en Advertentieblad
Katholiek Niéuws-
voor Amersfoort
en Omstreken.
DE EEMBODE
Telefoon No. 314.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Verschijnt Dinsdag- cn Vrijdagmiddag. Prils per drie maanden zestig
cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten.
Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen elke
week ingaan, doch opzegging van abonnemertf moet geschieden vóór den aan
vang van een nieuw kwartaal.
ut
Dinsdag 22 Mei 1917.
No. 15.
31ste jaargang.
AdvertentiSnPrijs per regel 12'/i ct., met bewijsnummer. Voor incasso wordt
vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren.
Advertenticn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór elf uur ten kantore van De Eembode
worden bezorgd. Mededeelingen, Ingezonden stukken en adverteiitiüii te zenden aan de
Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort.
Missiewerk.
„Het is en blijfl," zoo schrijf! pater
J. van Rijckevorasel in zijn brochure
Missieactic in Nederland, „een ontzet
tende waarheid, dat thans na 1900 ja
ren het aantal der menschen, die
Christus leer niet omhelsden, negen
honderd milüoen groot is, terwijl van
de bekeerden nog slechts de kleinste
helft tot het Katholicisme behoort."
Dit is voorzeker een harde waarheid,
genoegzaam in staat om ook de Ka
tholieken van Nederland tot nadenken
te stemmen.
In die landen toch, waarheen onze
dure plicht ons sinds eeuwen ter ker
stening en beschaving riep, onze schoo-
ne koloniën, zijn nog rnillioenen in de
duisternis van het heidendom gezeten.
Alleen op Java wachten nog 30 mil-
liocn zielen de heilbodc des geloof*.
Mlllloenen schatten stroomden eeuw
unn eeuw vanuit IrrJië naar ons land
en wat gaf Nederland cr voor terug
Het is een droevige erkentenis van
zwarte ondankbaarheid en ontzettend
plichtsverzuimwij lieten Indië altijd
dieper wegzinken in alle ellenden van
heidendom en mahomedanisme en ont
hielden het den grooten schat der
Christendom*.
Gelukkig mogen wij, Katholieken,
getuigen, dat wij hierin de minst schul
digen zijn. Tot in de 19e eeuw toch
werden wij, gesteld al dat het ons mo
gelijk geweest ware onze krachten daar
heen te zenden, allerstrengst geweerd
en toen eenige vrijheid werd geschon
ken zijn tenminste terstond eeoigc po
gingen in het werk gesteld, om dien
schoonen plicht te vervullen. Maar
tochwanneer de kennis van het
missiewezen in onze dagen grooter
was, wanneer de ontzettende nood der
missiën meer bukend was, sou de be
langstelling dan nog niet een verblij
dende groei-periode kunnen doorma
ken Zou dan niet een veel rijker oogst
aan vruchten van gebed en aalmoezen
den missionarissen ten goede komen
Wij gevoelen bewondering voor die
edele mannen en vrouwen, die alles
verlaten, om den heiligsten schat te
brengen aan de dolenden in verre lan
den, maar vergeten wij niet te veel,
dat die bewondering geen steun geeft,
zoolang ze zich niet weet te uiten in
een heerlijke rij van schoone daden?
Zeker, Nederland behoeft zich in
opzicht niet te schamen. Veel werd
wordt er voor de missiën gedaan, doch
er kon, ja er moest, vooral in deze
tijden van hoogen nood, zooveel meer
worden verricht.
Want hoog steeg de nood der missiën
in deze oorlogsdagen.
Tevergeefs zien de missionarissen uit
naar de gewone gaven, waarop zij ja
renlang mochten rekenen. De oorlog
voerende landen zijn vervuld van krijgs-
gedruisch en zorg voor eigen behoud,
Biltere ellende wordt geleden en die
ellende doet de geestelijke ellende van
zooveel rnillioenen vergeten. In elke
missie heeft de oorlog door gebrek
aan fondsen de treurigste vcrwoe
gen aangericht. Daarbij, duizenden
sionarissen, zijn teruggeroepen uit hun
gebied. In het Fransche leger alleen
zijn, naar een goede berekening, on
geveer 2000 missionarissen onder de
wapenen, zoodat zeker het geheele
getal der missionarissen met '/j werd
verminderd.
