DE EEMBODE KATHOLIEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN KANTOOR LANGECRACHT 28, AMERSFOORT VRIJDAG 24 OCT. 1919 33* JAARGANG No. 60 buurrschaplb^?^^ïïan8 tussuncn dc spoorlijn en de Eem), vroeger een heerlijkheid. Hij vind er nog een kerkje, al mag het nauwelijks meer zoo hce- ten. Werkelijk heeft het •vroeger een kerkje gehad. Volgens den ge'eerden Amersfoortschen geschiedschrijver en geestelijke Michiel ab Isselt (wier voor ouders er gewoond hadden) werd het in 1580 op Kerstavond, tegelijk met de kerken van Baarn en Soest door de Hervormden in bezit genomen. »ln bet kerkje», zoo teekent Pijpers aan, »ziet men de overblijfselen der kerk- sieraaden nog op het vervallen outer staan en aan de wanden de twer wapenborden van het oude, adellijk huis der Sassen d' Isselt. Zoo men weet, is de oude heerlijk heid later aangekocht door de Protes- tantsche familie Van Dam, sinds Van Dam van Isselt genoemd, die thans in kapelletje haar familiegraf heeft, een hedendaagsche wandelkaart Amersfoort zegt«Door een hek. waarop »Capel« staat, komen wij bij een andere boerderij, tegen welke een klein kerkje schijnt te staan; in het kapelletje bevinden zich aan de wan den twee wapenborden van het oud adellijk huis der Sassen van Isselt uit 1729 en een paar rouwbordenx. Men kan dit kapelletje van den trein uit duidelijk zienvan Amersfoort in de richting Baarn stoomende, volgt het al heel spoedig rechts, zoodra men den straatweg bij 't Hotel Birkhoven ge passeerd is. Isselt was reeds in 1330 als ridder hofstad bekend en eigeodom van het geslacht Isselt. Het kerkje was toege wijd aan de H. Barbara. De heerlijk heid kwam in 1729 door erfenis aan Johannes Jacobus Sasss. Toenmaals stelde de ambachtsheer daar schout, schepenen, een secretaris en een 'leen- gnffier aan. «Behalve een glasblazerij vindt men in Isselt veertien huizen», heet het in 1770. Vervolgens komt onze lijpers bij Birkhoven, een oud, maar toen reeds verdwenen kasteel, doch ten tijde van onzen dichter was het her schapen in een «lusthof», toenmaals in het bezit van Gijsbert Jan Methorst. In deze omgeving had het bekende man nenklooster de Birkt gestaan. Weldra nadert hij Soest en bezingt hij elk landhuis dat hij passeertHof slot, Blijendaal, Soest, de Korenmolen, Middelwijk, waar blijkbaar een kunst minnend gezin op woonde, want Pij pers zingt Van 't konstenkweekend Middelwijk. Het heeit een heuveltje, vanwaar men op den Soestereng met zijn boek weitvelden een behoorlijk vergezicht geniet. Onze dichter raakt dan ook voor driekwart buiten zich zeiven vervoering, hij zingt o.a. ,,Zeën (d.i. zeeën) van boekweit v [uwe ooger Honig, in den neus gevlogen (II)... Alles ademt hier geneugt: Geen berg Idaas honigbeeken, Geen Hymet, geen Hyblaas streeken Worden hierbij vergeleken En de „honigby" ziet hij „achtkante huisjes breien". (Tegenwoordig zijn de cellen zeshoekig en hebben de bijen geen breinaalden meer I) Al dichtende en filosofeereode nadert onze poëet eindelijk het paleis Soestdijk. Het was toenmaals, n.l. tijdens d - Fransche ovtrheersohing, landseigen- dom verklaard en als herberg verpacht. In het Utrechtsche Dagblad van 12 Maart 1799 (dus een paar jaar te voren) vond ik de volgende advertentie „Marten Halewyn, Logementhouder in de Plaats royal alhier (d.i. Utrecht) adverteert, dal hij in huur heeft aange nomen het welgelegen lusthuis Zoest- dijk tot het houden van een logement, het verhuren van apartementcn, ge meubileerd en ongemeubileerd, zullen met primo May gereed zijn een ieder te ontvangen, die hem met een bezoek gelieven te favoriseeren". Bij het naderen van dit logement Soestdijk, dat de dichter zich nog een oogenblik als vorstelijk lustslot denkt, roept hij vermanend Boerenhutten, rietendaaken 1 Buigt u neder voor 't geoaaken Van het vorstlijk slot Soestdijk i (Ik zie die hutten en daken al huigen tot den grond toe, als volleerde hove lingen.) Maar als dan de dichter het „loge ment" voor zich ziet, in plaats var paleis, barst