I
Amsterdamsche Bank
K. Spaarbank Amersfoort
Bel dan op No 42
OE EEMBODE
R. K. Nieuwsblad voor Amersfoort
en Omstreken'
Dinsdag 14 Juli 1925 No. 30
Negen en Dertigste Jaargang
ABONNEMBNTEN Kunnen elke week in gaan, doch oplegging van
abonnement moei geschieden voor der. aanvang van een nieuw kwartaal.
Prji per d-le maanden 11.00. Bulten dc gemeente Amersfoort 11.10.
Alxonderllke nummers 10 ct.
KANTOOR: LANOEORACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314
DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAQ- EN VRIJDAQMIDDAQ
ad VBHTBNTIÖN 23 cent per regel. Blll<ke tarieven voor handel en
njverbeld b| geregeld adverteeren. Advertent!Sn moeten Dinsdag
en Vr|dag vóór a uur worden bexorgd. Een bepaalde pUats kan
niet worden gegarandeerd.
'tl? een zegen, wanneer in dezelfde
groep voorzichtige leden zitleh naast
ondernemende, want elke machine heeft
zoo goed een rem noodig als een motor.
Wat er op aankomt, is enkel dat wij
elkaar leeren verdragen niet alleen,
vooral vertrouwen, en dan ook niemand
slechte beweegredenen toeschrijven, om
dat hij krachtees zijn temperament of
positie een zaak iets donkerder of iets
ichterin ziet dan wij.
naastenliefde.
Heeft Christus de naastenliefde op
aarde gebracht
Neen. Hij heeft ze veredeld, vervol
makend wat reeds bestond.
Immers de Mozaïsche wet bevatte
reeds naastenliefde-voorschriften.
Doch ook Mor.es heeft de naasten
liefde niet op de aarde gebracht, want
reeds vóór den grooten wetgever van
het Joodsche volk lezen we dat de man
Job van zich-zeiven kon zeggen
»Ik was een helper voor de armen
voor hem die klaagde en voor den
wees die geen beschermer meer had.«
Nu nog een weinig geduld. Nogeenstap
en daar staan wij 6 ecuwen vóór Mozes;
we komen warempel in »Babel und
Blbel« en vinden in de oudste rechts
oorkonde in bet wetboek van den
üabilonirchen Koning Hammurabi,
2200 jaren voor Christusde naasten-
lii fde. Hammourabi zegt zelf, dat het
doel van zijn wet is, dat de sterken de
zwakken niet schaden en dat de wedu
wen en weezen veilig zijn.
Zoo naderen wij eiodelijk de wieg
van het menschelijkgeslacht, het paradijs.
Verder kunnen wij niet, maar verder
hoeven wij ook niet, want daar in het
paradijs vinden wij eindelijk de wor
telen der naastenliefde.
En welke zijn die wortelen
Dat 2ijn drie waarheden, door God
neergelegd,
le Waarheid. Van een enkel mer.-
schenpaar liet God het geheele mer.-
schelijk geslacht afstammen, 't is dus
maar éé.i familie alle meoschen zijn
werkelijk naasten van elkaarbroeders
en zusters, ziedaar.
2e Waarheid. De meoschis niet alleen
een beeld Gods zooals dc andere schep
selen, maar hij is een voortri ffelljk.
juist gelijkend, edel beeld Gods. Eer
en bemin ik dus den menscfa, dan eer
en bemin ik God in het beeld van God.
3e Waarheid. Dat beeld van God
in den mensch, dus in mij zeiven, zal
Dimmer te niet gaan en ik kan dat
beeld in mij zelf volmaken door wei
daden te bewijzen aan mijne medemen
schen, en hoe meer ik ie mij zeiven
dat beeld volmaakt heb, des te grooter
overmaat van glorie en vreugd zal mij
toegemeten werden in de eeuwigheid.
