Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door de Verceniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijl cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 21 Nov. 1916. No. 67. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld adverteeren. Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiën gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
R. K. Organisatie.
1* n aansluiting met de mededeelingen
1 en besluiten over stands- en vakor
ganisatie, in ons vorig nummer opge
nomen, worde nog de volgende be
schikking ter kennis gebracht
„Behalve het besluit over de laak
der Federatie en die van het Vakbu
reau. hetwelk Wij U reeds ter kennis
brachten, is op de laatste vergadering
van het Doorl. Nederl. Episcopaat, den
26 Sept. II. te Haarlem gehouden, nog
het navolgende besloten
,,le. het binnenvoeren in de stands-
organisatie kan geschieden collectief of
individueel, naar gelang van omstan
digheden. Evenwel moet hieraan wor
den vastgehouden, dat het lidmaat
schap in de standsorganisatie individu
eel zij en niet collectief, zoodat alle
beslissingen in de standsorganisatie ge
nomen worden niet door de gilden,
maar door de individuen.
„2e. Aan de leden der Vakorgani
satie wordt de plicht opgelegd, lid tu
zijn van de standsorganisatie. Een uit
zondering wordt gemaakt voor die leden
eener Vakorganisatie, die niet te reke
nen zijn tot den arbeidersstand, b.v. iu
de R. K. Verceniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel „St. Raphael", de
ambtenaren. Wat betrefi het opleg
gen der verplichting aan de leden der
Standsorganisatie om lid te zijn van
de Vakorganisatie zal iedere Bisschop
voor zijn eigen diocees beslissen.
De Aartsbisschop van Utrecht
f H. VAN I.E Wt; [RHINO.
tlit het Buitenland.
Van den Oorlog.
De toestand.
Tegen Kerstmis plegen de volkeren
van Europa zich te herinneren dat zij
eigenlijk Christenen zijn.
Zij binden aan het oude feest nog
altijd de woorden „vrede op aarde";
En geen strijder kan zoo oorlogszuch
tig zijn of hij komt daarvan onder den
Een wijdere horizon doemt op en
hij gaat zich afvragen, of 't dan niet
mogelijk is van liet derde Kerstfeest
tijdens den ooilog een leest des vre-
des tc maken.
Dergelijke vragen worden misschien
meer gesteld, dan wij wel weten ge
uit worden r.c voorhands meestal in
Duitschland.
Doch hoe groot het vredcsvcrlan-
gen in Duitschland ook moge zijn. men
laat het er allerminst op aankomen,
dat spoedig het einde van deze wor
steling zal worden bereikt. Duitschland
ziet wel degelijk dc wassende kracht
van zijn tegenstander, en het is zich
stevig bewust dat geen overwinning
mogelijk is, zoo niet de uiterste kracht
inspanning van het gehecle Rijk daarop
blijft gericht.
Men kan er zeker van zijn dat dit
land geen vrede zal sluiten, welke het
in eigen oogen vernedert. Daarop
voldoende de reek* van maat
regelen, in de laatste tijden genomen.
Volgens Duitsch bericht hebben de
Engclschen aan dc Ancre wederom
aanval in grootcn stijl gedaan,
<le bedoeling een doorbraak te
beproeven. De doorbraak is niet ge
lukt. Op cenige punten werden de
Duitschcrs ach'eruit gedrongen. Er
zou ook weer cavalerie gereed gestaan
hebben om bij de doorbraak haar slag
tc slaan.
In het Oosten is dc toestand voor
Roemeniërs hachelijk geworden.
algen» het Duitsche legerbericht heb
ben de verbonden troepen dc Roc-
meenschc linies doorbroken. Wanneer
is, dan zittten de Duitsch-
Qostenrijksche troepen in het hartje
in Walachijc.
Aan het Macedonische front hebben
de troepen der geallieerden M<
genomen. De vermeestering van deze
belangrijke stad zal den Serviërs grootc
voldoening schenken. En mocht den
daar verder in hun voordeel voort
gezet worden, dan is vroeg of laat
lachten dat dc Servische regee
ring op vaderlandschen bodem haar
zetel zal kunnen vestigen.
In het Westen, in een uithoekje
Vlaanderen houdt het herboren Bel
gische leger wakker stand aan zijn
Yzerin het Oosten vechten ook dc
Servicers met ongebroken geestkracht
in een uithoekje van hun veroverd
vaderland.
