Fa. DUIM BURGER SEIZOEN-OPRUIMING Arnhemschew. 26 Dames Modezaak DE EEMBODE Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken Vrijdag 6 Juli 1928 No. 28 Twee en Veertigste Jaargang Voor lederen jongen man, die niet gedwongen is zijn brood zelf te ver dienen, voel ik een groot medelijden. Carnegie. Epistel en Evangelie. ZESDE ZONDAG NA PINKSTEREN. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de RomeinenVI, 311. Broeders I Zoovelen wij gedoopt zijn in Christus Jesus, zijn wij in zijnen dood gedoopt. Door den doop immers zijn wij met Hem mede begraven geworden in den dood, opdat, gelijlr-Christus van de dooden verrezen is door de heerlijk heid des Vaders, ook wij alzoo in nieuw heid van leven wandelen. Immers, iodieo wij sameogewassen zijn door gelijkheid aan zijnen dood, zullen wij het insge lijks zijn aan zijne verrijzenis, dit wetende, dat onze oude mensch mede gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde worde te niet gedaan, en wij der zonde niet meer zouden dienstbaar zijnwant die gestorven is, is van zonde ontslagen. Zijn wij nu met Christus gestorveD, wij gelooven dat wij gelijkerwijze ook zullen leven met Christus, daar wij weteD, dat Christus, uit de dooden verrezen zijnde, niet meer sterftde dood zal geen heer. schappij meer voeren over Hem. Want dat Hij der zonde stierf, stierf Hij één maal doch dat Hij leelt, leeft Hij Gode. Aldus ook gij, rekent gij u wel der zonde gestorven, doch Gode levend te zijn in Christus Jesus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. MarcusVIII, 19. In dien tijd, toen er eene groote schare bij Jesus was en zij niet te eten hadden, riep Hij de leerlingen te en sprak tot henIk heb medelijden met de scharewant ziet, reeds drie dagen lang zijn zij aanhoudend bij Mij, en zij hebben niets te etenen zoo Ik hen ongespijsd naar hun hl is laat gaan, zullen zij op den weg bezwijken, want eenigen van hen zijn van verre gekomen. Zijne leerlingen nu antwoordden Hem: Van waar zal iemand hen hier met brooden kunnen verzadigen, in eene woestijn? En Hij vroeg hen: hoeveel brooden hebt gij Zij zeidenzeven. En Hij beval aan de schare zich op den grond neder te zetten. En de zeven brooden nemend, dankte Hij en brak en gaf ze aan zijne leerlingen, opdat deze ze zouden voorzetten en zij zetten ze der schare voor. Ook hadden zij; eenige vischjesdeze zegende Hij ook en beval ze voor te zetten. Zij nu aten en werden verzadigd; en wal overge schoten was van de brokken namen zij op: zeven korven. Degenen nu, die gegeten hadden, waren omtrent vier duizend; en Hij liet hen vertrekken. Liturgie. Zesde Zondag na Pinksteren. Terwijl het Epistel ons leert hoe wij, Christenen, tol een nieuw leven berbo- zijn toont ons de overige tekst J" H. Mis, dat v dit nieuwe leven hoop op God mo ons kan redden u Het Doopsel, Paulus, i s den strijd, waartoe >ns veiplicht, al onze :ten stellen, die alleen t alle gevaar, zoo leert ons de H. a g'»f wa<»'n wij met Christus begraven worden om te ster ven aan den ouden mensch d.i. aan de zonde, en waaruit wij met Christus als nieuwe menschen verrijzen begiftigd met het leven der genade, dat in ons onsterfelijk zal blijven zoolang wij met Christus vereenigd blijven. Hij, de Christus, zoo herinnert ons liet Evangelie, zal ons daarbij behulp zaam zijo. »Ik heb medelijden met de schareDie woorden van liefde en barmhartigheid liggen nog immer op Zijn lippen terwijl Hij zittend aan de rechterhand des Vaders in den Hemel leeft om onze middelaar te zijo, terwijl Hij verborgen onder broodgedaantr zichzelven wegschenkt aan dienstknech heer- Nuttige lessen bevat het H. Evaogelii verder voor ons. Het voorbeeld van het volk dat onzei Heer gevolgd was, verdient vooreerst al onze aandacht. Deze vrome lieden verlieten hun huisgenooten en volgden den Zaligmaker verre weg in de woestijn om Zijn heilzame leer en Zijn onder richt te hooren. Hun ijver et achting voor