Fa. DUIM BURGER SEIZOEN-OPRUIMING
Arnhemschew. 26
Dames Modezaak
DE EEMBODE
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken
Vrijdag 6 Juli 1928 No. 28
Twee en Veertigste Jaargang
Voor lederen jongen man, die niet
gedwongen is zijn brood zelf te ver
dienen, voel ik een groot medelijden.
Carnegie.
Epistel en Evangelie.
ZESDE ZONDAG NA PINKSTEREN.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de RomeinenVI, 311.
Broeders I Zoovelen wij gedoopt zijn
in Christus Jesus, zijn wij in zijnen dood
gedoopt. Door den doop immers zijn
wij met Hem mede begraven geworden
in den dood, opdat, gelijlr-Christus van
de dooden verrezen is door de heerlijk
heid des Vaders, ook wij alzoo in nieuw
heid van leven wandelen. Immers, iodieo
wij sameogewassen zijn door gelijkheid
aan zijnen dood, zullen wij het insge
lijks zijn aan zijne verrijzenis, dit wetende,
dat onze oude mensch mede gekruisigd
is, opdat het lichaam der zonde worde
te niet gedaan, en wij der zonde niet
meer zouden dienstbaar zijnwant die
gestorven is, is van zonde ontslagen.
Zijn wij nu met Christus gestorveD, wij
gelooven dat wij gelijkerwijze ook zullen
leven met Christus, daar wij weteD, dat
Christus, uit de dooden verrezen zijnde,
niet meer sterftde dood zal geen heer.
schappij meer voeren over Hem. Want
dat Hij der zonde stierf, stierf Hij één
maal doch dat Hij leelt, leeft Hij Gode.
Aldus ook gij, rekent gij u wel der
zonde gestorven, doch Gode levend te
zijn in Christus Jesus onzen Heer.
EVANGELIE
volgens den H. MarcusVIII, 19.
In dien tijd, toen er eene groote
schare bij Jesus was en zij niet te eten
hadden, riep Hij de leerlingen te
en sprak tot henIk heb medelijden
met de scharewant ziet, reeds drie
dagen lang zijn zij aanhoudend bij Mij,
en zij hebben niets te etenen zoo Ik
hen ongespijsd naar hun hl is laat gaan,
zullen zij op den weg bezwijken, want
eenigen van hen zijn van verre gekomen.
Zijne leerlingen nu antwoordden Hem:
Van waar zal iemand hen hier met
brooden kunnen verzadigen, in eene
woestijn? En Hij vroeg hen: hoeveel
brooden hebt gij Zij zeidenzeven.
En Hij beval aan de schare zich op
den grond neder te zetten. En de zeven
brooden nemend, dankte Hij en brak
en gaf ze aan zijne leerlingen, opdat
deze ze zouden voorzetten en zij zetten
ze der schare voor. Ook hadden zij;
eenige vischjesdeze zegende Hij ook
en beval ze voor te zetten. Zij nu aten
en werden verzadigd; en wal overge
schoten was van de brokken namen zij
op: zeven korven. Degenen nu, die
gegeten hadden, waren omtrent vier
duizend; en Hij liet hen vertrekken.
Liturgie.
Zesde Zondag na Pinksteren.
Terwijl het Epistel ons leert hoe wij,
Christenen, tol een nieuw leven berbo-
zijn toont ons de overige tekst J"
H. Mis, dat v
dit nieuwe leven
hoop op God mo
ons kan redden u
Het Doopsel,
Paulus, i
s den strijd, waartoe
>ns veiplicht, al onze
:ten stellen, die alleen
t alle gevaar,
zoo leert ons de H.
a g'»f wa<»'n wij met
Christus begraven worden om te ster
ven aan den ouden mensch d.i. aan de
zonde, en waaruit wij met Christus als
nieuwe menschen verrijzen begiftigd
met het leven der genade, dat in ons
onsterfelijk zal blijven zoolang wij met
Christus vereenigd blijven.
