en Advertentieblad Katholiek Niéuws- voor Amersfoort en Omstreken. DE EEMBODE Telefoon No. 314. Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Verschijnt Dinsdag- cn Vrijdagmiddag. Prils per drie maanden zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnemertf moet geschieden vóór den aan vang van een nieuw kwartaal. ut Dinsdag 22 Mei 1917. No. 15. 31ste jaargang. AdvertentiSnPrijs per regel 12'/i ct., met bewijsnummer. Voor incasso wordt vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Advertenticn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór elf uur ten kantore van De Eembode worden bezorgd. Mededeelingen, Ingezonden stukken en adverteiitiüii te zenden aan de Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort. Missiewerk. „Het is en blijfl," zoo schrijf! pater J. van Rijckevorasel in zijn brochure Missieactic in Nederland, „een ontzet tende waarheid, dat thans na 1900 ja ren het aantal der menschen, die Christus leer niet omhelsden, negen honderd milüoen groot is, terwijl van de bekeerden nog slechts de kleinste helft tot het Katholicisme behoort." Dit is voorzeker een harde waarheid, genoegzaam in staat om ook de Ka tholieken van Nederland tot nadenken te stemmen. In die landen toch, waarheen onze dure plicht ons sinds eeuwen ter ker stening en beschaving riep, onze schoo- ne koloniën, zijn nog rnillioenen in de duisternis van het heidendom gezeten. Alleen op Java wachten nog 30 mil- liocn zielen de heilbodc des geloof*. Mlllloenen schatten stroomden eeuw unn eeuw vanuit IrrJië naar ons land en wat gaf Nederland cr voor terug Het is een droevige erkentenis van zwarte ondankbaarheid en ontzettend plichtsverzuimwij lieten Indië altijd dieper wegzinken in alle ellenden van heidendom en mahomedanisme en ont hielden het den grooten schat der Christendom*. Gelukkig mogen wij, Katholieken, getuigen, dat wij hierin de minst schul digen zijn. Tot in de 19e eeuw toch werden wij, gesteld al dat het ons mo gelijk geweest ware onze krachten daar heen te zenden, allerstrengst geweerd en toen eenige vrijheid werd geschon ken zijn tenminste terstond eeoigc po gingen in het werk gesteld, om dien schoonen plicht te vervullen. Maar tochwanneer de kennis van het missiewezen in onze dagen grooter was, wanneer de ontzettende nood der missiën meer bukend was, sou de be langstelling dan nog niet een verblij dende groei-periode kunnen doorma ken Zou dan niet een veel rijker oogst aan vruchten van gebed en aalmoezen den missionarissen ten goede komen Wij gevoelen bewondering voor die edele mannen en vrouwen, die alles verlaten, om den heiligsten schat te brengen aan de dolenden in verre lan den, maar vergeten wij niet te veel, dat die bewondering geen steun geeft, zoolang ze zich niet weet te uiten in een heerlijke rij van schoone daden? Zeker, Nederland behoeft zich in opzicht niet te schamen. Veel werd wordt er voor de missiën gedaan, doch er kon, ja er moest, vooral in deze tijden van hoogen nood, zooveel meer worden verricht. Want hoog steeg de nood der missiën in deze oorlogsdagen. Tevergeefs zien de missionarissen uit naar de gewone gaven, waarop zij ja renlang mochten rekenen. De oorlog voerende landen zijn vervuld van krijgs- gedruisch en zorg voor eigen behoud, Biltere ellende wordt geleden en die ellende doet de geestelijke ellende van zooveel rnillioenen vergeten. In elke missie heeft de oorlog door gebrek aan fondsen de treurigste vcrwoe gen aangericht. Daarbij, duizenden sionarissen, zijn teruggeroepen uit hun gebied. In het Fransche leger alleen zijn, naar een goede berekening, on geveer 2000 missionarissen onder de wapenen, zoodat zeker het geheele getal der missionarissen met '/j werd verminderd. Dringend wordt aldus de plicht van medewerking aan de uitbreiding van Gods rijk op aarde. Het „laat toekome uw rijk" moet met onze kracht onder Gods zegen in de daad omgezet. En