het woord Gods groot, dat een driedaagsch onderricht hen niet vermoeide noch verdroot hoe wel zij gebrek aan levensmiddelen be gonnen te krijgen en in gevaar kwamen op den terugweg te bezwijken. Van zulke menschen kon de Zaligmaker zeggen«Zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid*. Zijn ook wij zoo ijverig in bet lezen en aanhooren van Gods woord Durven ook wij de gemakken van het huiselijk leven eens op te elferen en door eeD dtiedaagsche retraite ons met Jezus af te zonderen en ons te verzadigen aan de hemelsche goederen? Vervolgens, de Zaligmaker had mede lijden met de hongerige schare, doch daarbij liet Hij het niet. Het medelijden zette Hij om in de daadHij spijzigde bet volk op wonderbare wijze. Welk een schoon voorbeeld wederom lor ons. Men treft Christenen aan die medelijden betuigen over den nood lijdenden toestand van hun naasten, men hoort hen zuchten over het droevig lot der armen en ongelukkigen. Doch hierbij mogen ze het niet laten wij moeten Jezus navolgen en werken van barmhartigheid beoefenen, wij moeten middelen beramen om den noodlijdende bijstand te kunnen verleenen naar ons vermogen. Zoodanig was de raad, dien de oude Tobias aan zijn zoon gaf, zeggende: Mijn zoongeef van uw vermogen aalmoezen, keer uw gezicht nooit van eenig arm mensch af. Toon barmhartig heid op de wijze als gij in staat zijt. Hebt ge veel, geef veel, hebt ge weinig tracht nog van dat weinige iets te geven. Doen we dat opdat aan ons vervuld mogen worden 's Heeren woorden Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid erlangen. Lourdes. De merkwaardige genezing te Lour des, op 23 Juni j.l. van mejuffrouw Maria Heustchen uit Maastricht heeft onder het Nedeilar.dsche volk groote belangstelling gewekt. Deze belangstel, ling is alleszins gerechtvaardigd, indien zij na verloop van tijd door het Genees kundig Constatatiebureau van Lourdes erkend wordt als geschied op een wijze buiten en boven alle bekende natuur lijke oorzaken, dan zullen de geloovige katholieken er in zien een rcchtstreekscb ingrijpen van God in den loop der natuureen wonder. En het wonder, hoe middeleeuwsch dit woord ook moge klinken, blijft steeds, ook in onze verlichte eeuw, het groote bewijs dat er buiten en boven de natuurlijke orde een andere, hoogen orde bestaat, het bovennatuurlijke. Door deze gebeurtenis wordt dan t nieuwe bladzijde geschreven hedendaagsche hoofdstuk der christe lijke apologetiekLourdes. Voor ons land heeft deze gebeurK i nog een bijzondere waarde, Neder land wordt niet dikwijls vermeld in de geschiedenis der Lourdes-genezingen. In de kronieken der heiligdommen Lourdes vinden wij slechts twee vallen van cflicieel erkende genezingen ten gunste van Nederland, n.l. io 1882 de genezing van mej. Maria Vaessen uit Maastricht en eenige jaren later die scholastiek der Duitsche Je- suieten, toen gevestigd te Wijnandsrade, Joseph Schmidt. Mochten wij vroeger is de klacht hooren uiten, dat het moeilijk was dergelijke gevallen controleeren, thans, indien het geval OE betwistbaar blijkt, hebben ook wij io is midden een onwraakbare getuige in het bovennatuurlijke. In De Tijd beschreef Dr, Mouren, vele bizonderhrden. Zelf deelnemer de Lourdes-bedevaart, mocht dr. Mi het geheele gebeuren bijwonen hij had inzage van het geneeskundig attest, door de genezene naar Lourdes medegebrachthij was aanwezig bij het Innge verhoor, door de geneesheeren aan mej. Heusschen afgenomen minder dan 24 uren na hare genezingbij bij noteerde als secretaris alle bijzon derheden en vertaalde in het Fransch hel rapport, dat aan het Geneeskundig Bureau te Lourdes werd voorgelegd hij was aanwezig in het Bureau, waa gedurende anderhalf uur mej. H. door vijf-ien doctoren ondervraagd en on derzocht werdhij volgde haar op de terugreis en in het ouderlijk huis. Wil men het ziektebeeld in eenige woorden sameuvatlen, schreef dr. Mou ren, dan denkt men noodzakelijk