I92g
DE EEMBODE
w
i
I
J
p
tp
P
'I
J& p
WÊ
m.
m-
t
m
mÏTT^I .1 Vv.
Kerstmis
Het feest van liefde en vrede.
Dat is in't kort uitgedrukt de diepe beteckenis van 't schoonste
der feesten, dat de H. Kerk in den kringloop van 't Kerkelijk laar
hare geloovigen
Zeker mogen we het 't schoonste feest noemen deze herdenkings
dag der geboorte van onzen Goddetijken Heiland Die de wereld
verlossen kwam en oprichten uit de boosheid en ellende, waarin
sinds eeuwen het diep gezonken menschdom zuchtte.
De beschouwing en overdenking van deze wondere grootsche
daad van den Almachtigen God, wekt in ons het heerlijke idee van
een groote, allen en allesomvattende liefde, waarvan zij zulk een
heerlijke uiting is.
Kerstmis, het feest van liefde.
„Zoo toch heeft God de wereld liefgehad, dat Hij
zijn eemgen Zoon heeft gegeven," zegt de liefdes
apostel, die er op wijst, dat deze liefde van God voor
den armen, zondigen mensch allesomvattend is en
Christus ons ten einde toe bemind heeft.
Van eeuwigheid God, als de Vader en de H. Geest
was Christus de Tweede Persoon der H. Drieëenheid,
Die zich vrijwillig zijnen Vader aanbood om der wereld
heil en verlossing te brengen in rijken, overstelpenden
overvloed.
„Brand- en zoenoffers hebt Gij niet gewild, toen
sprak Ik Zie Ik kom."
Het offer was gebrachtGods Zoon zou worden
de Heiland Emmanuel. God met ons.
Een eenvoudige, reine Maagd werd, maagd blijvende,
de Moeder van den Godmensch, Die in een winter
nacht, bejubeld door een juichend Engelenkoor ter
wereld kwam in een stal.
Emmanuel.
Ja, God was in werkelijkheid toen met ons het
offer was gebracht, het grootste dat ooit ter wereld
gebracht zou kunnen worden, een algeheele opoffering
van Zich Zelf, uit liefde alleen voor het gevallen
menschdom.
Vcnite adoremus 1
„Een Kindeke is ons geboren," jubelt het in ons
harte, wanneer we in diepen deemoed in dezen-heiligste
der nachten vol kinderlijk geloof en dankbare liefde
neerknielen voor de kribbe, waar op een weinig stroo
schreiend ligt de Glorie des Vaders, de Heilige aan
Wien toekomt de macht en de kracht en de heerlijkheid
m alle eeuwen der eeuwen.
„Nu sijt wellecmie
Jcsu, lieve Heer
Gij comt van al so hooge
Van al so veer."
Kerstmis, het feest van vrede.
We weten het zoo goed, we gevoelen het in ons,
wanneer we dat liefelijk Kindeke voor ons zien, dat
Het ons den vrede brengen kwam, nier dien de wereld
geeft, doch de ware vrede, die is gegrondvest op de liefde.
„Mijn vrede laat Ik u, mijn vrede geef ik u:" 'tis ons
als hooren we staande bij de kribbe, nu reeds die heerlijke
woorden, die herhaald zullen worden op den laatsten
levensdag van den Heiland, Die nu als teeder Kindje
in reine Maagdenarmen ons minzaam tegenlacht.
Jezus de Vredesvorst.
Dat begrepen die eerste Christenen, wanneer zij in vrede en een
dracht in 't gebed vereeuigd met hunne grijze priesters te midden
van een diep-verdorven wereld elkaar den reinen vredeskus gaven.
Maar zijn wij dan minder Christen dan zij, die ook. als wij, te
midden van zonde en zedenbederf, een harden strijd moesten voe
ren om den vrede des harten rein cn ongerept te bewaren
Dien heerlijken vrede, door Christus gebracht, wij kleingeioovi-
gen, we kennen dien zoo weinig.
