DE EEMBODE
R. K. Nieuwsblad voor Amersfoort
en Omstreken
ABONNBMBNTBN kunnen elke week In gun, doch oplegging »»n
abonnement moet geschieden »oor den aanvang van een nieuw kwartaal.
Pr|a per drie maanden tl.00. Bulten de gemeente Amersfoort 11,10,
Ationderllke nummers 10 et.
Vrijdag 4 Dec. 1925 No. 71
Negen en Dertigste Jaargang
KANTOOR: LANQEQRACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314
DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAOMIDDAO
AOTHBTBNTltW 29 oant par ragaL Ullgk* isrlavan voor handel en
ngverheld hg geregeld adverteeren.
en Vrgdag vóór uur worden b«
niet worden gegarandeerd.
TWEEDE BLAD
Godsdienst en Kerk
Epistel en Evangelie.
2DE ZONDAG VAN DEN ADVENT
LES uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Romeinen XV, 413.
Broeders I Alles wat geschreven werd
is tot onze onderrichting geschreven,
opdat wij door de lijdzaamheid en de
vertroosting der Schriften de hoop
mogen hebben. De God nu der lijd
zaamheid en der vertroosting geve u,
één van gevoelen te rijn onder elkander
volgens Jesus Christus opdat gij, ée
van ziel, met ééoeo mond God en den
Vader ODZes Heeren Jesus Christus
moogt verheerlijken. Daarom, neemt
eikander aan, gelijk ook Christus u heelt
aangenomen ter eere Gods, Want ik
zeg, dat Christus Jesus dienaar der
besnijdenis geworden is om wille van
Gods waarachtigheid, om de beloften
aan de Vaderen gestand te doen en,
dat de heidenen God wegens barm
hartigheid verheerlijken, gelijk er ge
schreven staatDaarom zal ik (J loven
onder de heidenen, o Heer I en uwen
naam lofziogcn. En wederom zegt zij:
Verheugt u, gij heidenen, met zijn volk I
En wederom Looft den Heer, alle gij
heidenen, en maakt Hem groot, alle
gij volken I En weder spreekt Isaias
Daar zal zijn de wortel van Jesse, en
een die zal opstaan om over de heidenen
le heer8chen op Hem zullen de heide-
De God nu der hoop vervulle u met
alle blijdschap cd vrede in het gelooven,
opdat gij overvloedig moogt zijn in de
hoop en de kracht des Heiligen Geestes.
EVANGELIE
volgens den H. Malth<U<; XI, 210.
In dien tijd, toen Joannes in de
boeien de wrrkrn van Chiistus
nomen had, zond hij twee zijner leer
lingen en zeide tot Hem Zijt Gij de
gene die komen moet, of verwachten
wij eenen anderen En Jesus antwoor
dend, zeide hun Gaat en boodschapt
aan Joannes wat gij geboord en gezien
hebtblinden zien, kreupelen wandelen,
melaatschen worden gereinigd, dooveo
booren, dooden verrijzen, aan armer
wordt het Evangelie verkondigdet
zalig is hg, die zich aan Mg niet za
geërgerd hebben.
Toen zg ru heengingen, begon Jesui
tot de scharen aangaande Joannes tr
zeggen Wat zgt gg in de woestgt
gaan zien Een riet, door den wind
heen en weder bewogen Maar wat
zijt gij gaan zjen Eenen mensch, ge
dost in zachte kleederen Zie, die de
zachte kleederen dragen, zgn in de
huizen der koningen. Maar wat zgt gg
gaan zien Eenen profeet f Ja, zeg Ik
u, en meer dan een profeet. Warn
deze is het, van wieo geschreven staat
Zie, Ik zend mij ien eDgel voor uw
aangezicht, die uwen weg
bereiden zal.
MAANDAG 7. H. Ambrosius, 2e geb.
en laatste Evang. der Vigilie van
O. L. V. Oiib. Ootv., belde 7 Dec.,
geb. Ezcita uit de Mis van den 2en
Zondag van den Advent, Credo.
