N.V. Middenstands-Bank H. ELZENAAR Bel dan op No. 42 DE EEMBODE Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken Dinsdag 2 Oct 1928 No. 53 Twee en Veertigste Jaargang Abonnementen kunnen elke week Ingaan, doch opzegging van abonne ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Pr(|s per 3 maanden 11.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke nummers 10 ct KANTOOR: LANOEQRACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314 DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG AdvertentlCn 25 cl per regel. Billijke tarieven voor handel en njverheld bij geregeld adverteeren. Advertentlên moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeeid Te fandelen en daarna Ie weifelen, is erger dan heelemaal niet te handelen. October Rozenkransmaand. Sedert Leo XIII, die de «paus der werklieden», maar ook wel >de paus van den rosenkrani» genoemd wordt, -^October heeft iogeiteld als de maand •llksrin wij Maria vooral vereeren door 'St apeciale gebed, wordt in de geheele Katholieke Kerk dagelijks, een geheele maand lang, onder uitatelliog vsd het H. Sacrament in monatrana, de rozen- krans, met de litanie van Maria en het gebed tot den H. Jozef gebeden. De rozenkrana ia niet ingeateld, maar langzamerhand ontataan en gegroeid. Reeds in de 13e eeuw bestond het gebruik van meerdere Weei-gegroeteD achter elkaar te bidden. De H, Ber- nardus en de H. Dominicus verspreidden toen de devotie tot Maria, en de Domi nicanen rijn altijd de »Maria-orde« ge- Zij hebben later ook den rozenkrans, die, zooals wij hem nu kennen, dateert van de 15e eeuw, zoo populair gemaakt. Door het herhalen van hetzelfde ge bedje, wordt de rozenkrans dikwijls saai gevonden. Maar dan bidt men den rozenkrans niet goed. Het beste is, bij ieder tientje een der geheimen te over- Ook kan men bij elk tientje een aparte intentie noemen. Wij kunnen God immers alles vragen, ook onze gewone dagelijksche zorgen en moei lijkheden aan Hem kenbaar maken en wanneer wij, terwijl onze lippen het zelfde smeekgebed steeds maar herhaleD, in ons hart God en Maria om troost of uitkomat of raad vragen, dan zullen we zelf ondervinden hoe machtig dat aan Maria zoo aangename gebed Is. Katholieken leert Esperanto! De wereld-oorlog heeft het geweten van het menachdom geducht wakker geschud. Hij beeft ona duidelijk laten zien, waarheen de nationaliatiche af scheiding der volkeren in de eeuw der techniek, noodzakelijk leiden moet. Het ia een eisch des tijds, dat er tusschen de staten en volken onderling en ook boveo hen, een rechtsorde geschapen wordt, die op vaste en stevige grond slagen rust. Wij Katholieken uit alle landen, die ledematen zijn van één lichaam, die in onze Kerk de eerste grootste en voor naamste »Ioternationale« hebben, zijn ook wij niet door de nationalistische afscheiding zoozeer van elkaar ver vreemd geworden, dat wij maar weinig van elkaar weten, eD dat het ons zoo moeilijk wordt, over de geheele wereld saamhoorig te blijven. Hoe weinig lijn wij, Katholieken, op bet gebied van het praclische leven een weikelijk internationale gemeenschap I Hoe zwaar hebben onze internatio nale vereenigirgen te kampen, om nog maar hun bestaan te verzekeren. Hoe weinig is b.v. aan ons, Nederlandsche Katholieken, de ware toestand onzer Geloofsgenooten in andere landen be kend! Hoe lang heeft het geduurd, eet wij ons voor den verschrikkelijken toe stand der M« x'kaanrche Katholieken, die toch reeds tientallen