Vellichten alle Bankzaken
Katholiek Niéuws-
en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden zestig
cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten.
Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen elke
week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aan
vang van een nieuw kwartaal.
Vrijdag 1 Juni 1917.
No. 18.
31st* Jaargang.
xdvertentiön Prijs per regel 12'/j ct., met bewijsnummer. Voor Incasso wordt
vi f cent per maaad-nota in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren.
AJvcrtentiCn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór elf uur ten Kantore van De Eembode
worden bezorgd. Mededeelingen, ingezonden stukken en advertentlBn te zenden aan de
Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort.
Bij Hit
behoort een bijblaadje.
J. B. SCHEUER
AMERSFOORT.
Langegracht 9 - Telefoon 254.
Administratie- en
Effectenkantoor.
Aankoop en verkoop van
Effecten, Verzilveren van
Coupons. Sluiten van pro
longatie.
Kantoor geopend van 9—3 uur.
Oi Koning dar richtbire schepping.
„De mensch komt en verdwijnt als
het dier, want hij is niets anders,"
beweren vele socialisten en alle stof-
vergoders en van hun standpunt heb
ben ze volkomen gelijk.
Behalve stof en stoffelijke kracht
immers bestaat er volgens hen niets,
geen geesten en geen God, En daarom
loochenen zij in den mensch het be
staan ccncr onsterfelijke, geestelijke
ziel, die in wezen en werking van het
lichaam verschilt. Zij zien in den mensch
niet anders dan stof en stoffelijke
krachten en stellen zich zoo gelijk aan
het rcdclooze dier. Ze mogen dat vrij
doen. Niemand zal hen daarom benijden.
Als echter de mensch niets meer is
dan liet dier. hoe dan te verklaren, dat
mensch en dier zoo geheel ei
schillen in kennen, begeeren en han
delen dat de mensch vatbaar is voor
ontwikkeling, het dier echter
anderlijk blijft staan op den zelfden
trap, waarop het stond vóór duizenden
jaren dat de mensch een verstande
lijke taal heeft, hel dier enkel gevoels
taal
De mensch kent en begeert niet
alleen stoffelijke, maar ook onstoffelijke
geestelijke goederen, die buiten het
bereik der zinnen vallen.
Hij begrijpt en onderscheidt lusschcn
oorzaak en gevolg, middel en doel,
waarheid en dwaling, deugd
deugd, plicht en recht, verleden, heden
en toekomst, tijd en eeuwigheid. Hij
klimt zelfs uil de zichtbare schepselen
op tot een onzichtbaren Schepper en
komt door die kennis tot hel bewust
zijn van godsdienstige cn zedelijke
plichten.
De mensch begeert waarheid
tenschap. recht en billijkheid,
aanzien, voorspoed cn geluk, en streeft
zelfs onweerstaanbaar naar
maakt geluk.
Aan die begeerte van dat alles wordt,
al i. het ook niet volkomen, toch if
zekere mate voldaan. En de bevredi
ging ervan schenkt geestelijke vreugde,
die hemelsbreed verschilt van het
nelijk genot, dat men gevoelt, als
voorbeeld honger of dorst gestild zijn,
of aan de begeerte om iets
te hooren voldaan is.
Het dier kent of begeert slechts
stoffelijke dingen, dingen, die door de
17
FEUILLETON.
Het vierde gebod.
O. wat wcnschte hij daarheen
vliegen om hertog Arnout te kunnen
zeggen wat hij gezien had en nog nv
wat hij vermoedde.
De rit ging buitengewoon snel
was voor Jasper hoogst pijnlijk, dewijl
zijne voeten onder den buik van In i
paard waren bijeen gebonden. Toch
klaagde hij niet. De geleiders cchttr
zagen na een onafgebroken rit
vier uren, dat de gevangene het
meer zou kunnen uithouden, en w
schuwden daarom den graaf.
Vincent liet halt h juden en afstijgen.
Hij beval de voeten van den gevan
gene te ontbinden cn hem verder tc
bewaken, zonder echter verder een
woord tot hem te richten.