Zoolang dit het geval is zoolang
een leger nog strijdt voor zijn land.
zij het op nóg zoo'n klein deel daar
van. ja al is het geheel daarbuiten ge
drongen, is die staat niet ten onder
gebracht. Zoowel België als Servië ge
ven onder zoo neerdrukkende omstan
digheden door hun legers een schitte
rend voorbeeld van vaderlandschliefde
bij kleine volken, die in de groote
worsteling onder den voet worden
loopen.
De Duitsche onderstaatssecretaris
Builcnlandschc Zaken zcide, dat
Engelsche schepen niet langer als
vreedzame schepen kunnen worden
beschouwd, omdat zy gewapend zijn,
verklaarde verder dat onzijdige
schepen in den grond geboord worden,
omdat zij deelnemen aan het vervoer
van munitie en andere contrabande
Duitschlznd's vijanden.
Griekenland sta
cisclicn der Entente.
Onder de nieuwe eischon is die van
het overgeven van artillerie. Wij her-
aan, dat de Duitsche re-
gecring het overgeven van oorlogsma
teriaal aan de Entente, ten behoeve
dc voorloopige rcgcering te Sa-
loniki als een reden tot oorlog zou
beschouwen.
Het
neutrale Balkanland
I opnieuw tegenover
Óver Polen dat onafhankelijk zal
worden is nog veel twistgeschrijf tus-
sclicn Russen en Duitschers. Geen no
bele overweging is aan «en der beide
:ijdcn in het spel, slechts eigenbelang
of op z'n best zorg voor eigen veiligheid.
Van 't slagveld.
Ten Z. van de Ancre he«ft de ver
meestering van Saint Pierre Divion
weer een van de wonderen van dezen
oorlog ontsluierd. Langs de Ancre loo
pen daar orideraardschc werken van
een verbazingwekkende uitgestrektheid.
Men kan ruim 500 M. in een rechte
tunnel loopen en dc helft van dien
tunnel i» een dwarsgang. zonder dat
men er zich dan nog van heeft kun-
ken vergewissen hoever de tunnel zich
werkelijk nog uitstrekt. De tunnels zelf
zijn zeven voet hoog en zes voet breed.
Van de zijwanden gaan vertakkingen
die naar kamers en heelc reeksen van
kamers leiden waarvan vele gemeu
beld en zelf» behangen zijn. Zij zijn
van electrisch licht voorzien. Uit de
tunnel loopen vier uitgangen naar den
oever van de rivier. Aan den anderen
kant van den tunnel voeren reeksen
trappen naar dc Duitsche loopgraven
of liever naar de loopgraven, die tot
nu aan de Duitschcrs behoorden. Deze
ondergrondsche stad was verblijfplaats,
fort, opslagplaats en verbindigskanaal
tezamen. Men vond er alle mogelijke
wapenvoorraden in. Er waren ook in
richtingen in, om zoo spoedig moge
lijk mijnwerpers en kanonnen naar dc
oppervlakte te brengen.
Het is een wonder, dat deze plaats
genomen kon worden. Met de gewone
oorlogswerktuigen lijkt zij onaantast
baar maar dc Engelsche soldaten be-
renden de Duitsche stellingen zóó plot
seling. dat dc D titschers geen tijd
hadden, om zelfs hun verdedigings
middelen boven den grond te brengen.
Papieren oorlog,
beide zijden poogt men vanuit
dc oorlogvoerende landen bij de neu
tralen stemming te maken voor dc
eigen zaak. Zeer kwistig worden tot
dal doel brochures cn couranten den
neutralen in handen gespeeld, opdat
deze toch begrijpen hoe slecht en ge
wetenloos de Brit of Rus is. hoe
'reed en bloeddorstig dc Pruis.
Vanaf den beginne stonden wij zeer
sceptisch tegenover dien vloed van
paperassen, cn nooit lieten wc ons
beïnvloeden door dat geschrijf.
Bij alle ligt de tendenz er dik op.
Gelijk cr in Duitschland tallooze ge-1
schriften verschijnen met de bepaalde
bedoeling stemming te maken tegen
Duitschlands vijanden, zoo zijn cr tal
van Engelsche en Fransche werkjes
verschenen met den opzet de lezers te
overtuigen van de doemwaardigheid
van het Duitsche volk.
