Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd niet vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van
abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw
kwartaal.
Dinsdag 6 Maart 1917. No. 96. Dertigste Jaargang.
AdvertentiUn: Prijs per regel 127a ct., met bewijsnummer. Voor incasso
wordt vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. Billijke
tarieven bij geregeld adverteeren. Advertentiën moeten Dinsdag-of
Vrijdagmorgen vóór elf uur ten Kantore van De Eembode worden
bezorgd. Mededeelingen, ingezonden stukken en advertentiën te zenden
aan de Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort.
Wat wacht mij na den dood?
i.
Dc mensch moet sterven. Als wezen,
bestaande uit ziel eit lichaam, blijft
hij op aarde niet voortbestaan.
Aan deze ijzeren natuurwet ontkomt
niemand en twijfelt ook niemand, zelfs
de meest ongcloovigc niet.
En ieder menscli vreest den dood.
Kit hij moge die vrees met alle moge
lijke middelen trachten te verdrijven,
ze keert terugoverwinnen kan hij
Vanwaar dan die vrees.'
Niet weinigen laten zich kwellen door
.Ie verbeelding, dat sterven vergezeld
gaat van onuitstaanbare pijnen en ge
weldige strijd.
Dit is eene grove vergissing.
Genecsheeren van naam en rijke
ondervinding getuigen eenstemmig, dat
het eigenlijke sterven, de scheiding van
ziel en lichaam, gewoonlijk zonder pijn
plaats heeft. Werkelijk en hevig lijden
is eert kenmerk van het leven, niet van
den dood. Naarmate het lichaam ver
zwakt en dc zintuigen gcvocloozer
w >rden, vermindert ook de hevigheid
van pijn. De ziel verlaat eindelijk In
lichaam, niet door een geweldigen
schok doodsbenauwde inspanning,
maar enkel en alleen, omdat het lichaam
geen werktuig meer voor haar kan zijn.
(lelijk dc vlam ccncr lamp uitgaat di
gebrek aan olie, zoo ontvliedt ook de
zitil hel lichaam door gemis aan li
chaamskrachten. Sterven is als een in
slapen. De meeste stervenden zijn eeiiigc
uren vóór hun dood bewusteloos, en
in dc zeldzame gevallen, dat het be
wustzijn onverminderd blijft lot «enige
oogenblikkcn vóór hel einde, moet dc
laatste gewnnrding toch volmaakt kalm
en rustig zijn.
Wie daarom meenet!
pijnlijk is. dwalen. Die i
■ekt n
algeme
dood voortbestaan En zullen ziel en
lichaam eenmaal weer met elkaar vcr-
inigd worden en zal de mensch zoo
i den dood blijven leven Iin, zoo ja,
a r en boe en hoelang
Geen vragen hebben door alle eeuwen
:n mensch zóó geweldig aangegrepen
i verontrust als deze. En geen won-
:rVan hare beantwoording hangt
de waarde en het bereiken van 's men-
iheii levensdoel af.
in wat nu wacht or.s na den dood
Niets dood is dood, met den dood
alles uit. De mensch komt en ver
dwijnt als het dier. want hij is niets
anders".
Zóó schreeuwen en schrijven in hun
verblinding en ongeloofde stofvergoders.
Met die dwaze en gorldeloozc be
wering achten zij vooral liet onna
denkend cn llchlgeloovlg volle in hun
ontevredenheid en ongeluk mee te
sl iepen en voor hun heilloozc leer te
Iin velen helaaslaten zich door
die zoogenaamde volksverlichte» mis
leiden cn verdierlijken.
.Maar, als de mensch niets under is
dan ccn meer ontwikkeld dier, dan be
staan er voor hem ook geen rechten
en plichten, geen goed cn kwaad, gc n
verantwoording en vergelding. Dan zijn
doodslag cn diefstal, dronkenschap cn
ontucht, dan is alles geoorloofd. Dan
'k gezag en V,kc wel slechts stoffe
lijke overmacht cn geldt alleen het recht
vnii den sterkste. Dan is liet zingen,
ile ccnigc levenswet cn het eeltige
levensdoel en kan dc mensch intiem'
niets beters doen dan „zich uitlcv
en den raad volgen van den got
loozc uit de H. Schrift..Komt
cn laten wc genieten het goede,
bestaat, en gcbnrk maken van het
schapcne als in de jeugd. onverw
echter
Vanwaar dan die vrees
Is het misschien, omdat men bij dei
dood scheiden moet van allen en alles
van bloedverwanten, vrienden en ken
nissen, van geld en goed, eer er, waar
•liglieden, vermaken cn genoegens. VA'
alles, wat dc zinnen streelt en waaraai
men gehecht is?