Wel lubelen de Engelen in dezen geboortenacht van onzen Ver
losser „En op aarde vrede den mcnschen," maar zoo velen onder
ons, hebben geen deel aan dit rein geluk, omdat zij niet bezitten wa'
er noodig is om dien vrede tot hun eigendom te maken, oindat zij
met „van goeden wille zijn."
Velen vau ons meenen, dat zij den vrede hebben, doch zu stellen
zich tevreden met dien, welken de wereld geeft en waarmede het
waar geluk, bestaande in de reinheid des harten en een kinderlijk
geloof, ten eenenmale onbestaanbaar is.
Strijd is er in onze dagen overvloedig, twist cn tweedracht en
oneenigheid, opgewekt door oproerigen. die den nek niet willen
buigen voor den Vredesvorst, Wiens iuk zoo zoet en Wiens lasten
zoo licht, zoo gemakkelijk te dragen zijn, omdat de liefde en gen ide
daar zijn om te troosten en te helpen, waar onze eigen zwakke krach
ten jammerlijk te kort schieten.
O 1 wilden toch allen erkennen, wai hun tot vrede is, wat Zouden
cr velen meer tevreden zijn dan nu. hoe zou het aanschijn der aaide
veranderen cn wat zouden wij gelukkig leven in liet Rijk van den
Vredesvorst onder de grondwet van vrede en liefde
Kerstmis, het feest van liefde en vrede
In 't kort hebben wij de beteckenis ervan overwogen
Hoe gelukkig gevoelen wij, Katholieken ons op dit teesi,
waarop wij met de H. Kerk in kinderlijke blijdschap
het heerlijkst „Gloria in excelsis Deo" uitjubelen.
den Heiland ter eere, Die liefde eu vrede ons brengen kwam in zijn
onbegrensde goedheid.
Dat dan die liefde en vrede overvloedig ons aller deel mogen
worden dan ongetwijfeld zal dit feest voor ons allen zijn, wat wij
u allen hierbij van harte toewenscheu
EEN ZALIG KERSTFEEST
Het Wereldvolkslied
„Stille Nacht, Heilige Nacht".
Wanneer wij op liet schoone Kerstfeest het heerlijke lied
„Stille Nacht, Heilige Nacht" aanheffen, doortrilt ons een
zalig gevoel van rust cn vrede. Het komt ons dan voor, dat dat
lied één is met het groote feest, dat wij dan vieren en dc gewijde
stemming waarin wij ons dan bevinden, meenen wij niet beter
onder woorden tc kunnen brengen, dan door hei zingen van
deze eenvoudige woorden op die simpele melodie.
MARIA EN HET KIND JEZUS
Weinigen zal liet bekend zijn dat even eenvoudig als de
woorden, ook de dichter en de componist waren. De eerste was
een eenvoudige hulp-geestelijke, Josef Mohr genaamd, die op
11 December 1792 in Salzburg werd geboren en de zoon was
van den soldaat Frans Mohr. In Oberndort aan de Salzbach
waar hij als geestelijke stond, dichtte hij op 24 December
ISIS dat schoonc lied. wat thans over de gchcclc wereld
„Stille Nacht Heilige Nacht"
.3,,-
•-i SJ i
'Jts
f
i 1< 1
It,
31
'"Tl
f;
,I
'J-
Stille Nacht, heilige Nacht i
Alles schlaft, cins.Hii wacht
Ntn' das traute, heilige Paai.
Holder Knab' im lockigcn Haar:
(Sehlafc ui hitnmhschcr Ruh
Still* Narlit, heilige Naeiu
Gottes Sohn. o wie lacht
Licb' aus dcinan gdttlichcii Muiid,
Da mis schlagr die rettende Stuud,
(Jcsus iu dciner Geburt
Stille Nacht, heilige Nacht
Die der Welt Heil gebracht.
