is, en wetend dat goed nieuws
dubbel aangenaam is, wanneer liet
komt uit den mond van een bemind
persoon, daarom verlangt dc Caesar,
dat -uwe dochter, wier eigenschappen
en hoedanigheden hij bewondert, de
eerste zal zijn, die haren tockomstigcn
echtgenoot Claudius met zijn geluk
zal bekend maken. Laat baar morgen
naar Formia komen, waar, aan het
paleis van Marmurra, de Caesar haar
een brief zal geven om te gelegem
tijd den slaaf Claudius tc worden
overhandigd. Vaarwel."
„Ik i
For
Benigna. M
„Ik zou daar juist heengaan, zcide
Paulus, „en indien gij wilt zal ik
u op den weg en in dc stad bescher
men, want gij weet, hoevele soldaten
er thans rondzwerven."
Dat voorstel was tc vriendelijk, om
niet aanstonds tc worden aangenomen.
Reeds spoedig na die afspraak ver
liet Benigna met l'aulus de herberg.
De weg was vol nieuwsgierigen, dezen
in wagens, genen te paard, anderen tc
voet. Ongestoord en ongedeerd bereik
ten zij in minder dan twee uren de
plaats hunner bestemming. Bijna had
den zij den ingang van Marmurra's
paleis bereikt, toen eensklaps dc
hoofddeuren opengingen en de beken
de "fiïan met zijn donker purper kleed,
-•ien Agatha zoo beangstigd
voorschijn kwant. Ken sehoone
jongeling met een helder, verstandig
gelaat, omhangen met een Griekschcn
mantel, volgde hem. Beiden hadden
het hoofd een weinig gebogen, en
zoodrn zij in dc straat waren gekomen,
stonden zij stil, en wachtten. Want
een oude eerwaardige grijsaard, kwam
leunend op den arm van ecu edelman
met zwakken tred uit liet paleis. Om
zijne schouders golfde een hagelwit
kleed met breed blauw omzet. Het
dekte een kostbaar met goud bewerkt
onderkleed, waarop de kop van een
afgod, de Capitolijnschen Jupiter, ge
schildert! stond; een breede gordel
van roode zijde voltooide zijn kleeding.
Zoodra hij zijn voet in dc straat
gezet had, ontdekten allen het hoofd.
Tiberius, de jongeling, cn dc edelman
zelfs, op wiens arm deze eerwaardige
grijsaard rustte, deden hetzelfde. Op
dat oogenblik kreeg Paulus, wiens
hoofd gevuld was geweest met ver
schillende gissingen, volkomen zeker
heid, dat hij voor het eerst in zijn
leven Caesar Augustus zag, den on-
bcperkten meester der gehcele wereld.
Zij, die het gevolg van den keizer
uitmaakten, dekten wederom het hoofd;
dc bewoners der stad bleven toezien,
dat dc stoet zicll in beweging stelde
dc richting van den tijdclijken cir-
die .door den edelman Mamurra
de velden ten Noord-Westen der
si was opgeslagen.
Paulus keerde zich tot Benigna cn
zcide„Ziet gij dien rooden dien ede-
Hij kent u niet, Zal ik hem
zeggen, wie gij zijtZeker, want ik
ben niet gekomen om s'.ccht* toeschou
wer te zijnblijf hier wachten."
Fluks liep hij den stoel, die lang
zaam voortging, voorbij, en plaatste
zicll met den hoed in de hand, uiter
lijk ja vrijmoedig, maar met kloppend
hart, voor Tlbcrlu» en diens jongeling,
„Duld mij dc,onderbreking van dien
tocht niet ten kwade, edele lieer, zcide
hij, ginds is Crispus' ijoclitcrzij kwam
hier volgens uw eigen bevelen."
„Goed, zcide Tiberius, zij vervoege
zicll bij Sejanus, die lianr dc noodigc
inlichtingen zal verschaffen."
Den moedigen Paulus, die alles
durfde ondernemen, en tot den keizer
zclven toegang zou vragen
recht te verdedigen, ach, op het
oogenblik, uu hij Caesar Augustus
voor zich ziet, cn zijne stem kan ko
men tot dien» ooren, ontzinkt dc moed.
