Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken en Verstrekt uitgebreide inlichtingen over alle fondsen. DE EEMBODE Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Telefoon No. 314. Verschijnt Dinsdag;- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. - Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aan vang van een nieuw kwartaal. Vrijdag 9 Febr. 1917. No. 89. Dertigste Jaargang. AdvertentiünPrijs per regel 12'/* c!., vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. - Billijke t; met bewijsnummer. Voor Incasso wordt ening gebracht. - Billijke tarieven bij geregeld adverteoren. - AdvertentlGn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór elf uur ten Kantore van De l-cmb^de worden bezoigd. - Mededeclingen, Ingezonden stukken cn advcrtentlïn te zeilden aan de Directie van De Ecmbode, Langegracht 13, Amersfoort. J. B. SCHEUER AMERSFOORT. I.i'ngegraclit 9 - Telefoon 254. Administratie- en Effectenkantoor. Aankoop en verkoop van hffectcn, Verzilveren van Coupons. Sluiten van pro- Kantoor geopend van 9—3 uur. EPISTEL EN EVANGELIE. ZONDAG GENOEMD SEXAGESIMA. LES uit den tweeden brief van den II. .ipostcl Paulus aan de Korinthiürs XI, 19—Xtt, 9. BroedersGaarne verdraagt gij on- wijzen, daar gij «elf wijs ziji I lnuncrs verdraagt gij liet. als iemand u in sla vernij brengt, nis iemand u verslindt, ais iemand u aantast, als iemand zich verheft, al-- iemand n ia h-t aangezicht :.laat. Als oneer zeg ik liet. als waren wij gwalr geweest onder dit opzicht Waarop iemand durft roemen, (in on wijsheid spreek ik) daarop durf ik hel ook. Zijn zij Hebreen, ik ook; zijn zij Israëlieten, ik ook; zijn zij Abraham's geslacht, ik ook; zijn zij dienaars van Christus, (als een onwijze spreek ik) ik bun hei meer door zeer veel arbeid, door gevangenissen overvloediger, door slagen boven mate, door doodsgevaren menigmaalVan de Joden hel» ik vijf maal de veertig min één ontvangen; driemaal ben ik met roeden gegeeseld ééns ben ik gcslcenigddriemaal heb ik schipbreuk geledeneen nacht cn cm dag heb ik in tie diepte der zee doorgebracht. Door menigvuldige zen. door gevaren op rivieren, gevaren van roovers. gevaren van mijn volk, gevaren van de heidenen, geva ren iti de stad. gevaren in de woestijn, gevaren op zee, gevaren onder vulsclk broedersdoor arbeid en kommer, door veel nachtwaken, door honger en dorst, door menigvuldig vasten, door koud.- en naaktheid. Behalve hetgeen van buiten komt, mijne dagclijkschc bekom mernis, de bezorgdheid voor alle de gemeenten. Wie wordt zwak. zonder dal ik zwak worde? Wie wordt gcBr- ;erd, zonder dat ik brandt- Intlléii er eroemd moot worden, dan zal ik op mijne zwakheden roemen. God en de .uier onzes Heeren Jcsus Christus, die gezegend is in eeuwigheid, weet ri.u ik niet lieg. Tc Damaskus bewank- dc stadhouder van den Icwiing Arctas d,- Stad drr Damascener» om mij ge ncdnrgelaten Ca ontsnapte aldus uit zijne handen. Indien er geroemd moet worden (het heeft wel geen iiiitj. dan ik komen Op gezichten en openba ringen des Heeren. Ik ken ccnen tiienacli in Christus, «tic. veertien jaren geludm, ul' in het lichaam, tk weet liet niet; óf buiten het lichaam, tk weet het niet; FEUILLETON. Van Heiden tot Christen. IT et was tevens dc dag. dat Maren 1 A'.