Toen God deze drie waarheden in
de ziel der eerste menschen plantte,
plantte hij er tevens de naastenliefde,
de edele, heerlijk werkzame, alle men
schen omvattende naastenliefde. Zijne
genade hoefde er slechts vruchtbaar
makend bij te komen, en opwassen
moest de boom, opwassen eu worden,
wat wij gezien hebben, dat hij gewor-
Hier volgt onmiddelijk uit dat waar
die waarheden ontbreken, dc naasten
liefde kwijnen moet er? zelfs sterven
neem de wortels weg, hoe zal de boom
in leven blijven
Nu is er in deu iaatsten tijd eeri
spikplinlernieuwe deugd opgekomen die
wonderen belooft te doen van teedere
menichenminhumaniteit oi philan-
tropbie genoemd.
Dtt is een deugd geheel buiten
Onzen Lieven Heer om en dus nog
veel meer buiten de waarheden om,
waaaruit ik zoo pas beweerde dat alle
naastenliefde moest opschieten.
Zij loochenen dus de eerste wsarheid.
Och, een God is er niet en dus
draagt de mensch ook geen beeld van
God in zijn ziel.
En wat de eeuwigheid van loon of
straf betreft, dergelijke histories kunnen
op zijn hoogst nog dienen om door
grootmoeders en kleine kinderen te wor
den verteld als ze niet arders
houden.
Daar liggen -nu de drie waarheden,
de wortelen der naastenliefde.
En toch die lieden hebben i
:re menschenliefde, zij zijn bij zekere
gelegenheden goedgeefsch en hun hart
Ziedaar naastenliefde zonder de drie
waarheden I
Dccb laat ons die hooggeroemde
menschenliefde eens wat nader bekijken,
Vooreerst, ik wil volstrekt niet be
uren dat een ongeloovige, iemand
dus, die de drie genoemde waarheden
niet aanneemt, noodzakelijk
menschelijk gevoel ontbloot
mijn bewering is dezedat meegevoel
is niet die grootc, breede naastenliefde,
aarvan wij spreken.
Het is niet die naastenliefde, die wij
eeuwen door zagen groeien, bloeien
i vruchten dragen, ondanks de
iglijkste moeilijkheden.
Laten wij die vrijgevigheid, die i
menschenliefde, dat meegevoel zo
godsdienst of God niet te hoog
Plaats de orgeloovigen eens ii
omstandigheden der Kalhdieken, laai
ns werken met hunne middelen,
e van de opbrengst dier middcleD
de duizenden aftrekken die dr
Katholieken met graagte rfferen
keikcn cn scholen, miss ëi, stichtingen
allerlei aard, en Iaat ze dan eens
hoeveel ze te kort zouden komen,
laat staan dat er iets zou kunnen
schieten b.v. voor het gezegende werk
der St. Vincentiusvereeniging.
t zou werkelijk interessant zijn
na te gaan, hoeveel uitgaven eeD
Katholiek, een Christen te doen heefl
>r onderwijs, opvoeding, godsdicnsl
honderd andere zaken, uitgaven die
too goed als niet kennen. Dan zcu
blijken, hoe goedkoop hun die zekere
mildhe'd, waarvan zij zoo. hoog opge
ven, uitkomt en dat de uitzonde
ringen niet te na gesproken, want die
bevestigen den regel, hun philan-
trophie niets heeft van de breedheid,
de onuitputtelijke diepte, de ijzertaaie
vindingrijke volharding, die ten allen
tijde het kenmerk geweest is der
Christelijke Charitas.
Eq dat kan ook niet anders.
Binnenland
Mgr. H. van de Wetering
Zaterdag was het dertig jaren geleden,
dat Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering
door Z. H. Paus Leo XIII werd be
noemd tot Aartsbisschop van Utrecht.
Mgr. Schaepman.
Ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van hel Maandschrift: Nid
Kalb. Stemmen, waarvan h.j een der
hoofdredacteuren is, is Mgr. Dr. A. M.
Schaepman, Proost van het Metro
polilaan Kapittel en president van hei
groot-seminarie Rfjserburg door Z. H.
den Paus benoemd tot Protonotarius
Apostolicus.
Waarom zooveel werk voor de jeugd?
Iedere partij, iedere groep menschen
et een bepaalde levensbeschouwing
ziet het groote belang in dat er ge
legen is in het wiunen en opvoeden
van de jeugd. In het nastreven van eeD
betere toekomst, zoobIs ieder dat op
:ijn manier denkt en zich voorstelt, heelt
nen zijn hoop gesteld vooral op de
jeugdige personen, die de volwassenen
der toekomst zijn.
