|.BUNNIK(SZONEN Electro Techn. Bur. F. H. Lomans HOUTHANDEL Het vertrouwdste adres J. J. Smit, Krommestr. 25 Klompen Velo-Naaimachines Boreas Fornuizen B. C. OVERMARS ARNHEMSCHEWEG Boter - Comestibles - Veriche Eleien 9'/» ct- SOESTERWEO 1110 HET OUDE STATION AMERSFOORT ZAGERIJ, SCHAVERIJ en TIMMERFABRIEK Oroote voorraad hout ook intrlplez, scherp concureercnd. voor Bedden, Dekéhs, Ledikanten, Matrassen, enz. is bij GERARD J. A. VOS Bloemendalschestraat 1 - Telefoon 606 Heeft U last van rheumallek, probeert dan onze echte Rheumstiek-Bsal. Succes verzekerd Alleenvertegenwoordiger voor Amersfoort en Omstreken Utrechtschestraat 15 Telefoon no. 483 GEKARND Ifl DE BLUE-BAND FABRIEKEN Goudsmid en Gediplom. Horlogemaker Ruime keuze Horloges en Kettingen in goud, zilver, doublé en nikkel. Klokken met pracht slagwerken als Bimbam en Westminster. Fantasie en gewone Wekkers. Zoomede alle artikelen in goud en zilver. Zeer voordeelige aanbieding in gouden Fantasie-, Zegel- en Verlovings-Ringen Uitsluitend le kwaliteit Voordeeligste prijzen A.C. Beijer, Amersfoort TIMMERMAN EN AANNEMER Electrische Houtbewerking Telefoon 370 Fabriek en Werkplaats Bleekerstraat SOLIEDE UITVOERING van alle tim mer- en metselwerk, zoowel burger- werk ais nieuwbouw. Steeds voorradig eigen gemaakte Wilgen en Peppelen Scherp concurreerende prijzen G. SCHIMMEL VIJVER 10, nabij den Hof, A'foort a Contant en in Huur Verkoopdepót: VELO Wischmichini Mnluiipiij Kampstraat 21, Amersfoort Uit het Verleden. Een burgemeester van Amsterdam had eens 36 stedelijke raden aan tafel genoodigd en deed bij die gelegenheid zijn gasten als eerste gerecht alleen stokvisch en haring voorzetten. Toen werd afgenomen vonden de aanzittenden onder hun bord een brief je. dat aanduidde, hoe hunne vaderen bij het gebruik van deze spijzen rijk wa ren geworden. Het tweede gerecht bestond uit gro ve gebraden vleeschsoorten. Nadat de overblijfselen hiervan weggenomen wa ren vond men een ander papier, waarop te lezen stond, dat de voorouders der aanwezigen bij dit voedsel hun welvaart behouden hadden. Het derde gerecht eindelijk bestond uit lekkernijen, fijn gevogelte, kostbaar wild en uitgezochte garouts. maar een derde biljet waarschuwde de gasten, dat dit voedsel onvermijdelijk de ge zondheid en het vermogen der burgci Hoe meer ik de figuur van dezen Am- stcrdamschen regent der 17c eeuw schouw, hoe meer ik het betreuren r dat zij reeds ongeveer 250 jaar van 't tooneel dezer wereld verdwenen is. want een man als deze, niet ran zijn tijd. maar staande boven zijn tijd, zulk een man zou waarschijnlijk de roeping in zich gevoeld hebben, zich met geheel zijn persoon, met geheel zijn invloed geven aan de oplossing van het groc vraagstuk, waaraan op 't oogenbiik de schranderste geesten hun krachten be proeven. en. diep doordrongen van de waarheid, dat alleen een matig volk een rijk en gelukkig volk kan worden, zou hij, meer nog dan tegen de overdaad in spijs, zijn stem verheven hebben tegen dc overdaad in drank, die volgens een der grootste mannen der pas afgcloopcn eeuw „meer onheil heeft gesticht dan oorlog, pest'en hongersnood te zamen." ,.Hct gevolg eemer duchtige beoefening der geschiedenis" aldus Dr. Doo- renbos „moet zijn: ons te stemmen tot opgeruimdheid, ons te leeren door de nevelen heen te zien. opdat, hoe duister het ook om ons heen moge zijn. het geloof aan de toekomst ons niet ontglippe". Het gebruik en daarmee het misbruik van bedwelmende dranken klimt op tot de alleroudste tijden. De H. Schrift stelt ons verscheiden gevallen van dronken schap voor en de ongewijde geschiede nis spreekt zóó herhaaldelijk en zóó al gemeen van dit euvel, dat men wel ge noodzaakt is aan te nemen, dat geen enkel volk van deze uitspatting vrij is gebleven. Allerminst de bewoners dezer lan den! Verklaart Tacitus niet. dat het on der dc Batavieren geen schande was dag en nacht met drinken door te bren gen en dat zij veel lichter door dezen harstocht overwonnen werden dan door de wapenen? Het Christendom, dat onmatigheid spijs en drank als zonde veroordeelde en den menschen leerde, hoe men door onthouding en versterving het Opper wezen welgevallig kon worden, heeft natuurlijk ook in dit opzicht gestreefd naar verzachting der ruwe heidensche zeden, maar nimmer schijnt het diep vastgewortelde denkbeeld geheel uitge roeid, dat men te hooger stond in man nenkracht en mannenaard. naarmate men grooter hoeveelheid gerste- of druivcnat verzwelgen kon. 