aan een tuberculeus proces, dat io de lon gen begonnen, zich heeft voortgeplant io het buikvlies, het kniegewricht en de nieren. De tubcrculcusc buikvliesont- steking wns van het droge type, der wateizucht. De longtuberculose was in den loop der jaren veel verbeterd en mocht nu als genezen worden be. scbouwdde andere tuberculeuse ver schijnselen wareu echter nog steeds in 'oortgang en het was voor niemand, ink voor de zieke niet, een geheim, dat slechts een fatale rlloop binnen afzienbaren lijd te verwachten was, indien niet een wonder geschiedde. als ongeneeslijk verklaarde verkeert thans in goeden welstand. Binnenland Waterschappen. De Provinciale Staten van Utrecht hebben beraadslaagd over hel inge diende voorstel tot reorganisatie van een aantal waterschappen onder Hoog land, Bunschoten en Baarn, De commissie in wier handen bet voorstel werd gesteld, rapporteerde, dat tijdig was bekend gemaakt, dat voor belanghebbenden gelegenheid zou be staan, wenschen en bezwaren nader toe te lichten, op daartoe in Bunschoten en Hoogland te houden zittingen. VaD die gelegenheid werd ruim gebruik ge- Het op die zittingen verhandelde heeft de overtuiging gebracht, dat bij de be trokkenen geen werkelijke bedenkingen van waterstaatkundigen aard tegen de oprichting van één waterschap bestaan. De reden, waarom bedoeld voorstel tegenstand ontmoet, moet gezocht wor den in den wensch van de Hoogland sche ingelanden om, ten Banzieri van de bemaling, niet één waterschap met de Bunschotensche ingelanden te vor- Een lid der commissie was van mee ning, dat, ook al is het verzoek van ingelanden om twee waterschappen op te richten, waarlusschen de grens wordt gevormd door de gemeentegrens, niet voor inwilliging valbaar, toch zooveel mogelijk aan den wensch van de Hoog landers tegemoet moet worden geko men. Men had daarom liever gezien, dat het eerste plan van Ged. Si aten tot oprichting van twee waterschappi waarbij althans een deel van het gebied onder Hoogland in afzonderlijk scbapsverband wordt gebracht, aangehouden. De andere leden der commissie m oordeel, dat persoonlijke verhou dingen tusschen belanghebbenden bij beslissingen over indeeling in water- schapsverband geen gewicht in de schaal mogen leggen, doch dat daarbij Blleen waterstaatkundige belangen it king komen. Een punt van uitvoerige gedachten- wisseling vormde het voorstel om alle eigendommen van de op te heffen wa terschappen, te zamen met hunne onder houdsverplichtingen op het nieuwi terscbap te doen overgaan, zonder dat eeuige verrekening zoude plaatsvinden. Het voorstel door eenige waterschaps besturen gedaan, om zoodanigen over gang alleen ten aanzien van de onder houdsverplichtingen te doen plaats den, doch de eigendommen te li deeren en de opbreDgsl daarvan onder de tegenwoordige ingelanden te ver- deeleo, vond bij de commissie geen instemmiog, Door de belanghebbenden werd voorts betoogd, dat bij omslaght uiig naar de kadastrale grootte, ci van de betrokken gronden, in Duist- Nieuweland gelegen, welke uit hooger gelegen zandgronden bestaan, te belast zullen worden. De vraag, waar de zetel va waterschap gevestigd zal zijo, acht de commissie van weinig belang. Zij meent, dat op eenvoudige wijze eenigermale aan de tegen het voorstel van Ged. Staten geopperde bedenkingen tegemoet gekomen kan worden, door als plaats dien zetel Baarn aao te wijzeo, de behandeling io de Staten-ver gadering zeide de heer de Goeij, dat bet moeilijk zal zijo in éci waterschap bijeen te brengen twee soorten van menschen, spr. zou haast zeggen twee /an menschen. Het juiste stand punt is, indeeling ia twee waterschappen. Kan men dit niet voor vijf jaar pro- beeren Als er geen waterstaatkundig bezwaar is, waarom voldoet men voorloopig niet aao de wenschen betrokkenen Ged. Staten hebben hun aanvankelijk voorstel ingetrokken, dat men een gemeentegrens wilde door voeren, die geen waterstaatkundig be