En dan tracht men de jeugdige per
sonen beginselen te leeren, waarop tij
in de toekomst kunnen bouwen, en
oefent ben in steikte van wil, kortom
geest en hart worden gevormd om roo
flinke burgeis voor later te kweeken.
De gevaren ook leert men hen kennen,
om deze met meer succes te boven te
komen.
Daarom is zooveel weik voor de
jeugd gerechtvaardigd en billijk en be
grijpelijk. Maar dan is het ook onbe
grijpelijk, dal men de jeugd tot 16, 18
jaar niet altoos alcoholvrij opvoedt,
ofschoon alcohol toch dc groote vijand
is van geest en gemoed, het gevaar
lijke struikelblok ook'voor menigeen in
het latere leven. Door hen te leeren
zich iets te ontzeggen, wat bovendien
het vormingswerk zoo in den weg staal,
wordt de wil geoefend en bestand tegen
de verleiding van het kwaad, tegen de
genotzucht ook, welke zooveel slacht
effers maakt niet het minst onder de
aankomende jeugd.
Fransch op de lagere school.
Gezien den uitslag van dc Kamer-
veikiezing, waai bij de naiiijeo, die in
de Tweede Kamer het Fransche voor
stel van tmj. Westerman verdedigden.
5 stemmen verloreD, en de partijen, die
het voorstel bestreden, 5 stemmen wor-
ncn, kan hoop en redding, door ecnige
nieuwe poging van Regeering of Kamer,
niet groot zijn.
Wij mogen daarom niet treuren
WaDt de goede opleiding van de ove^
groote meerderheid der kinderen, die
de volksschool bezoeken, mag toch
worden 'opgeofferd noch aan het belang
van de weinigen, die verder kunnen
studeeren, noch aan het snobisme van
sommige ouders, die ten onrechte
meencD, dat een mondje Franscb
cirque staat.
Niets dau Nederlandsch in de eerste
zes leerjaren van de lagere school is
'n gezonde »democratische« eisch.
De Internuntius.
De Pauselijke Internuntius bij
PIANO'S
Vakkundig advies wordt zonder eenige verplichting gaarne verstrekt
S. DUYKER, Diploma Toonkunst
HAVIK 29 Magazijn boven AMERSFOORT
onder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond
De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden
worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw
BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT
des ZONDAGS van 12 tot 1 uurWOENSDAGAVONDS van 7
tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur
Dadelijk ingaande rente 3°/io pCt.
Spaarbusjes gratis verkrijgbaar.
te Amersfoort Kortegracht 16
Kapitaal f55.000.000 Reserve f43.000.000
Alle Bank-, Kassiers- en Effectenzaken, Deposito's
Verhuring van SAFE-LOKETTEN
ORGELS
HUURKOOP
STEMMEN
REPAREEREN
INRUILEN
Hof, Mgr. L. Sctvoppa, bracht een be
zoek aan Z. D. H. den Aartsbisschop
Utrecht.
Kamer van Koophandel de Geldertche
Vallei.
Aan het einde des jaars treden ren
aantal leden der Kamer van Koop
handel af.
Voor de afdeeling Grootbedrijf zijn
dat C. C. Callenbach te Nijkeik J. van
Scbuppen Hzn. te Veenendaal en S.
van Voilenhoven te Amersfoortallen
herkiesbaar.
Voor de afdeeling Kleinbedrijfmr
van der Deure te Bennckom (Ede)
B. Kramer te Amersfoort en M. H. var
Schuppen te Veenendaal.
De Kamer zal den datum vaststellen,
waarop de candidaatstelling zal plaats
hebben. Indien meer candidaten worden
gesteld dan er plaatsen te vervullen
lijn (3 voor elke afdeeling), dan heeft
:en stemming plaats op een nader te
bepalen datum, binnen 30 dagen na de
verkiezing (candidaatstelling), door het
Hoofdbureau vast te stellen.
Op l Juli zijn de kiezerslijsten op
gemaakt.
Amersfoort
Hedenavond ball-acht recollectie
oud-rctraitanten en leden
retrailepenningvereenigingen in
parochiekerk van den H. Franciscus
Xaverius aan het Zand.
