Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
STER-TABAK
Advertenliën 26 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adver-
leeren. Advertenliën moeten Dinsdag en Vrijdag
vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd.
De Cembode
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden
voor den aanvang van «en nieuw kwartaal. Ib-gs
per 8 maanden f 1.00. Builen Amersfoort f 1.10
Kantoor en Drukkerij Langegricht 28 te Amersfoort - Telefoon 314
Drie en veertigste Jaargang
Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234
Vrijdag 28 Juni 1929 - No. 26
Kunnen de meesten van ons niet
waarheid getuigen: „Ik heb meer
gehad met mijzelf dan met Iemand
anders dien ik ooit ontmoette?"
Epistel en Evangelie.
Zesde Zondag na Pinksteren.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Romeinen; VI, 3 11.
Broeders! Zoovelen wij gedoopt zijn
in Christus Jezus, zijn wij in zijnen
dood gedoopt. Door den doop immers
zijn wij met Hem mede begraven ge
worden in den dood, opdat, gelijk
Christus van de dooden verrezen is
door de heerlijkheid des Vaders, ook
wij alzoo in nieuwheid van leven wan
delen. Immers, indien wij samenge-
wassen zijn door gelijkheid aan zijnen
dood, zullen wij het insgelijks zijn aan
zijne verrijzenis, dit wetende, dat onze
oude mensch mede gekruisigd is, opdat
het lichaam der zonde worde te niet
gedaan, en wij der zonde niet meer
zouden dienstbaar zijn; want die ge
storven is, is van zonde ontslagen. Zijn
wij nu met Christus gestorven, wij ge-
looven dat wij gelijkerwijze ook zullen
leven met Christus, daar wij weten,
dat Christus, uit de dooden verrezen
zijnde, niet meer sterft; de dood zal
geen heerschappij meer voeren over
Hem. Want dat Hij der zonde stierf,
stierf Hij éénmaal; doch dat Hij leeft,
leeft Hij Gode. Aldus ook gij, rekent
gij u wel der zonde gestorven, doch
Oode levend te zijn in Christus Jezus
onzen Heer.
EVANGELIE
volgens den H. Marcus; VIII, 1 9.
In dien tijd, toen er eene groote
schare bij Jezus was en zij niet te eten
hadden, riep Hij de leerlingen te zamen
en sprak tot hen: Ik heb medelijden
met de schare; want ziet, reeds drie
dagen lang zijn zij aanhoudend bij Mij,
en zij hebben niets te eten; en zoo lk
hen ongespijsd naar hun huis laat gaan,
zullen zij op den weg bezwijken, want
eenigen van hen zijn van verre geko
men. Zijne leerlingen nu antwoordden
Hem: Van waar zal iemand hen hier
met brooden kunnen verzadigen, in
eene woestijn? En Hij vroeg henhoe
veel brooden hebt gij? Zij zeiden:
zeven. En Hij beval aan de schare zich
op den grond neder te zetten. En de
zeven brooden nemend, dankte Hij en
brak en gaf ze aan zijne leerlingen,
opdat deze ze zouden voorzetten; en
zij zetten ze der schare voor. Ook
hadden zij eenige vischjes; deze ze
gende Hij ook en beval ze voor te
zetten. Zij nu aten en werden verza
digd; en wat overgeschoten was van
de brokken namen zij op: zeven kor
ven. Degenen nu, die gegeten hadden,
waren omtrent vier duizend; en Hij liet
hen vertrekken.
Liturgische Kalender.
Week van 30 Juni-6 Juli.
Zondag 30 Juni. 6e Zondag na Pink
steren, Tijdeigen, Mis Dominus, 2e geb.
H. Paulus, 3e H. Petrus, 4e Oct. St.
Jan, Prefatie H. Drievuldigheid.
Maandag 1 Juli. II. Bloed des Hee-
ren, 2e geb. Octaafdag St. Jan, Credo.
al A
Prefatie van IteJ H. Kruis.
Dinsdag 2. O. L. V. Visitatie, 2e geb.
H.H. Processus, enz. Credo. Prefatie
H. Maagd.
Woensdag 3. H. Leo II, 2e geb. Oct.
H.H. Petrus en Paulus, 3e Concede.
Credo, Pref. v. d. Apost., laatste Evang.
uit de Mis van 4 juli.
Donderdag 4. Overbrenging H. Mar-
tlnus, Nederl.. 2e gebed v. h. Octaaf
Petrus en Paulus.