van jaren aan de hevigste vervolgingen blootgesteld waren, belangstelling en medelijden toonden Hoe kan zoo iets plaats hebben'.. De Katholieken van alle landen hebben te weinig verbinding met elkaar, hebben ook te weinig middelen om die verbinding daar te stellen. Het bezwaar ligt grootendeels daarin, dat de Katholieken van alle landen niet in staat zijn zich rechtstreeks ten op zichte van elkaar uit te spreken, dat hun ook in hooge mate de mogelijk heid ontbreekt eikaars tijdschriften en boeken te lezen. Als een schier on overkomelijke hinderpaal staat tusschen hen de verscheidenheid der talep. De Katholieke Kerk heeft in haar Liturgie, en in de Theologie, een gemeenschap pelijke taal (het Latijn), het Katho lieke Volk beeft geen gemeenschappe lijke taal meer I In de Middeleeuwen, toen het Chris telijke Westen nog één cultureele en godsdienstige eenheid vormde, was er ook één gemeenschappelijke cultuur taal het Latija. Die godsdienstige eenheid ging ver loren, de taaleenheid werd verstoord door den machtigen groei der nationale tslen. Het Latijn behield, afgezien van de Kerkelijke Liturgie en Theologie, slechts waarde voor archec logische en philologische doeleinden in het prac- tiscbe leven was het nog goed genoeg in de Linnaeus nomenklatuur en op de etiketten der apotheken den rol van cataloogtaai te vervullen. Wij hebben echter voor het verkeer tusschen de volken en voor hun onderling begtijpen dringend eea gemeenschappelijke taal noodig, WA4r aie te halen Ie. Een herleving van het Latijn, in dien men dit al zou willen beproeven, kan niet veel baten. Sedert eeuwen toch heeft het Latijn alle verband met het leven verloren en is het een doodc taal geworden. Indien men de onderbroken ontwik keling dier taal heden kunstmatig zou willen aanvullen, zou waarschijnlijk een nieuwe taal te voorschijn treden. Wegens de groote moeilijkheid om he aan te leeren, beantwoordt het Latiji ook niet aan de behoefte van onzen tegenwoordigen tijd. Wie van de velen, die zich vele jaren lang op een Gym nasium of andere Ooderwijsiorichtiog wekelijks zes uren of langer op Latijr toelegde, is in staat om over een een voudig onderwerp, zich vloeiend uitti drukken f De ontwikkeling der massr de vorming der leiders volgen^ in ten tijd ook heel andere sociologische wetten, dan zulks in de middeleeuwen het geval was. De frissche waardevolle krachten, die voor alles, ook voor de internationale samenwerking onontbeer lijk zijn, komen immers grootendeels van beneden, uit de breede lagen der arbeiders, uit het proletariaat. Ook sg hebben voor het internationaal verkeer :n gemakkelijke en eenvoudige hulp al noodig. 2. De invoering eener nationale taal als internationale hulptaal zou op on overkoombare moeilijkheden stuiten. Het vc lk, wiens taal tot wereldtaal zou verheven worden, zou daardoor zulke groote economische, cultureele en ten slotte ook politieke voordeelen ten op zichte van alle andere volken bekomeo, dat de drang naar zelfbehoud en ont wikkeling der volken, zich tegen die vrijwillige onderwerping aan de wereld heerschappij van één volk, zou moeten 3. Er is nog een derde mogelijkheid Esperanto I Hel is een door dr. Zamethof te Warschau kunstmatig geschapen taal, en róó gemakkelijk, dat zij voor ieder- eer, ook voor hen die niet taalkundig onderlegd zijn, aan te leeren is. Men heeft gezegd, dat Esperanto zich tot de nationale talen verhoudt als een automobiel tot een rijpaard, of als een