lokken, vielen op den kraag van zijn huisjas. De moede rrekken van zijn glad geschoren gezicht, toonden geen spooi meer van dien levenslustigen overmoed, vaak aan jonge officieren ct'gen. Dc ingevallen mond had den markanten trek, welke vroeger zijn kameraden zoo kon ergeren, geheel verloren. Alleen in de hel grauwe oogen flikkerde af en toe nog wat levensvuur. Met een zucht legde dc oude heer het boek weg. De geschiedenis van den heldhaftigen en onvergelijkelijken Prins Eugène van Savoye indenOlym Eus verveelde hem. Zijn sidderende and trok den huisjas wat dichter aan en strekte de kille vingers vervolgens naar het brapdende vuur uit, om te voelen of het nog voldoende warmte gaf. De kamer was overheet, doch in zijn binnenste was het koud van den vroegen morgen tot den laten avond. Langzaam vouwde hij dc lange, smalle hanaen ineen, om het voorbije verleden nog eens aan zijn geest voorbij te laten gaan. Hierbij verviel hij steeds in het heden, gelijk zoodïle onte vredene oude menschen, die niet ophouden zich steeds weer af te vragen Hoe zou het gegaan zijn als ik dit of dat gedaan of nagelaten had. Zijn bloed was hem iinmer de baas geweest, waar door hij altijd eerst handelde en dan pas naaacht. Het woord „geduld" was hem onbe kend en wachten kon hij nooit. En nu zat hij daar en wachtte op den dood, soms hopend en dan weer vreezend. In vele bloedige gevechten had hij den dood onverschrokken onder de oogen Ïezien en was hem tegemoet getreden it langzame doch zekere neerhalen van zijn levensboom, door onttrekking van .zijn krachten was hem echter een gru wel. Ach. waarom was hij bij een gevecht niet neergeslagen en achter gebleven op het slagveld En toch hing hij gelijk alle oude menschen nog aan het levert en telde hij angstig na hoeveel tijd hem nog restte. De vinger van zijn rechterhand schoof mechanisch den ic wijd geworden zegelring aan de linkerhand heen en Zoo eenzaam als thans had hij zich in langen tijd niet gevoeld. Zijn huis houdster Kate, had hij barsch wegge stuurd toen zii hem oin negen uur behulpzaam wilde zijn naar bed te gaan. Haar «enigszins beschermende en be- velerige natuur maakte hern steeds weerspannig. Bovendien was liet hem aangenamer in een gemakkelijker leuningstoel den halven nacht door te brengen, dan slapeloos in zijn bed te was hij voor twintig jaren toen hij van het slagveld terug keerde niet getrouwd! Ach wat, dan waren er misschien ook nog wormstekige appelen van zijn levensboom gevallen. In een kristallen 3chaal op het buffet zwom dc Jericho-roos. De vrome KStc had haar, gelijk ieder taar in den heiligen nacht, in het watergezet. Of zij wel uit elkaar zou gaan en een gelukkig jaar voorspellen? Een gelukkig jaar voor hem Raf het niet meer, Een oogenblik wenschte hij dat dc Jcrirhoroos ccn knol morht blijven. Dan zou KStc zich ergeren en gaan lamenteercn. Tegelijk moest hij echter over dezen kleinzieligen geld verdienen voor vrouw en kind in Australia allicht gemakkelijker zou gaan dan in Amsterdam en de oudste broer moest bekennen, wel iets voor dit plan te voelen. Doch Magda van Leuven wilde er niet vsn hooren alleen met de kinderen achter te blijven en op goed geluk meegaan, lachte liaar al evenmin toe. Henk kon miaschien een kleine, zaak beginnen en licht zóóveel ver dienen. dat ze voor gebrek bewaard zouden zijn. Zoolang allen gezond waren en bij elkaar bleven, kon ai rijkdom en weelde best missen. Voor Johan waa 't een ander geval, hij liet geen gezin achter, een jonge man alUfn slaat zich overal lichter doorheen, hoewel haar goed, vriendelijk hart cigcnliik ook tegrn die scheiding opzag. Henk'* longere broer was bijna nog 'n knaap, een moederloozc knaap gewrrst, toen Magda de Van Leuven s leerde kennen rn in het deftigr koopmanshuis als bruid haar intreê deen. Een ouder zusje had met meer van hem kunnen houden hem niet trouwer raden en helpen, waar hij raad rn steun behoefde, en zoo bleef de verhouding, óók toen Henk trouwde en zijn broer een jonge man waf geworden, die op eigen beentn kon staan, 't Plan, naar Australië ie gaan. was 't eerste, waarbij Johan zich met aan Magda's meening stoorde. Ik kan, noch wil nier in Holland op bekrompen manier leven en de mindere worden van wie tot nu toe mijn gelijken waren, terwijl de wereld voor mij open staat. Waarom geef je Henk den raad niet, mee te gaan Misschien ligt aan de overzij van den Oceaan ons beider geluk I" Doch altijd schudde de tonge vrouw he hoofd, rn al zag zij rr eindelijk van af, het haar schoonbroer tegen tc ma ken, zoo verzocht zu hem toch dringend, geen dwang op Henk uit ee oefenen, rn dezen rustig in Holland te laten. Wat dan ook gebeurde. Maar al heel gauw. nadat Johan in Sydney aankwam, ontvingen zijn broet cii schoonzuster een opgetogen epistel. Het ging hem best. Aanbevelingsbrieven van Amaterdamsche zakenmenscheo ilrden hem reeds aanvankelijk slagen. Hij hid ern werkkring, zij 't dan ook een van bescheiden omvang. In Ausiratió was 'r niet erg. om van mert af te be ginnen. Hij stond in elk geval nu op de onderste trede en zou wel klimmen. Ja. dat sou hij zeker Jammer alleen, dat Henk niet.O, neen. daarover moest hij zwijgen ander* werd Magda boos op hem. De brief eindigde met geestdriftige betuigingen van hoop en voldoening, die «en gewaarwording van wrok en qpijt bij Henk van Leuven wakker riepen. Dat hij toch ook niet medege- Telkcns alt zoo'n geestdriftig schrijnt) uit Sydney van Johan's nieuwe successen en schitterende verwach tingen vertelde, werd de rimpel op Henk's voorhoofd dieper en zelfs ontzag hij zich niet. Magda haar vree* A kleinzieligheid te verwijten. En als zij dan zachtzinnig opmrrkie, dat :r toch hun brood hadden, dat hun zaakje zich uitbrulde en rr telkens klanten bij kwamen. dan kon de man zijn toorn nauwelijks meester blijven. „Ons brood De oom uit Australië.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1925 | | pagina 11