DINSDAG 8. O. L. V. Ootv., 2e geb.
Excita Credo. Prefatie van de H.
WOENSDAG 9. Mis als 8 Dec., 2e
geb. Exits, 3e geb. van den H. Geest,
Deus, qui corda. Credo. Prefatie van
de H. Maagd.
DONDERDAG 10. Mis als 8 Dec., 2e
geb. Excita, 3e geb. H. Melcbiadea,
10 Dec. Credo. Prefatie van de H.
VRIJDAG 11. H. Damasus, 11 Dec.,
2e geb. enz. als Woensdag Fr.
ZATERDAG 12. Als Woensdag.
Liturgische Kalender.
Week van 6—13 December.
ZONDAG 6.2e Zondag van den Advent,
Aartebisdom Utrecht
Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft aan den weleerw. heer T. H. A,
Berkel, op diens verzoek, om ge
zondheidsredenen, eervol ontslag ver
leend als pastoor te Herveld en beeft
benoemd tot pastoor aldaar den wel
eerw. heer C. M. I. P. Hens en tol
pastoor te Hasselt deD weleerw. heer
H. S. Brugman.
Z. D. H. de Aartsbisschop van
Utrecht herft in de kapel van het Groot-
Seminarie »RgseDburg« te Driebergen
toegediend
De vier mindere Orden aan de Theo
loganten J. J, A. AaldersL. G
Eppink, W. H. Kohlmann, F. J. B.
Koopmans, J. B. Lobuis, W. P. A. ter
Meuien, W, F. C. Miertjes, Th. J. M.
van der Moolen, J. Th. Oderkerk, G.
A. Pierik, M. S. M. Regers, Th. G. J.
Spelthuis, J. A. Vernooij, Th. v. Wee
i M. J, Ydema.
De H. Wgding van bet Diaconaat
in de eerw, heeren G. A. Blanken
ham, Th. W. van Dijk, B. H. A.
Eppink, J. A. Geerdirck, J. A. de Gorg,
A.G.L. Golbach, A. W. Hoegen, W.
H. Knuif, J. H. Krabben borg, H. H.
Kruse, W. J. J. M. Paimans, J. B
Pothof, H. J. J. van Schaick, J. Ch. J
Scheerder, A. J. Tutert, W. H, L. Ver
hoeven, B. J. Wilmink en J. Th. G,
Wilmink,
De oudste oorkonden over
Eemland.
door T. PLUIM.
II.
Verder is er in den giftbrief spraki
van vier wouden, die met hun hout-
rgkdom de eenige brandstof dier dager
leverden. Waar die wouden lageo,
aan beiden zgde der Eem« is i
meer met zekerheid te zeggen. Zg
kunnen dus zoowel ten Zuiden als te<
Noorden van Amersfoort hggeo, of ook
enkele ten Zuiden en enkele ten Noordei
der stad,
HengesUoten is vermor deigk »Hen-
sChoteu,» ten Westen vao Woudenberg,
waar een waterije neg aan de
matige Eem herinnertFomhese, zegt
zeker schaver,is misschien »Vernhese'
bij Amersfoort, maar ik kan dien
2 Bij de Indianen.
„Mijn God," mompelde hij nog meer I
verschrikt, „het is José Orreko, de
verrader en verwoester van onze missie
aan den Jacinto". Een heftige storm
ontstond in de ziel van den goeden
pater. Een gevoel van weerzin en af
schuw kwam in zijn ziel op en bracht
hem zells op de gedachte, dezen
booswicht aan zijn lot over te laten.
Maar slechts één oogenblik aarzelde hij.
„Vergeef mij, mijn God," fluisterde
hij, en nog ijveriger dan eerst ging hij
voort, den gewonde te verplegen. Uit
boomtakken en zacht prairiegras
maakte hij in de schaduw van een
mesquitoboom een leger voor den
zieke. Daarheen droeg hij hem voor
zichtig om hem voor de gloeiende
zonnestralen te beschutten. Toen begon
hij opnieuw het voorhoofd van den
arme af te koelen.