Hij, de Christus, zoo herinnert ons
liet Evangelie, zal ons daarbij behulp
zaam zijo. »Ik heb medelijden met de
schareDie woorden van liefde en
barmhartigheid liggen nog immer op
Zijn lippen terwijl Hij zittend aan de
rechterhand des Vaders in den Hemel
leeft om onze middelaar te zijo, terwijl
Hij verborgen onder broodgedaantr
zichzelven wegschenkt aan dienstknech
heer-
Nuttige lessen bevat het H. Evaogelii
verder voor ons.
Het voorbeeld van het volk dat onzei
Heer gevolgd was, verdient vooreerst
al onze aandacht. Deze vrome lieden
verlieten hun huisgenooten en volgden
den Zaligmaker verre weg in de woestijn
om Zijn heilzame leer en Zijn onder
richt te hooren. Hun ijver et
achting voor het woord Gods
groot, dat een driedaagsch onderricht
hen niet vermoeide noch verdroot hoe
wel zij gebrek aan levensmiddelen be
gonnen te krijgen en in gevaar kwamen
op den terugweg te bezwijken. Van
zulke menschen kon de Zaligmaker
zeggen«Zalig zij die hongeren en
dorsten naar de gerechtigheid*. Zijn
ook wij zoo ijverig in bet lezen en
aanhooren van Gods woord Durven
ook wij de gemakken van het huiselijk
leven eens op te elferen en door eeD
dtiedaagsche retraite ons met Jezus af
te zonderen en ons te verzadigen aan
de hemelsche goederen?
Vervolgens, de Zaligmaker had mede
lijden met de hongerige schare, doch
daarbij liet Hij het niet. Het medelijden
zette Hij om in de daadHij spijzigde
bet volk op wonderbare wijze.
Welk een schoon voorbeeld wederom
lor ons. Men treft Christenen aan die
medelijden betuigen over den nood
lijdenden toestand van hun naasten,
men hoort hen zuchten over het droevig
lot der armen en ongelukkigen. Doch
hierbij mogen ze het niet laten wij
moeten Jezus navolgen en werken van
barmhartigheid beoefenen, wij moeten
middelen beramen om den noodlijdende
bijstand te kunnen verleenen naar ons
vermogen. Zoodanig was de raad, dien
de oude Tobias aan zijn zoon gaf,
zeggende:
Mijn zoongeef van uw vermogen
aalmoezen, keer uw gezicht nooit van
eenig arm mensch af. Toon barmhartig
heid op de wijze als gij in staat zijt.
Hebt ge veel, geef veel, hebt ge weinig
tracht nog van dat weinige iets te geven.
Doen we dat opdat aan ons vervuld
mogen worden 's Heeren woorden
Zalig de barmhartigen, want zij zullen
barmhartigheid erlangen.
Lourdes.
De merkwaardige genezing te Lour
des, op 23 Juni j.l. van mejuffrouw
Maria Heustchen uit Maastricht heeft
onder het Nedeilar.dsche volk groote
belangstelling gewekt. Deze belangstel,
ling is alleszins gerechtvaardigd, indien
zij na verloop van tijd door het Genees
kundig Constatatiebureau van Lourdes
erkend wordt als geschied op een wijze
buiten en boven alle bekende natuur
lijke oorzaken, dan zullen de geloovige
katholieken er in zien een rcchtstreekscb
ingrijpen van God in den loop der
natuureen wonder.
En het wonder, hoe middeleeuwsch
dit woord ook moge klinken, blijft
steeds, ook in onze verlichte eeuw, het
groote bewijs dat er buiten en boven
de natuurlijke orde een andere, hoogen
orde bestaat, het bovennatuurlijke. Door
deze gebeurtenis wordt dan t
nieuwe bladzijde geschreven
hedendaagsche hoofdstuk der christe
lijke apologetiekLourdes.
Voor ons land heeft deze gebeurK
i nog een bijzondere waarde, Neder
land wordt niet dikwijls vermeld in de
geschiedenis der Lourdes-genezingen.