Aus des Himuicls goldenen Höli'n
Uns der Gnadcn Filllc liisst seh'ii
(Jcsuni in Menschcngcstalt
Stille Nacht, heilige Nacht
Wo sich heut' alle Macht
Vëterlicher Liebe ergoss.
Und als Briider huldvoll umscbloss:
(Jcsus die Völker der Welt
Stille Nacht, heilige Nacht
Lange schon uns bedacht,
Als der Hert vom Grinimc befreit
lu der V.ïter urgraucn Zcit
(Aller Welt Schonu'iig verhiess
Stille Nacht, heilige Nacht
Hiricn erst kundgemachi
Durcli der Engel Alleluja,
De Componist heette Franz Xaver Gruber en was
een vriend van Josef Mohr.
Gruber werd'geboren op 25 Nov. 1787 tc Hochburgin
Innviertel(boven-Oosrcnrijk) en was zoon vari'n linnenwever.
Zijn vader wilde geen toeslemming geven, dat zijn zoon in de
muziek ging studeeren cn deze zag zich daarom genoodzaakt in
her geheim les te nemen van zijn schoolonderwijzer Andreas
Pcterlechner. die zeer veel in den leergierigen knaap zag. Om
zich te oefenen gebruikte Gruber klosies hout welke hij op
zijn kamertje aan den wandbevestigd had. Toen zijn leermeester,
die tevens organist van de kerk was, ziek werd, bood de 12-
jarige Gruber aan. hem te vervangen. Dc knaap speelde toen
zoo schoon, dat zijn vader zijn verbod introk, en voor zijn zoon
zelfs een spinet kocht. Vanwege de zorgelijke omstandigheden
der ouders, kon hij zich echter pas op 18-iarigen leeftijd uit de
weverij terug trekken en zich geheel aan de muziek wijden, cn
bracht het tot leeraar in de muziek tc Armsdorf bij Salzburg. In
zijn qualiteit van organist kwam hij toen in connectie met den
hulp-geestelijke Jozef Mohr, en sloot vriendschap met hem.
Op den dag voor Kerstmis 1818 nu, kwam de hulp-geestelijke
Mohr tot zijn vriend en leeraar Gruber en overreikte hem het
uit zes verzen bestaande gedicht „Stille Nacht. Heilige Nacht"
met het verzoek dat op muziek te willen zetten. Bereidwillig
voldeed Gruber aan liet verzoek en in verbazend
korten tijd was <iet lied klaar. Mohr bezat een mooie
tenorstem en zong nog in dezelfde nachtmis duet met
den componist, die bas zong. in de St. Nicolaaskerk tc
Obcrndorj. Het orgel uit genoemde kerk leed echter aan
„ouderdomszwakte" en kon deswege niet bij de eerste
uitvoering van het lied gebruikt worden. Daarom ge
bruikte men voor de begeleiding een gitaar, wat voor een
kerk zeer zeker als een bijzonderheid gold. De goed
hartige Oberndorf-bewoners hadden echter nog nooit
of te nimmer een gitaar gehoord of gezien, en toen zij
dan ook dat lied op een dusdanige wijze hoorden zingen
meenden zij dat de muziekleeraar op een „muizenval"
gesp.eld had. Het schoone gezang der beide zangers
had echter een diepen indruk op de toehoorders ge
maakt. Op dat moment hebben zij niet het minste
begrip gehad, dat zij de eerste uitvoering van een
wereldvolkslied bijwoonden.
Over het ontstaan van het lied heeft men volkomen
zekerheid gekregen door een document van liet jaar
1854 dat eigenhandig door den componist is geschre
ven, en hetwelk zich "thans in de familie Gruber bevindt.
Uit dit stuk ontleencn wij nu het voornaamste gedeelte.