Nogmaals sloeg de man de oogen
op. Ditmaal was zijn blik vast en
helder. De herinnering aan het ge
beurde ontwaakte in zijn ziel en uit
de van koortshitte flikkerende o<
spraken woede en vertwijfeling,
balde de vuisten, en als een vloek
kwam het van zijn bevende lippen:
„Ha, die roode honden!"
„Wind u niet op," sprak de missio
naris op zachten toon.
„Man wie ben je?" klonk het. Een
doorborende blik richtte zich op den
monnik.
.,Ge zult me toch zeker wel kennen,
José I"
Een oogenblik heerschte er een diepe
stilte. Toen overviel den gewonde
opeens een aanval van de hoogste
woede. „Wat wilt ge van mij?" riep
hij. „Gij zijt een van die bruine mon
niken, nietwaar, en zeker hier geko
men om mij te kwellen. Pak je weg,
denk je misschien dat ik al sterven ga?"
De gewonde wilde zich oprichten,
maar zonk met een smartelijken kreet
weer achterover.
„Neen, ik droom niet! O mijn hoofd
Het brandt als vuur! Vuur in de missie
vuur in mijn hoofd vuur in de
hel neen, ik wil niet sterven! Hoor
je, monnik, ik wil niet sterven hoor.
Maak dat je weg komt, wacht, waar
is mijn mes?"
„Blijf rustig, José," smeekte de mis
sionaris, en zacht drukte hij den ge
wonde op zijn legerstede teruj
„Ik heet geen José en ook geen
Orreko," riep de zieke. „Mijn naam is
Melton. Dar kan elke woudlooper tus-
schen de Colorado en de Sabine
nergens vinden, Weet ten der leters mij
soms te helpen f Een ander schrgver
denkl bg Fornhcse aan »Voor-Heei,«
en Hees is een oude buurtschap bij
Soest, die «g spoedig zullen ontmoeten
(1006). Widock houdt men voor
Wrede», ouder Hoogland, rechts van
Eem, en Mokoroth zou »Moorselaar,«
onder Hamersveld kunnen zgn. Vele
oude namen zgn verminkt tot ons ge
komen, zoodat het ook daardoor moeiigk
ze sihuis te brengen.»
Na dit eerste bericht van 777
komt de tweede oorkonde over deze
streken, n.l. in 855. Dan schenkt zekere
Folker allerlei lBiidergen, die in de buurt
van het huidige Rhenen liggen, aan
het klooster te Werden (Dultschlaod).
Ook die goederen liggen Dog in onze
gouw Flehite en wel in het Zuiden
daarvan thans heet zg F/etheilinatuur
igk door een verminking vao den naam,
zooals vroeger vaak voorkwam.
Geschonken werden toen»in het
landgoed Hlara (thans Laar, bg Rhenen)
twee deelen van een hoevein het
landgoed Hreni (Rhenen)twee hoeven
Hnodi(de Nude, tusschrn Wageningen
i de Grebbe)al wat ik daar bezit.
En in het woud Hrenhem (thans Reos-
woude, d.i. Renkems of Rhenenswoude)
het voeder voor XXX varkens
De derde oorkonde over Eemland
dagteekent pas uit 1006. In dat ji
i.l. sticht de H. Ansfrldus, 18e Bisschop
'an Utrecht, op den heuvel Hohorst
of Heiligenberg (bg Amersfoort) een
klooster, waaraan hg voor 't onderhoud
eeDige goederen schenkt, o.a.
bezit in het landgoed Thrlle (Driel)
de gouw Teisterbant (Tiel), enz
Daarenboven heb ik gegeven tuischen
de landgoederen Htst (Hees) en Sous
(Soest) XIV hoeven met al de lijf
eigenen(II), en al wat er aan botschep,
weilanden, molens, enz, bg behoort.»