De krijgers maakten van d'
bruik om voor hunne paarden tc zor
gen, en hen het zweet af te drogen,
dat de snelle loop lien had afgeperst,
terwijl ccnigen den knapzak te vor~
schijn haalden om een stuk brood
nuttigen. Jasper z.ag met bcgeerige
oogen naar het brood en een der
krijgers dit bemerkende, wierp Item een
stuk toe, onder de woorden
„Daar, cct, onze graaf zal toch niet
willen dat ge van honger sterft
Jasper wierp den spreker een dank-
worden waargenomen.
Het heeft geen verstand, geen begrip
m kwaad en goed, van schoon en
leehjk, eigendom en diefstal, recht en
plicht, doel en middel, God en zede
lijkheid.
De hond pakt een stuk vlecsch, waar
kan. Hij verslindt even gretig, wat
in een vuilnisbak vindl, als wat
hem op een schotel wordt voorgezel.
En hij slaapt even rustig op een mest
hoop, als op een donzen bed.
De kip scharrelt even goed in een
vollen graanhoop, als in een mesthoop.
Ze heeft geen begrip van middel en
doel, geen verstand.
Het dier tracht slechts aan zijn zin
begeerte te voldoen en vindt
daarin zijn volle verzadiging. En het
bekommert zich niet omtrent het mid
del waardoor en dc wijze waarop dat
streven wordt bevredigd.
De mensch is vatbaar voor
kcling. Hij vindt voortdurend
iddelcn ter instandhouding en
genaming van zijn leven, zooals dc
kookkunst, de bouw- en geneeskunde
getuigen. Hoe heeft hij zich niet ont
wikkeld in kunsten en wetenschappen,
wal niet tot stand gebracht op het
gebied van ontdekkingen en uilvindin-
Denken we slechts aan de toe
passingen van electriciteit bij machines,
telegraaf, telefoon en verlichting
Bii het dier is van dat alles niet
het geiingste te bespeuren.
Honden eu katten verslinden het
vleesch nog altijd zooals ze het krij
gen. Ze weten liet niet beter of sma
kelijker te bereiden. En als
maag bedorven hebben, eten ze gras,
gelijk bun voorouders.
De mensch vindt voortdurend nieu-
L- sloffen en wijzen, om zich tc kleedcn.
Het dier draagt steeds dezelfde be
dekking, welke het van de n
Dc mensch bouwt voortdurend betere
en prachtiger woningen. En het dier f
De spinnen weven nog 9teed.'
zelfde webben, de bijen bouwen nog
steeds dezelfde cellen cn de vogels
dezelfde nesten aL vroeger.
Het meest ontwikkelde dier, de aap,
beeft het nog niet zóó ver gebracht.
et eenvoudigste werktuig kan
maken of gebruiken, vuur weet te slaan
uit een steen, of ook maar de gemak
kelijkste rekensom kan oplossen. En
als men soms van dit of dat dier hoort
beweren, dat het tellen kan of dooi
kopbeweging op bepaalde vragen juist
weet te antwoorden, dan is dat niets
anders dan werktuigelijke africhting
zonder eenig begrip. Vraagt men iets
anders dan dat, waarop het afgericht
dan ontvangt men een verkeerd of
volstrekt geen antwoord. De mensch
kan, wat hij zelf kent, aan anderen
leeren. Als dus dat africhten
itandelijke werking was, dan moest
ook het dier zijn kunstjes aan andere
dieren kunnen leeren. Daarvan is
ter geen enkel voorbeeld bekend.
Een pasgeboren eend loopt naar het
water en zwemt als de beste, ook, al
door een hen uitgebroed.
n jonge kanarie begint na ceiitgcn
tijd te zingen juist als andere kanaries,
ook al heeft hij er nooit een gehoord.
Elk jaar cn op denzelfden tijd ver
laten de trekvogels ons land en keeren
op dcnzelfdcn tijd terug.
Hel jonge dier weet terstond zijn
voedsel tc vinden. Het kent zijn vijan-
en gebruikt de geschiktste midde-
om zich tegen hen te beschermen
te verdedigen. Het weet voortref
felijk zijn nest te bouwen en zijn jongen
groot te brengen.
Het dier is van den beginne, zonder
'oorafgaand onderricht of oefening,
volleerd in alles, wat zijn zelfbehoud
voortplanting betreft, maar zijn ken-
is gedoemd tot stilstand, omdat
het niet denkt en oordeelt, geen
stand heeft.