-inilms Lcpidus op zijn verzoek tut den Caesar zou worden toegelaten Behalve vete andere dingen deeld» Tiberius niette, dat Gurmatiicus di Praetoriaan gewaarschuwd had, ieder oogenblik de vreemdelingen voor Rome te verwachten. „Hoe grooter de angst bij den strijkt, mompelde S> janus, des tc grootcr de imigde bij de overwinning." „lij d-ingt ei op aan. vervolgde Ti- tintin», dat wij hem rijkelijk van geld zullen voorzien. Maar gij kent de toe- •land van de iiehatkisl. Zond hij niet den jonge'.i' l'.tultis naar Roni" om geld voor het leger?" Als niemand antwoordde, vervolg de hij „Lucius Piso, ik keur al de maat- rci.etcii goed, die gij ten gunste van Rome nemen zult. Ga nu reeds henen wij allen zullen nog dazen nacht U Volgen naar Rome." Zoodra Lucius Piso met zijti broeder Ciicjus en de verschillende legeraail- vonders, behalve Si-Janus en Paterculus. vcrlrokkeq waren, gaf Tiberius het teckcn, dat de jeugdige Marcus moest worden binnengelaten. Zijn geopend oog God weet liet; weggevoerd is ge worden tot in den derden hemelcn ik weet dat die mcnscli -- óf in liet lichaam óf buiten liet lichaam, ik weet niet; God weet liet; wegge* il is geworden in het Paradijs en geheimvolle woorden gehoord licclT, die hei geel» inuiseli geoorloofd is to preken. Wegens den zoodanige zal ik 'Ocmeiimaar wegens mij zclvcti zal k niet roemen, tenzij op mijne zwak heden. Want ook indien ik zoude wil len roemen, ik zou geen dwaas zijn, daar ik de waarheid zou zeggenmaar ik laai het, opdat niemand mij schatte boven hetgeen hij in mij ziet of van mij hoort. En opdat dc verhevenheid iler openbaringen mij niet trotsch make, is mij een prikkel mijns viccschcs ge geven, een engel van Satan om mij in het aangezicht te slaan. Weshalve ik den Heer driemaal heb gebeden, dat die van mij wijken mochtmaar Hij zeide tot mijMijne genade is u voldoende, want dc kracht wordt ie. zwakheid volkomen. Gaarne zal ik dus op mijne zwakheden roemen, opdat de kracht van Christus in mij wone. EVANGELIE ilgcns den H. Lucas; VIII, 4-15. In dien tijd. toen cenc gronte me nigte samenkwam en uit de steden tot Jcsus toesnelde, sprak Hij in cenc ge lijkenis Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien. En terwijl hij zaaide, een gedeelte langs den wegen liet werd vertreden, en de vogelen des hemels aten het op. En ceil ander gedeelte vlet op de rots; en opgescho ten zijnde, verdorde het. omdat het geen vochtigheid had. En een ander gedeelte viel tnsschen de doornen; cn do doornen, die tegelijk opkwamen, verstikten het. En een audet gedeelte viel in de goede aarde, en liet -clioot bracht honderdvoudige vrucht Dit zeggende, riep HijDie heeft om te hooren, dat hij hnorcZijne leerlingen nu vrocgi Hem. wat dit voor i ene gelijkenis w. En Hij zeide hun Aan u i> liet grg ven de verborgenheid van het Rijk Gods te kennen, aan dc overigen echter m gelijkenissen, opdat zij ziende niet n hooiende niet vei staan. Dit dc gelijkenisHet zaad i« het woord Gods. En die langs den weg: het zijn degenen, die hooren daarna de duivel en neemt het woord weg uit hun ll.art. opdat zij niet. ge loovend, zalig wordtin. En die op dc rots: zij, die, na gehoord te hebben, het woord nvt vreugde natincu-cn zij hebben gccnc wortelszij lijd. Iets goeds te doen. Is de mcnsch b i machte, om, alleen met zijn natuurlijke vermogens, iels doen Me dunkt, dat menigeen vrij vreemd zul opkijken bij 'liezen van d.izr: vraag. Wat bcteekont dat nu Is dc mensc!)moeten wc liter ook weer ':e gedachten op den voorgrond icnscli hebben staan, die buiten