zijn Muze aldus uit: Rietendaken, buigt u niet, Nu gij 't slot verlaten ziet. Ydelheid der ydelhedenl Steen, of sterv'Iing hier beneden Nimmer op een krakend riet. TWEEDE BLAD. Katholiek vereenigd. (Ingezonden). «Jammer voor het Roomsch Katho liek geloof, dat het zich op elk afscheidt van de neutralen het zal zich niet blijvend kunnen stellen buiten de groote bewegingen der tijden», zoo schreef indertijd het neutrale tijdschrift «School en leven». Wij echter meenen, dat juist door volledige afscheiding van de neutralen op elk terrein, de R. K. Kerk haar beginsel het best en volle digst kan uitleven en eerbied zal af dwingen voor bare zedelijke en levens- bigde wereldbeschouwing. En waarom Het antwoord geeft de Heiland zelf wanneer Hij zegt, dal Zijne leer als een zuurdcesem moet doordringen geheel het leven. Werkelijk de leer van Christus is zóó veelzijdig en zoo diepgrijpend in geheel het leven, dat zij haar stempel drukt op alles en alles voor misvatting en overdrijving behoedt. Zelfs zaken die oppervlakkig be schouwd niet met den godsdienst schij nen in verband te slaan, worden in haar samengang en volle schoonheid beter begrepen en gewaardeerd en vaak geheel anders opgevat, wanneer daar over valt het volle licht der christelijke wereldbeschouwing. Daarentegen krijgt men gemakkelijk ook in de meest ge wone zaken excessen en tekorten, zoo dra zij worden losgemaakt van elk hooger beginsel. Om deze gedachte te illustreeren vinden wij een mooi voorbeeld in dc hedendaagsche sportbeweging. Er zijn er die zeggen Waarom stelt de R. K. Kerk zich niet tevreden met R. K. Vak beweging en wil zij zelfs R. K. hebben - voor de sportbonden der katholieken. Waarom die hekjeszetlerij waarom die afscheiding, die onnoodige versnippe ring van krachten, dat breken van den eenheidsband des volks, zelfs bij een doodgewone ontspanning f De oppervlakkige mensch ziet er het nut niet van in, integendeel I En toch de eigenlijke reden is niet ver te zoeken. Sla eens open uw cate chismus en lees de eerste les: «Waar toe zijn wij op aarde?» Ea het ant woord luidt: «Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor in den he mel te komen.» De mensch moet der halve als mensch met geheel zijn wezen met geest en lichaam zich geschikt maken voor den dienst Gods. «Gij zult den Heer uwen God liefhebben uit geheel uw hart, uit geheel uwe zielen uit al uwe krachten«, sprak de Heiland. Dót is het hoogste doel voor alles. Hoogste doel der sportbeweging mag derhalve, volgens onze opvatting, nooit zijn slechts op heidensche wijze een soort van Spartaansche krachtmenschen aan te kweeken, alsof heel de men- schelijke kracht slechts in spierkracht bestond en heel de menschclijk glorie in een kampioenschap op sportgebied. Neen, in orde en eenheid moet de mensch al zijne krachten ontwikkelen, teneinde volmaakter te kunnen uitvoe ren het levensplan door God voorge legd. Ook de sport kan daartoe dienen en wie haar van dat Christelijk stand punt uit beschouwt, zal zich zoowel voor overschatting als voor te weinig waardeering der sport behoeden. Gezonde, goed geregelde sport zal zoowel geestes- als lichaamskrachten ten goede komen, overdreven sport zal beide schaden. Te lange geestesinspan ning b.v. door studie of overweging schaadt het lichaam, te lange lichame lijke inspanning echter schaadt den geest. Op die gronden vragen wij im mers een niet te langen arbeidstijd en wel korter of langer naar gelang de zwaarte of eentonigheid van den arbeid. Maar die opvatting moeten wij ook toepassen op het sportleven en dan komen wij tot de gevolgtrekking: te overdreven, te eenzijdige beoefening der sport, z.g. sporlwoede schaadt den mensch in de evenwichtige ontwikke ling zijner gaven. Gel jk niet overdreven sport den geest staalt en verfrischt doordat zij behoedt voor verwekeling, voor verzinnelijking, voor loomheid en gebrek aan energie, voor teergevoeligheid en gebrek aan uithoudingsvermogen, zoo kan omge keerd overdreven sport leiden tot