Zeker, die scheiding kan zwaar val
Ion ..an rlc mcnschclijkc natuur. Voo
die berooving van allen cn alles schrikt
Toch^s dat de ware reden di
niet. De Christenen immers weten dat
otïer gelaten tc brengen.
Neen, de mensch vreest den dood,
omdat hij niet weet, wat hem na den
dood wacht. Deze onzekerheid beangs
tigt cllcen mensch. en den ongeloovigen
soms gcwcl 'igcr dan den ge'.oovigcn.
Dat het lichaam, dc hoeveelheid stof,
die bij den dood een deel was van den
mcnscli, overblijft, ontkent niemand.
Maar de ziel Is met den dood alles
uit voor den mensch, zooals dal gebeuit
mei dc plant, die verdort,
dat steifi? Of blijft het andere, edeler
deel van den mensch, dc ziel.
FEUILLETON.
Van Heiden tot Cliristen
Dit arme meisje, hernamTssachar, is
niet in staal dc reis voort te zeilen;
zij zal dood in Rome anrikomc.-i. Ken
paard zal ik U geven omdat gij in
nood zijl, schoon gij de namen dier
machtige lieden nog niet hebt mede
gedeeld."
„Maar Lygdus, hernam dc vrouw, liet
hindert niet, wie wij dienen, wij betalen
alles, wat wij noodig hebben, zelfs den
wijn."
,,J,i geef ons wijn." hernam l.vgdu*.
Issachar gehoorzaamde. En al'sl.yg-
dus drie bekers achtereenvolg".as luid
leeggedronken, stak hij zijn linkerhand
in zijn zijde, eil zwaaiend met dc rech
ter, verklaarde hij altijd tc doen, wat
hij zeide, want ik vrees niets. Ga ik
door dc straten dan Duistert men „da.'i
gaat l.ygdus! Wat een man is dal
hij is voor niets bang."
Hij vulde wederom zijn beker cn
Op het punt hem te ledigen, riep di
„Niet meer Lygdus I Gij hebt van
daag al zooveel genomen aan de zee
onderweg, biergij zult Rome nie
kunnen bereiken."
leze beker, hernam hij met dezelfde
houding eu gebaren, is voor het bo
ndeel i
:r laten
ik). Verdrukken we den armen g'
:lilc, en laten we dc weduwe ui
tren, noch ontzien de grauwe hart
i\ den hoogbejaarden grijsaard. O.-tz
icht di do maatstaf der gorechti;
llcidIt slagen we dan den gerccl:
genot) til gekant tegen onze har
dclwijzc cn verwijl ons de oveilrcdin-
gen der wetHinderlijk is het o
zelfs, hem te zienDoemen \n- lie
tot den schandelijksten dood, want, 11a
hij zegt, zal (door God) over hem n
waakt worden".
„Zoo denken en dwalen zij (de god-
dcloozun)vervolgt de II. Schrift,
„verblind toch heeft hen hunne boos
heid. En zij kennen niet de geheim.
Gods en verwachten geen loon d
gerechtigheid cn achten niet dc e
der heilige zielen. Want God schiep
den mensch onsterfelijk, en naar
beeld Zijner gelijkenis maakte Hij lu
Maar door de afgunst des duivels is
wij inde meisje. Waaumi is zij
twijming gevallenWat ik ik
mar doe, ik weet zeker, dat dc
Cncjus l'iso, en de nog grooicr-
nus zuilen zeggen, dat liet wè!j
is. Zij zullen zeggen, wanneer il
kont, „beste Lygdus, gij zijt eei
want nergens zijt gij bang voor.
Hij die pralende woorden wi
vrouw zich op een der rustbedden -.ede
dc dood in dc v.-creld gekomen. Zij
echter volgen Hem na, die Zijn aan
deel (aanhangers) zijn".
Met is wel trcuri;;. dat zoo velen nog
durven beweren, dat met den dood
alles uit is voor den mensch, Verwon
deren moet dat echter niet. En waarom
Omdat men zóó leeft, dat men
voortbestaan na den dood vreezen
Men wenscht, dat met den dood
alles uit is. En wat men wenscht, ge
looft men gaarne al is het ook nog zoo
ir.redelijk en goddeloos als de bewering:
[Dood is dood!"