In de kronieken der heiligdommen
Lourdes vinden wij slechts twee
vallen van cflicieel erkende genezingen
ten gunste van Nederland, n.l. io 1882
de genezing van mej. Maria Vaessen
uit Maastricht en eenige jaren later die
scholastiek der Duitsche Je-
suieten, toen gevestigd te Wijnandsrade,
Joseph Schmidt. Mochten wij vroeger
is de klacht hooren uiten, dat het
moeilijk was dergelijke gevallen
controleeren, thans, indien het geval
OE betwistbaar blijkt, hebben ook wij io
is midden een onwraakbare getuige
in het bovennatuurlijke.
In De Tijd beschreef Dr, Mouren,
vele bizonderhrden. Zelf deelnemer
de Lourdes-bedevaart, mocht dr. Mi
het geheele gebeuren bijwonen
hij had inzage van het geneeskundig
attest, door de genezene naar Lourdes
medegebrachthij was aanwezig bij het
Innge verhoor, door de geneesheeren
aan mej. Heusschen afgenomen minder
dan 24 uren na hare genezingbij
bij noteerde als secretaris alle bijzon
derheden en vertaalde in het Fransch
hel rapport, dat aan het Geneeskundig
Bureau te Lourdes werd voorgelegd
hij was aanwezig in het Bureau, waa
gedurende anderhalf uur mej. H. door
vijf-ien doctoren ondervraagd en on
derzocht werdhij volgde haar op de
terugreis en in het ouderlijk huis.
Wil men het ziektebeeld in eenige
woorden sameuvatlen, schreef dr. Mou
ren, dan denkt men noodzakelijk aan
een tuberculeus proces, dat io de lon
gen begonnen, zich heeft voortgeplant
io het buikvlies, het kniegewricht en de
nieren. De tubcrculcusc buikvliesont-
steking wns van het droge type,
der wateizucht. De longtuberculose was
in den loop der jaren veel verbeterd
en mocht nu als genezen worden be.
scbouwdde andere tuberculeuse ver
schijnselen wareu echter nog steeds in
'oortgang en het was voor niemand,
ink voor de zieke niet, een geheim,
dat slechts een fatale rlloop binnen
afzienbaren lijd te verwachten was,
indien niet een wonder geschiedde.
als ongeneeslijk verklaarde
verkeert thans in goeden welstand.
Binnenland
Waterschappen.
De Provinciale Staten van Utrecht
hebben beraadslaagd over hel inge
diende voorstel tot reorganisatie van
een aantal waterschappen onder Hoog
land, Bunschoten en Baarn,
De commissie in wier handen bet
voorstel werd gesteld, rapporteerde, dat
tijdig was bekend gemaakt, dat voor
belanghebbenden gelegenheid zou be
staan, wenschen en bezwaren nader
toe te lichten, op daartoe in Bunschoten
en Hoogland te houden zittingen. VaD
die gelegenheid werd ruim gebruik ge-
Het op die zittingen verhandelde heeft
de overtuiging gebracht, dat bij de be
trokkenen geen werkelijke bedenkingen
van waterstaatkundigen aard tegen de
oprichting van één waterschap bestaan.
De reden, waarom bedoeld voorstel
tegenstand ontmoet, moet gezocht wor
den in den wensch van de Hoogland
sche ingelanden om, ten Banzieri van
de bemaling, niet één waterschap met
de Bunschotensche ingelanden te vor-
Een lid der commissie was van mee
ning, dat, ook al is het verzoek van
ingelanden om twee waterschappen op
te richten, waarlusschen de grens wordt
gevormd door de gemeentegrens, niet
voor inwilliging valbaar, toch zooveel
mogelijk aan den wensch van de Hoog
landers tegemoet moet worden geko
men. Men had daarom liever gezien,
dat het eerste plan van Ged. Si aten
tot oprichting van twee waterschappi
waarbij althans een deel van het gebied
onder Hoogland in afzonderlijk
scbapsverband wordt gebracht,
aangehouden.