te groote lichaamsafmalting, en hierdoor tot verslapping en verstomping van den geest, tot vcrwaarloozing der meer noodige geestesontwikkeling. Wij zien daarom terecht in overdreven sportwoede een nadeel voor de ware ontwikkeling des menschen. Gelijk door gebrek aan arbeid en lichamelijke inspanning de geest zijn veerkracht verliest, zoo wordt eveneens door overdreven sport het evenwicht tusschen ziel cd lichaam in den mensch verbroken. Waar door handenarbeid reeds veel krachts- en spierinspanning gevorderd wordt, achten wij een daarbij te vermoeiende en afmattende sport- oefening eerder een beletsel dan een kracht voor 's menschen volledige ont wikkeling. Uit de hier gehouden beschouwing blijkt, dat de opvatting van het sport- wezen geheel anders wordt, wanneer men gelooft aan een hóógeren levens plicht des menschen tegenover zijn God en aan een meer noodzakelijke ontwik keling n.l. die des geestes, die van de kennis der eerste levensvragen. Omdat de Kerk nu hare levensop vatting van alle smetten vrij wil bewa ren en de niet christelijke levensop vatting zoo gemakkelijk de lichamelijke ontwikkeling overdrijft met verwaar- loozing van de ontwikkeling der nog noodzakelpke geestessport d.w.z. het godsdienstig gevoel en het godsdienstig plichtsbesef, daarom wenscht zij ook afscheiding van wereld- sche opvattingen inzake sport. Volgens onze overtuiging moetalles, ook de sport, ten slotte slechts dienen om het lichaam te maken tot een ge schikter werktuig, teneinde de ziel ter overwinning te voeren. Het lichaam is slechts een werktuig der ziel en moet daarom 't niet verwaar loosd ol onnoodig geschaad worden, maar op redelijke wijze worden gevoed gesterkt, verzorgd en geacht worden. Ook daarom moet men zich voor over dreven sportwoede bewaren. Godsdienst en Kerk. Een Nederlandsch Missionaris. Aan de moerassige kust van Suri name en in de woeste binnenlanden ging 45 jaren lang als een engel in menschengedaante rond hij, die onge twijfeld van de Nedeilandsche missie priesters der 19de eeuw de grootste, de edelste wasPater Petrus Donders, de Eerbiedwaardige Redemptorist dien de kerk weldra op de lijst der Zaligen zal plaatsen. 't «Heilige Peerke» van Tilburg, de schamele seminarieknecht van St. Mi- chielgestel, die op 22-jarigen leeftijd plaats nam in de eerste klas en zijn keuken- en huiswerk verrichtte als de aDderen gingen spelen, de arme blok ker, die ondanks zijn noesten vlijt altijd achteraan kwam op de ranglijst der vorderingen, is de heldenapostel ge worden der Surinaamsche Missie een der schitterendste figuren uit o vaderlandsche Kerkhistorie. En welk een heerlijk, opwekkend voorbeeld voor hen, wier jong, van zielenij' blakend hart bij wijlen wordt neerge drukt door de moeilijkheden der studie Want wie heeft in onze Missiën meei gewerkt voor God en de zielen, wie heeft meer goeds gewiocht op de wijdverspreide plantages, onder de woeste Caraïben-Indianen en wilderde Boschnegers? Wie in opoffering en heldhaftige liefde dien missionaris, die zijn laatste 30 levensjaren (18561887) doorbracht in «Batavia», de afschuwelijke melaat- schen-kolonie van het Gouvernement in die walgelijke hutten, vol wekkend lijden, als een troostende engel Gods met geloof en hoo liefde de pijnlijke wonden van zii lichaam balsemend Apostolaat der Onderwijzers. Mogen de gegevens omtren' missie uit de vaktijdschriften worden gebracht naarde Aardrijkskundeles op onze Roomsche scholen I Voor wie godsdienstonderwijs geeft i een missionaris-hart in zich voelt, kan elk onderdeel van het gewijde onderricht diennen om in de jonge zielen de overtuiging te doen door dringen en vast te ankeren, dat Katho liek-zijn beteekent missionaris-zijn, al is het niet met de daad, dan toch door gebed en gaven 1 Godsdienst. Godsdienstig zijn is voor den mensch het allernoodigste en de aller eerste plicht. Gij moet godsdienst hebben 1. Omdat gij een schepsel Gods zijt i dus geheel aan Hem behoort. 