Vrijdag 5. H. Antonius Maria Zac-
caria, 2e geb. v. h. Octaaf, Credo. Pref.
d. Apostelen.
Zaterdag 6. Octaafdag H.H. Petrus
en Paulus, Credo, Pref. v. Apostelen.
Evangelie verklaring.
Zesde Zondag na Pinksteren.
Het H. Evangelie van dezen Zondag
behoeft weinig verklaring. Trachlen wij
er eenige heilzame lessen uit te trekken,
Het voorbeeld van het volk, dat
Onzen Heer gevolgd was, verdient al
onze aandacht. Deze vrome lieden ver
lieten hun huisgenooten en volgden
den Zaligmaker verre weg in de woes
tijn om Zijn heilzame leer en Zijn
onderricht te hooren. Hun ijver en hun
achting voor het Woord Oods was zóó
groot dat een driedaagsch onderricht
hen niet vermoeide noch verdroot,
hoewel ze gebrek aan levensmiddelen
begonnen te krijgen en in gevaar
kwamen op den terugweg te bezwij
ken. Achten ook Wij het Woord Gods
zoo hoog?
Hebben ook wij dat heilig verlan
gen het Woord Gods te vernemen
hetzij door het lezen der H. Schrift
hetzij door het bijwonen van de pre-
dicatie of het Christelijk onderricht?
Heeft Jesus zelf niet geklaagd dat zoo-
velen het Woord Gods veronachtza
men? Denken we maar eens aan het
zaad dat op de rots en langs den
weg of tusschen de doornen viel.
Hoeveel moeite geeft men zich om
aardsche wijsheid en wetenschap te
verwerven, terwijl men totaal onkundig
blijft aangaande geopenbaarde wijsheid
en wetenschap Gods.
Jesus, door medelijden met die vrome
lieden bewogen, vond in Zijn alwijze
voorzienigheid en goddelijke almacht
het middel om de hongerigen te spijzen.
Niet alleen had Jesus medelijden met
den noodlijdenden toestand van die
menschen; Hij beraamde ook een
middel om hun bijstand te verleenen.
Doen ook wij zóó. Toon uw barm
hartigheid door uw medelijden te be
tuigen wanneer uw evenmensch in
nood verkeer». Maar wij moeten het
daar niet bij laten, ook wij moeten
middelen beramen om onzen daadwer
kelijken bijstand en hulp te verleenen,
voorzoover wij daartoe in staat zijn.
Zoodanig was de raad, dien de oude
Tobias aan zijn zoon gaf, zeidende:
„Mijn Zoon! geef van uw vermogen
aalmoezen; keer uw aangezicht nooit
van een arm inensch af, toon barm
hartigheid op de wijze als gij in staat
zijt". Ook de kleine liefdedienst, dié
een minvermogende uit een welmee-
nend hart aan de armen of behoeftigen
bewijst, zal hem bij God in de hemel
als een groote aalmoes toegerekend
worden; immers Jesus verklaarde van
de arme weduwe, die van haar geringe
penningen In de offer
vorpen dat zij meer ge
in de andere, waaronde
daan had dan
zeker rijken waren, die groote offers
daarin geworpen hadden.
De Verlosser.
De goddelijke zending van Christus
blijkt meer dan duidelijk én
uit de voorspellingen der profeten, èn
uit de weergalooze heiligheid van zijn
leven, in uit de bovenmenschelijke
verhevenheid van zijn teer, èn vooral
door de tallooze wonderen van Hem
en zijn leerlingen
De wonderen zijn als het ware Gods
zegelen handschrift.' het zijn absoluut
zekere, voor alle menschen begrijpe
lijke teekenen der goddelijke Open
baring, omdat zij de tusschenkomst
eener goddelijke almacht duidelijk be
wijzen.
Niet iedere gebeurtenis, waarvan wij
de oorzaak niet kennen, is daarom
reeds een wonder. Wonderen zijn
buitengewone, zinnelijk waarneembare
werken, die niet door natuurkrachten,
maar alleen door de bovennatuurlijke
macht van God kunnen gewrocht wor
den. Gelijk een wijs vorst goede gron
den kan hebben, om bij uitzondering
in den gang der straffende gerechtig
heid in te grijpen, zoo kan ook God
in zijn wijsheid reden hebben, in enkele
gevallen bij uitzondering in te grijpen
in de door Hem gewilde natuurlijke
orde.