De andere leden der commissie
m oordeel, dat persoonlijke verhou
dingen tusschen belanghebbenden bij
beslissingen over indeeling in water-
schapsverband geen gewicht in de schaal
mogen leggen, doch dat daarbij Blleen
waterstaatkundige belangen it
king komen.
Een punt van uitvoerige gedachten-
wisseling vormde het voorstel om alle
eigendommen van de op te heffen wa
terschappen, te zamen met hunne onder
houdsverplichtingen op het nieuwi
terscbap te doen overgaan, zonder dat
eeuige verrekening zoude plaatsvinden.
Het voorstel door eenige waterschaps
besturen gedaan, om zoodanigen over
gang alleen ten aanzien van de onder
houdsverplichtingen te doen plaats
den, doch de eigendommen te li
deeren en de opbreDgsl daarvan onder
de tegenwoordige ingelanden te ver-
deeleo, vond bij de commissie geen
instemmiog,
Door de belanghebbenden werd voorts
betoogd, dat bij omslaght uiig
naar de kadastrale grootte, ci
van de betrokken gronden, in Duist-
Nieuweland gelegen, welke uit hooger
gelegen zandgronden bestaan, te
belast zullen worden.
De vraag, waar de zetel va
waterschap gevestigd zal zijo, acht de
commissie van weinig belang. Zij meent,
dat op eenvoudige wijze eenigermale
aan de tegen het voorstel van Ged.
Staten geopperde bedenkingen tegemoet
gekomen kan worden, door als plaats
dien zetel Baarn aao te wijzeo,
de behandeling io de Staten-ver
gadering zeide de heer de Goeij, dat
bet moeilijk zal zijo in éci waterschap
bijeen te brengen twee soorten van
menschen, spr. zou haast zeggen twee
/an menschen. Het juiste stand
punt is, indeeling ia twee waterschappen.
Kan men dit niet voor vijf jaar pro-
beeren Als er geen waterstaatkundig
bezwaar is, waarom voldoet men
voorloopig niet aao de wenschen
betrokkenen Ged. Staten hebben hun
aanvankelijk voorstel ingetrokken,
dat men een gemeentegrens wilde door
voeren, die geen waterstaatkundig be
lang beeft.
Een belangengemeenschap te stichten
die de betrokkenen zelf niet wenschen
•pr. niet verstandig.
De heer Timmerman voelde, dat,
eo zoo sterk aan die schei
ding vasthoudt, men in de toekomst
lit tot de noodzakelijke samenwerking
geraken. Spr. gelooft, dat er nu
moet worden doorgetast. Er zijn altijd
bezwaren bij dergelijke samenvoegingen,
maar als men onpartijdige ingewijden
hoort, blijken de bezwaren in dit geval
beteekenis.
De heer Middelberg meent dat, als
:n bevolking een bepaalde richting uit
'il, ger n adm n strat ef belaog voldoer de
reden is om dat te weerstrevr
De heer Suriog is van meening, dat
men de persoonlijke verhoudingen niet
mag verwaarloozen. Dit voorstel brengt
personen bijeen, waarvan niet verwacht
mag worden dat zij goed zullen samen
werken. De waterstaatkundige belangen
:ija voldoende verzekerd, mag men
>m een administratief belang dat
geeren
De beer Frijda beveelt het voorstel
in. Na de gehouden besprekingen,
meent spr., dat het bevotkingsverschil
tusschen Bunschoters en Hooglanders
is overdreven. Een ernstiger zaak
achtte spr. hel verschil in waarde van
eigendommen.
De beer Knigge herinnert
standpunt van mr. Van Bolhuis, dat
alleen noodgedwongen, in i
hoogste noodzakclgkheid mag ingrijpt
in de autonomie der waterscbappe
Daarom is dit voorstel voor spr ^niet
aanoeraelijk.
Mr. Scborer meent, dal deze nood
zakelijkheid van groot gewicht is voor
streek. De ontwatering is hier van
:r dan gewoon belang voor
landbouw. Toen bet bemalingscontract
tusschen de twee groepen in 1926 tot
kwam was het voorstel van Ged.