Dringend wordt aldus de plicht van
medewerking aan de uitbreiding van
Gods rijk op aarde.
Het „laat toekome uw rijk" moet
met onze kracht onder Gods zegen in
de daad omgezet.
En dit dringt nog te erger, waar wij
t onze schande moeten erkennen, dat
de Protestantsche kerken ons in vele
opzichten in het missiewerk overvleu
gelen.
Hun intens werk, met een ietwat
gevaarlijke ijdelheid door ons zoo dik
wijls als onvruchtbaar aangezien, draagt
vruchten en hier en daar overvloedige
vruchten en daar ,waar z$ winnen, ko
en wij te laat.
In Japan. China, Britsch-Inditf en
ik in de Oost gaan zij procentsge-
•ijze nu reeds bijna eens zoo hard
vooruit als wjj. Hun voorbeeld moet
ons wel eenigszins beschaamd doen
staan en wanneer wij hun hechte mis
sieorganisatie met zendingscursussen,
vereenigingen en feesten zien, dan vall
daar voor ons te leeren, hoe belang
stelling en daardoor veel grooter mede
werking onder ons kan worden opgc-
>ekt.
De uitkomsten onder de heidenen
zijn, wel beschouwd, slechts de vruchten
van het missiewerk onder de Katho
lieken in ons eigen werelddeel, in ons
igen land, in ons eigen diocees, in
ize eigen parochie.
Als de sterke belijders van Christus
in.n, vrienden en magen verlaten, om
het licht des Evangelies te ontsteken
in de duisternissen der verschillende
werelddeelen, dan moet daar niet alleen
gemoed een oogenblik van be
wondering Itoraen, maar een blijvende
belangstelling, die doet neerknielen in
eerbiedig volhardend gebed, vragend
n Gods onmisbaren zegen.
God immers is het, Die den wasdom
geeft.
En met ons gebed moet onze aal-
oes vloeien, geregeld vloeien, opdat
altijd verder kunne gaan die heilbode
des Evangelies cn mede door onze
werken, onze opofferingen, ons geld
goed, Gods rijk worde uitgebreid tot
i de uiteinden der aarde.
De Eugelschman zond een bericht,
waarin een nieuwe terugtocht der Duit-
schcrs in het uitzicht gesteld wordt.
Men grondt zijn voorspelling op waar
nemingen van branden en overstroo
mingen achter de Hindenburglinie.
Het lijkt minstens zonderling van de
Duitschers te verwachten dat zij in dit
stadium van den strijd, nu gebleken
is dat zij de geallieerden kunnen staan,
zouden terugtrekken. Die verschijnselen
zijn ook wel op andere wijze te ver
klaren, men denke slechts aan de van
Duitschers welbekende grondige
zorg voor de toekomst. Het is niet
onmogelijk dat zij nog eens verder
terugtrekken, maar wat wij van het
oorlogsterrein vernemen, ziet het er
toch niet naar uit dat dit in de naaste
toekomst zal moeten geschieden.
De Italianen zijn ook weer eens be
gonnen, doch met weinig succes.
Volgens de officieele lezingen van
Oostcnrijksche zijde blijven de Italianen
groote hevigheid hun aanvallen
Volgfns het jongste Oostenrljksche
legerbericht konden de Italianen met
hun nieuwe aanvallen, ondanks hun
hevigheid, geen voordeelen bevechten.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Na de mislukte doorbraakpogingen
van Engelschen en Franichen in Noord-
Frankrijk was het een tijd lang rustiger.
In de laatste dagen gaat het er
eer spannen en wisten de Franschen
eer eenige terreinwinst te bevechten.