kunstig aangelegd kanaal tot een over heg en steg in grillige krommingen daarheen stroomende rivier. Een kanaal is minder romantisch daa een livier, voor bevloeiïag en voor scheep vaart even nuttig, dikwijls zelfs nuttiger. Esperanto ia ook in katholieke krin gen op veel plaatsen binnengedrongen. Toch is het gebruik bij ons nog lang niet zoo menigvuldig als in andere Esperanto is uit en op zich zelf noch katholiek, noch communistisch het is een even neutrale zaak als de boek drukkunst, of de film, of de radioen het kan evenzoo aan de macht der boozen als aan die der goeden dienst baar gemaakt worden. Laten wij het in onsen dienst nemen en laten wij het voordeel van dit nuttig verkeersmiddel tegenstanders over, i als wij zoolang de pers en de film anderen overgelaten hebben. Laten wij, Esperanto gebruikenlaten wij door Esperanto heipen, aan wijdere kringen onder de Katholieken van alle landen de mogelijkheid van internationaal be grijpen en samenwerking verschaffen, laten wij daardoor de groote katho lieke actie dienen. Het gebruik van Esperanto en zijn practisch nut zijn heden reeds zeer be duidend. Zij zijn nog niet zoo groot als wij het voor onze zaak zouden wenscheo. Het gaat met dit verkeersmiddel als met de telefoon. Zoolang maar weinig) menschen (het waren echter de meest vooruitstrevendeD) met de telefoon wa ren aangesloten, was het practisch nul betrekkei ijk gering; met elke nieuwe aansluiting werd het echter grooter. Schaft ook gij, die een vérziend en roruitstrevend mensch wilt zijn, zulk aansluiting aan bij die groote later- dJ. bekwaamheid in het lezen, schreven en spreken in Esperanto. Het tweede is een bew§«, dat men bekwaam is om als leeraar in Esperanto op te treden. Sluit U allen aao bij den Nederl. Kath, Esperantistenbond, dan ontvangt U Iedere maand het tijdschrift «Neder- landa kotoliko»dan blijft U van alles op de hoogte wat de Esperantc-bewe ging betreft. Wij hopen nu iedereen voldoende te hebben iogelichtmocht men echter onverhoopt nog nadere inlichtingen wanschen, dan zijn wij hiertoe bereid. Ter aansporing laten wij nu nog even andvre personen aan het woord. »Ik zie in Esperanto een waardevol middel tot bawaring der eenheid onder de Katholieken der geheele wereld», Paus Pius X. «Esperanto gebruiken ten dienste der verbreiding van het Evangelie» Paus Pius XI. 'd. Piffl, Vorst-Aartsbisschop van Vfeenen. -Esperanto van Dr. Zamenhof zal i de Kerk groote diensten bewijzen», Kard. van Rossum, prefect der Propa- FRATER WIGBERTUS VAN ZON. Pensionaat St. Cornelius, Reuse!. nationale Katholieke beweging door., Esperanto 1 De gelegenheid hiervoor wordt U eer aangeboden door den Schriftelijken Cursus van Nijmegen, die slechts drie gulden kost. Men ontvangt wekelijks één les en de cursus duurt zes maan den. De vorige jaren hebben duizenden dien cursus met succes gevolgd. Men geve zich spoedig op aan het secreta- 'iat: Hugo de Grootstr. 35, Nijmegen. Ieder jaar is er tweemaal gelegenheid n examen te makep, telkens voor Diploma A en Diploma B. Het eerste i bewijs van Lingva Kapableco, voor Amersfoort en Omstreken AMERSFOORT. Lange Gracht no. 4 - Telefoon no. 304 Deskundige voorlichting bij den aan- en verkoop van Effecten Verhuring van Lips safe-loketten Verzilveren van coupons Handelscredieten Incasseeringen Spaar-deposito's rente 4 pet. bij voorkeur, denk maar aan kruideniers politiek gold voor iemand, asn wiens kennis, kunde, scherpsinnigheid, wakker heid