dit dringt nog te erger, waar wij t onze schande moeten erkennen, dat de Protestantsche kerken ons in vele opzichten in het missiewerk overvleu gelen. Hun intens werk, met een ietwat gevaarlijke ijdelheid door ons zoo dik wijls als onvruchtbaar aangezien, draagt vruchten en hier en daar overvloedige vruchten en daar ,waar z$ winnen, ko en wij te laat. In Japan. China, Britsch-Inditf en ik in de Oost gaan zij procentsge- •ijze nu reeds bijna eens zoo hard vooruit als wjj. Hun voorbeeld moet ons wel eenigszins beschaamd doen staan en wanneer wij hun hechte mis sieorganisatie met zendingscursussen, vereenigingen en feesten zien, dan vall daar voor ons te leeren, hoe belang stelling en daardoor veel grooter mede werking onder ons kan worden opgc- >ekt. De uitkomsten onder de heidenen zijn, wel beschouwd, slechts de vruchten van het missiewerk onder de Katho lieken in ons eigen werelddeel, in ons igen land, in ons eigen diocees, in ize eigen parochie. Als de sterke belijders van Christus in.n, vrienden en magen verlaten, om het licht des Evangelies te ontsteken in de duisternissen der verschillende werelddeelen, dan moet daar niet alleen gemoed een oogenblik van be wondering Itoraen, maar een blijvende belangstelling, die doet neerknielen in eerbiedig volhardend gebed, vragend n Gods onmisbaren zegen. God immers is het, Die den wasdom geeft. En met ons gebed moet onze aal- oes vloeien, geregeld vloeien, opdat altijd verder kunne gaan die heilbode des Evangelies cn mede door onze werken, onze opofferingen, ons geld goed, Gods rijk worde uitgebreid tot i de uiteinden der aarde. De Eugelschman zond een bericht, waarin een nieuwe terugtocht der Duit- schcrs in het uitzicht gesteld wordt. Men grondt zijn voorspelling op waar nemingen van branden en overstroo mingen achter de Hindenburglinie. Het lijkt minstens zonderling van de Duitschers te verwachten dat zij in dit stadium van den strijd, nu gebleken is dat zij de geallieerden kunnen staan, zouden terugtrekken. Die verschijnselen zijn ook wel op andere wijze te ver klaren, men denke slechts aan de van Duitschers welbekende grondige zorg voor de toekomst. Het is niet onmogelijk dat zij nog eens verder terugtrekken, maar wat wij van het oorlogsterrein vernemen, ziet het er toch niet naar uit dat dit in de naaste toekomst zal moeten geschieden. De Italianen zijn ook weer eens be gonnen, doch met weinig succes. Volgens de officieele lezingen van Oostcnrijksche zijde blijven de Italianen groote hevigheid hun aanvallen Volgfns het jongste Oostenrljksche legerbericht konden de Italianen met hun nieuwe aanvallen, ondanks hun hevigheid, geen voordeelen bevechten. Uit het Buitenland. Van den Oorlog. Na de mislukte doorbraakpogingen van Engelschen en Franichen in Noord- Frankrijk was het een tijd lang rustiger. In de laatste dagen gaat het er eer spannen en wisten de Franschen eer eenige terreinwinst te bevechten. Dat alles is echter niet voldoende n het vurig verlangde einde van den gruwelijken oorlog te verhaasten. De partijen houden elkaar in even wicht en nu Rusland geen gevaar levert zagen de Duitschers kans zich ir Westen te versterken. Binnenlandsche Berichten. De wetten betreffende de Grond- wets-herziening zijn in hel Staatsblad opgenomen. Het Voorloopig Verslag is ver schenen nopens het wetsvoorstel tot afsluiting en droogmaking van de Zui- De minister van Landbouw ver klaart de goede werking van het brood- kaartensteüel uit het sterk verminderd Te Utrecht heeft vergaderd de Nitionale Christen-Onderofficieren-Ver- eeniging. De secretaris besprak den algemeeuen toestand in de Vereeniging, bleek, dat onder den druk der mobilisatie de vereeniging bloeit. In de plaats van den heerS. Wierda, die als lid van het hoofdbestuur aftrad, werd gekozen de adjudant-onderofficier B. de Jager. Uit de verdeie besprekingen bleek, it met kracht zal worden aangestuurd meer