lang beeft. Een belangengemeenschap te stichten die de betrokkenen zelf niet wenschen •pr. niet verstandig. De heer Timmerman voelde, dat, eo zoo sterk aan die schei ding vasthoudt, men in de toekomst lit tot de noodzakelijke samenwerking geraken. Spr. gelooft, dat er nu moet worden doorgetast. Er zijn altijd bezwaren bij dergelijke samenvoegingen, maar als men onpartijdige ingewijden hoort, blijken de bezwaren in dit geval beteekenis. De heer Middelberg meent dat, als :n bevolking een bepaalde richting uit 'il, ger n adm n strat ef belaog voldoer de reden is om dat te weerstrevr De heer Suriog is van meening, dat men de persoonlijke verhoudingen niet mag verwaarloozen. Dit voorstel brengt personen bijeen, waarvan niet verwacht mag worden dat zij goed zullen samen werken. De waterstaatkundige belangen :ija voldoende verzekerd, mag men >m een administratief belang dat geeren De beer Frijda beveelt het voorstel in. Na de gehouden besprekingen, meent spr., dat het bevotkingsverschil tusschen Bunschoters en Hooglanders is overdreven. Een ernstiger zaak achtte spr. hel verschil in waarde van eigendommen. De beer Knigge herinnert standpunt van mr. Van Bolhuis, dat alleen noodgedwongen, in i hoogste noodzakclgkheid mag ingrijpt in de autonomie der waterscbappe Daarom is dit voorstel voor spr ^niet aanoeraelijk. Mr. Scborer meent, dal deze nood zakelijkheid van groot gewicht is voor streek. De ontwatering is hier van :r dan gewoon belang voor landbouw. Toen bet bemalingscontract tusschen de twee groepen in 1926 tot kwam was het voorstel van Ged. Staten eigenlijk in aanleg gegeven. Het is volkomen logiseb, dat meo er nu één waterschap van maakt. De auto- oomie van de waterschappen bestaat alleen in die mate, welke de Staten willen toelaten. Spr. herinnert aan enkele absurditeiten in het bestuur van dit complex. lu een der twee groepen zijo b.v. niet minder dan 66 bestuursfuncties Autonomie en historische wording zQo twee heilige buisjes, maar als hoe de belanghebbenden hier zich-zelf hebben benadeeld, komt men toe het voorstel van Ged. Staten toe te juichen. Om de persoonlgke in zichten van deze meoscheu, die hun eigen belangen al eeuwen zoo slecht hebben ingezien, zou men een eenheid, die Tn zich zelf goed is, en beantwoordt n de nieuwe opvattingen, niet willen n vaarden. De bezittingen, die de waterschappen hebben, zijn tenslotte uiet bestemd om de ingelanden cadeautjes te doen, maar eenvoudig om voor de watetkeering besteed te worden. Als deze water schappen zeggen»We willen auto- historisch blijven zoo beroerd zijne, dan acht spr. bet den plicht der Staten om dezen meoschen, die nog in kleine afmetingen eo grippeo leven, hun eigen belang leeren. De heer v. d. Hengel meent, dat de betrokkeoeo beter hebben gewild, i de bezwaren niet zoo gering aauslaao. Er wonen in Bunschoten brave menschen, maar het is een geïsoleerd land. Spr. ziet niet in dat men n' contractueel verbonden kon zijn eo tc verder twee waterschappen stichten. heer Mebius meent, dat de mi schen in de streek zelf niet weten i hel beste is. Niemand heeft priocipieele bezwaren legen eéa waterschap j te voeren. Er is hier in hoofdzaak het geding een antipathie tusschen Bunschoten en Hoogland. Vandaar de wensch der Hooglanders om de ge meentegrens als waterschapsgrens aan De Hooglanders willen graag koninkje spelen in eigen hu-s, men is :»d, dat Bunschoten den boven toon zal voereo. Niemand v loonen, dit de gemeentegreos beteekc- heeft als waterstaatkundige grens. Bovendien, er blijken legen twee water schappen nog meer bezwaren te zijn dan tegen één. De persoonlijke ver houdingen mogen geen invloed hebben op deze nieuwe indeeling en ook ten 'en van de persoonlijke eigeodom- dient 't persoonlijke belang voor het gemeenschappelijke te wijken. De heer H. W. L. de Beaufort lid van Ged. Staten, werpt eec geschiedenis dezer waterschappen. De geheele streek heeft thans