geen hooge elscbeo, misschien zelfs in het geheel geen eischen behoefden te worden gesteld, Welke opleiding bad bij trouwens gehad, waaruit had sijn vootbereiding bestaan, hoe hield hij zich op de hoogte van de ontwikkeling van zijn vak, van nieuwe vindingen en vondstenwat wist bij van economie, economische aard rijkskunde en zooveel meer En thans? De leden van den handeldrijvenden en niet minder die van den induztriéelen middenstand hebben een opleiding ont vangen die bij bun vak hoort, het zijn pientere lui eD harde werkers. Vraagt men mij, hoe de vethouding tusschen middenstand en pers kan wor den verbeterd, dan moet lk antwoorden bet niet te weten, vermits, zoo ver ik het kan beootdeeien, die vethouding Kantoorboekhandel Kantoormeubelen Schrijfmachines Langestraat 84 Telef. 528 Speciaal adres voor Uw Kantoor- School-, Schrijf- en Teekenbenoo- digdheden. - Advertentie-Bureau De Middenstand en de Pers. Ik zal niet beginnen met te zeggeD, dat de middenstand de ruggegraat van de Maatschappij is, om de eenvoudige reden dat het mij moeilijk valt, de Maat schappij met het menschelijke lichaam vergelijkend, precies te determineeren, welk deel aan dezen, wtlk aan dien stand beantwoordt. men wil immers met alle standen goede vrienden bijven als men de beste deelen beeft toegekend of weggeschonken, dan schieten de min- orname of nobele voor de andereo wat dezen op hun beurt niet prettig vinden. Laat ik dus leggen, dat de mid stand onmisbaar is, eu dat hij te meer onmisbaar zal zijn naarmate bij zich onontbeerlijk weet te maken. De positie vau den middenstand hangt, stellig voor een groot deel, van hem zelf af. Al zijn we nog niet geheel de periode intgroeid, dat, om een leekenend woord van den te vroeg ontslapen socioloog coDOom J. F. Vlekke te bezigen, winkel ontstond, als een roode zak doek en eeo gerookte bokking voor hel raam werden gehangen, we zijn toch, bij vroeger vergeleken, veel vooruit- gegaao. Eeo wiokelier kruidenier, zei men En de steun aan de katholieke pers den vorm van advertenties f Natuurlijk *jjn advertenties e< voor de pers, in desen sin dat geen enkel blad advertenties kan ontberen, wil het sich op een commercieele basis handhaven. Maar de middenstand en de midden stander adverteeren niet om de pers te steunen, doch omdat zij dit in het be lang van hun bedrijf achtenadver- eren ia geen werk van liefdadigheid aar een wetk van koopmanschap. En als, wat voorkomt, katholieke middenstaodets wel in «neutrale» libe rale en ook is. maar katholieke voorbijgaaD, dan malden zij sich aan deze misvatting schuldig, dat zij de beteekenis vau de katholieke pers onderschatten, wat slechts op schade voor hen zelf kan neerkomen. of ipdivldueele katholieke mid denstanders te kort schieten in hetgeen xij uit het oogpunt van zakenbelaug behoorden te doen, voor de katholieke pers kan dit nooit aanleiding of reden tijo om tegenover den R. K. midden stand en de R. K. middeostandsbe- weging een ander standpunt dan dat in sympathie en waatdeeting in te :men. Van één zaak is onse pers ten volle overtuigddat, welken stand het ook geldt, organisatie, en voor katholieken dus katholieke organisatie, noodxakc- Hebt U een Taxi of auto noodig Amersfoort. Tijk is. - Zoodat mijn besluit, in o ing daarmee, geen ander dan dit kan zijn: katholieke middenstanders in het Aartsbisdom, die tot dusver verxuimdet u te organiseeren, sluit u aan bij de plaatselijke afdeeling van de Hanxe. Doet het, niet