Dat alles is echter niet voldoende
n het vurig verlangde einde van den
gruwelijken oorlog te verhaasten.
De partijen houden elkaar in even
wicht en nu Rusland geen gevaar levert
zagen de Duitschers kans zich ir
Westen te versterken.
Binnenlandsche Berichten.
De wetten betreffende de Grond-
wets-herziening zijn in hel Staatsblad
opgenomen.
Het Voorloopig Verslag is ver
schenen nopens het wetsvoorstel tot
afsluiting en droogmaking van de Zui-
De minister van Landbouw ver
klaart de goede werking van het brood-
kaartensteüel uit het sterk verminderd
Te Utrecht heeft vergaderd de
Nitionale Christen-Onderofficieren-Ver-
eeniging. De secretaris besprak den
algemeeuen toestand in de Vereeniging,
bleek, dat onder den druk der
mobilisatie de vereeniging bloeit.
In de plaats van den heerS. Wierda,
die als lid van het hoofdbestuur aftrad,
werd gekozen de adjudant-onderofficier
B. de Jager.
Uit de verdeie besprekingen bleek,
it met kracht zal worden aangestuurd
meer eenheid teneinde te zorgen,
dat met demobilisatie de vereeniging
weer op ouden voet doch sterker in
ledental kan voortleven.
Verder werden enkele voordrachten
gehouden, betrekking hebbende op den
arbeid der vereeniging.
Nieuwe benen.
Het groote voordeel van de Even
redige Vertegenwoordiging is hierin
gelegen, dat volgens dat stelsel de ver
schillende parlijen, waaruit het volk
bestaat, naar evenredigheid
sterkte en getal hun vertegenwoordigers
in de regeerings-lichamen zullen heb
ben, en deze in hun samenstelling der
halve een juister beeld zullen geven
van geheel het Nedcrlandsche volk.
In het stelsel tot nu toe gevolgd
had alleen de meerderheid in een be
paald district succes van haar $veren;
de minderheden, al waren ze nog zoo
groot, legden geen gewicht in de schaal.
was Het gaan naar de stembus in
overwegend recbtach district voor
de linker partijen feitelijk noodelooze
moeite en omgekeerd ook voor de
rechtsche partijen in een district, waar
links overwegeod de meerderheid had.
Zoo hadden duizenden en duizenden
7s, feitelijk niet den minsten in
vloed op het landsbestuur.
Dat gebrek werd nog verergerd door
de groote ongelijkheid van de kiesdis
tricten. Bij de honderd districten voor
de Tweede Kamer was van een gelijke
deding met betrekking tot het aantal
stemmen absoluut geen spoor te be
kennen. Terwijl sommige kiesdistricten
slechts ongeveer drieduizend kiezers
telden, waren ook met meer dan
dertienduizend kiezers.
duizende stemmen op een caodi-
daat, die in de minderheid bleef, uit
gebracht, waren derhalve verloren, ter
wijl van den anderen kant ook de hon
derden, soms duizenden, stemmen welke
overwinnend candidaat boven de
helft had, volstrekt niet meer tot hun
chl kwamen.
Daarenboven dwong het oude kies
stelsel de partijen tot ware kiezersjacht
en tot een werkelijken verkiezingsstrijd,
die niet altijd met volmaakt eerlijke
wapenen gevoerd werd. Io de weken
vóór de verkiezingen werd er beel wat
geschreven en gepraat en beloofd, wat
in rustiger tijden niet geuit zou zijn,
en waarbij waarheidsliefde en recht
leelljk in het gedrang kwamen.
Aan dat alles komt onder Evenredi
ge Vertegenwoordiging een einde. De
verkiezingsstrijd zal niet meer met die
vroegere hartstochtelijkheid gevoerd
wordenongeveer elke stem zal invloed
hebben op den totaaluitslagelke partij
zal vertegenwoordigd worden volgens
het aantal door haar uitgebrachte stem-
:uwe kieswet, is dus eerste taak.