Ter herinnering aan wijlen freule de
Bosch Kemper, een stadgenoote, die
zeer velen weldoende met raad en daad
hielp, werd Zaterdag een monumentale
Hebt U een
Taxi of auto noodig
Amersfoort,
bank onthuld aan den Utrechtschen weg
bij Rustoord, Burgemeester van Rand-
wijck en Dr. Miedema voerden daarbij
bet woord.
Comité tot waarschuwing tegen
eenzijdige ontwapening.
Te dezer stede hebben in bovenge
noemd Comité zitting genomen S. B.
Boas, J. W. Jorissen. Dr. B. Keulen,
H. Kroes. B. C. Mante, J. H. v. d.
Meiden, Mr. Joh. H. Scheurer, Mr. L.
Stadig, Ds. Visser en Majoor W. H.
E. Vrijdag.
Nu de ontwapeniogsleuze in de kort
achter ons liggende verkiezingsperiode
het centrum der publieke belang
stelling heeft gestaan, acht het comité
het niet noodig in den breede zijn doel
:er te schrijven.
De propaganda van het comité zal
voornamelijk bestaan uit het doen
houden van lezingen, het verspreiden
in lectuur enz.
Allen, die sympathiseeren met het
doel van het comité en dit met een
bijdrage willen steunen, worden beleefd
verzocht deze te zenden aanB, C.
Mante, secretaris-penningmeester, Lan-
gestraat 80.
SINTE ALENA.
Koning Levolds mannen lagen op
de muren van Dilbeek; zij sloegen
bezorgde en zoekende oogen op de
groene heuvelen en de delling, waar
boven liet geboomte eene liuive uit
spande. Levolds Heeren zaten op de
zaal, het hoofd neêrslachtig gebogen
geen raad was meer in hen, geen moed.
En Vrouwe Hildegardis was bedrukt
in den zelel gezegen, zij had hel kost
bare tapeet, dat zij met goud doorstikte,
van zicli geworpen; in misbaar wrong
de Vrouwe zich de handen, want Le-
vold, de Brnbantsclic Landskoning, was
met zijne Genooten te velde getogen en
kwam niet met hen weder. De Heeren
wierpen de schuld op Theutates
dc gedrochten der veldenwant zi
waren Heidenen, zoo als Koning Levolc
en al zijn hof.
Maar 's Landshceren dochter, Alcna,
stond aan 't hooge venster en zag be
droefd over het veld, waar de avond
nevel reeds begon op te gaan. „Daar
zie ik hem komen!" riep ze plotseling,
en hare stem, die de drukkende stilte
der zaal brak, deed allen, van moede
loosheid, tot wilde blijdschap
slaan.
Heer Lóvold, de fiere krijger, kwam
op zijn snuivend strijdros van de heuve
len neêr; 's Koning rijke haren vloden
op den wind en maar twee mannen van
wapen kwamen met hem. De Heeren
waren te paard gesprongen cn reden
hem tegen. „Zijl welkom, gij Heeren I"
sprak Levold, met een bitteren lach.
Maar de oude krijgers drongen rond
hem bij-een en deden duizend vragen,
duizend betuigingen. De Koning sprong
van paard; op de zaal wierp hij
speer an helm van zich en zat bij den
haardj; de honden kwamen bij hem
liggen, en de knechten wierpen herten
en evers naast het vuur. Levolds ge
noten waren vrolijk en lachten, maar
de Landsheer dwaalde in gepeins.
Vrouwe Hildegardis eu fleer Levolds
dochter, Alena, waren hem komen
groeten; zij spraken van den kommer
dien zij om zijnentwille uitstonden
maar de Koning lachte deswege on
verschillig. hij zat met de Heeren ter
tafel en at van hunne jacht.
Daar sprak de blinde Hertog Omond,
'sJKoningsJ machtigste'vnsal „Nu zeg
ons, Heer! hoe gij liet gezelschap uwer
Genooten ontgaan zijt, en waar gijblceft
terwijl wij li zochten langs het veld."