En in kennen én in begeeren en
ontwikkeling verschillen mensch en dier
dus reeds zóózeer, dat ieder onbevoor
oordeelde zal moeten toegeven, dat
de mensch meer is dan het dier.
Er is echter nog scherper tegenstelling.
De mensch is er zich helder van
bewust, dat hij geheel vrij, zonder uit-
r inwendigen dwang, iets kan willen
liet, dat h(j iels, wat hem aantrekt,
met volle vrijheid kan verlangen of
verwerpen, lusschcn twee begeerens-
waardigc zaken dc eene boven de
dere kan kiezen.
Als de mensch honger of dorst heeft,
kan hij spijs of drank gebruiken o'
;*1" van onthouden. Het dier kan
ten minste niet uit tich zelf. Het
gebeurt wel, dat een hond een stuk
vleesch of brood laat liggen, ofschoon
hij honger heeft. Hij doet dat echter
niet uit vrije keuze, maar uit vrees
voor het oog of den stok van zijn
meester. Zoodra hij niets meer te vree
zen heelt, grijpt hij toe. liit zich zelf
kan hij aan zijn eetlust niet weerstaan,
zonal» de mensch.
H t dier handelt onder dezelfde oi
standigheden altijd op dezelfde wij.
omdat het moet. krachtens zijn instinct,
den ingeschapen natuurdrang.
Wie denkt er aan den booswicht,
die een moord pleegt, gelijk te stellen
met den tijger, die een mensch
scheurt.' Toch zou die booswicht niet
schuldiger zijn dan de tijger, als hij
niet vrij was geweest in het al o(
plegen zijner misdaad.
Vandaar ook het groot verschil tus-
sehen dc spijt over een handeling,
waardoor iemand onvrijwillig een ander
kwaad heeft berokkend, en het berouw,
dc gewetenswroeging bij het geheel
irijwillig plegen eener misdaad.
Vandaar ook de ontoerekenbaarheid
krankzinnige, die een moord
begaat, en de verantwoordelijkheid
e;n moordenaar, die in het volle bezit
gebruik is van zijn geestvermogens.
kVas de mensch niet vrij, dan zou
den al zijn gedachten en begeerten cn
handelingen noodzakelijk moeten plaats
hebben, En dan zouden verdienste
schuld, deugd en ondeugd, loon
straf woorden zijn zonder beteekenis.
P. REIJS, S. J.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Het schijnt nu toch met de offen
sieve kracht der Italianen voorloopig
ip een einde te loopen. Dit is niet te
terwonderen.
De verdedigers verdienen bewonde
ring voor da wijze, waarop zij den stoot
hebben opgevangen.
Bij de Vodicc poogden de Italianen
later inet sterke strijdkrachten opnieuw
komen. Volgens het bericht
uil Weenen, bereikten dc Italianen
echter geen resultaten.
Precies geteld, maakten de Italianen
t nu toe 23,681 gevangenende
Oostenrijkers geven meer globaal een
aantal van 14,500 krijgsgevangen ge
maakte Italianen op. Dal is ook een
verschijnsel bij de nieuwste offensieven,
dat ook de aanvaller er door gevangen-
mg zooveel mannen bij inschiet.
En daar de rijen der aanvallers ook
door het verdedigingsvuur zoo gehavend
worden, vraagt men zich af of de luttele
terreinwinsten wel legrn die go
krachtsvermindering opwegen, In
opzichten is toch de winst, bij het
offensief behaald, gering.
Nu men dus langzamerhand een einde
ziet komen aan den slag op het Zuide
lijk oorlogslerrein, en ook in het Wes
ten de grootste inspanning lot het ver
leden behoort, komen teekenen wijzen
op meer actie op het Oostelijk front.
Het is geenszin» te verwachten, dat de
oorlog zich hier zal doen kennen, zoo
als hij dat in het jongste verleden in
het Westen en Zuiden gedaan heeft.
Het herstel van het Russische leger
is aan den gang. Maar zoover, dat de
Oostenrijk»ch-Hongaarsche legerleiding
haar troepen weder naar het Oosten
moet dirigeeren. is het nog laug niet
COMMANDITAIRE BANKVEREENIGING
H. L. A. DULLAERT Co.
AMERSFOORTLangegracht 30 Tel. 363.
SOESTVan Weedcstraat 206 - Telefoonnummer 6.