Een of ander zou oppervlakkig kun
nen denken, dat dan ook aansluiting
bij een kiesvereeniging niet meer noo-
dig zou zijn, of dat de besturen onder
het nieuwe stelsel een tijd van rust
zullen beleven.
Dat is volstrekt niet het geval.
Evengoed als vroeger blijft noodig,
dat een hechte band de gelijkgezinde
kiezers vereenigt, terwijl de werkzaam
heid van de besturen niet zal vermin
deren maar van anderen aard zal zijn.
Immers het aantal zetels zal verdeeld
worden volgens de verhouding
aantal stemmen door de verschillende
partijen uitgebracht. Éénheid onder de
gelijkgezinde kiezers blijft dus onvoor
waardelijk noodig. De taak der ver
eenigingen zal zijn leiding en verklaring
te geven, en telkens en voortdurend
de kiezers voor te lichten. Vooral in
:rste tijden zal die taak i
zijn. De kiezers komen te staan
een geheel nieuwe zaak. Bij de toe
komstige verkiezingen is ongeveer alles
nieuw en aan de meesten onbekend.
Den kiezers op de hoogte te brengen
de inrichting en werking van de
De naleving der nieuwe zegelwet
kost niet alleen geld maar ook moeite
i t§d.
Als vaststaande kan worden gecon
stateerd dat het uitgeven van kwitan-
tiën zonder plakzegels en met de be
merking .verrekend" of door een
naamstempel met meer mogelijk zal
Coöp. Landbouwvereenigingeu die
gewoon zijn de betalingen der leden in
boekjes te kwiteeren en met een paraaf,
naamstempel of handteekening te voor-
zien, moeten daarmee, ophouden. Der
gelijke kwitanties moeten van een plak-
zegel voorzien zijn. Ook dan, al heeft
geen afteekening of stempeling plaats,
moet het plak'egel worden aange
bracht.
Boerenleenbanken zulten geen onge
zegelde schuldbekentenissen meer mo-
Ren afgeven zooals veel gebeurt. Dat
mag ook nu wel niet, maar de over
treding is nu niet op te sporen terwijl
in de toekomsteen belastingambtenaar
bevoegd is de boeken en bescheiden
in te zien. En bovendien is een schuld
bekentenis die niet of onvoldoende is
gezegeld, nietig. Er is dus dan geen
schuldbekentenis.
r is meer. Verschillende stuk
ken die ook volgeos de oude zegelwet
aan zegelrecht waren onderworpen,
werden eenvoudig niet gezegeld en als
men ze in rechten wilde gebruiken, liet
ze zegelen en betaalde dan de
zegelkosten en de boete. Dat mag niet
meer. Als een stuk dat aan zegelrecht
is onderworpen, niet is gezegeld, be
staat het niet en kan niet later geze
geld worden. Ook op vroegere onge
regelde of onvoldoend gezegelde stuk
ken is dat van toepassing. Stukken die
volgens de vroegere zegelwet .van zegel
rijgesteld doch voigens de
set moeten gezegeld zijn, be
hoeven niet gezegeld te worden, maai
blijven van kracht volgens de oude
wetmaar stukken die vroeger ook al
een zegel moesten hebben doch waar
van dit verzuimd is, zullen vóór 1
December a.s. moeten worden gezegeld.
Dit komt dus hierop neer, dat alle
kwitanties, alle schuldbekentenissen, alle
polissen van verzekering die niet of
onvoldoende zijn gezegeld volgens de
oude zegelwet, alsnog moeten worden
gezegeld.
De wet bepaalt, dat bij de aanbie
ding van dergelijke stukken ter zege
ling, geen boete zal verschuldigd zijn.
Gezegeld moeten ze echter worden.
Schuldbekentenissen die op 1 Dec.
a.s. niet gezegeld zijn, zijn niet alleen
nietig, maar voor iedere schuldbeken
tenis wordt dan eene boete van hon
derd gulden verschuldigd.