't Baatte Karei den Groote weinig, krachtige wetten te hebben gesteld te gen de dronkenschap, daar die jlcr Kerk machteloos bleken: het kwaad zat te diep en nimmer verloochende zich aan een feestmaal de Germaanschc aard. waar het gold de voorliefde voor een hartigen dronk. In dc 13e eeuw schijnt het gebrek van enkelen reeds meer en meer een volks-ondeugd te zijn geworden, die niet naliet een vcrderfelijken invloed uit te oefenen op de openbare zedelijkheid. Waren nu niet langer dc edelen, die zich binnen de wanden hunner kastee- Ien en dus nog niet zoozeer tot publieke ergernis in brasserij en overdaad te bui ten gingen. Slechte voorbeelden van bo ven werken altijd met een meer dan ge wone kracht en dc navolging zoekt im mer haar model voorbij te streven; we zien nu zelfs badstoven opgericht als een soort van algemeenen haard, waar bij mannen en vrouwen, dikwijls in ge meenschappelijke lokaliteiten, zich voor geld komen warmen, ontspannen, be drinken. We ontmoeten hier-alreeds een tref fende gelijkenis met de herbergen, ciëteiten, drank- en danshuizen van zen tijd! Ook het gebruik om elkander aan fel toe te drinken en alzoo tot weder- drinken te noodzaken komt meer meer in zwang en allerlei drinkleu: worden verzonnen, waarop men v plicht is bescheid te doen. wil men wijn of het bier niet over het lijf gego- Maximiliaan. in 1482 tot ruwaard de zer landen aangesteld en in 1494 tot keizer van Duitschlnnd verklaard, kan zich met deze onhebbelijke gebruiken moeilijk vercenigcn en dringt bij de hem omringende vorsten en grooten aan om ze. ieder voor zich en oude." de zijnen, te keer te gaan, en zij verbinden zich daartoe maar onder ééne voorwaar de: dat zij, wanneer zij zich in de oude drinklanden, de Nederlanden, bevin den, aan hun belofte niet zullen gebon den zijn .maar mee mogen toedrinken zoowel onder als na den maaltijd De heeren wilden dus wel aan drank bestrijding doen. maarenfin, 't was r „tout commes chez nous". Hoe zulke maaltijden afliepen is niet toeilijk te raden. De gasten zwaaiden den regel niet voor het ochtend-ha- engekraai naar hun woning en kwa- len wel eens in 't geheel niet voor den volgenden dag thuis om de eenvoudige reden, dat hun toestand volkomen ge lijk was aan dien van graaf Henries gast Van Brederode op het Huis te Kleef „in de Pinxter heylige dagen, anno 1566" „die droncken was ende lach ende sliep." „Onze zestiende-ccuwers", aldus de schrijver van „Ons Voorgeslacht", „wa ren (nog) kloeke, wakkere mannen, maar zij betrouwden daar bij den beker maar wat al te zeer op." En nu meene men niet. dat deze nei ging om zich aan den drank te buiten te gaan vooral eigen was aan den altijd nog min of meer ruwen, vfecht- en roof zieken adel, die zijn halve leven in het vel ddoorbracht, of aan zijn volgelingen, de half-barbaarsche krijgsknechten; ook de hooger ontwikkelden, zij die in wetenschap of kunst hun roem zochten, hadden zich er evenmin geheel vrij van gehouden. Karei van Mander, de schilder, die ook de pen wist te voeren, verhaalt van een broeder in de kunst, mee Frans Floris, die in de gehcele Neder landen. zoo boven als beneden de Scliel- de. als een ongemeen sterk drinker maard stond en eenmaal tot een kamp uitgedaagd werd door zes befaamde drinkebroers, die daarvoor expresselijk van Brussel naar Antwerpen waren overgekomen. Hij dronk in korten tijd vijf van hen onder dc tafel en dc zesde zou denzclfdcn weg gegaan zijn, indien hij niet bijtijds de vlag gestreken had. Vóór de overwinmar te paard steeg deed hij nog een kan Rijnwijn tappen, die hij in dc hand nam en, ten blijkc. van zijn groote zwelgkunst. op één been staande, zijn kampioen