SCHERPENZEEL: Rijksstraatweg - Telefoonnummer 2.
theoretisch anarchisme op mijn
ouden dag tot de slotsom gekomen,
dat ik het geen dag zou hebben uitge
houden, als ik consequent had willen
zijn", moet nu Nleuwenhuis erkennen,
velen het hoofd op hol en hel hart
opstand gebracht te hebben.
Gemengde Berichten.
Binnenlandsche Berichten.
baren blik toe cn nam zijne gift
i een uur gewacht te hebben
vertoonde zich in de verte eer
De graaf zond hem een zijner
te gemoel om te zien wie het
bemerkte spoedig dat het Dirk Hack-
fort waszoodra deze den graaf zag
riep hij hem toe
„De gevangene heeft u bedrogen,
hij had een stuk perkament bij zich.
waarop hij iets heeft gekrabbeld."
„En gij hebt niets gevonden vroeg
Vincent streng aan een zijner mannen.
,Ni:ts, heer graaf," was het ar»-
.,Ncen," vervolgde Hackfort, „dat
kon ook nietwant een onderzoek
heeft mij geleerd, dal bij zijn perk,
ment bij de vier linden in den grond
heeft gegraven. De gewonde meende
tc wetdh dat Jasper dit zou doen."
„Ja," riep een der mannen„wij
hebben hem zien graven, zonder de
bedoeling daarvan te begrijpen."
„En gij hebt zeker de plaats onder
zocht?" vroeg Vincent.
„Ja," zeidc Hackfort, „maar te
geefs. Ik vond alleen een steen
eene holte, waarin een kistje of
deigclijks moet gestaan hebben, Men
heeft het gedurende onze korte afwe
zigheid komen halen."
„Vervloekt I" brulde de graaf, „de
knaap heeft ons bedrogen. „Vooruit I
Te paard I" vervolgde hij. „Te Ochten
Anarchlsmo.
De samenleving zeide de heer
Domela Nleuwenhuis is zoo gecom
pliceerd, dat voor een consequent anar
chist niets overbleef dan zich op te
hangen 11
Zoo lazen wij in een van de ver
slagen der op de Pinksterdagen ge
houden congressen van Viij-Socialis-
tisclie cn Anarchistische Verecnigingen.
Domela Nieuwenhuis sprak zoo met
betrekking tot de vraag, hoe anarchis-
tisclt-gezinde arbeiders zich moesten
houden ten opzichte van den aanmaak
munitie en oorlogsmateriaal Te
dien aanzien werden de meest tegen
strijdige wenschen geuitcr moest zoo
veel mogelijk materiaal worden aange
maakt (om Pruisen len onder te bren
gen of om eenmaal legen „dc onder
drukkers" te gebruiken) of zoo weinig
mogelijk (een soort sabotage du9).
Het is te hopen, dat de logica van
den heer Domela Nieuwenhuis geen
enkelen anarchist tot zelfmoordenaar
maken zal. „Ik ben na een licel leven
ekenen wij af."
En weldra holde de bende verder,
dankte Ja9per in zijn hait den goeden
God, die hein zoo zichtbaar beschermde,
int nu de hertog zou weten waar hij
is, zouden zijne banden weldra breken.
VIII.
Terwijl de Bourgondische hertog
met zijn leger tegen het O verstiet»
optrok, leefde mc„ te Grave op het
hertogelijk kasteel in angst en vrees.
Niet dat Arnout den ft >urgondiër
behoefde te vreezen. wat brtielt diens
plannen om Gelderland aan de Bour
gondische kroon tc heclucn. doch hij
begreep zeer goed dat zijn oproerige
onderdanen geene poging onbeproefd
zouden laten om lniu erfvijand tegen
hem op te stoken cn aldus slechts de
algeineene verwarring zouden vermeer
deren. Dc hertog had daarenboven
brieven ontvangen om te zorgen dat
het Bourgondische leger te Doesburg
schepen met mondbehoeften zou
den, waaraan hij, na het verbond
tengevolge had gehad, dat Fülp» hem
een dreigenden brief schreef. Aldu»
werd hij lusschcn twee vuren geplaatst,
om welke tc ontgaan hij tevergeefs
allerlei middelen bedacht, totdal I
ten laatste het opgaf en besloot m
overgeving aan Gods wil dc dingen
tc wachten die zouden komen.