allen bepaalden godsdienst is opgevoed thans nog zonder eenige „belijdenis" tc Itimgen, door liet leven gaat Juist! ...om, alleen met zijn naiuurlijkc miogcnswilt g-: hier wederom alles uitsluiten, wat wii bijzondere hulp God, onverdiende wilsversterking, genade noemen? Juist! iets goeds tc doenku goeds? Wat is nu al niet iets goeds Bedoelt ge dc goede Winst, die es winkelier weet tc beluien? De keurige landcLcorrespondcntie, gevoerd door ■en klerk? Dc mooie japon, die een indiste vervaardigt Een go-d ge- lukte guitenstreek Neen erg gelukkig geko ten zijn dc.: voorbeelden nu niet. Als we spreken over „iets goeds tc doen", d«u denken we bij voorkeur aan andere daden, die toch ook door godsdicnstlooze men-: schen kunnen verricht worden, bijvoor beeld een aalmoes geven, niet uit teer hartigheid, of om geprezen tc worden, maar uit pure naastenliefde rechtvaar dig tc werk gaan bij koop en verkoop, niet uitsluitend om zich dc klandizie te verzekeren, noch uitsluitend uit van betrapt te worden, maar hoofd zakelijk uit plichtbesefeen opwellen den hartstocht onderdrukken, omdat 't geweten zegt, dat zulks plicht oogefibükk- it van nood van harte bid den God li.lp mij! Zulk soort v in zoogenaamde zedc- 'ijkc handelingen hebben wij vooroogen wanneer wc dc vraag stellenis d mcnsch bij machte, om. alleen met ij. natuurlijke vermogens, iets goeds n doen Iets van liet vreemde zal nu el vat onze vraag zijn ftfgcwischt. maaralle* Welnu, laat ik cr dan du bijvoegen ile vraag zou misschien niet gcatck genen, die gehoord hebben, maar bekommeringen cn rijkdom cn vc ken des levens worden zij guatldr weg verstikt, cn brengen geene vrucht voort. En wat in de goede aardehet zijn degenen die, het woord gclluu d heb bende, liet in een goed en best lui' bewaren en vrucht voortbrengen In lijdzaamheid. loonde moed en vastberadenheid i dat gevreesde oogenblik. „Het voor U belangrijke nieuws. ?.o begon hij. is medegedeeld door ven dl slaven van Crispus herberg cn bi-vei tigd door de uitdrukkingen van een ii.il beschonken zeeman. De twee vrouwe! die gij naar Spanje mernt tc hcblie overgevoerd, zijn nog bitr: zij zijn Monk- Ctrcello. Twee jongens nl vrouwen gekleed heeft men in liet do< U ge/o.idcit schip opgenomen. Vellejus Paterculus heeft «lat bedrog gepleegd." Veil ejus werd bliek v.ei sein ik en Tib.-nus geen twee verrader* kunnende dulden in zijne tegenwoordigheid, gaf aanstonds aan Marcus een te.ikts vertrokken. Merodes Agrlppa en eonig-- andere zijner vrienden, die hem hadden afg< wacht om litt eerst uit zijn mond ovi do ongenade van den hooggeplaatste Paterculus te vernemen, verwonderden zich ten zeerste over het korte onder houd. dat hem was t'-ii deel gevallen. Als Marcus voltrokken was, zag Ti bcrius met peinzend oog van Sejniui- naar Paterculus cn wederom van den verrader naar Scjiiiius cn op liet punt van te spreken, nam Vcllejus P cuius liet woord „Sta mij toe, mijn Caesar, U mode te doelen, dat Ik een divpe genegenheid cn oprechte hoogachting koester voor den edelen jongeling, die Zich zelvcn dor denkenden „neen" opgeantwoord Wordt, terwijl wij cr ,.j op zegge- 'k Denk bijv ïorbecld ann „tic om bisschoppelijke Ch i-ezij". die in Nuclei land nog eon 10.000 leden tri'. en g: bascerd is op leerstellingen in Miclud Bun. re Ju scnlU». Michat'l Baius. een Leuvrnseh ge lee* dc in de 16e eeuw, hield, onder meer, dat, zonder den steun der gcn.v" G ids, dc vrij wil d'- i mvti'Chvit niet' TsVlMvcrlh- van M vric - Luthi onder meer stellingen -k «leze vc oordeelt! een goed werk. np dc be.