Men ziet liet: nog in het jiar 1000
aren er onder Soest (dat hier
hel eerst in onze oorkonden veischgni)
iog igtcigenen, die als een veestapel
werden verkocht of weggegeven. Ge
zellige tgdeo I
Deze gilt wordt in 1028 door Keizer
Koenrasd als leenheer van ons land
bevestigd. Soest hret in zijn giftbrief
Zr-ys, terwijl ook Stiet versebgnt. Maar
Amersfoort en Baarn worden nog niet
genoemd; evenwel moeten <g toen
reeds bestaan hebben. Eerst op 26
Juni 1056, als Bisschop Bernulphus de
giftbrieven ten voordeele van 't klooster
den Heiligenberg bevestigt, leest
sin de landgoederen Zoys en
Hese XIV hoeven met de (igfeigenet(l)
i'd en een hoeve in Seyst, en ie
Amersfoort de tiende.» Zoo treedt dus
ihans ook de Eemstad uit het duister
n tooneele.
Baarn moet nog wachten tot 1360.
eer het door Bisschop Jan van Arkei
den tolbrief der Eembrug vermeld
wordt, maar het bestond toen natuur-
lijk al veel langer. Trouwens reeds in
die dagen (1360) verkreeg het,stads-
rechten, een onderscheiding, die be
grijpelijker wijze niet aan onbeduidende
plaatsen geschonken werd. Ook is de
mogelijkheid zeer groot, dat Baam
vóór 1360 in de oorkonden wordt
meld, maar dat die stukken verloren
iijri geraakt, Dit is ontwgielbaar bei
geval met den oudsten;stadbrlef, dien
Baarn omstreeks 1350 ontving, in 1390
n.l. noemt het slch reeds een stad en
zegelt een verdrag, maar men weet
helaas I niet meer van wanneer die
brief dateert. Immers in de nieuwen
stadsbrief 1426 wordt gezegd, dat die
eerste brief »mit ongevallen van brande»
verloren ging. Maar reeds in 900 moet
Baarn een vrg aanzienlijke plaats zgn
geweestbet bezat n.l. toen al een
Christenkerk, bigkens het gedeelte, dat
van het oude doopvont nog onder den
toren op den Brink staat en in 1888
bg de vergrooting der kerk opgegraven
werd. Volgens deskundigen dagteekent
het uit den Karollngischen tijd, dus
ongeveer 900. Ook bestaat er een
overlevering, hoe de bewoners van
Gooiland (Nardloclant). dat aan de
Abdg van Ellen (bg Emmerik) be
hoorde, hun thinsrn (belastingen) op
het kerkhof te Baarn met St. Maaitcna-
dag kwamen storten, d.w.z. op den hot
of de plaats rondom de kerk.
Mg dunkt, met sulk een ouderdom
is Baarn onder de dorpen van Eemland
zekerigkde primus inter pares,»
kunnen wg •Barineezen,» daan
tevreden zgn.
Ik eindig met een beleefd
Verzoek.
Wie der lezers weet sVernhese» te
liggen l Ik heb het eens gelezen op
lla aan den weg naar Soesteiberg
aar die naam is daar niet oorsprookeigk.
Baarn, Dec. 1925.
Firma
R. VAN DEN BURG
AMERSFOORT
Amersfoort
Gevestigde personen
F. Luyt, Lettsderweg 135, piaoost.
J. Lensink, N.H., Papaverstraat 135
H. Buitelaar, NH, Resedastraat 25
S. Suik, N.H., Sumatrastr. 51, letterz.
Taetske Oostveen-Adema, Anjerstr. 21
M. Hofman, R.K., Puntenb I. 38a, bedr.l.
Anna Dohse, R.K., idem
H. v. Tol, G.K., P. Pgperstr. 14,
Wed. Allebes, P. Buysl. 1, penslonh.