belang bij drie groote waterwerken. I* recht van de ingelanden om daarom direct invloed te kunnen uitoefenen. Onder den bestaanden toestand kunnen dit niet. Het aanvankelijk voorstel Ged Staten, ingegeven door groote toegevendheid, ondervond reeds groote bestrijding bij de betrokkenen. Volgens Ged. Staten is er nu maar één weg: het vormen van één waterschap. Spr. alle bestuursleden in de water schappen gaarne hulde brengen, maar de zaken zullen toch beter geregeld worden door eeD, onafhankelijk, centraal gezag. We kunnen nu een waterstaat kundigen toestand scheppen die aan alle eischen voldoet. In stemming kwam toen art. 1 van het ODtwerp besluit behelzende het be- •luit tot stichting van één waterschap. Dit werd aangenomen met 27 tegen 8 stemmen. Tegen stemdenSuriog, De Wijckersloot, Koigge, Middelberg, Van Koetsveld, De Bruin, De Goey en van den Hengel. Met 20 tegen 13 stemmen werd ver worpen een amendement van v. d. Hengel, om in de reglements-bepalingen omtrent de verkiezing der heemraden en hoofdingelanden in de twee districten in te voegen de bepaling, dat men alleen gekozen kan worden in het dis trict waarin men bet meeste land heeft liggen. Het geheele ontwerp wordt tenslotte aangenomen met 23 tegen 11 nu stemden ook mr. de Vink, Smulders Van Spanje en van de Wuiff tegen. Chriitelijk Bestuur. Tijdens den Frieschen Landdag hield Mr. Baron van Wijnbergen een groote politieke rede, waaruit we het volgende aanhalen Wij hebben het algemeen kiesrecht. Welnu, laten wij ons best doen dat algemeen kiesrecht zóó te hanteeren, dat het de doorwerking der christelijke democratie op politiek terrein bevordere. En dat kan en dat zal gebeuren, het volk oproepen tot strijd, dien het begrijpt, en dien het daarom met enthousiasme medestiijdt. Wie op het volk doet neerkomen tn stortvloed van ingewikkelde pro blemen, voor de bestudeering van elk wellicht een geheel leven wordl gevraagd, bereikt, dat de politiek niel door 100 pet. maar door 5 pet. der kiezers gedreven wordt, gaat dus lijn recht in tegen de democratie. Wat echter verstaat de massa assa van hoog tot laag verstaat het, anneer men ze opwekt om mede werken, dat bij behandeling der v schillende vragen in onze politieke lichamea in de eerste plaats gevraagd wordt, of Gods Wil, Gods Wet te dien opzichte iets te zeggen heeft. Ten op zichte van Gezags uitoefening, Onder- 'ijs. Sociale zakeD, Huwelijk, Zedelijk heid, enz., kan dat gemakkelijk aan de nassa duidelijk worden gemaakt, zoo zal ook de meest eenvoudige goed kunnen beoordeelen, op bij stemmen moet, zal bij kunnen be oordeelen, wetend, waarom het gaat, personen den meesten waarborg bieden hel algemeen belaog te zullen dienen, gelijk dat naar christelgke be ginselen gediend worden moet. Op die wijze komt de christelijke democratie op politiek terrein tot verwezenlijking ter eere Gods, tot heil der Gemeenschap. Tevens wordt er voorkomen, dat de verkiezingsstrijd ontaart ii kwikkelijken personenstrijd. En ook dat daarom van zoo overgroot belang, 'ijl we door onze gedragingen in een verkiezingsjaar zoo'n heerlijke gelegen heid hebben onze katholieke landge- le laten zien, wat katholiek leven, wat katholiek handelen Of zal de een of ander soms durven beweren, dat, met alle erkenning het schoon verleden, voor de toekomst christelijke politiek minder noodig is Maar zijn dan de verschillende Pau selijke Encyclieken voor ons tinggevend meer? Wordt het telkens en telkens voorgehouden, dar, ril de wereld redding en uitkomst vio len, weer de christelijke beginselen ten rondslag moeten worden gelegd aan Wetgeviog en Staatsbes:uur. En zien wij ook in eigen land niet, dat het dringend noodig is Zeker, we kunnen wel met onver schilligheid voorbijgaan onder be merking, dat het communisme toch Dimmer vat op oos volk hebben zal de openlijke aansporingen tot verzet tegen de gestelde machten, die we ook op ons grondgebied vei echter