Den heer D. H„ uit Zwolle, die de
Plnsterdagen bij zijne familie tc Slag
haren wilde doorbrengen, is onderweg
ongeluk overkomen. Op het bal-
van de Dedemsvaartsche stoom-
i woei zijn hoed af. Pogende den
hoed tc grijpen, sloeg hij van de tram,
met het gevolg, dat hij dood werd op
genomen,
Aan oorlögswinstbelasting is in de
eerste vier maanden dezes jaars binnen
gekomen f 10,889 000 aan verdedi-
gingsbelasting f 16.260.o00.
Een landbouwer keerde met zijn
21-j.nrigen zoon van de mnrkt te Steen
wijk huiswaarts. Nabij het Steenwijker
Pompstation sloeg het paard op hol,
met het treurig gevolg, dat vader
zoon van den wagen slingerden, w
bij eerstgenoemde een been op twee
plaatsen brak, terwijl laatstgenoemde
het hoofd doodelijk verwondde.
Men meldt, dat van de fraaie bos-
schen tusschen 's-Heerenberg en Zed-
dani 1,250 000 dennenboomen worden
omgehouwen.
Twee onder Amcrongcn en Leer-
sum gelegen bosschen, tellende onge
veer 35.000 denncboomen. zullen ver
dwijnen 15 Juni worden ze bij in
schrijving verkocht.
Er heeft zich het volgende toonecl
afgespeeld, op een in het Savoy-Hotel
te Londen gehouden banket. Lord
Beresford had het woord en midden
gerden ook hun borden tegen den
muur, zoodat de parketvloer in een
oogenblik met scherven bezaaid was.
Te Leerdam heeft zich een geval
t vergiftiging met doodelilken afloop
voorgedaan bij een kind nn het gebruik
van grieameel.
De regccring heeft aan van Staajr's
Baconfactorij te Assen opgedragen
400,000 K.G. varkensvleeach in te
zouten. Reeds 2000 varkens zijn ge
slacht deze week zullen er 5000 ge
slacht worden.
zijn bord. hield het in de hoogte en
toonde zijn toehoorders een Duitsch
fabrieksmerk op den achterkant van
het bord. „Ook dit Is Duitsch fabri
kaat", riep Beresford uit, „en daarvan
moet Ik nog wel eten". Tegelijkertijd
slingerde hij met kracht het bord tegen
den niuur, zoodat het in scherven vloog.
Alle pasten deden hetzelfde cn slin-
Onwtdar.
De bliksem sloeg in een boerderij
te Zenderen bij Almelo. De boerderij
stond in een oogenblik in vlammen en
brandde geheel af.
Tc Zuidwolde is een boerderij door
den bliksem getroffen en geheel afge
brand. Een kalf en een geit zijn mede
de vlammen omgekomen.
Bij Munen (N.-B.) sloeg de bliksem
een aibddctswoniiH;. Hel huis met
den inboedel ging in de vlammen op.
Ook boven Drente woedde een
hevig onweder. Een boerenschuur werd
getroffen en ging in vlammen op. De
bliksem sloeg in een paar boomen aan
den rijksweg een er van, een zware
eik, werd geheel aan splinters geslag'n.
Bil een landbouwer te Halveltcrberg
sloeg de bliksem in den koestal, be- i
schadigde deuren en drentpels, maar
stichtte geen brand. Te Zuidveen sloeg j
de bliksem in een hui» en wierp de
schilderen van den wand, zonder brand
of andere ongelukken te veroorzaken,
In een ander huis gingen de deuren
open.
Tijdens een onweersbui viel te
Heerdc een stuk ijs uit de lucht van
pl.m. 2 K.G. Wel regende het (link
toen de bui overtrok, doch hagel werd
overigens niet aangetroffen,
zijn redevoering greep hij plotseling Bij Meppel sloeg de bliksem in de
woning van den landbouwer Ramhorit
aan den Zomerdijk. De schoorsteen
werd van het dak geslagen, in de woon
kamer ontstond een begin van brand.
Een juist pas se erende fietsrijder werd
later bewusteloos op den weg gevon-
ded, maar kon na eenigen tijd weer
bijgebracht worden. Midden in de stad
werd een schoorsteen getroffen.
Zijn broeder, had meer vertrouwen
>p de toekomst.