Else Findeis, E L., idem
Blazer, Utr.straat 3b, musicus
W. Bergsma, N.H., Seringstr. 57
P. Deneke, R K., 3e Inf. Kaz.str. 6a,
remontergder
J. Friroa, N.H., Bilderdgklaan
J. Dwars, N.H., J.v.Oldenb.l. 4, kap. Inf.
S. Feersma Hoekstra, N.H., Wester
straat 78, bouwk. teekenaar
Wed. Gerritsen, N.H., O.Soesterw. 14
Mulder, N.H., Idem, Instrumental.
Koks, R.K., v Bemmelstraat 69
v. d. Kl.ft, N H„ Violenstraat 29
K. Kok, G.K., P.Potterstr. 64, pianom.
Kerkhoven, D., Schaepmanlaan 9
van Kempen, R.K., Javastraat 42,
Opp. wachtm. adm.
S. Levle, N I., Heinsiuslaan 8, koopm.
Momma, N.H., J. Catalaan 30
Christina Dronsberg v. d. Linden, idem
J. de Man, N.H., Ruiterstraat 4, elect.
Anna v. der Pol, N.H., P.Bothlaan 29
A. de Ridder, N.H., Heiligenb.weg 106
H. de Ridder, N.H., Si. Ansfridusstr. O
J: vao 't Sant. N.H., v. Marnixlaan 25
H. v. Veen, N.H., Westslng. 20, winkel.
Woulerdina de Vries, N.H., J. v. Oldenb.
laan 20, dienstb.
C. Sprangen. N.H., Cnv. Kaz., hoefsm.
zeggen.
„Hier moogt ge nu heetcn zooals
;e wilt," antwoordde de missionaris.
Maar aan den Jacinto hebt gij Orreko
geheetcn en uw moeder liet u doopen
als José. Kent ge mij nog?"
Bij deze woorden van den monnik
scheen het, alsof den gewonde opeens
al het bloed uit de door koorts ge
kleurde wangen geweken was.
Doodsbleek staafde hij den missio-
tris aan
Daarop zuchtte hij diep en sprak
„Gij zijt pater Diaz! O God, Gij zijt
rechtvaardig!"
En met een rilling sloot hij de oogen.
„Ik ben het," antwoordde de pater,
terwijl hij zich liefderijk
zieke heenboog.
„|osé, God is wel rechtvaardig, maar
Hij is óók barmhartig. Daarom deed
Hij it hier door mij vinden. Dertig jaar
geleden heb ik u deze ontmoeting
voorspeld: nu is het oogenblik aan
gebroken."
De gewonde knikte met het hoofd,
en de missionaris ging voort: „Toen,
José, waart gij nog de door allen ge
achte zoon van den commandant aan
J. Hovingh, N.H., idem, huzaar
Egberdlna v. IJkco, N.H., Vlasakkerweg
Maria de Haan, N.H., Stationsplein 2
Derlüna Koelie N H., Idem, buffeljuffr.
Grietje Koetse, N.H., idem, idem
Hendrik* Fiets, N.M., K. Sophialn. 12
H. Steenwgk, R.K., Cav. Kazerne
Johanna van der Vlies, N.H., W. van
Mrchelenatraat 7, dienstbode
J. Ramon, Puntenb.laan 45, schilder
J. de Groot, Bisschopsweg 83, bouwk.
F. de Bruyn, KK., Aldcgondeslr. 11
K. Visser, N.H., Utr.sraat 3, kellner
J. de Gooyer, N.H., Muurh. 10, letters,
Geertrulds van Weeihorst, R.K., Kruis-
kamp 122, dnstb.
Lena den Braber, N.H., Stationsplein 2
Hendriks van Bekkum, R.K., Kr. Elle
boogsteeg 4, huish.
A. Bakker, R.K.. I.sngestr. 57, kellner
Jscoba Esser, G.K., Piersonl. 17, dnstb.