eenheid teneinde te zorgen, dat met demobilisatie de vereeniging weer op ouden voet doch sterker in ledental kan voortleven. Verder werden enkele voordrachten gehouden, betrekking hebbende op den arbeid der vereeniging. Nieuwe benen. Het groote voordeel van de Even redige Vertegenwoordiging is hierin gelegen, dat volgens dat stelsel de ver schillende parlijen, waaruit het volk bestaat, naar evenredigheid sterkte en getal hun vertegenwoordigers in de regeerings-lichamen zullen heb ben, en deze in hun samenstelling der halve een juister beeld zullen geven van geheel het Nedcrlandsche volk. In het stelsel tot nu toe gevolgd had alleen de meerderheid in een be paald district succes van haar $veren; de minderheden, al waren ze nog zoo groot, legden geen gewicht in de schaal. was Het gaan naar de stembus in overwegend recbtach district voor de linker partijen feitelijk noodelooze moeite en omgekeerd ook voor de rechtsche partijen in een district, waar links overwegeod de meerderheid had. Zoo hadden duizenden en duizenden 7s, feitelijk niet den minsten in vloed op het landsbestuur. Dat gebrek werd nog verergerd door de groote ongelijkheid van de kiesdis tricten. Bij de honderd districten voor de Tweede Kamer was van een gelijke deding met betrekking tot het aantal stemmen absoluut geen spoor te be kennen. Terwijl sommige kiesdistricten slechts ongeveer drieduizend kiezers telden, waren ook met meer dan dertienduizend kiezers. duizende stemmen op een caodi- daat, die in de minderheid bleef, uit gebracht, waren derhalve verloren, ter wijl van den anderen kant ook de hon derden, soms duizenden, stemmen welke overwinnend candidaat boven de helft had, volstrekt niet meer tot hun chl kwamen. Daarenboven dwong het oude kies stelsel de partijen tot ware kiezersjacht en tot een werkelijken verkiezingsstrijd, die niet altijd met volmaakt eerlijke wapenen gevoerd werd. Io de weken vóór de verkiezingen werd er beel wat geschreven en gepraat en beloofd, wat in rustiger tijden niet geuit zou zijn, en waarbij waarheidsliefde en recht leelljk in het gedrang kwamen. Aan dat alles komt onder Evenredi ge Vertegenwoordiging een einde. De verkiezingsstrijd zal niet meer met die vroegere hartstochtelijkheid gevoerd wordenongeveer elke stem zal invloed hebben op den totaaluitslagelke partij zal vertegenwoordigd worden volgens het aantal door haar uitgebrachte stem- :uwe kieswet, is dus eerste taak. Een of ander zou oppervlakkig kun nen denken, dat dan ook aansluiting bij een kiesvereeniging niet meer noo- dig zou zijn, of dat de besturen onder het nieuwe stelsel een tijd van rust zullen beleven. Dat is volstrekt niet het geval. Evengoed als vroeger blijft noodig, dat een hechte band de gelijkgezinde kiezers vereenigt, terwijl de werkzaam heid van de besturen niet zal vermin deren maar van anderen aard zal zijn. Immers het aantal zetels zal verdeeld worden volgens de verhouding aantal stemmen door de verschillende partijen uitgebracht. Éénheid onder de gelijkgezinde kiezers blijft dus onvoor waardelijk noodig. De taak der ver eenigingen zal zijn leiding en verklaring te geven, en telkens en voortdurend de kiezers voor te lichten. Vooral in :rste tijden zal die taak i zijn. De kiezers komen te staan een geheel nieuwe zaak. Bij de toe komstige verkiezingen is ongeveer alles nieuw en aan de meesten onbekend. Den kiezers op de hoogte te brengen de inrichting en werking van de De naleving der nieuwe zegelwet kost niet alleen geld maar ook moeite i t§d. Als vaststaande kan worden gecon stateerd dat het uitgeven van kwitan- tiën zonder plakzegels en met de be merking .verrekend" of door een naamstempel met meer mogelijk zal Coöp. Landbouwvereenigingeu die gewoon zijn de betalingen der leden in boekjes te kwiteeren en met een paraaf, naamstempel of handteekening te voor- zien, moeten daarmee, ophouden. Der gelijke kwitanties moeten