Staten eigenlijk in aanleg gegeven. Het
is volkomen logiseb, dat meo er nu
één waterschap van maakt. De auto-
oomie van de waterschappen bestaat
alleen in die mate, welke de Staten
willen toelaten. Spr. herinnert aan enkele
absurditeiten in het bestuur van dit
complex. lu een der twee groepen zijo
b.v. niet minder dan 66 bestuursfuncties
Autonomie en historische wording zQo
twee heilige buisjes, maar als
hoe de belanghebbenden hier
zich-zelf hebben benadeeld, komt men
toe het voorstel van Ged. Staten
toe te juichen. Om de persoonlgke in
zichten van deze meoscheu, die hun
eigen belangen al eeuwen zoo slecht
hebben ingezien, zou men een eenheid,
die Tn zich zelf goed is, en beantwoordt
n de nieuwe opvattingen, niet willen
n vaarden.
De bezittingen, die de waterschappen
hebben, zijn tenslotte uiet bestemd om
de ingelanden cadeautjes te doen, maar
eenvoudig om voor de watetkeering
besteed te worden. Als deze water
schappen zeggen»We willen auto-
historisch blijven zoo beroerd
zijne, dan acht spr. bet den
plicht der Staten om dezen meoschen,
die nog in kleine afmetingen eo
grippeo leven, hun eigen belang
leeren.
De heer v. d. Hengel meent, dat de
betrokkeoeo beter hebben gewild,
i de bezwaren niet zoo gering
aauslaao. Er wonen in Bunschoten brave
menschen, maar het is een geïsoleerd
land. Spr. ziet niet in dat men n'
contractueel verbonden kon zijn eo tc
verder twee waterschappen stichten.
heer Mebius meent, dat de mi
schen in de streek zelf niet weten i
hel beste is. Niemand heeft priocipieele
bezwaren legen eéa waterschap
j te voeren. Er is hier in hoofdzaak
het geding een antipathie tusschen
Bunschoten en Hoogland. Vandaar de
wensch der Hooglanders om de ge
meentegrens als waterschapsgrens aan
De Hooglanders willen graag
koninkje spelen in eigen hu-s, men is
:»d, dat Bunschoten den boven
toon zal voereo. Niemand v
loonen, dit de gemeentegreos beteekc-
heeft als waterstaatkundige grens.
Bovendien, er blijken legen twee water
schappen nog meer bezwaren te zijn
dan tegen één. De persoonlijke ver
houdingen mogen geen invloed hebben
op deze nieuwe indeeling en ook ten
'en van de persoonlijke eigeodom-
dient 't persoonlijke belang voor
het gemeenschappelijke te wijken.
De heer H. W. L. de Beaufort lid
van Ged. Staten, werpt eec
geschiedenis dezer waterschappen. De
geheele streek heeft thans belang bij
drie groote waterwerken. I*
recht van de ingelanden om daarom
direct invloed te kunnen uitoefenen.
Onder den bestaanden toestand kunnen
dit niet. Het aanvankelijk voorstel
Ged Staten, ingegeven door groote
toegevendheid, ondervond reeds groote
bestrijding bij de betrokkenen. Volgens
Ged. Staten is er nu maar één weg:
het vormen van één waterschap. Spr.
alle bestuursleden in de water
schappen gaarne hulde brengen, maar
de zaken zullen toch beter geregeld
worden door eeD, onafhankelijk, centraal
gezag. We kunnen nu een waterstaat
kundigen toestand scheppen die aan
alle eischen voldoet.
In stemming kwam toen art. 1 van
het ODtwerp besluit behelzende het be-
•luit tot stichting van één waterschap.
Dit werd aangenomen met 27 tegen 8
stemmen. Tegen stemdenSuriog, De
Wijckersloot, Koigge, Middelberg, Van
Koetsveld, De Bruin, De Goey en van
den Hengel.
Met 20 tegen 13 stemmen werd ver
worpen een amendement van v. d.