-i wijze venichl. is nog dagelijksclic zondi vrije wil is na le zonde nlkvn ma: een naam, en terwijl ecu ritmisch nut' duet naai' best vermug ze- (ligt hij grootclijks nog". Holaantwoorden wij. Neen, dat gast i wat al te ver. Afgezien van dc •sag, of feitelijk niet elke goede daad geschraagd ia door een bijzondere liulpc God», van welken aard dun ook, be weren toch dc Katholieken, dat de mensch wel degelijk bij machte is, lécn met zijn natuurlijke vermogens tn goede daad te verrichten. En hoe staven wc deze bewering 1) Wel,een weinig nadenken doet wel- a inzien, dat, als 't incnschelijk ver- and uit eigen vermogen God kan kan nen, de menschelijke vrije wil uil eigen i mogcn toch ook wel. zij liet dnn iet voortdurend Gods wet zal kuil- - n vei vullen. Wat blijft ci ander: au 'r menschen vrijen wil. Men vcrgctc nochtans niet, dat het. en iets goeds te doen, niet eens noodlg daarbij aan God le denken, Maar, wie dc natuurwet onderhoudt uit gevoel van plicht, eert hij niet den Wetgever? Wie ccn op zich zelf onverschillige handeling verricht met een goed doel, bijvoorbeeld, om een armen mcnsch gelukkig te maken, waarom zou hij dit 'acinic zondigen. God heleedignn Mn- 'gcndeci, die dnnd, niet zulk een doel' verricht, strekt mede tol het groolc einddoel van alk- daden de veilicer- Iijking Gods. Al is iemand nog zoo slecht, dan volgt daar niet uit, dat hij altijd cn zonder cenigc tusschcnpoozc tot het kwaad wordt aangt zet. Wie durft nu toch te beweren, dat elke daad vat zulk een mcnsch bezoedeld moet wczci door een of andere booze begeerte 2) Wat wij bij eenig nadenken reed» aanstonds begrijpelijk vinden, drukt Sint Augustinus volgcndcrwijze uit „Niet zóózeer, zegt hij, is in de men schelijke ziel liet beeld van God door dc zondige neigingen bevlekt, dat cr gen eiilcelu trclc meer vim zichtb; zou zijn Daarom, zoo gaal hij vor kan man -terecht zeggen, dat ook zulk oen ziel, zelfs te midden van dc 'digheid haars leven", nog zedelijk' goede dingen kan doen", 3) Voor ons. Katholieken, is •wé» genoeg, dut P.iua Plus V, it' jaar 1567, stellingen gelijk deze; „alle' dadei van ongaloovigen zijn zonden,1 cn de d :u ;den der htfldensche wijs- gecren ondeugden" en ..al wat ccn toni]-r of slaaf der zonde dot I ronde", gebrandmerkt heeft als v; en bod.-iegelijlr, ergerlijk en verderfelijk. 4) Bi llijken wil aandachtig Slot Pau lu» woorden in zijn brief aan dc Ru- mcincn, wa r hij de heidenen befccliul- digi cn eveneens w «r bij du Joden berispt, dan zien wij. dat ook hij van dc veronderstelling uitg»*t, dat een mcnsch w-.-l degelijk, met rijn natuur lijke vermogens alleen, In stmt ia iets g..-:nl* tc doen, „Ze .rij;: niet te verontschuldigen", zegt hij. de heidenen, „-laar zij, of- schoon ze God kenden. Hein niet sl« God hebben ver ld cn g- d uikt" u ei-u Weinig verder „ze li.-bben het schcps. l getierd en g di.-nd boven d«' Schepper", Dc ongeloovigeii, deong jdooptcir. worden bcsclutldigd, God niet I geprezen en gedinkr, nl*t Bankvereeniging H. L. A. Oullaert Co. AMERSFOORT - Schorpenxeel Soest LANGEGRACHT 30 - TELEFOON INTERC. 