tóó onschuldig der grondslagen der christelijke beschaving niet het monogame huwelijk, ien we dat monogame huwelijk niet den dag meer bedreigd Ia het dringend noodig, dat aan het toe nemend ecbtscheidingseuvel paal en perk worde gesteld Moet angst zich niet van ons meester maken, wanneer we zien hoe de onze delijkheid steeds meer weet door te dringen, onder de meest verfijnde vor- zich toegang weet te verschsffeD. al zijn we overtuigd, dat hier de wetgever slechts betrekkelgk weinig zal vermogen, moet dan niet toch het moge lijke gedaan en zal de openbare afkeuring van overheidswege ook van invloed kunnen zijn. Dankbaar zijn we voor onze Onder- ijs-wetgeving. Met trots en met vol doening geven we inlichtingen aan hen, die uit andere landen aan ons komen vragen: langs welken weg, met welke middelen we de resultaten wisten te verkiijgeD, die alom bewondering af dwingen. Maar is het dan niet bedroevend, dat ook onder de onzen er oog gevonden worden, die niet scbijoen te weten, dat op onderwas-gebied oog een en ander verkregen moet wordeo, en dat het eenmaal verkregeoe moet behouden, niet in de waagschaal mag worden ge steld. Och mocht men dit toch eeos onthouden en daarin krachtige aanspo ring vinden om aan te sturen op een christelijke Kegeering. Is het voorts niet ontstellend Ie ver- imen, welke geest wordt aangekweekt onder onze jeugd. Moge het een christelijke Overheid gegeven worden al het mogelijke aan te wenden, opdat de jeugd worde on derwezen iD de liefdeleer van het chris tendom. Vervolgens Wie het niet duidelijk mocht wezen, welke vraagstukken op lossing vragen in christelijken zin, denke de Sociale Wetgeving, cb, wat zoude het er anders uitzien op maatschappelijk gebied, als de chris telijke beginselen werden in praktijk gebracht, indien datgene, wat uit de christelijke beginselen moet voortvloeien de maatschappij bereiken kon. Men heeft echter de geleidingen verstopt, van vloeien is geen sprake meer. Langs kunstmatigen weg heeft de wetgever gepoogd het ontbrekende aan te vullen, en voorhands zal die toestand nog wel voortduren. Van groot belang is het dan echter duidelijk, dat grooten invloed daarop kuDOCD uitoefenen zij, die weten, wat het resultaat zou zijo, indien de uitvloeiselen der christelijke beginselen rechtstreeks de maatschappij ten goede zoude kunnen komeo. Electrische» ti6n geboden. Werk nooit aan voorwerpeD ot leidingen (inzetten van stoppen, repa- reerea van moeren e.d.), zoolang de hoofdschakelaar is ingeschakeld. t een melkkoker, water ketel of dergelijk toestel, terwijl het ingeschakeld is. 3. Schenk nooit uit 'n waterketel, melkkoker of dergelijk toestel, terwijl het ingeschakeld is. 4. Gebruik nooit snoeren, contact- stoppen of ander electrische apparaten, "e niet geheel in orde zijn. 5. Wanneer ge ook maar de minste prikkeling of schok gevoelt bij het bao- teeren van een electrisch toestel, die doet vermoeden, dat het apparaat onder spanning staat, waarschuw dan electricien, opdat deze bet toestel kan r Raak bij het in- of uitschroeven :en gloeilamp nooit aan de metalen huls van de lamp en kom bij bet in steken van een contactstop nooit aan de pennen. 7. Als ge nieuwe branders in een straalkachel wilt zetten, overtuig u dan, dat de contactstop uit de contactbus is gehaald, dus het geheele instrument stroomloos is. 8. Raak nooit onder spanning staande geleiders aan en wees vooral in voch tige omgeving (kelder, badkamer e.d.) voorzichtig met electrische toestellen of leidingen. 9. Draag zorg bij het schoonmaken, vooral met natte doeken, niet in de nabijheid van electrische toestellen te komen. 10. Kom vooral nooit aan onder toorn staande toestellen of blanke ge leidingen, terwijl ge met de andere band of eenig lichaamsdeel in contact zijt met de aardleiding van uw radio-toestel, met de water- of gasleiding of met hel telefoontoestel.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 1