Maar kunnen wij ooit dergelijke god
delijke werking als zoodanig erkennen
Zonder twijfel; want wij kennen de
natuurkrachten voldoende, om in vele
bepaalde gevallen te weten, wat ze
niet in staat zijn uit te werken. .Gaat
en verkondigt hetgeen ge gezien en
gehoord hebt: blinden zien, kreupelen
wandelen, melaatschen worden gerei
nigd, dooven hooren, dooden verrijzen,
den armen wordt het Evangelie ver
kondigd" (Luc. 7, 22).
Wel is waar zijn wij niet oogge
tuigen geweest van de wonderen, die
Christus heeft gewrocht.
Maar vooreerst: zooals wij volkomen
zeker zijn van den slag van Waterloo,
zonder daarvan ooggetuigen te zijn ge
weest, zoo zijn wij zeker van Christus'
wonderen.
En daarenboven: indien Christus en
zijne leerlingen geen wonderen hebben
verricht, dan is de bekeering der wereld
zonder wonderen het grootste van alle
wonderen.
Christus is echter niet slechts ge
zonden door God, maar Zelf waarach
tig God evenals de Vader, die Hem
gezonden heeft. Uitdrukkelijk en her
haaldelijk verklaaide Christus, dat Hij
de Zoon Gods was en één met den
Vader, ofschoon Hij zag, dat de Joden
^eze woorden letterlijk opnamen en
Hem wilden steenigen, „omdat Hij Zich
tot God maakte". Hij deed zelfs won
deren juist ter bevestiging van zijn
godheid: „Gelijk de Vader de dooden
opwekt en levend maakt, zoo maakt
ook de Zoon levend wien Hij wil, op
dat allen den Zoon eeren gelijk zij den
Vader eeren" (Joh. V, 21). Deze waar
heid eindelijk heelt Hij bezegeld met
zijn bloedvoor het gerecht legde Hij.
Ibezworen bij den levenden God, de
KANTOORBOEKHANDEL
m f. tulp m
Langstraat M t o, Krommaatraat TEL. SM
ALLE BEN000I60HE0EN VOOR
VEREENIGINGEN
plechtige verklaring af, dat Hij was „de
Christus, de Zoon van God" en naar
aanleiding van deze verklaring onder
ging Hij den dood.
—Christus is derhalve óf een waan
zinnige, óf een bedrieger, óf Hij Is
waarachtig Godhet eerste en het
tweede durft zelfs het stoutste onge
loof niet beweren van Hem, die óók
door de ongeloovigen wordt vereerd
als een Ideaal van wijsheid en zede
lijke grootheid; dus is Hij waarachtig
God.
Trouwens Jook dit hebben de pro
feten |voorspeld, dót hebben de Apos
telen gepredikt, dóérom werden de
eerste Christenen verguisd, dAérvoor
hebben honderdduizenden van marte
laren hun bloed vergoten. En door
alle eeuwen heen tot op onze dagen
toe heeft de hemelachc Vader door
wonder op wonder getuigd: „Deze ia
mijn welbeminde Zoon". T. P.
oorlog, doch met de wel schoone, I
doch holle ontwapeningsleus lelden
wij ons volk niet om den tuin.
De Ncderlandsche socialisten zijn
bezig hetzelfde te doen als hun Dult-
sche partijgenooten deden ten aanzien
der pantserkruiser-affaire,
Op het partij-congres te Maagden
burg, einde Mei 1929 gehouden, moest
het partij-bestuurslid Vogel deze schuld
bekentenis afleggen:
„Onze partij gaat niet vrij uit. Tus
schen wat wij buiten de regeering in
uitzicht stellen en wij in de regeering
practlsch I (als verantwoordelijke minis
ters! I) verwezenlijken kunnen, mag geen
al te groote kloof bestaan."
Geen al te groote kloof I Zoo'n beetje
bedotten, mag nog wel, maar wc moeten
het niet te bont maken! Dat Is bc-
Staatspartij wil waar en
oprecht blijven. Voor haar zijn de
Pausen op dit terrein de leiders. Hel
Woensdag 3 Juli Is het stemdag voor
de Tweede Kamer.
Alle Katholieken van Nederland stem
men dan in alle kieskringen opatuan
één van lijst 8!
Naar de Stembus
HOOG HET GEZAOI
Voor ons, Katholieken, Is het gezag
en de eerbied voor het gezag géén
menschonwaardig juk, géén overblijf
sel uit de middeleeuwen, dat men maar
moet opruimen. Integendeel, het vormt
den grondslag van kerk, huisgezin, staat
en maatschappij. In eene ordelijke
samenleving is het gezag onmisbaar.