teo pleiziere van desen of geenen, maar in het welbegrepen belang van u zelf en van uw stand. J. B. VESTERS, Vooizitter de Nederlandsche R. K. Journalisten-Vereenigiog, Amersfoort De Bond van Melkveehouders heeft door de hooge xulvelwaarde genood zaakt, de melkprijs Maandag 1 October net 1 cent per liter verhoogd. De directie van de Cinema Royal verzocht ons mede te deelen, dat in de tweede helft vau October de bekende Ben Hur Alm wederom vertoond zal worden. De openiogs-slipjacht van de Kon. Nederl. Jachtvereeniging, zal gehouden worden op Donderdag 4 October a.s. Om 2 uur 's middags vindt de meet plaats bij hotel Oud Leusden. Het eind punt is bepaald bij de Vlasakkers (pl.m. half vier). Uit droeve dagen. „Waar?" „Gij weet, dat ik gedurende mijn verblijf te Luik met mijn broeder An- toine op de drukkerij gewerkt heb van Bassompierre. Bij gebreke aan iets anders moet ik dus dat handwerk wel weder opvatten. Ik ben aangenomen bij Marandan, bij het kerkhof Saint- André-des Arls." „Waar denkf gij aan? Hij drukt voot de slechte zaak; hij is een volbloed Jacobijn." „Ik weet het, maar ik verkeer niet in hetzelfde geval als gij. Onze waarde meester heeft voor u gezorgd en gi had buitendien nog wat overgespaan zoowel als mejuffrouw Gessier. Ik heb eenvoudig een trimester loon vooruit gekregen, waarvan mij twee derden ontstolen zijn geworden. O! ik weet wel, dat ik het recht niet heb mij te beklagen. Gij waart oude vertrouwde bedienden en ik eenvoudig lakei... In alle gevallen mijn geld is op wil geen andere dienst dan bi. adclijke familie. Tot dusverre heb ik niets gevonden. Ziedaar waarom ik in afwachting weder de ietterhaak ga opnemen.' „Ga niet naar Maradan, mijn jongen, gij zoudt daar moeten werken aan dingen, die met uw geweten in strijd zijn. Heb nog wat geduld. Ik zal mijn best doen u een geschikte betrekking te bezorgen en, ziedaar, neem dit van een vriend aan." Zoo sprekende haalde de goede grijsaard een paar louis d'or uit zijn zak en drukte ze Paschal in de hand, wiens oogen schitterden en die zich uitputte in dankbetuigingen. „Gij hebt zooeven van uw broeder gesproken," ging Gessier voori, „is hij nog ailijd in het land van Luik?" „Reed» sinds langer dan zes maanden heb ik geen tijding van hem gehad." ,Wat deed hij inden iaatslen lijd?' ,Well hij werkte, schreef hij mij,en was geheel en al op den goeden weg teruggekeurd te meer daar niemand ginds kennis droeg van zijne deeling tot de galeien." „Het doet mij genoegen zulks te ver nemen; want als de kerel de gaven, waarvan hij te Parijs blijk heeft ge geven, ten goede aanwendt, kan hij het nog ver brengen in de wereld." II. Op hetzelfde oogenblik stond mejuf frouw Gessier op en ging naar de ideur. „Waar gaat gij heen, Jeanne vroeg haar man. „Mij dunkt dat ik den klopper op de buitendeur gehoord heb." „Uw oor zal gesuisd hebben. Er kan ons niemand op dit jjur willen be zoeken." „Luister." Er viel niet aan te twijfelen, men klopte op de buitendeur, bescheiden weliswaar, doch zeer duidelijk. De goede vrouw was bleek en beefde als een riet. „Mijn hemel!" sprak zij, „wat inag dat wezen? Zou men ons komen ge vangen nemen omdat wij bij adellijken gediend hebben, die uitgeweken zijn?" ,-,Wees toch niet bevreesd, Jeanne, wij zijn in alle gevallen zonder schuld.,, En buitendien, de handlangers van de Commune gaan in hunne huiszoekingen niet zoo zacht te werk. Wij zullen eens gaan zien, wat het is." Hij nam de lamp en ging