Wij Nedei landers moeten zulke din
gen lezen met voorzichtigheid. Wij
welen het heel welnoch Britten noch
DuUschcrs zijn engelen. Als de
kwaad van den ander zegt, dan nto«
wc dat aanvaarden onder benefice
inventaris. En nooit de gelijkenis
den splinter en de balk vergeten
Binnenlandsche Berichten.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft bij de
Grondwetsherziening artikel 89 (de
schadevergoeding van f3000 en pen
sioen) aangenomen, nadat het amen-
dement-Rutgers om hel presentiegeld
doen vervallen, was aangenomen
het amendement-Bogaardt, tot toe
kenning van reis- en verblijfkosten voor
Kamerleden die niet in Den Haag
was verworpen,
voren was door 't Amsterdam-
sche lid Nierstrasz hevig kabaal gewekt,
toen hij smalend sprak over de beioeps-
politicimenschen, die in alles po-
litek zien en geen oog of oor hebben
tor wat in ons volk leeft en woelt.
Uitgaande van de stelling dat men
door schadeloosstelling het kamerlid
maatschap meer cn meer een bezol
digd ambt maakt en dit een gevaar
achtend, ook voor de onafhankelijkheid
der leden, wees de spreker er op dat
den jongsten tijd ook 't inkruipsel
bijverdienste door de bezoldigde
omissies o.a. voor de distributie
andere landbouwzaken was op
gekomen.
De Voorzitter riep den spr. herhaal
delijk tot de orde.
Daarna kwam de spr. op tegen de
toekenning van pensioen aan dc leden
en tegen 't presentiegeld. Hij meende
dat men daarmee het aankweeken be
vorderde van een groep beroepspolitici,
die vreemd bleven en zich, in Den
Haag vestigend, onttrokken aan 't be
drijfsleven van ons volk.
Vooral Troelstra raakte in woede.
Hij stond op en wilde Nierstrasz te
I lijf. Er uitschreeuwde hij -
id moeite hem ,tegen te houden. Men
,f hem water om tot bedaren
later moest hij thuis blijven
wegens overspanning.
Allerlei uitroepen en verwijlen kruis
ten elkaar.
Het tumult was onbedaarlijk en men
oest de zitting schorsen. Later werd
Nierstrasz weer in genade aangenomen
nadat hij schuld bekende.
Kanaalplannen.
De Kanaalvereeniging „De Gelder-
sche Vallei."'voorzitter ntr. J. C. Graaf
Rand wijck, burgemeester van Amers
foort, heeft zich tot de Tweede Kamer
gewend, met het verzoek, het wetsont
werp tot afsluiting cn droogmaking
van de Zuiderzee spoedig in behande
ling te willen nemen en te bekrachtigen,
en tc willen bevorderen, dat het wets
ontwerp. bedoeld iu art. 2, ten behoeve
in de voor dc landsverdediging aan
leggen werken, zoo spoedig mogelijk
orde ingediend.
De verceniging wijst er op, dat het
>t stand komen van de droogmaking
der Zuiderzee niet alleen een groot
nationaal belang is, maar tevens bevor
derlijk zal zijn aan de verkrijging
het door handel cn industrie zoo
begeerde scheep vaartkan aal door de
Geldcrsche Vallei en aan de verbetc-
ing der afwateringstoestanden dier
betuigen.
Voor de Roomsche Openbare Leeszaal.
Amcrsfoortnavolgcnd stichtten man
nen die de behoeften en nooden des
tijds begrepen, ook tc 's Hertogenbosch
een R. K' Openbare Leeszaal en Bi
bliotheek.
En evenals hier, wordt ook in Den
Bosch die instelling zeer gewaardeerd
door velen die inzien dat door de op
richting van een openbare leeszaal op
Katholieken grondslag het geestelijk-
welzijn en de verstandelijke ontwikke
ling meer gebaat zijn, dan door 't aan
heffen van klaagliederen over den brce-
n van ongeloof en scepsis
die velen onzer dreigt mede tc sleuren.
Doch evenals alle goede zaken, heeft
ook de Roomsche Leeszaal behoefte
ook geldeiijkcn steun.
Daarom deden in den Bosch de herders
der onderscheiden parochiën van den
kansel een beroep op de Room
sche offervaardigheid voor dit schoone
nuttige werk.