Hij weet niet. wat tc zeggen of hoe
tc beginnen. Hij had vroeger sehoone
zinswendingen bedacht, sterke bewijzen
verzameld, kort cn zakelijk zou hij
besluiten, maar alles was liern door
het hoofd gegaan, en nauwelijks durfde
hij den Caesar aanzien.
„Gij hebt liet gehoord, zcide Tibe
rius, ga dus, bid ik u, henen."
Paulus, die dan op Tiberius, dan op
den keizer een -vliichligen blik had
geworpen, maakte een kleine buiging
plaatste zich een weinig ter zijde.
„Gij wilt, geloof ik, nog iet* zeggen."
zcide Augustus, op liartclijkcn toon.
„Ik wilde ii zeggen, zcide Paulus,
bleek als de dood, dat dc bezittingen van
mijn vader, In deze buurtschap gelegen,
na den slag van I'liilippi weggenomen,
en aan vreemdelingen gegeven zijn
ik wil u amccken bij uwe rechtvaardig
heid en zachtmoedigheid mij deze bezit
tingen terug tc geven, want ik ben de
ccnige zoon van mijn gestorven vader."
„Maar bijna geheel Italië, zcirle
Augustus lachend, is sinds dien lijd in
andere handen gekomen. Uw vader
streed voor Brutus, geloof ik,"
„Mijn vader streed voor u.
mijn keizer," zcide Paulus.
„Maar hier wordt geen recht gespro
ken, daar is immers liet gerechtshof
Op dat oogenblik kwam Sejanus cn
volgens gissing van Paulus, Cnejus
Piso, gevolgd door een slaaf, uit een
dwarsstraat te voorschijn. Dc slaaf
naderde vlug met een duif in de hand.
Augustus wenkte hem tc naderen, en
dc slaaf overhandigde den vogel.
Paulii9, die zich een weinig terug
trok, bleef toeven bij den stoet,
Augustus nam liet dunne papier van
den nek der duif cn zcide
,,'t Is van lllyrlcum, geloof ik. Wij
zullen zien of dc Germanen nog win
nen. O Varus, Varus I voegde hij er
bij, redde legiones, redde Icgione»,
geef mij de legioenen terug."
Er hccrschte ecne ademlooze stille,
toen Augustus den brief doorlas als
bij liet papier in zijne handen oprolde,
meende Paulus de woorden „gevaar
ir Ilalië" te vernemen.
Varus verloor zijn legioenen dui
zend schreden ten Westen van de
plaats, waar de Germanen thans hun
invul hadden gedaan," zelde Tiberius.
„Dat verlies is bier en elders sterk
gevoeld, antwoordde Augustus. Ge
heel mijn rijk is nog onder den druk,
cn zal in mijne dagen zijn oude heer
schappij niet herwinnen. Ach, die le
gioenen I"
Paulus, die zlchzelvcn geheel verge
ten had, ziet om cn bemerkt de arme
Benigna aan dc deur vnn het paleis,
alleen cn onbewaakt. Toch blijft 'hij
staan nis genageld aan den grond.
Na een of twee seconden van diep
gepeins, hervatte de keizer zijn rois
naar den Inndelijken circus cn het
leger.
Paulus die gevoelde, niets met zijn
onderhoud tc hebben gewonnen,
maakte Sejanus, die in zijne nabijheid
stond, opmerkzaam op Benigna,
„Ginds is dc dochter van Crispin;»,
die hier is gekomen tengevolge van
brief."
Iet een nkellgen lach om den
mond, antwoordde Sejanus
„Ja, zij is gekomen om goed nieuws
te bezorgen aan haren beminde. Laat
zij hem zeggen, dat bij alleen nog een
paard moet temmen voor Tiberius
Caesar, om zijne vrijheid tc verktijgen.
Ik heb geen tijd mij langer op te
houden met slaven en hunne beminden.
Zij moet maar aan liet palcis naar
Claudius gaan vragen, Hij wacht Imar,
om uit haar mond liet gelukkige
nieuws te pntvangen."
Sejanus ging henen. Onze held had
door die woorden of misschien door
den toon. waarop zij gesproken werden,
een onbepaald voorgevoel gekregen.
Wordt voortgezet.