„Geloof mij, Arnout," zeide hij „dat
dc Bourgondiër .hel land spoedig zal
verlaten, cn dan is het uwe beurt
op te treden."
„Helaas 1" sprak Arnout, „welke
droeve tijden voor een vorst van bet
schoonst': land van Europa. Mijl
.rouw eu mijn zoon hebben mij vt
»en en zoeken den Bourgondiër
zijne legerplaats op, mijne onderdanen
koesteren geen hongeren wensch dan
lijn ondergang.
„Na lijden kon» verblijden, zeidc
Willem troostend. „Daarenboven hel
ongeluk vervolgt u niet in alle zaken.
Is het verbond met het Oversticht niet
op bijna wonderdadige wijze tot stand
gekomen, en al weten wij niet juist
t er van den gezant is geworden.
„I)at betwijfel ik, Willem. Gij kent
den Bourgondiër niet als ge denkt, dat
hij ongewroken het land zal verlaten.
„Hij heeft maar ééne vrees,
zijn de Friezen, die nog voor niemand
den nek gexromd hebben, en daarom
zal hij zich zooveel vrienden mogelijk
trachten tc maken, om Iten bij gele
genheid ten onder tc kunnen brengen,"
„Geen nood." hernam Willem. „Dc
Fries is in zijn eigen land te sterk
en daarbij te koppig om zelfs na eene
nederlaag het hoold te bu'gcn.
Hij verliet de zaal juist op het
oogenblik. dat 'shertogs dochter daar
binnentrad, gevolgd door Machteld.
„Ha, mijn kind," zeide de hertog,
„komt ge ons gezelschap houden, dat
is goed, zoolang wij u hebben,
ik nog niet voor de toekomst."
Hier hield de hertog op, om het
oor tc leenen aan een korten stoot
met een hoorn gegeven.
„Daar nadert bezoek, mijne kinde
ren," zeide hij, „begeeft u naar uwe
vertrekken, ik zal u straks weer laten
roepen.
„Laat ons blijven, heer vader,"
smeekte Margaretha, getroffen door
den klagenden toon, waarop deze
laatste woorden geuit werden. Laat
mij uw steun zijn, indien het
mocht zijn dat het bezoek u r
rampen kom ineedeeten."
De hertog zag zijne dochter liefdevol
aan en met zijne hand over haar hoofd
strijkend, zeide hij
„Ik kan u niet» weigeren, vimster,
it u daar in dien hoek met Machteld.
Onmiddellijk daarna trad heer Willem
binnen en zeide dat een ruiter voor
de ophaalbrug stond, die verzocht
tc worden binnengelaten. „Ik ken den
man niet," voegde hij er bij, „doch hij
geeft voor van Deventer te komen en
u gewichtige mededeclingcn te moeten
doen."
„Laat hem komen. Willem," zeidc
i dc hertog „de zekerheid welke hij ons
wellicht geven zai, kan onze onrust
slechts doen bedaren.
Heer Willem verlrok cn keerde
spoedig daarna met een vreemdeling
terug, in wie wij terstond den toove-
naar herkennen. Met een zijdcling.chen
oogslag op de vrouwen, grocltc hij
den hertog diep en bleef daarna in
deemoedige houding voor hem Haan
om te wachten totdat deze zou ge-
lieven hem toe te spreken.
„Wie xijt gij?" vroeg de hertog. ,.en
vanwaar kon» gij?"
..Heer," antwoorde de vreemdeling.
lijn naam 1» u onbekend, en ik
smeek u. laat mij hent voor mij hou- i
den. Ik kom van Deventer, dat gisirren
door het leger van Ellips van Bour-
gondië is verlaten."
Bij de eerste woorden had de herteg
de wenkbrauwen gefronst, rloch bij de j
laatste mededeellng riep hij verrast:
„Hoal heeft de Bourgondiër Jasrhet
hoofd gestooten I Hebben de Deventer»
hem uit hunne stad kunnen w.eren'" i
„Noch het een, noch het ander. I
heer," antwoordde de onbekende. ..Er
is van weerszijden woedend geitredtn,
cn zeer zeker zouden de Deventer*
het onderspit hebben moeten delven, i
indien Filips op het laatste oogenblik j
geen genade had aangeboden, op ,le i
enkele voorwaarde, dat ri) liitscltop 1
David als hun heer zouden erkennen, i
Wordt vervolgd- ff