Hengel, om in de reglements-bepalingen
omtrent de verkiezing der heemraden
en hoofdingelanden in de twee districten
in te voegen de bepaling, dat men
alleen gekozen kan worden in het dis
trict waarin men bet meeste land heeft
liggen.
Het geheele ontwerp wordt tenslotte
aangenomen met 23 tegen 11
nu stemden ook mr. de Vink, Smulders
Van Spanje en van de Wuiff tegen.
Chriitelijk Bestuur.
Tijdens den Frieschen Landdag hield
Mr. Baron van Wijnbergen een groote
politieke rede, waaruit we het volgende
aanhalen
Wij hebben het algemeen kiesrecht.
Welnu, laten wij ons best doen dat
algemeen kiesrecht zóó te hanteeren,
dat het de doorwerking der christelijke
democratie op politiek terrein bevordere.
En dat kan en dat zal gebeuren,
het volk oproepen tot
strijd, dien het begrijpt, en dien het
daarom met enthousiasme medestiijdt.
Wie op het volk doet neerkomen
tn stortvloed van ingewikkelde pro
blemen, voor de bestudeering van elk
wellicht een geheel leven wordl
gevraagd, bereikt, dat de politiek niel
door 100 pet. maar door 5 pet. der
kiezers gedreven wordt, gaat dus lijn
recht in tegen de democratie.
Wat echter verstaat de massa
assa van hoog tot laag verstaat het,
anneer men ze opwekt om mede
werken, dat bij behandeling der v
schillende vragen in onze politieke
lichamea in de eerste plaats gevraagd
wordt, of Gods Wil, Gods Wet te dien
opzichte iets te zeggen heeft. Ten op
zichte van Gezags uitoefening, Onder-
'ijs. Sociale zakeD, Huwelijk, Zedelijk
heid, enz., kan dat gemakkelijk aan de
nassa duidelijk worden gemaakt,
zoo zal ook de meest eenvoudige
goed kunnen beoordeelen, op
bij stemmen moet, zal bij kunnen be
oordeelen, wetend, waarom het gaat,
personen den meesten waarborg
bieden hel algemeen belaog te zullen
dienen, gelijk dat naar christelgke be
ginselen gediend worden moet. Op die
wijze komt de christelijke democratie
op politiek terrein tot verwezenlijking
ter eere Gods, tot heil der Gemeenschap.
Tevens wordt er voorkomen, dat de
verkiezingsstrijd ontaart ii
kwikkelijken personenstrijd. En ook dat
daarom van zoo overgroot belang,
'ijl we door onze gedragingen in een
verkiezingsjaar zoo'n heerlijke gelegen
heid hebben onze katholieke landge-
le laten zien, wat katholiek
leven, wat katholiek handelen
Of zal de een of ander soms durven
beweren, dat, met alle erkenning
het schoon verleden, voor de toekomst
christelijke politiek minder noodig is
Maar zijn dan de verschillende Pau
selijke Encyclieken voor ons
tinggevend meer? Wordt het
telkens en telkens voorgehouden, dar,
ril de wereld redding en uitkomst vio
len, weer de christelijke beginselen ten
rondslag moeten worden gelegd aan
Wetgeviog en Staatsbes:uur.
En zien wij ook in eigen land niet,
dat het dringend noodig is
Zeker, we kunnen wel met onver
schilligheid voorbijgaan onder be
merking, dat het communisme toch
Dimmer vat op oos volk hebben zal
de openlijke aansporingen tot verzet
tegen de gestelde machten, die we ook
op ons grondgebied vei
echter tóó onschuldig
der grondslagen der christelijke
beschaving niet het monogame huwelijk,
ien we dat monogame huwelijk niet
den dag meer bedreigd Ia het
dringend noodig, dat aan het toe
nemend ecbtscheidingseuvel paal en
perk worde gesteld
Moet angst zich niet van ons meester
maken, wanneer we zien hoe de onze
delijkheid steeds meer weet door te
dringen, onder de meest verfijnde vor-
zich toegang weet te verschsffeD.
al zijn we overtuigd, dat hier de
wetgever slechts betrekkelgk weinig zal
vermogen, moet dan niet toch het moge
lijke gedaan en zal de openbare afkeuring
van overheidswege ook van invloed
kunnen zijn.