Terwijl ailes. wat leeft, strijdt voor
iet voortbestaan en zicli verzet legen
dgchcclc vernietiging, zou de mensch,
de koning der zichtbare schepping,
wcnschcn in het niet terug te zinken
at een ontzettende, onmenschelijke.
duivclschc wensch
Alleen een rampzalige verblinding
of het knagend zelfverwijt, niets gedaan
hebben, wat de onsterfelij :hcid waar-
ig is, kunnen daarvan de reden zijn.
Doch die schandelijke wcnsch is niet
'.tijd ernstig gemeend.
De levensmoede, die de hand aan
ichzclf slaat, mag, zooals de H. Augus-
nus aanmerkt, wel aan alge-heelt ver
nietiging denken, zijn li rt verlangt ze
echter volstrekt niet, het wil slechts
den
ede vinden, dien liet o
tevergeefs zoekt.
aardt
Misschien ook ten gevolge van dc
rschtikkingcii van den Europcescllen
irlog, uu zoovele duizenden in den
bloei des levens worden weggerukt,
overmeestert dc gedachte aan den dood
de menschheid thans sterker dan ooit
en uil zich de belangstelling in de ge
heimen des giafs al meer :i nicer.
Dringender dan ooit zo let men sint-
„Wat wacht mij
*n!- leer der onste
{clnandnicikt al
i dwaas, wint lanj
zonder bewustheid, als een eeuwige
Maar, dan heeft de rechtvaardige
na den dood niets te verwachten cn
de booze niets te vreezen.
Kii waarom zou men dan nog de
zedenwet onderhouden? Dwaas ware
de mensch, die zich hier op aarde dan
niet alle zingenot veroorloofde cn leefde
als hel dier.
Die toestand van eeuwige bewuste
loosheid is dan ook slechts een voort
leven in naam. en inderdaad gelijk aan
Anderen, de Theosofen, die ook in
ons land, vooral onder dc meer ont-
ikcldcn, 'wel een pover getuigenis
i ontwikkelingaanhangers zoeken
helaas ook vinden, beweren, dat de
ziel. bij den dood van het lichaam, de
terinnering aan haar vroeger bestaan
veilicst, n.iar een ander lichaam ver
tuist, ook dit weer voor een ander
verlaat en zoo, door een eindelooze
ipecnvolging van nieuwe levens als
zoovele proeftijden doorloopend, zich
ig blijft ontwikkelen en volmaken,
te ongerijmd deze leer is. blijkt
reeds voldoende hieruit, dat de ziel
Jgclijk een oneindig aantal over-
gangen kan maken, wijl ze in d it geval,
zooals we later zullen zien, den staat
volkomen geluk, waarnaar zij van
nature onweerstaanbaar gedreven wordt,
nooit zou kunnen bereiken.
Eindelijk worden er nog christenen
gevonden, die een leven na den dood
wel niet ontkennen, maar in sommige
omstandigheden en vooral in <lcz.en
treurigen oorlogstijd, nu er zoo ont
zettend veel en verschrikkelijks gebeurt,
dat met ccn voortbestaan na den dood in
strijd schijnt te zijn, door woord en daad
toor.cn. «lat hun geloot' in een hierna
maals nier levendig genoeg
Ter weerlegging nu van genoemde
dwalingen cn tevens ter versterking
h< t verzwakte geloofsleven hopen
n enkele artikelen uiteen te
wat het natuurlijk gezond verst;
het geloof omtrent een leven i
dood leert, en wat alzoo hier»;
P. REIJS. S. J.
seks stri
■I-U
1 cn het
tct het natuurlijk gez
>of.
geleden hield Dr.
rciivrik van lieden voor de intellec-
teclc Hagenaars een lezing over het
:ve» na den dood.
Blijkens een verslag in „De Maas-
ode" vertelde hij wat spiiitistischcn
eigenlijk dat leven zijn zal.
(laai
t bij n
zeel v
zeggen
of beter nog, hij wist cr volstrekt niets
van. Hij sprak wel over spiritistische
verschijningen van overledenen, rnaar
hij meende toch zijn gehoor te moeten
waarschuwen, dat men er zeer voor
zichtig mee dient te zijn.
Ook zonder spiritistische bewijzen
gt looft hij voor zich aan een leven
na den dood.