van een plak- zegel voorzien zijn. Ook dan, al heeft geen afteekening of stempeling plaats, moet het plak'egel worden aange bracht. Boerenleenbanken zulten geen onge zegelde schuldbekentenissen meer mo- Ren afgeven zooals veel gebeurt. Dat mag ook nu wel niet, maar de over treding is nu niet op te sporen terwijl in de toekomsteen belastingambtenaar bevoegd is de boeken en bescheiden in te zien. En bovendien is een schuld bekentenis die niet of onvoldoende is gezegeld, nietig. Er is dus dan geen schuldbekentenis. r is meer. Verschillende stuk ken die ook volgeos de oude zegelwet aan zegelrecht waren onderworpen, werden eenvoudig niet gezegeld en als men ze in rechten wilde gebruiken, liet ze zegelen en betaalde dan de zegelkosten en de boete. Dat mag niet meer. Als een stuk dat aan zegelrecht is onderworpen, niet is gezegeld, be staat het niet en kan niet later geze geld worden. Ook op vroegere onge regelde of onvoldoend gezegelde stuk ken is dat van toepassing. Stukken die volgens de vroegere zegelwet .van zegel rijgesteld doch voigens de set moeten gezegeld zijn, be hoeven niet gezegeld te worden, maai blijven van kracht volgens de oude wetmaar stukken die vroeger ook al een zegel moesten hebben doch waar van dit verzuimd is, zullen vóór 1 December a.s. moeten worden gezegeld. Dit komt dus hierop neer, dat alle kwitanties, alle schuldbekentenissen, alle polissen van verzekering die niet of onvoldoende zijn gezegeld volgens de oude zegelwet, alsnog moeten worden gezegeld. De wet bepaalt, dat bij de aanbie ding van dergelijke stukken ter zege ling, geen boete zal verschuldigd zijn. Gezegeld moeten ze echter worden. Schuldbekentenissen die op 1 Dec. a.s. niet gezegeld zijn, zijn niet alleen nietig, maar voor iedere schuldbeken tenis wordt dan eene boete van hon derd gulden verschuldigd. Alle kwitanties die betrekking hebben op inlagen of terugbetalingen van spaargelden blijven vrjj van zegel, maar dat zijn ook de eenige vrijstellingen. Stortingen of terugbetalingen in reke ning-courant moeten mede van een zegel voorzien zijn. Oude bestaande ongezegelde of voldoend en op zegel worden Het nieuwe zegel is echter veel goedkooper dan het vroegere nX 10 cent van iedere honderd gulden over den vollen huurprijs. Ieder die een ongezegeld of onvol doend gezegeld stuk in banden krijgt, is verplicht dit op straffe van een hooge boete aan te geven. In het overzicht van den stand dtr wintergewasoen op 7 Mei j.l. komen als factoren die nadeelig hebben gewerkt o.a. voor de late strenge winter, het droge weer in het laatste gedeelte van April en begin Mei en het gebrek aan stikstofhoudende kunstmeststoffen. Ajui al deze oorzaken is niet veel te doen; wij moeten er ons bij neerleggen. Wan neer wij echter verder lezen„niet alleen van de vorst, maar ook van het wild hebben de wintergewassen in som mige streken veel te verduren gehad; inzonderheid was dit het geval ie Utrecht, waar konijnen en fas anten schade teweegbrachten, en in Zeeland, waar de wilde eenden groote vernie lingen hebben aangericht," dan komt onwillekeurig de vraag bij ons op, was daar nu niets aan te doen? En ook, wat wordt hier dezen zomer aan gedaan? Wij willen hier niet de jachtwet in haar geheelen omvang bijhalen, maar wij vragen, waarom is niet aan meer personen dan gewoonlijk vergunning verleend lot bet jagen op schadelijk' gedierte, waaronder toch ook kon$nen kunnen worden ondergebracht. En al kan de geleden schade niet meer woe den hersteld, zijn er dan geen maat regelen te nemen om verdere schade aan den komenden oogst te voor komen Ieder die op het platte land B ondervonden heeft, wat fa- santen en konijnen in tuinen en lande rijen kunnen vernietigen, weet dat me nigmaal de vrucht van veel arbeid door deze dieren kan worden vernield. De fasanten strijken neer op de velden en pikken soms enorm veel weg, en de konijnen vreten het jong, opkomend