,Dat het bestaan van cenR. K.Lees-
tl", zoo zeiden zij tot hunne parochia-
i, „in onzen tijd een gebiedenden eisch
daarvan zijn wij, katholieken, ten
volle overtuigd en wij mogen cr ons
over verheugen, dat in vele steden van
Nederland een dergelijke inrichting is
tot stand gekomen.
„Dat de R.K. Leeszaal in een behoefte
n er een veelvuldig gebruik
var. gemaakt wordt, is overtuigend ge
bleken.
is dus noodzakelijk, dat het
voortbestaan van dc Leeszaal verzekerd
worde, en daarvoor is noodig, dat er
meer financieele steun worde verleend.
Het Rijk en de gemeente verlccnen
subsidie, doch deze is niet voldoende.
jaarlijksche contribution geschonken
worden, cn wel tot een hooger bedrag
dan tot nu toe.
,Als wij zien wat in andere steden
>r de oprichting en instandhouding
t een R. K. Leeszaal wordt bijge
dragen, dan moeten wij tot onzen spijt
erkennen, dat onze stad in dit opzicht
r achter staat.
„Opdat dan de Leeszaal kunne blij-
n voortbestaan, doen wij, pastoors der
itarj. een beroep op den steun van dc
gegoeden en wij verzoeken hen, te willen
inteekenen voor een jaarlijksche bij
drage".
Met een kleine variatie zou zulk een
oproep ook gericht kantten zijn tot dc
Amcrsfoortsche Katholieken, die door
wat royaler te steunen, hun openbare
leeszaal zouden zien groeien tot een
model-inrichting.
Kon de regeerings-commissaris dr.
J. Th. de Visser eenigeu tijd geleden
tc Delft onze Roomsche leeszaal in 't
publiek een uiterst loffelijk testimonium
uitreiken, met meei hulp cn steun van
de velen, die tot nog toe zich maar
matig interesseerden voor deze schoone
stichting, zou hel bestuur vele goede
plannen en voornemens in daden kun-
omzetten.
33
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
„Ja, heer, hij houdt ze beide in de
linkerhand, en wel bij hel dunne ge
deelte. Thellus is eenige stappen ach
teruitgegaan. De oude Philip staat
vlak bij Item. Ha I"
„Wat
„Tiberius geeft een teekeit. dat het
renperk ontruimd moei worden. O
goden, nu zullen wij spoedig den af
loop zien I Ik geef niet ont mijne vrij
heid ik ben slechts bezorgd voor het
behoud van den dapperen jongeling."
„Begint hij beangstigd te wordt
„Daar bespeur ik niets van, hei
Claudius, maar ik ben beangstigd. Hij
is langzaam naar het paard tnegeh
pen en volgt Tiberius Caesar met zi
„Ga verder."
„Het renperk is door allen verluien,
uitgenomen de beide Caesars met hun
gevolg, die hun standplaats dicht bij
ons hebben gekozen. Wee mij, onge
lukkige I Tiberius Caesar verheft zijne
handgij hoort de trompet. Dat :-
het toeken."
„Ik hoor het, ik hoor hel, riep het
kind in verttkkingwat volgt m
Paulus opgestegen
„Neen, heer, hij heeft...."
.Hij is zeker bang?" onderbrak de
andere met akelig gelach.
„Het paard beeft over al zijne leden,
zeide de slaaf, zijne neusgaten verwij
den zich en zien vuurroodde oogcu
ichietcn bloedstralenhet buigt den
„Maar de man, de man? schreeuwde
Cajus. Ligt hij niet in onmacht, ik be
doel, heeft hij den moed niet verloren?"
De diepste stilte was gevolgd op
het verward geluid, dat nog een
nig te voren het renperk vervulde.
De trompet Het een schelH-n lang-
gcrrkien toon hooren. en hel kind,
dat zijn hand op Claudius' schouder
gelegd hndr vroeg hem met klem zijne
beschrijving voort te zetten. En ander
maal stelde het de vraag„Is de
jonge man opgestegen? Zoo ja, op
welke wijze en met welk gevolg?"
Niettegenstaande de vragen met
dringend ongeduld gesteld waren, gaf
Claudius, de slaaf, in het eerst geen
antwoord. Het kind hoorde snelle
geestdriftige kreten op het schetteren
der trompet, dan luide bijvalsbetui-
gingen, die weer oogcnblikkelijk op
hielden.
„Waarom spreekt gij niet?" zeide
Cajus stampvoetend.