Dal leven, leeren dc Boeddhisten en
hun vele aa-di..-.g,-ts onder de heden-
dangschc ot'gcU.ovigcn, is c. n leven
Uit liet Buitenland.
i het
Van den Oorlog'.
assend was voor den Kngelsch-
tachtc terugtiekkcn van
de Duitse!»
Terreinen om het behoud u
stroomen bloeds werden verg.
op een ontzettende wijze werd gemoord
en gebrand, vallen nu na een schermut
seling in Etigelschc handen.
Het legerbericht uit Londen geeft
een opsomming van de veroverde dor
pen en deelt mede dat 2133 Duit-
sellers, waaronder 30 officiereu, ill En-
gelschc handen gevallen zijn.
Tegenover het Engelscho bericht,
dat in ecu toon van voldaanheid is
gesteld, staat een Duitsch telegram
dat in bijzonderheden vertelt onder hoe
bloedige verliezen eu nijpende omstan
digheden veroorzaakt door handjes-
moedige Duitschcrs in de achter
hoeden de Engelschen hun terrein
winst behaalden.
e zin van dit bericht is eigenlijk
dat de Duitschcrs hun tegenstanders
een bittere poets gebakken hebben.
Ofschoon men zich afvraagt, waarom
de Duitschcrs vroeger eiken meter
gronds van dat Anere-terrein met alle
kracht vasthielden, bevat de Duitsche
uitlegging zinsneden, liet overdenken
waard. Inderdaad is de positie der
Engelschen ongunstiger dan die der
Duitschers, cn kan de Duitsche artil
lerie, welke alle afstanden en punten
nauwkeurig kent. het de bezetting in
dc Engclsche stellingen ondragelijk
maken. De vraag is maar of het front
daar inderdaad weder z.oo vast zal wor
den als te voren. Van Duitsche zijde
heet het dat de Duitschers in veilige
krachtig ingerichte sedert lang voorbe
reide stellingen, onverzwakt cn onge
schokt eiken nieuwen aanval tegemoet
Over den strijd in Mesopotamia brengt
-n Britsch legerbericht meer nieuws.
Het aantal gevangenen is tot 7000
gestegen, terwijl als buit 28 kanonnen
en schepen en pontons in Engelsche
handen vielen.
In de diplomatie had Duitschland
steeds tegenspoed.
De buitenlandsche staatkunde werd
vaak onbeholpen geleid en zulks deed
den Duitschen Staat meermalen veel
afbreuk.
Ook nu is cr weer wat los gekomen.
In Amerika is ontdekt dat Duitsch
land bondgenooten zocht in Mexico
en Japan om Amerika bij den duik
bootenoorlog in bedwang te houden.
let is begrijpelijk, dat de stemming
de Vercenigdc Staten door deze
opzienbarende onthulling geheel is
omgekeerd al is de door Duitschland
gevolgde politiek op zichzelf niet ver
werpelijker dan wat de geheime diplo
matie in de verschillende landen in
den loop der eeuwen door combinaties
kuiperijen trachtte te bereiken.
)e Duitsche regeering was voorne-
ns den onbeperkte» duikbooten-
log te beginnen. Zij wcnschie Ame
rika onzijdig tc laten blijven. Zij vreesde
echter dat deze poging zou mislukken
voor dit geval gedekt zijn.
beproefde zij door bet ver
van bondgenooten zich voor
te bereiden voor de mogelijkheid van
n oorlog met de Vereenigde Staten.
Dat zij daarbij in de eerste plaats
dacht aan Japan, dat voor de toekomst
de gevaarlijkste vijand was van de
Vereenigde Staten ligt voor dc hand.
Zij wist, dat er in Japan een partij
was, die het Duitsche militairisme be
wonderde, de strijd tussclien Duitsch
land en Japan werd nimmer zoo fei
gevoerd als die met dc andere geal
lieerden, vandaar misschien de hoop.
dat Japans belangen in de Stille Zuid-
bct zouden lokken naar dc zijde
den vijand der Vereenigde Staten.