graan bij den wortel af, zoodat geen halm cn geen vrucht meer verschijnt. Moet dit dezen zomer nu maar kalm worden aangezien Nu in dit jaar. ter wijl alle maatregelen worden genomen om de bodem-productie te vermeer deren? Zouden van regeeringswege geen maatregelen kunnen worden ge nomen om den eigenaars van fasanten te verplichten een duchtige opruiming onder deze voor den akkerbouw scha delijke vogels te houdenvooral bjj fasanten is dit gemakkelijk. En ook bij konijnen en hazen zeer wel mogelijk. Waar tbans ons land wellicht een tijd van voedselschaarschte tegemoet gaat, zijn ongewone maatregelen ge wettigd. Wij gunnen fasanten, wilde eenden, konijnen en hazen gaarne hun eten, maar meer toch nog aan de menschen. M FEUILLETON. Het vierde gebod. „Gelderland," fluisterde hij, terwijl hij zijne stukken aan den gewaanden me dicijnmeester overgaf. „Overijsel!" was het even zachte antwoord, dat verge zeld ging van de aanbieding van eeni ge zegels. Beide mannen zagen vluchtig de documenten in, vergelekt namen toen de pen van den t< aan, die ze reeds gereed hield. De stukken werden geteekend, gewisseld en weer weggeborgen, de mannen gaven elkaar de hand en het verbond was geteekend, en dit zelfs onder de bescherming van den man tegen het gericht was. „Zijt ge tevreden fluisterde de too venaar Jasper zegepralend aanziende. Voor alle antwoord reikte deze hem de hand. De gezant van het Oversticbt maakte aanstalten on) weer te vertrekken gaf den goochelaar ,iog enkele perka menten over. Daarna nam hij afscheid en verwijderde zich in dezelfde richting vanwaar hij gekomen was. De toovcnaar zag hem een wijl en liet tevens zijne blikken in het ronde gaan om zich te overtuigen of zij be spied werden. Toen dit onderzoek hem bevredigend toescheen zeide hij „Heer Jasper, gij hebt thans het doel uwer zending bereikt. Keer terug naar Grave en doe den hertog kond schap van hetgeen gij gezien hebt." „En mijn tocht naar Friesland vroeg deze. „Moet ge uitstellen, zoo aanstonds zal de echte Wijnand van Arnhem hier in de legerplaats aankomen, wellicht is hij er reeds aangekomen, heiden is hier geen plaats." „Hoe weet ge dit alles?" vroeg Jasper verbaasd. De toovenaar glimlachte en zeide ,Ik ben immers een toovenaar „Maar zeg mij dan toch wat u aai de zaak van hertog Arnout bindt." Op deze vraag begonnen de oogen ui den toovenaar te schitteren. Hij richtte zicli in zijne volle lengte op en vroeg op gedempten toon, terwijl hij Jasper bij den arm greep Jonkman, weet ge wat de wraak is, men jaren heeft geleden? Als i half rienschenleven in een kerker heeft doorgebracht met wat vunzig sl tot leger en een harde broodkorst it spijs en drank, dan maakt de vrijheid gebruik om zich te wreken. Begrijpt ge dat Maar gij zijt nog jong, gij hebt nog niet veel van de wereld gezien. Later zullen u mijne woorden duidelijk worden* en zal ik u mijn gedrag ophelderen," Jasper zag den zonderlingen man met ontzetting aan, doch deze had weer zgne gewone kalmte hernomen en wenkte met de hand hem geene verdere vragen te doen. „Vertrek nu," zeide hij, en wilde lar buiten gaan, om het paard va Jasper gereed te houden. Aan den ii gang der tent hield hij nog even stand en sprak „Zeg aan de schoone Mach- teld, als gij haar ontmoet, dat gij mij gezien hebt en dat ik hier bigf om verder te zien wat er omgaatzoodra van belang geschiedt zal ik haar mijne boodschap op de afgespro ken plaats doen geworden." Nauwelijks had hij deze woorden gesproken of een hoofd vertoonde zich aan den ingang der tent en zeide spottend „Wees welkom, dubbele heer Wjj- nand van Arnhem. Ik breng i groeten van uw naamgenoot die even in de legerplaats aankwam, doch zonder den bekwamen schildknaap, die u zulk een heerlijken dienst bewees. Kijk en wie zie ik daar Een vreem deling, dat ziet er zeer verdacht jonker. Kent ge mij nog vervolgde spreker, de tent binnentredende; „her