Alle kwitanties die betrekking hebben
op inlagen of terugbetalingen van
spaargelden blijven vrjj van zegel, maar
dat zijn ook de eenige vrijstellingen.
Stortingen of terugbetalingen in reke
ning-courant moeten mede van een
zegel voorzien zijn.
Oude bestaande ongezegelde of
voldoend
en op zegel worden
Het nieuwe zegel is echter veel
goedkooper dan het vroegere nX
10 cent van iedere honderd gulden
over den vollen huurprijs.
Ieder die een ongezegeld of onvol
doend gezegeld stuk in banden krijgt,
is verplicht dit op straffe van een
hooge boete aan te geven.
In het overzicht van den stand dtr
wintergewasoen op 7 Mei j.l. komen
als factoren die nadeelig hebben gewerkt
o.a. voor de late strenge winter, het
droge weer in het laatste gedeelte van
April en begin Mei en het gebrek aan
stikstofhoudende kunstmeststoffen. Ajui
al deze oorzaken is niet veel te doen;
wij moeten er ons bij neerleggen. Wan
neer wij echter verder lezen„niet
alleen van de vorst, maar ook van het
wild hebben de wintergewassen in som
mige streken veel te verduren gehad;
inzonderheid was dit het geval ie
Utrecht, waar konijnen en fas anten
schade teweegbrachten, en in Zeeland,
waar de wilde eenden groote vernie
lingen hebben aangericht," dan komt
onwillekeurig de vraag bij ons op, was
daar nu niets aan te doen? En ook,
wat wordt hier dezen zomer aan gedaan?
Wij willen hier niet de jachtwet in
haar geheelen omvang bijhalen, maar
wij vragen, waarom is niet aan meer
personen dan gewoonlijk vergunning
verleend lot bet jagen op schadelijk'
gedierte, waaronder toch ook kon$nen
kunnen worden ondergebracht. En al
kan de geleden schade niet meer woe
den hersteld, zijn er dan geen maat
regelen te nemen om verdere schade
aan den komenden oogst te voor
komen Ieder die op het platte land
B ondervonden heeft, wat fa-
santen en konijnen in tuinen en lande
rijen kunnen vernietigen, weet dat me
nigmaal de vrucht van veel arbeid
door deze dieren kan worden vernield.
De fasanten strijken neer op de velden
en pikken soms enorm veel weg, en
de konijnen vreten het jong, opkomend
graan bij den wortel af, zoodat geen
halm cn geen vrucht meer verschijnt.
Moet dit dezen zomer nu maar kalm
worden aangezien Nu in dit jaar. ter
wijl alle maatregelen worden genomen
om de bodem-productie te vermeer
deren? Zouden van regeeringswege
geen maatregelen kunnen worden ge
nomen om den eigenaars van fasanten
te verplichten een duchtige opruiming
onder deze voor den akkerbouw scha
delijke vogels te houdenvooral bjj
fasanten is dit gemakkelijk. En ook
bij konijnen en hazen zeer wel mogelijk.
Waar tbans ons land wellicht een
tijd van voedselschaarschte tegemoet
gaat, zijn ongewone maatregelen ge
wettigd. Wij gunnen fasanten, wilde
eenden, konijnen en hazen gaarne hun
eten, maar meer toch nog aan de
menschen.
M
FEUILLETON.
Het vierde gebod.
„Gelderland," fluisterde hij, terwijl hij
zijne stukken aan den gewaanden me
dicijnmeester overgaf. „Overijsel!" was
het even zachte antwoord, dat verge
zeld ging van de aanbieding van eeni
ge zegels. Beide mannen zagen vluchtig
de documenten in, vergelekt
namen toen de pen van den t<
aan, die ze reeds gereed hield. De
stukken werden geteekend, gewisseld
en weer weggeborgen, de mannen
gaven elkaar de hand en het verbond
was geteekend, en dit zelfs onder de
bescherming van den man tegen
het gericht was.