Dankbaar zijn we voor onze Onder-
ijs-wetgeving. Met trots en met vol
doening geven we inlichtingen aan hen,
die uit andere landen aan ons komen
vragen: langs welken weg, met welke
middelen we de resultaten wisten te
verkiijgeD, die alom bewondering af
dwingen.
Maar is het dan niet bedroevend, dat
ook onder de onzen er oog gevonden
worden, die niet scbijoen te weten, dat
op onderwas-gebied oog een en ander
verkregen moet wordeo, en dat het
eenmaal verkregeoe moet behouden,
niet in de waagschaal mag worden ge
steld. Och mocht men dit toch eeos
onthouden en daarin krachtige aanspo
ring vinden om aan te sturen op een
christelijke Kegeering.
Is het voorts niet ontstellend Ie ver-
imen, welke geest wordt aangekweekt
onder onze jeugd.
Moge het een christelijke Overheid
gegeven worden al het mogelijke aan
te wenden, opdat de jeugd worde on
derwezen iD de liefdeleer van het chris
tendom.
Vervolgens Wie het niet duidelijk
mocht wezen, welke vraagstukken op
lossing vragen in christelijken zin, denke
de Sociale Wetgeving,
cb, wat zoude het er anders uitzien
op maatschappelijk gebied, als de chris
telijke beginselen werden in praktijk
gebracht, indien datgene, wat uit de
christelijke beginselen moet voortvloeien
de maatschappij bereiken kon. Men heeft
echter de geleidingen verstopt, van
vloeien is geen sprake meer. Langs
kunstmatigen weg heeft de wetgever
gepoogd het ontbrekende aan te vullen,
en voorhands zal die toestand nog wel
voortduren. Van groot belang is het
dan echter duidelijk, dat grooten invloed
daarop kuDOCD uitoefenen zij, die weten,
wat het resultaat zou zijo, indien de
uitvloeiselen der christelijke beginselen
rechtstreeks de maatschappij ten goede
zoude kunnen komeo.
Electrische» ti6n geboden.
Werk nooit aan voorwerpeD ot
leidingen (inzetten van stoppen, repa-
reerea van moeren e.d.), zoolang de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
t een melkkoker, water
ketel of dergelijk toestel, terwijl het
ingeschakeld is.
3. Schenk nooit uit 'n waterketel,
melkkoker of dergelijk toestel, terwijl
het ingeschakeld is.
4. Gebruik nooit snoeren, contact-
stoppen of ander electrische apparaten,
"e niet geheel in orde zijn.
5. Wanneer ge ook maar de minste
prikkeling of schok gevoelt bij het bao-
teeren van een electrisch toestel, die
doet vermoeden, dat het apparaat
onder spanning staat, waarschuw dan
electricien, opdat deze bet toestel
kan r
Raak bij het in- of uitschroeven
:en gloeilamp nooit aan de metalen
huls van de lamp en kom bij bet in
steken van een contactstop nooit aan
de pennen.
7. Als ge nieuwe branders in een
straalkachel wilt zetten, overtuig u dan,
dat de contactstop uit de contactbus
is gehaald, dus het geheele instrument
stroomloos is.
8. Raak nooit onder spanning staande
geleiders aan en wees vooral in voch
tige omgeving (kelder, badkamer e.d.)
voorzichtig met electrische toestellen
of leidingen.
9. Draag zorg bij het schoonmaken,
vooral met natte doeken, niet in de
nabijheid van electrische toestellen te
komen.
10. Kom vooral nooit aan onder
toorn staande toestellen of blanke ge
leidingen, terwijl ge met de andere band
of eenig lichaamsdeel in contact zijt
met de aardleiding van uw radio-toestel,
met de water- of gasleiding of met hel
telefoontoestel.