363 opofferde voor zjjnc moeder e i - j.ic zuster, die thans hulpeloos rijn achter gelaten. Deze familie heb ik g-trnoli: ie begunstigen en te behagen ui ,41e- Mijn gemoed van nature geneigd om verl ionen en ongclukkigvn bij te sta.v. werd meer nog daartoe iang«et, toen liet vernam uit den blief, d-cn ven uwer dienaren mij heeft overhandigd, wrik ccn v.-lsch spel gij legen ik.:--1 weduwe niet hars dochter in hel geheim hebt afgespeeld. Want thans ben ik zeker, dat gij cn niemand ander» het ongeluk braven gexocli^h-bt. Ka ..1 niJ" ltd, I blijft hc u.v ongenade onvoltooid, openlijk dun ik eikennin geen spjjttc gevoelen over li i gelukken van mjjit pogen, opreohie l'dc ii zelfs n dood." Een langdurige xt.lte volgde op de edele ze'.fverdedigiug van den man diën Tiberim hoogachtte om nj e gav. n en liet gesehir.d vork omzijaent-vilonder nomen. Toch had Sejnnu»' oog veel meer tol den Caesar gesproken dan gc- hccle volzinnen kunnen bevatten, «lies verzekerde Tiberius Cncs-.r ann Veile- ju» Paterculus maar met wrok in liet harte, de vrijheid zijner beschermelingen. Sej.mus werd uitgenoodigd tot een nf- zondcrlijk gesprek, Veliejus Paterculus ging IninHtighenen, met vreugde en vreeze in liet hart, VII. I): sirijdkiachten van hctgrootcKo- iiieiinche rijk waren te I-'enara bjjc, n, Reeds bi} het onnbreken van don dag was Germ ulcus in een booije met de regeling dor verschillende galeien bc- gouncn. Het waren d. zelfde galeien, d.e tot den- roenivollen zeeslag van Aclium zooveel luidden bijgedragen. Als zij bemand en niet de noodigc levensbehoeften voorzien waren, d -chic Germanicus mede, li) welke oimtimdig- heden zij aan den strijd moesten deel- nemen. Dan voer hij terug nnar hei strand cn botccg zijn rv» om de knzl;r< manschappen te monsteren. Een v.h gloed tintelende toe»pr.nk besloot de moeiten van den morgen. Juist eindigde zijn korte rede, toen hij m de v op den weg van Bolugn i een ri met slAf overdekt sij-i leger zag nath Gcrmaiueus erkende weldra zijn nu l.tigs Oenoemden hundcrdinan Pauhi" Aeinlllus Lcpidus, en blijde riep hij .-.ij' soldaten toe, dat binnen zeer kortoi lijd eenieder hunner een loon van veer tien dagen ter gedachtenis aan P.ndu" aankuinst oatvAng.-ii zou. Luide jabelkroten gaven antwoord op die veirassing, en te midden der alg. mecne vreugde kwam Paulus met dei hoed in de hand liet legerkamp binnen rijden. „Welkom I Welkom I riep Genua- deren waren geschied, die in u zijn geschied, zij zouden voorlang ut zak en asch boete hebben gedaan. Maar Ik zeg avoor Tyrsi- - i S ,n zal het dragelijker zijn <ip den oordeel «dog voor ul" J. ZEIJ. S. J. gediend tc hebben, Dat hadden zc dus kunnen tlocn, en waren dat geen go»-Ie handelingen i waar hij in 't tweede hoofdstuk dienxclfdvn bricl dc gcloovigc Jo den berispt, schrijft hij„God handelt ronder aai-zien vsn personen. Al wie, zonder de Mozaïsche WVt (denk bij dit -ird aon de Tien Geboden'; te ken- 1, in zonde sterft, zal verloren gaan, al wie met de Motaische Wet in zonde sterft, zal verloren gaan". Maar zullen dan ongcloovlgcn verloren gaan Neen, zegt Paulus, „want wanneer de heidenen, die het ware geluof niet heb- ben, van nature doen wat de Mozaïsche Wet ons voorschrijftdan tooncn zij, dat wat de wet loert, In hunne han den is geschreven". Ziet gij. hoe Paulus aanneemt, dat ook dc ongetoovigen iet- althans van al het goede kunnen doen, wat wil, gedoopten, vermogen tc doen, gesterkt en verlicht als wij zijn door de genade en het geloof om dc onderhouding d et tot de hoogste volmaaktheid o Eerbied du» voor al het werkeüj goede, dat