„Authentieke aanleiding tot componeering van het
Kerstlied Stille Nacht Heilige Nacht
Het was op 24 December 1818, toen de toen
malige hulp-geestelijke de heer Jozef Mohr bij de
nieuw opgerichte St. Nicolaas-Parochie in Oberndorf.
den vertegenwoordiger van den orgeldienst Franz,
Gruber (indertijd tegelijk ook schoolleeraar in
Armsdorf) een gedicht overreikte, met het verzoek
een hierop passende melodie voor twee solo stemmen
in gezamenlijk koor cn voor een gitaar begeleiding
te willen schrijven.
Laatstgenoemde bracht nog op denzelfden avond
aan den muzikalen geestelijke, volgens zijn ver
langen. zijn eenvoudige compositie, welke in
denzelfden Heiligen Nacht tnet veel bijval werd voor
gedragen. De heer Jozef Mphr, als maker van dit
gedicht cn meerdere gecs'elijke liederen, stierf op
den 4en December 1848 als waardige „Vikar"
(vert. Vicaris) te Wagrain in Pongau. (volgr korre
levensloop van Gruber)
Franz Gruber.
Stadsparochie-koor dirigent
Op een en denzelfden dag ts alzoo „Stille Nacht"
gedicht, op muziek gezet, cn voor de eerste maal
in het openbaar gezongen geworden. Ondanks het
feit dat Gruber zijn compositie met openbaar had
gemaakt, werd het lied in het Salzburger land en
het nabijgelegen Beieren, deels volgens afschrift
.doch in het algemeen volgens het gehoor, overal
gezongen. Langzamerhand verspreidde het lied zich
over Zwitserland waar het gebracht werd door den
orgelbouwer, die het orgel in de St. Nicolaaskerk
te Oberndorf repareerde, en over Duitschland.
Een zekere heer R. Friese uit Dresden liet zich het
lied door een musicus overschrijven, waarbij ecnige afwij
kingen van dc origineele compositie zijn ontstaan. Op deze
wijze wordt het lied thans in geheel Noord-Duitschland gezongen.
Daar dichter en componist onbekend waren verscheen
het lied als „Geestelijk volkslied uit Tirol."
Het bleef echter niet alleen in het tniddeif van Europa doch
spoedig verspreidde dat kleine lied van „Stille Nacht" zich
van Noord tot Zuid en van Oost tot West over de gclieele
wereld. Thans zingen het ook dc Christelijke negers in "Afrika,
de Indianen in Amerika, terwijl het zelfs in China cn Japan
algemeen bekend is.
Op het oude kerkhof te Hallein onder den drempel van zijn
voormalige dienstwoning ligt aan den rechterkant Franz Gruber
begraven. De inscriptie luidt
Wat hij in het lied ons leerde.
En dacht in het rijk der tonen
Dc oorsprong aanschouwt hij nu
Het ware en het schoonc."
Boven de deur van zijn vroegere dienstwoning hebben
verschillende bezoekers een gedenktafel laten aanbrengen waarin
op zwart fond in gouden letters zijn aangebracht de woorden
„Den schepper van het wereldbekende Kerstlied „Stille Nacht
Heilige Nacht" Franz Gruber, wij lep koordirigent alhier is
deze Gedenktafel gezet door meerdere dankbare Halleiners."
Ook in 't schoolgebouw te Armsdorf dc geboortestad van het lied
bevindt zich een gedenktafel waarop een door Dr. Roman
gedicht vers. dat luidt
„Stille Nacht, Heilige Naclu
Wie heeft u, o lied gemaakt 'i
Mohr heeft mij zoo mooi gedacht.
Gruber ten gelioore gebracht
Priester en leeraar vereend.'
lil korte trekken zijn hier dc voorn amste bijzonderheden van dat
schoonc liedeke vermeld en hoewel jozef Mohr nog meerdere
liederen dichtte zoo is zijn groote bescheidenheid oorzaak
dat cr zoo goed als geen enkele van bekend is. daar hij ze
■liet onderzijn naam wilde uitgeven.
Alleen 't „Stille Nacht" is 't eemgste en misschien 't
schoonste.waarvoor dc gclieele wereld hem dankbaar is.
Tmii,i_