in ééne teu- ge toebracht. Dat het hier vertoonde stuk er een as. waarvoor een niet zeer dorstig paard zou blijven staan, zal u duidelijk worden, als gij weet, dat een gewoon mensch vaak beide handen noodig had zulke kannen aan den mond te bren gen. De geleerde wereld achtte het al even- in beneden zich haar wijsheid nu en dan te begraven in de kan en dat wel bij gelegenheden en onder omstandig heden, die allesbehalve een hoogen dunk geven van de kiesche opvattingen in deze kringen. Het dagboek van een professor, datcerend uit het laatst der 16e eeuw, deelt ons daarvan staaltjes mee, die werkelijk teekenen. We lezen daar, hoe zijne hoogge leerde den 21 Juni 1593 verblijd werd met de geboorte van een dochtertje en hoe deze heuglijke gebeurtenis twee da gen later gevierd werd met een geboor- tcmaal. waaraan genoodigd werden vier leden der bedeesde kunne, die met pro fessor's commensalen „lustig feest heb ben gehouden." Deze commensalen, die bij profes sor's vrouw in de menage waren om manlicfs ontoereikende inkomsten te vergrooten, iets wat tegenwoordig al leen voorkomt bij dc minder bezoldigde leeraren aan middelbare en hoofden van lagere scholen, verschijnen elf dagen later nogmaals ten tooneele. Het met zooveel vreugd verwelkom de kindje stierf namelijk na weinige da gen en het gebruik des tijds vergde, hoe ongepast ook. een lijkmaal. als blijkt uit de aantcekening in het dagboek: „4 Juli 1593 verzocht ik ter maaltijd neef Van Reijd met neef Gallus enz. Ook onze commensalen zaten mede aan en vervrolijkten allen door wijn en geestig onderhoud." Wij vinden niet vermeld, of de be droefde vader dien tijd op zijn studeer kamer of in dc collegezaal heeft doorge bracht en er is dus volstrekt geen reden om te veronderstellen, dat hij niet van de ..vroolijke" partij is geweest. Behalve geboorte- en doodmalen be hoorden tot de gewoonten dier dagen nog kraammalen. doopmalen. bruilofs- malcn. buurmalen, bouwmalen. verhuis- malcn. verzocnmalen, afschcids-, we derkomst- en welkomstmaeln, jokmalcn. kermismalen, tiendmalen. gerechtsma- len enz. cnz„ en bij al die gelegenheden werd het wijn- of biervat maar al te duchtig aangesproken. Bij zooveel oefening kon het niet mis- n, of dc burgers der „oude drinklan- in staat blijven hun ouden zwelg-roem bij voortduring te handhaven. Of de herbergen daar wél bij voe ren? Maar al te zeer, want de afstand tusschen de bras- en slemppartijen on der eigen dak en die in de kroeg is niet meer dan een stap. Zoo wordt de uit huizigheid meer en meer algemeen on der alle standen der maatschappij en zoekt men niet langer zijn vermaak in den gezelligen kout om eigen haard, maar in de luidruchtigheid der taveer nen. waar men, behalve met drinken, met dobbelen, dansen en spelen den tijd doorbrengt. En komt dc kermis in 't land. dan wordt eerst recht de ongebondenheid ten troon verheven. Dan is het beza digde deel der burgerij dagen lang ge noodzaakt zich te ergeren aan dc wal gelijkste publieke losbandigheid en dc licderlljkste beestachtigheid, waarbij vergeleken een oud-Bataafschc zwelg partij een modeste tijdpassecring zou mogen hcctcn. Wat dunkt u. als we eens een kijkje namen op een kermisterrein van die da gen? We zouden een gids kunnen kie zen. die.er blijkbaar bijzonder op thuis- is. ik bedoel den zeventiende-ecuwsche dichter Rotgans, die zoo n „volksfeest' in al zijn geuren en kleuren en nog wel in poëzie, zooals 't heet, beschreven heeft. Ik vrees evenwel, dat op dit uit stapje dc kieschheid van sommigen on- u onaangenaam zou worden aangc- n en geef dus liever in overweging af te keeren van deze tooneclen van dronkenschap en wellust, die maar al te levendig worden afgeschilderd. Gij zult er slechts bij winnen, want straks gaan wij in beter gezelschap, dat van een adellijk cicerone, een man van groo te geleerdheid en fijne beschaving, een negentiende-eeuwsche kermis zien en ik verzeker u. deze geeft haar voorgang sters in geen enkel opzicht iets toe, over treft ze zelfs in meer dan één. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 5