Bg de gemeenteigke arbeidsbeurs
■tonden dezer dagen nog als *werk-
soekenden» ingeschreven
3 Bakkers, 1 bankwerker, 3 behangers,
1 boekdrukker, 2 broodbakkers. 3 chauf
feur», 1 chocoladewerker, 76 grond
werkers, 1 huishoudster, 19 kantoor
bedienden, 2 kellner», 1 rietbewerker,
1 borstelmaker, 1 metaalslijper, 1 cffi.
cler (suikerwerker), 1 melkventer, 1
huisnaaister, 2 kruideniersbedienden,
12 letterzetters, 3 loodgieter», 1 loop
knecht, 110 loste arbeiders, 2 machi
nale houtbewerkers, 3 machine-bank-
werkers, 1 machinist, 7 magazjjnkncchts,
1 metaaldraaier, 21 metselaars, 2
meubelmakers, I monteur gasovens,
47 opperlieden, 2 reizigers, 3 rgwiel
herstellers, 43 schilders, 1 koetsier, 1
verpleger, 1 Bouwk. opzichter terkenaar,
1 concierge, 12 schoenmakers. 2 sigaren
makers, 2 Sigarensorteerders 4 smeden,
2 slagers, 2 steenhouwer» 1 stoker,
12 straatmaker». 8 stukadoors 1 suiker
werker, 1 tabaksbewerker, 1 terkenaar,
51 timmerlieden, 1 tuinman, 6 voegers,
5 voerlieden. 1 vuurwerker, J wagen
maker, 5 werkvrouwen, 3 wevers, 2
schdsters, 2 typistes, 2 steno typistes
6 schoolwrrksters,
geluk hebt ge dezen man geschonken,
en hoe heeft hij het met voctgn ge
treden!"
,Ja, Gods hand heeft mij getroffen,"
steunde losé. „De Indianen heb ik van
hun geestelijke herders beroofd, en nu
zit de Indiaansche kogel mij In het
hart!"
Hij wilde nog verder spreken, maar
een zware bloedgolf kwam hem uit
den mond, en smartelijk steunend
drukte hij de hand op liet hart. Snel
sprong de pater op, veegde het bloed
al en reikte hem een beker water.
Het rommelde aan den horizon.
Bezorgd keek de missionaris vóór zich
uit in de prairie. In het zuidwesten
verzamelden zich gele wolken en de
drukkende, zwarte lucht geraakte tn
beweging.
„Er komt een onweer op," sprak hij,
„We kunnen hier niet blijven. We
moeten naar de bosschen aan de rivier,
een half uur gaans ver. Kom, het zal
wel gaan. Eer het onweer losbreekt,
heb ik hem wel geborgen!"
Hij haalde het paard en legde er den
gewonde voorzichtig op. Terwijl hij
met de linkerhand den armen man
den Jacinto, thans zijt ge naamloos ondersteunde, hield hij in de rechter
en veracht. „Mijn God," sprak de den teugel. Zoo ging het langzaam op
pater zacht bij zichzelf, „welk een den met bosch begroeiden rivier
oever toe.
Op de vleugelen van den storm
rukte intusschen het onweer nader.
Vurige stralen schoten door de zwarte
wolken en dof rolden de dondetslagcn
als de boodschappers van een gewel
digen veldslag over de prairie. En als
waren 't de voorboden van een machtig
leger, zoo gleden de wolken naderbij
en verduisterden den horizon, terwijl
zware windstooten het stof meters
hoog deden opdwarrelen.
Maar toen de eerste zware water
druppels begonnen te vallen, was de
barmhartige Samaritaan al met den
zieke onder het beschuttend dak der
zware loofboomen aangekomen.
Aan den met machtige boomen be
groeiden oever der rivier" verhief zich
een vrij Itooge rotsvlakte. Mos cn
allerlei slingerplanten waren er In
weelderigen overvloed overheen ge
groeid.
In het midden had zich aan den
voet der rotsen een soort van grot
gevormd en daar had pater Diaz den
zwaar gewonde voor het onweer in
veiligheid gebracht, en hem op een
zacht mosleger neergelegd.
Wordt vervolgd.