innert gij u nog hoe diezelfde vuisten zich om mijn nek samenklampten, wr ik u eenige woorden tot afscheid t riep, welke ge nog niet zult vergeten hebben. Nu zijt ge voor de tweedemaal in mijne macht en zult ge uwe ver metelheid met uw hoofd boeten." Terwijl hij nog lot Jasper sprak was de toovenaar, schijnbaar onverschillig, onzen ouden bekende Dirk Hackfort, de rooverhoofdman want deze was et genaderd. Toen hij zijne laatste morden van een lach vergezelde, voelde hij zich eensklaps aangegrepen, op den grond geworpen en een prop in den mond gewrongen. Di' koen stuk was het werk van den toovenaar, die Jasper wenkte hem te helpen, den rooverhoofdman te binden, met een strook van zijn eigen mantel, door den toovenaar met gTOote vaardigheid er af gescheurd. Weldra lag de spotter dan ook aan handen en voeten gebon- een hoek der tent, terwijl de toovenaar bovendien een dolk in zijne oogen liet glinstere.. en zeer bedaard, ar, naar Jasper hoorde, de stem zeide Eene enkele beweging en deze punt zal den weg naar uw hart zoeken. Eerst als wij in veiligheid zijn, moogt ge opstaan en doen wat ge wilt. Ik vind u later toch weer." Daarna stapte hij naar buiten, m wenkte Jasper te blijven. Weldra kwam hri terug, wentelde den gevangene om, zoodat hij op zijn buik kwam te liggen, opdat hij niet zou zien wat er gebeurde, en trok toen uit den borstzak van Jasper de bekende documenten, welke j hij bij zich stak. Daarop voerde hij den I «ezant naar buiten, paard en zeide „Ik zal zelf de papieren overbrengen, uwe baden zijn zij gevaarlijk. Die an komt niet alleen, daarom, heer Jasper, pas op, ge zult een gevaar lijken tocht hebben. Ga echter recht □aar Grave en tracht 's hertogs kasteel en. Is u dit onmogelijk dan beproef de bekende vier linden op den Velper weg te bereiken, gij kent ze niet waar Welnu, aan den voet 1 den grootsten boom zult ge onder weinig aarde een steen vinden en der dezen steen een bus. Daarin werp ik mijne boodschappen voor den tog, indien ik het beter oordeel in de stad te verschijnen. Onthoud dat en doe er uw voordeel mee. En nu ga, ik kan u niet vergezellen, ik moet voor hoogst gewichtige zaken hier blijven. Nogmaals, wees voorzichtig, tot weerziens." Jasper steeg op. drukte zijn raadsel- achtigen bondgenoot de hand en riep hem een tot weerziens toe, toen schel gefluit hunne ooren trof. „Voorwaarts I" riep de toovenaar tot Jasper en deze gaf daaraan gehoor, maar zag eerst nog hoe eene groote ruiterbende in vliegenden galop kwam aanzetten en hoe de toovenaar een sprong tusschen de tentenrijen dween. Daarna spoorde hij zijn ros ...jaan en begon een rid met zulk eene hem zijn duizelingwekkende snelheid, dat de Bourgondische soldaten hem verbaasd nastaarden, niet wetende wat er ge schiedde. Enkele minuten later hield de ruiter bende voor de tent, waarin Dirk Hack fort gebonden lag stil, een ruiter steeg af, liep de tent binnen en kwam en kele oogenblikken later weer terug, terwijl hij zijne mannen toeriep: „De vogel is gevlogen I Eene rijke beloo ning aan hem die hem vangt I" Die ruiter was de echte Wijnand van Arnhem. VU. Het optreden van Jasper van Kui lenburg als zelfstandig man had hem in de toestanden der maatschappij, waarin hij leefde, een blik doen wer pen, die hem met verbazing vervulde over de verschillende hartstochten, welke hg er ontmoet had. Hij wist dat de algemeene strooming zich tegen het door God gestelde gezag kantte, hf ■jj|j| dat er partgen bestonden, die zich deze strooming meester maakten om zich aan de banden te ontrukken, die hen in het bereiken van hun doei verhinderden, maar nooit had hij er zich eene voorstelling van gemaakt, hoezeer persoonlijke hartstochten in dit alles den boventoon voerden en dat het algemeen doel slechts als leus werd gebezigd om perzoonlhke doeleinden aa Wordt vervolgd, I I

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1917 | | pagina 1