wij moderne heidenen zio doenDit pn«t ann een Katholiek, die niet zulk cm schelding maakt tutsehen het natuurlijke en liet bovennatuurlijke, dat hij, gelijk Dr. Bavitick verkeerdelijk schrijft, op nl het natuurlijke den iHmi- pel van liet prof. tu\ liet ongewijde, liet daemonirene drukt, ook nl z:gc- irn wij gaarne nl onze handeling n net het teeken de» kruisvs, om ze nog i iiigenamer te maken aan God naar integendeel nut blijdschap bolij- I-u. dot onze mrr.sehcljju natuur nh-t i» „bedotvcn". of z., is toch tvg vl tot Iets goed» m "taal. Behalve die.i 'eerbied voor de recht- ichapenheid van die onRcloovigen. gc- voclen we som» over on-, zelvcn o ichaomto, wanneer we aanschouwen hoe er Katholieken zijn, die, met zoo veel méér hulpmiddelen om goed t« >oveel minder dan menig on geloovige. kuisch en matig, rvchlvnnrdu liefdevol weten te leven En dsn sidderen we voor 'tlot v»r •te Katholieken nog meer dsn voo die ongcloovigen. want jui»t tot het zou de Zaligmaker kunnen herhalen ,Wce Corozsln. wee u. Bethsnida Binnanlandsche Berichten. Holland in last. Wat niemand ooit had kunnen den- den, i» werkelijkheid geworden. Nederland op broodrantsoen iedereen had nog wel gedacht, dat onze regeering zooveel graan had In- getlageti cn bleef inslaan, dst wij ten minste een behoorlijke boterham zouden Kunnen blijven eten. Maar nu loopt dat mis. Er i» ccn tekort aan broodkoren en dat tekort zsl, nu dc oorlog nog scher per wordt gevoerd, spoedig zeer nijpend worden. Oazc «hepen vvn niet meer uit, roodst wij den voorraad opeten, zonder hem te kunnen aanvullen. Maar .ook zonder de jongvtc vcnchcrping de broodmisére. alle n komt deze „zeeoorlog zonder genade" het gevaar nu ernstig vergroot-.-n. Had «t« ellende - en nu staan we pas aan 't begin on» g -paard kunnen worden? vrn >gt dc volbouw- vverden wc nu niet op gesteld. In Den Haag heeft n [dat de allereerste plicht Hen. dan ihantsocn i; de schat komt spoedig niet waar? Nog voor den nacht?" „Het spijt mij tc zeggen, aanvoer derbegon Paulus. „Wat! onderbrak hem Germanicus met dreigend geb i tr. hebt gij den schat nirt medegebracht! I» het geld niet cr „Neen aanvoerder, hernam Paulus, n u luister naar hetgeen heeft plaat* gehad." „Heelt do Jood zijn woord niet ge- uitten onderbrak hem wederom Germanicus. „Hij heeft zijn woord gehouden en den scliat nfgutevun!.tl uwe bevelen, behouden.» een, heb ik volbracht." „Welk dan niet?" vroeg de Caesar met tgornlg gelaat. „Ik heb het geld niet In een jjxeren kist meegebracht." „Ga door! Ga doorVertel mij allo-.'' „Onze gehccle gelelde, ving PaiUu» ian, bstond slecht» tlU ti-"> soldalen, beneven* Thellu». Chaoriss enLmiginu». Het gerucht deed in dc *l.»d 'Ie ronde, dat een grootc schat uri Eleazar.» hin« naar het leger zou word m overgebr io'it. Vele bewoner» van -I-- S-ibnrra besloten ons te overvallen. Wij werden «ver vallen door zeventig m ui aan gindrehc zijde van het meer frnsymenc". Germanicus kort niet langer zijn toorn bedwingen en riep „En zjj roofden den schat, cn gij lomt ronder een en ontmoeting verhalen „Dat zou ik nooit hernam Paulus, maar schat Is behouden." den hunne de int. Slecht* hierin durfde i uwe bevelen afwijken." Al* Paulu» dc geschiedenis breedc verhaalde, luisterde G.-nr met de <clicrp*'c opl«ttendh< Paulus' bescheidenheid met in «va» ook maar het geringste g-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1917 | | pagina 1