„Ik wil het u niet ontzeggen,"
antwoordde de Landsheer, „want voor
waar, mij zijn vreemde zaken over
komen, sinds ik met u ter jacht reed.
Ik ben van de schare verdoold in 't
wilde woud en reed tot daar de Senne
stroomt; in de holle delling, daar het
woud 't dikst is, vernam ik jachtgeruclit
en toog derwaartsen ik oud er eene
schaar vreemd wapenvolk dat daar lag.
Driftig toog ik het zwaard en riep
Wie zijt gij, heeren! vrienden of vij
anden komt gij ten goede of wilt gij
kwaad? Heer! antwoordde mij de
voorste dier schaar: ik ben Christen.
„En 'k zeg u in trouwe," ging Le
vold voort, „mijn hart ontstelde van
verbazing en schroom bij die. woorden."
„Wat hart zou bij dat woord niet
ontstellen," spraken 's Konings genoo
ten, gij hebt de Christenen vervolgd,
zoo lang gij leelt, en hun goed onder
uwe vrienden verdeeld."
Maar* Levold ging verder: „Hoer
Koning, sprak die onbekende tot mij,
ik weet dat gij ons haat: waarom
ik weet liet niet. En deshalve, edele
man! kom tot mijn huis; ik bied
hulde en trouw als mijnen gerechten
Heere, want dat zijt gij, al heb ik uwe
gramschap moeten ontvlieden omdat
ik Christen benik zal u eer aandoen
volging verdient. Gij zult smaken, hoop
ik, hoe zoet onze Heer is en hoe ge
lukkig ze zijn die Hem dienen in blijd
schap en vrede. ik hoorde 's mans
woorden en voelde mijne gramschap
zinken; na kort beraad was ik tevreden
en beu hem gevolgd.
„!n het donkere Foreest, daar de
Senne stroomt, heeft hij eene zaal ge
bouwd met hooge muren; het water,
de moerassen en de duistere dicht
heid des wouds hebben hen tot lieden
bewaard voor den oploop mijner knech
ten 'k werd met eer door hem geher
bergd. Nu, bij de zaal was eene kapel
gebouwd, e'u toen de morgen kwam
leidde hij mij derwaarts, opdat ik de
godsdienst der Christenen
mij was door henreezegd,
een schroom voor net heidendom in
mij zou nederkomen."
„Heer! zaagt gij de godsdienst der
Christenen? spraken vrouwe Hilde-
gaard en Alena nieuwsgierig, och, zeg
ons die!"
„'k Zal het om uwentwille doen,"
antwoordde Levold. ,,'k Heb daar ge
hoord den zang der chorcn, 'k zag aan
het altaar den priester staan met op
en als men aan God in den Hemel het I gelieven handen, hij offerde brood
heilige Sacrificie opdraagf, zie dai\, oi wijnonder het portaal stond ik en
mijne godsdienst uwen haat en ver-1 rond mij knielden mannen, in 't wit
gekleed, met het aanschijn tot de aarde
gebogenmaar toen de priester het
óffer ten Hemel hief, toen blies de geest
onzer goden mij in 't hart: mijne tan
den sloten zich van grim, en 'k liet
de vuist op de zwaardgreep vallen,
onr aan 't altaar den priester te ver
slaan. Maar 't was of een machtiger
hand mij in banden dwong: 'k had
geen sterkte meer, geen moed."
,,'t Was wonder," spraken de
oude krijgers, elkaér schuchter aan
ziende, „Theutates ontzegt ons zijne
huip, om der Christenen wil."
„Ik haal de Christenen, zoo fel
als ooit voor dezen," zei Levold, ,,'k
heb bun godsdienst gezien: 'k heb die
versmaad, en mijne Goden verheven
want, voorwaar, de godsdienst der
Christenen is schoon. Krampachtig
moet ik mij sedert aan mijne Goden
klemmen ik ontwaar een machtige
hand die mij van hen scheuren wil,
want, voorwaar,de godsdienst der
Christenen is schoon, maar. ik haat
die: omdat ik mijne Goden niet ver
laten wil."
En 's Konings genooten spraken tegen
de Christenen zooals hij't deed hun
leed dat zij niet met hem waren, oin
hun haat aan hen te koelen.
(Wordt vervolgd.)