„Zijt ge tevreden fluisterde de
too venaar Jasper zegepralend aanziende.
Voor alle antwoord reikte deze hem
de hand.
De gezant van het Oversticbt maakte
aanstalten on) weer te vertrekken
gaf den goochelaar ,iog enkele perka
menten over. Daarna nam hij afscheid
en verwijderde zich in dezelfde richting
vanwaar hij gekomen was.
De toovcnaar zag hem een wijl
en liet tevens zijne blikken in het ronde
gaan om zich te overtuigen of zij be
spied werden. Toen dit onderzoek hem
bevredigend toescheen zeide hij
„Heer Jasper, gij hebt thans het
doel uwer zending bereikt. Keer terug
naar Grave en doe den hertog kond
schap van hetgeen gij gezien hebt."
„En mijn tocht naar Friesland
vroeg deze.
„Moet ge uitstellen, zoo aanstonds
zal de echte Wijnand van Arnhem hier
in de legerplaats aankomen, wellicht
is hij er reeds aangekomen,
heiden is hier geen plaats."
„Hoe weet ge dit alles?" vroeg
Jasper verbaasd.
De toovenaar glimlachte en zeide
,Ik ben immers een toovenaar
„Maar zeg mij dan toch wat u aai
de zaak van hertog Arnout bindt."
Op deze vraag begonnen de oogen
ui den toovenaar te schitteren. Hij
richtte zicli in zijne volle lengte op en
vroeg op gedempten toon, terwijl hij
Jasper bij den arm greep
Jonkman, weet ge wat de wraak is,
men jaren heeft geleden? Als
i half rienschenleven in een kerker
heeft doorgebracht met wat vunzig sl
tot leger en een harde broodkorst
it spijs en drank, dan maakt
de vrijheid gebruik om zich
te wreken. Begrijpt ge dat Maar
gij zijt nog jong, gij hebt nog niet veel
van de wereld gezien. Later zullen u
mijne woorden duidelijk worden* en zal
ik u mijn gedrag ophelderen,"
Jasper zag den zonderlingen man
met ontzetting aan, doch deze had
weer zgne gewone kalmte hernomen
en wenkte met de hand hem geene
verdere vragen te doen.
„Vertrek nu," zeide hij, en wilde
lar buiten gaan, om het paard va
Jasper gereed te houden. Aan den ii
gang der tent hield hij nog even stand
en sprak „Zeg aan de schoone Mach-
teld, als gij haar ontmoet, dat gij mij
gezien hebt en dat ik hier bigf om
verder te zien wat er omgaatzoodra
van belang geschiedt zal ik
haar mijne boodschap op de afgespro
ken plaats doen geworden."
Nauwelijks had hij deze woorden
gesproken of een hoofd vertoonde zich
aan den ingang der tent en zeide
spottend
„Wees welkom, dubbele heer Wjj-
nand van Arnhem. Ik breng i
groeten van uw naamgenoot die
even in de legerplaats aankwam, doch
zonder den bekwamen schildknaap, die
u zulk een heerlijken dienst bewees.
Kijk en wie zie ik daar Een vreem
deling, dat ziet er zeer verdacht
jonker. Kent ge mij nog vervolgde
spreker, de tent binnentredende; „her
innert gij u nog hoe diezelfde vuisten
zich om mijn nek samenklampten, wr
ik u eenige woorden tot afscheid t
riep, welke ge nog niet zult vergeten
hebben. Nu zijt ge voor de tweedemaal
in mijne macht en zult ge uwe ver
metelheid met uw hoofd boeten."