2. Omdat er buiten den dienst van God, geen waar geluk voor u denkbaar i, noch in dit leven, noch na dit leven. 3. Omdat God, uw Heer, het zoo wil. De mensch is niet voor deze wereld, ïaar de wereld is voor den mensch n de mensch is voor God. Dót is de goede orde. Sn wie van deze ordeaf- tige persoonlijkheid, of in genotzucht de wereld, dienen Want dienen moet de mensch en als hij den Allerhoogste niet dient, zal bij slaaf worden van het lage. Als de mensch God niet zoekt, be rokkent hij zich in dit leven meer leed dan hem al zijne vijanden kunnen aan doen. En wat brengt hem de toekomst, die aanbreekt, nadat de droom des levens voorbij is i Zeker, gij moogt, gij moet zelfs streven naar tijdeljjke welvaart. Maar deze aardsche roeping is niets meer dan de uiterlijke schaal van uw leven de eigenlijke kern be staat in de gezindheid, in de wijze, waarop gij u gedraagt met betrekking tot den wil van God, uw oppersten Heer en Gebieder. Op den jongsten dag zal niet worde gevraagd, hoe ge u hebt afgesloofd als geleerde, ambtenaar of koopmon, in overvloed of gebrek, met of zonder voordeel'maar wel, of gij met moed en vastberadenheid ge tracht hebt Gods wil te volbrengen, of gij u hebt weten te bewaren voor zonde, of gij naar vermogen gezorgd hebt voor het zieleheil van hen, die de Voorzie- igheid onder uwe hoede gesteld heeft. En al naar gelang de uitspraak der waarheid zijn zal, zult gij uwen weg gaan, hierheen of daarheen... Voor eeuwig I Zooals men leeft, zoo sterft en zoo als men sterft, zoo blijft men. Retraiten in het St. Alfonsuehuis te Amersfoort. 15—18 Nov. Mannen en jongelingen vergoeding f5. 2225 Nov. Vrouwen en meisjes, vergoediog f5. 2730 Nov. Vrouwen en meisjes uit Montfoort, vergoeding f5. 6—9 Dec. Landbouwers uit Over- ijsel, vergoeding f5. 13—16 Dec. Heeren Middenstand, vergoeding f7.50. 18—21 Dec. Ongeh. dames midden stand, verg. f7.50. 23—26 Dec. Mannen en jongelingen, vergoeding f5. 27—30 Dec. Mannen en jongelingen uit Montfoort en omstreken, verg. f5. 3—6 Jan. St. Jozefs-Ambachtsleer lingen uit Utrecht. 1316 Jan. R. K. Boerenbond uit Friesland, vergoeding f7.50. 17—20 Jan. Mannen en jongelingen uit Wijk bij Duurstede. Epistel en Evangelie TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. LES uit den brief van den H. apostel Paulus aan Ephesiërs; V, 1521. Broeders I Ziet toe, hoe gij met voor zichtigheid wandelt, niet als onver- verstandigen, maar als wijzen, den tijd uitkoopend, omdat de dagen boos zijn. Daarom wordt niet onbedachtzaam, maar verstaat wat de wil Gods is. En wordt niet dronken van wijn, waarin wulpsch- heid is, maar wordt vervuld met den Heiligen Geest, elkander toesprekend met psalmen en lofzangen en geeste lijke liederen, den Heer zingend en ver heerlijkend in uwe harten, God en den Vader altijd voor alles dankend in den naam onzes Heeren Jezus Christus. Zijt elkander onderdanig in de vreeze Christus. EVANGELIE volgens dea H. Johannes; IV,4653. In dien tijd was er zeker koninklijk hofbeambte wiens zoon te Kaphar- naüm ziek lag. Toen deze vernomen had, dat Jezus uit Judea in Galilea ge komen was, ging hij tot Hem en ver zocht Hem, dat Hij zoude afkomen en zijnen zoon genezenwant deze begon te sterven. Jezus sprak dan tot hem Zoo gijlieden geene teekenen en won deren ziet, gelooft gij niet. De hofbe ambte zeide tot HemHeer I kom af eer mijn zoon sterft I Jezus zeide hem Ga, uw zoo leeft. De man geloofde het woord, dat Jezus hem toesprak en ging heen. Toen hij nu aftrok, kwamen hem reeds zijne dienaars te gemoet en boodschapten hem, zeggende, dat zijn zoon leefde. Hij vroeg hen dan naar het uur, waarop hij hersteld was. En zij zeiden tot hemGisteren, op het zevende uur, heefl de koorts hem ver laten. De vader erkende dan, dat dit het uur was, waarop Jezus lot hem ge zegd had: Uw zoon leeft. En hij ge loofde, hij en geheel zijn huisgezin. „Eemlands Cempt". Landgedicht van Pieter Pijpers door T. PLUIM. IV. Daarna bereikt onze dichter de Altoos zal onze aardbol draaijen, Altoos zal onze aardbol draaijen