„Vergeef mij die kleine verstrooing,
j antwoordde Claudius. „Toen dc trompet
blies, nam de edelman Paulus vlug
zijn hoed in dc hand, cn boog voor
Tiberius Caesar ca den keizer; Dan
gaf hij een teeken aan den vrijgelaten
Philip. Hij is hem genaderd zij sprt
ken thans met elkander."
„Ha, ha, onderbrak het kind, dan i
hij nog niet opgestegen. Hij durft e
kan niet."
„Philip, vervolgde Claudius, heeft
de lantaarn geopend. De fakkels heb
ben vlam gevat. Hij keert zich vlug
den vrijgelatene af met de fakkels
e linkerhand. Hij nadert het paard.
Nu staat hij met de voeten
kaar. O. hij heeft zijn sprong genomen
en zit in den zadelHij grijpt met de
rcchteihar.d den loom, brengt dien
naar zijn mond en neemt Item
schen dc tanden. Hij neemt oo
dc rcchtciharul oen toorts; hij steekt
zijne voeten door de lederen stijgbeu
gels."
„Hoe is het paard li het onbe-
„Als een beeld, hernam de slaaf,
uitgezonderd de oogen en de neusga
ten, die sidderen en beven. Heel
kop ziet er vrceselijk en kwaadaardig uit."
„Hoe kijkt de ruiter?"
„Kalm cn op alles voorbereidde
zachte wind, die uil het Oosten blaast,
doet de vlam en den rook der fakkels
„Waar zouden zij voor dienen
„Dat weet ik niet," antwoordde
Claudius.
„Zij zullen dienen, zeide het kind.
i Si-janus te dwingen den kop
recht te houden. Op die manier heelt
vrijwillige plaatsvervanger
t de tanden van het paard te
i, cn hangt de afloop van zijn rij-
„Dan begin ik hoop te
hernam Claudius. Gij moest den jon
geling eens kunnen zienHet paard
losgelaten De strijd is begonnen
„Ligt hij er af?"
„Neen, ja, help I hij is er af
staat weer."
„Ga door, ik zeg het u, ga door.'
„"Het paard rees plotseling op. tot
dat liet bijna loodrecht op de achter-
pootcn stond terwijl dc voorpooten
door dc lucht maaiden. De ruiter trok
n een oogwenk den voet uit den
itijgbcugcl, liet de toom met zijne
tanden los, en gleed aan den achter
kant af. Luister I Hoort gij den bons,
waarmede de voorpooten neerkomen
De jongeling springt van den grond
op en zit weer op den rug van het
paard als te voren. Hij heeft den teu
gel wederom tusschen dc tanden en
kalnt cn bedaard in het rond,
tr naar dc menigte I Hoor het
donderend geschreeuw uit duizende
monden
„Ach, dat ik niet zien kan," riep
kleine mistroostig.
„Ha, ha, riep Claudius buiten zich
zeiven, vandaag krijg ik mijne vrijheid
Mijn weldoener zal geen smaad onder
vinden. Hoe draait dat dier niet zijn
rug, en wringt zich in bochten als een
monsterslang. Ziehet springt met
zijn vier pooten tegelijk van den
grond I Nooit zag ik zooiets, behalve
bij dieren uit het tijgergeslacht. Ja,
spring maar vooruitDuik en schud
t uw kwaadaardigen kop, cn
stamp mei uw doodaanbrengende
hoeven I Gij hebt uw meester op u,
niet den armen letterkundigen slaaf
Claudius. O. wat springt het dier ver
schrikkelijk Hij zit nog kalm en be-
„O, slechts voor eenige minuten
mijn gezichtriep de knaap. Poogt
het paard niet den kop te draaien, om
io zijne tandeu in het spel te krijgen?"
„Het wil 't nu zelfs weer doen,
hernam Claudius, maar aan iederen
kant ontmoet het de brandende fakkel.
meest verwoede beest uit de
woestijn vreest voor vuur. Hoe geluk
kig was die keuze I Zie, het paard
schijnt te begrijpen, dat die meester
zijne diensten waard is. Hoort gij het
stampen zijner hoevenhel rent het
renperk rond, steeds vlugger cn vlug-
S:r, bedwongen door de beide fakkels,
e ril wordt te snel veor den kleinen
kringhet paard staat nu recht voor
de opening van liet amphitheater.
Wordt voortgezet.