Terwijl hij nog lot Jasper sprak was
de toovenaar, schijnbaar onverschillig,
onzen ouden bekende Dirk Hackfort,
de rooverhoofdman want deze was
et genaderd. Toen hij zijne laatste
morden van een lach vergezelde,
voelde hij zich eensklaps aangegrepen,
op den grond geworpen en een prop
in den mond gewrongen. Di' koen
stuk was het werk van den toovenaar,
die Jasper wenkte hem te helpen,
den rooverhoofdman te binden, met
een strook van zijn eigen mantel, door
den toovenaar met gTOote vaardigheid
er af gescheurd. Weldra lag de spotter
dan ook aan handen en voeten gebon-
een hoek der tent, terwijl de
toovenaar bovendien een dolk in zijne
oogen liet glinstere.. en zeer bedaard,
ar, naar Jasper hoorde,
de stem zeide
Eene enkele beweging en deze punt
zal den weg naar uw hart zoeken.
Eerst als wij in veiligheid zijn, moogt
ge opstaan en doen wat ge wilt. Ik
vind u later toch weer."
Daarna stapte hij naar buiten, m
wenkte Jasper te blijven. Weldra kwam
hri terug, wentelde den gevangene om,
zoodat hij op zijn buik kwam te liggen,
opdat hij niet zou zien wat er gebeurde,
en trok toen uit den borstzak van
Jasper de bekende documenten, welke
j hij bij zich stak. Daarop voerde hij den
I «ezant naar buiten,
paard en zeide
„Ik zal zelf de papieren overbrengen,
uwe baden zijn zij gevaarlijk. Die
an komt niet alleen, daarom, heer
Jasper, pas op, ge zult een gevaar
lijken tocht hebben. Ga echter recht
□aar Grave en tracht 's hertogs kasteel
en. Is u dit onmogelijk dan
beproef de bekende vier linden op den
Velper weg te bereiken, gij kent ze
niet waar Welnu, aan den voet 1
den grootsten boom zult ge onder
weinig aarde een steen vinden en
der dezen steen een bus. Daarin werp
ik mijne boodschappen voor den
tog, indien ik het beter oordeel
in de stad te verschijnen. Onthoud dat
en doe er uw voordeel mee. En nu
ga, ik kan u niet vergezellen, ik moet
voor hoogst gewichtige zaken hier
blijven. Nogmaals, wees voorzichtig,
tot weerziens."
Jasper steeg op. drukte zijn raadsel-
achtigen bondgenoot de hand en riep
hem een tot weerziens toe, toen
schel gefluit hunne ooren trof.
„Voorwaarts I" riep de toovenaar tot
Jasper en deze gaf daaraan gehoor,
maar zag eerst nog hoe eene groote
ruiterbende in vliegenden galop kwam
aanzetten en hoe de toovenaar
een sprong tusschen de tentenrijen
dween. Daarna spoorde hij zijn ros
...jaan en begon een rid met zulk eene
hem zijn duizelingwekkende snelheid, dat de
Bourgondische soldaten hem verbaasd
nastaarden, niet wetende wat er ge
schiedde.
Enkele minuten later hield de ruiter
bende voor de tent, waarin Dirk Hack
fort gebonden lag stil, een ruiter steeg
af, liep de tent binnen en kwam en
kele oogenblikken later weer terug,
terwijl hij zijne mannen toeriep: „De
vogel is gevlogen I Eene rijke beloo
ning aan hem die hem vangt I"
Die ruiter was de echte Wijnand
van Arnhem.
VU.
Het optreden van Jasper van Kui
lenburg als zelfstandig man had hem
in de toestanden der maatschappij,
waarin hij leefde, een blik doen wer
pen, die hem met verbazing vervulde
over de verschillende hartstochten,
welke hg er ontmoet had. Hij wist dat
de algemeene strooming zich tegen het
door God gestelde gezag kantte, hf
■jj|j| dat er partgen bestonden, die zich
deze strooming meester maakten
om zich aan de banden te ontrukken,
die hen in het bereiken van hun doei
verhinderden, maar nooit had hij er
zich eene voorstelling van gemaakt,
hoezeer persoonlijke hartstochten in dit
alles den boventoon voerden en dat het
algemeen doel slechts als leus werd
gebezigd om perzoonlhke doeleinden aa
Wordt vervolgd,
I I