Ninevél gy zyt vergaan; Babylon I gy zyt verzonken Troje 1 gij vergingt in vonken Sion is in bloed verdronken Zou Zoestdijk dan blijven staan Wordt vervolgd. Buitenland De Volken die Rusland bewonen ,n aan den vooravond van een iwe crisis. De militaire macht van de Radenregeering is aan het wankelen. Nadat Koltsjak te Omsk een West- Siberische regeering had gevestigd eo over den Oeral trekkend een groot dee van Lenin's legermacht in het Oosten van Europeesch Rusland tot zich ge trokken had. vermocht Demkin zich met zijn Don-kozakken op de Oekrajine te werpen en deze van de Bolsjewistische heerschappij te bevrijden. Vrij onverwacht kwam toen de aan val op Riga. De Grallieerden. die de Duitsche Regeering dit voorjaar nog gesommeerd hadden haar troepenmacht ten Oosten van de Pruisische grens, dus in de Oostzeestaten, te handhaven, hadden klaarblijkelijk bericht gekregen dat de hulp van de Duitsche troepen niet meer noodzakelijk was. De Al- Russische bevelhebbers hadden een voldoend aantal soldaten bijeengebracht. Een deel der Duitsche troepen is in derdaad teruggekeerd, een ander deel heeft zich aangesloten bij het leger van de West-Russische regeering, dat den bewakingsdienst in de Oostzee-provin- van de Duitsche bevelhebbers over- en over de Letten en Littauen heen naar Petrograd wilde marcheeren, lar er tot dusverre niet in geslaagd de Dwina over te trekken. Tegelijk begon Joedenitsj, die Reval enNarwa tot basis heeft, zijn opmarsch naar Petrograd en deze is zoo onstuimig geweest en zoo krachtig door de Brit- sche vloot ondersteund de sterke vesting Kroonstad werd door de En- gelschen veroverd dat de val van Petrograd onvermijdelijk werd. De vroegere Russische hoofdstad is door Joedenitsj bereikt en veroverd. Nu ook Moskou bedreigd wordt zullen de ratten weldra het zinkende schip verlaten, hetgeen zeggen wil, dat Lenin's aanhang van getrouwen onder den op hem uitgeoefenden druk moet verzwakken. Dan zal hij, evenals Bela Kun, een goed heenkomen moeten zoeken om den kogel of den strop te ontloopen, want dat Joedenitsj, Deoi- kin en Koltsjak een groot aantal strop pen en galgen medebrengen, niemand die daaraan twijfelen kan. Men kan er staat op maken dat Rusland in een nieuwe fase treedt en niet de in burgerbloed gedrenkte roode vaan maar de kozakkenknoet het embleem van den nieuwen staat zal zijn. En ook deze knoet zal bloed proeven. Het is niet onmogelijk dat de talrijke legerbevelhebbers, onderling aan het vechten gaan, het is evenwel zeer waarschijnlijk dat zij zich zullen vereenigen in het streven dat zij ge meen hebben, en dat zij de monarchie zullen willen herstellen. Elke voorspelling is gevaarlijk, doch het ziet er naar uit, dat de revolution- naire springvloed die in Rusland zijn oorsprong nam en over Boedapest naar Munchen golfde, weldra naar het Oosten wegebben zal. De Munchener Bolsje wisten zijn terechtgesteld, die te Boe dapest zijn verdreven, vermoedelijk zal bet in Rusland evenzoo gaan. Dit zal niet geschieden zonder bloed vergieten, zonder veel nieuwe ellende en nood. De Russen zijn nog niet aan het einde van hun lijdensweg gekomen. Een nieuw tijdperk van rampen dreigt aan te breken. Maar als de Bolsjewiki verdreven zijn zal West- Europa de grenzen voor Rusland weder om open stellen. Het internationale handelsverkeer kan herleven en daar mede kan ook voor Rusland de nor male toestand terugkeeren, waardoor het volk de gelegenheid krijgt zich uit de armoede en ellende op te heffen en tot nieuwe welvaart op te werken. De nood te Weenen neemt ont zettende afmetingen aan. De wereld staat hier voor een afschuwelijk too- neel en is klaarblijkelijk niet bij machte voldoende hulp te geven. De bevol king van de Oostenrijksche hoofdstad dreigt van koude en honger om te komen. Vele zieken en zwakken zijn hun sterkere stadgenooten reeds in het graf voorgegaan. Oostenrijk moet door andere volken op de been geholpen worden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1919 | | pagina 5