heen. In het voorvertrek gekomen vroeg hij, daar men opnieuw klopte, wie er was. Het antwoord, dat hij ontving, ont lokte hem een kreet van verrassing en hij haastte zich de deur te openen met eene hand, welke van onlroering beefde. Hij stond tegenover een rijzigen man, gekleed in een verkleurden en morsi- gen kiel, een gemeen lakenschen pet en dikken rood katoenen doek om den hals. Hij droeg lange lederen slobkou sen en hield een knoestigen stok in de hand, waarvan het ondereinde in een zweep eindigde. Hij geleek dan ook sprekend een voerman of een beesten- kooper. Nauwelijks had Gessier hem in het gelaat gezien, of hij riep uit: „Hoel mijnheer de graaf, zijl gij het dus werkelijk!... Gij te Parijs?... Maar wat hebt gij u goed vermomd! Het is onmogelijk u Ie herkennen en als ik uwe stem niet gehoord had, ware ik een van den eersten bedrogenen." „Mijn trouwe Gessier," antwoordde de man, die als graaf aangesproken was geworden, „ik moet u spreken., Gij moet mij een grooten dienst be wijzen... Maar wat hoor ik in de achter kamer? Er is daar een man?1' „Wees gerust, mijnheer de graaf, het is Paschal Louhau, uw lakei, die niet minder aan u verknocht is da.i ik." „Denkt gij dat? Overigens zijt gij volkomen in de gelegenheid om zijne gevoelens te kennen." „Hij zou voor u door een vuur loo- pen, daar sta ik voor in. Hij heeft ge weend toe hij u en de gravin met hare beide kinderen zag vertrekken. „Hij spreekt nimmer van u zonder aandoe- ziet er zoo uitlokkend uit, dat ik er ning... Oa toch binnen, wat ik u bidden mij wel eens gaarne aan vergasten mag." wilde." „Jeanne", sprak Gessier, toen hij de kamer even verlaten had en zijn vrouw, getrouw aan de oude traditiën, zich wel gewacht had te verlaten om te luisteren, „Jeanne, ik stel u iemand voor, dien gij u gelukkig zult achten weder te zien, daar ben ik zeker van." Mejuffrouw Gessier boog voor den vreemdeling en beschouwde hem nieuwsgierig. „Wat", vroeg de man, herkent gij mijnheer niet? Gij ook niet, Paschal?" De beider gevraagden antwoordden ontkennend. „lk had het u wel gezegd, mijnheer de graaf, dat gij geheel onkenbaar waart." „Genadige hemel!" riep de vrouw, de handen ineenslaande, uit, „wat, zijt gij het, mijnheer de graaf?... Welk een geluk en welk eene eer u weder te zien en dat nog wel in ons huis." De ex-lakei had het stilzwijgen be waard. Hij scheen met zijne gedachter op een andere plaats te verwijten. „lk ben getroffen door uwe ontvangst, mijne goede Jeanne," antwoordde de {raaf. „Maar ik bezwijk bijkans van onger en dorst «i die schapenbout In een oogwenk stond er een bord i een flesch wijn voor hem en begon hij met graagte te eten en te drinken. Zonder pet en ontdaan van zijn dik ken halsdoek zag hij er geheel anders uit. Hij scheen ongeveer dertig jaar en had een bijzonder schoon en voor naam gelaat, waarop vastberadenheid en geestkracht te lezen stonden. Toen hij zijn eenvoudig maal ge ëindigd had, waaronder de drie aan wezige personen een eerbiedig zwijgen bewaard hadden, strekte hij zich in zijn leuningstoel uit en vlug volgender- wijze aan: III. „Gij kunt wel begrijpen, mijne vrien den, dat alleen redenen van het groot ste belang mij naar Parijs voeten, daar, bij ontdekking, mijn leven ge vaar loopt. Ik kom regelrecht uit de stad Luxemburg, waar ik tevergeefs getracht heb mijn voormaligen gene raal, den heer de Lafayette, die daar gevangen zit, te spreken. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 1