En het was dan waarschijnlijk dat Japan
de Vereenigde Staten juist over Mexico
gd, i
dat het
i Lvgdu
tin
gdc
de lit
'ris tellingen aanbrengen
'voornemens hi-.'r W-i ld
ren. G:cf dat vei.-w.ikte-
bij tc konten II»! Wie
voor mij? Wart ik :.o
lluitspeler
Esther
belloc
r hare
Item toe dien nfschutvclijkcn man wel
willend tc bt-hantlclcn tevens wees zij
op ,1e treffende gelijkenis van beider
gelaat.
wat een sprekende gelijkheid I"
riep Maccabeus verrast. Op dezelfde
behoedzame wijze deelde zij mede, dat
liet meisje zoo even naar haren broe
der Paulus gevraagil had.
Daarna keerde Esther met een bekci
wijn naar het verzwakt n.e'sj.; terug.
De onvriendelijke vrouw i bij bet
hoorei) van Lygdus' vcv e.ncn zelf
voor verschillende verfr - -ckhigen gc-
ovcr wie zij met di verzorging belast
was, zoo goed door Esther's bemoeiin
gen wertl verkwikt en opgepast, stond
zij op. ging naar een ander rustbed ut
den boek der kamer, zette zich neder
cn nam de houding aan van iemand,
„Ha. r
i l.ythis, v
:n door Iss.tch.il
gd, slaap maar.
Imlcrlusxchcn had E-liter d
ril Uit*
.[''schot
jes al fluisterend gei
zeitle Esther plechtig
„Ja ik beloof het U heilig: maar ik
heb dat gouden sieraad niet noodig,
want mijn grootvader heeft geld".
„Neem het dan om mijnentwil, her
nam dc ander. Wellicht ontstelen zij liet
mijbovendien kan het Veil ejus Pater-
culus overtuigen dat uw woord waar
heid is."
„Het zij zoo, zeide Esther, maar de
grootste moeiclijkhciil bestaal in U op
tc sporen of te volgen in dat onmetelijk
Rome. Terstond zu Icn wij onze maat
regelen nemen. Vertrouw op Eslhci
heldezij bemint U als bare zuster,
Wees niet beangstigd voor deze t'
sclicn, blijf rustig, en gedraag U,
veel mogelijk innemend en bevallig,
De hemel heeft U tot mij cn tot mijns
vaders vrienden gezonden, die U zulten
helpen cn bijstaan, bovendien zal uw
broeder Paulus, uw oom, de triumvir,
en de U genegen Voltejus Patercul
met uw beklagenswaardige!! toestand
in kennis worden gesteld".
„O. wat zij', gij goedgij behandelt
mij als uw zuster I" snikte Agath.
„Kom. zeide Esther, proef dezen wijn
en tracht tc rusten, totdat ge vertrekt."
Daarna vei liet zij de kamer en wenkte
haren vader en Issachar tc volgen, '/.ij
Melden vast voor de bevrijding van hc'
arme meisje alles te beproeven, ei
alle middelen aan te wenden, wanrovei
men kon beschikken. Josiah Mncc.ibcui
aarzelde geen oogenblikomophctbcricht
zijner dochter de reis naar Palestina
te stellen cn voor de verlossing v
Agatha naar Rome terug te keeren.
Issachar, die een kleine woning in Rome
bezat, stelde die tot hun .«schikking
om ilnar den nacht door te brengt
De grootste moeilijkheid evenwel v
alles bleef bestaat) om namelijk
achterhalen, waarheen tie bende dc
arme Agatha voeren zou. Kracht, moed
en beleid, niets kon baten, wa:
men onwetend bleef betreffende de
plaats, waar zij gevangen zat.
Issachar had in zijn dienst een trouwen
joodschcn jongeling, die meermalen
zijn eenzaam huis dc reis maakte
de groote staddeze moest tc
paard de roovers volgen en nagaan,
waar het slachtoffer gebracht werd. De
ontdekking moest hij dien eigen nacht
Josiah Maccabeus mededeelen.
n een balt' uur ontving Lygdus het
bericht, dal hij een ander paard ont
vangen had. cn alles in orde was. Hij
knikte, speelde voor het laatst op zijn
lluit, wierp haar weg, dep zijn gezel
schap bijeen, en zonder Issachar
voor zijne gastvrijheid tc danken, ging
hij heen met dezelfde vloeken cn
vtrwenschingen als waarmede hij was
binnengekomen.
Een uur daarna ging Josiah Macca
beus met zijn dochter in ccn wagen
van den ouden Issachar denzelfden weg
op naar Rome. en bereikten diep in
den avond de kleine woning, waarin
zij overnachtten.
De Hebrceuwsche jongeling was ge
daagd in zijn pogen.
Wordt voortgezet.