Zóó heeft God het gewild. Is het
Communisme de meest brutale en
rechtstreeksche aanval op het gezag,
het Socialisme ondermijnt stelselmatig
den eerbied voor het wettig gezag
door kinderpraat en verdachtmaking,
door het zaaien van ontevredenheid
en wantrouwen.
Hiertegen gaat ons verweer! Wij
vragen geen slaafsche personen-afgo
derij, wij wenschen geen ongebreidelde
dictatuur, wij verlangen geen onmon
digheid van het volk, maar wij houden
hoog het gezag, volgens ons beginsel
en ter verzekering van orde, vrede en
rustige ontwikkeling van ons dierbaar
vaderland.
LANQSVERDEDIOINQ EN VREDES-
ACTIE.
Wij allen verfoeien den gruwelijkcn
Ni eis ff a ai boven
genlsstraf van ten hoogste een jaar.
Artikel 150a der Kieswet, luidende.
Hij die bij een verkiezing als gemach
tigde stemt voor een persoon, wetende
dat deze overleden is, wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste een
maand of geldboete van ten hoogte
katholieke streven gaat uit naar gelijk
tijdige en wederzljdschc vermindering
van bewapening. Doch een weermacht
blijft noodlg voor de handhaving der
onzijdigheid en de verdediging der
lafhankclljkheld.
Niemand wee», wat de toekomst In
haar schoot verbergt.
- De vei Htesiliii^
Woensdag. 3 Juli 1929. van des
morgens acht uur tot des namiddags
vijf uur, zal geschieden de stemming
ter verkiezing van de leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Herinnerd wordt aan de verplichting
opgelegd bij artikel 72, tweede lid,
der kieswet, dat ieder, die volgens de
kiezerslijst bevoegd is tot de keuze
mede te werken, zich binnen den voor
de stemming bepaalden lijd ter uit
oefening van zijn kiesrecht moet aan
melden bij het stembureau van het
voor hein op de kiezerslijst aangewe
zen stemdistrlct.
De kiezer, die aan deze verplichting
niet voldoet, wordt, tenzij van eene
geldige reden van verhindering blijkt,
Sestraft met geldboete van ten hoogste
rie gulden.
Indien tijdens het plegen van de
overtreding nog geen twee jaren zijn
verloopen sedert eene vroegere veroor
deeling van den schuldige wegens ge
lijke overtreding onherroepelijk is ge
worden, wordt geldboete van ten hoog
ste tien gulden opgelegd.
Tevens wordt de aandacht geves
tigd op: Artikel 128 van het Wetboek
van Strafrecht, luidende: HU die op
zettelijk zich voor een ander uiige-
i l„„.ItMiiL
voorschrift uitgeschreven verkiezing
deelneemt, wordt gestraft met gevan-
3 Juli 19391
Een gewichtige dagl
De verkiezingen voor de Tweede
Kamer, welke dien dag gehouden wor
den en waartoe alle Ncderlandsche
vrouwen en mannen, die kiesrecht
hebben, geroepen worden, zal beslissen
over het felt of In ons land de chris
telijke beginselen de overhand zullen
behouden.
Vooral voor ons katholieken bestaat
de plicht om onze partij, die de sterkste
is In ledental, minstens onverzwakt te
handhaven, zoo mogelijk uit te breiden.
Wij zijn overtuigd, dat onze lezers
over het algemeen zich van hun plicht
om katholiek te stemmen, voldoende
bewust zijn.
Toch kan het zijn nut hebben nog
en te wijzen op de inorcele verant
woording om niet alleen zelf dien dag
het stemrecht goed uit te oefenen, maar
ook om anderen, die daar misschien
lichter over denken, daartoe aan te
zetten.
-Wte-eentgwfmf In cuntacflramt met
de brecdc lagen des volks, weet hoe
in deze dagen door alle partijen wordt
ingewerkt hun stem tc geven aan die
partij, waarvan zij directe, materieele
voordeelen verwachten.
Hoe gemakkelijk kan men soms zulke
menschen door een enkel opwekkend
woord of een beroep op hun geweten,
cr toe brengen om zich niet door aller
lei drogredenen te laten verleiden, maar
vast te houden aan het geloof onzer
vaderen, ook in de politiek.
Meer en meer zien wij, dat alleen
de katholieke moraal en zedeleer In
staat zijn een dam op te werpen tegen
den vloedgolf van ongeloof, bederf en
verwildering.
Gelijk eenmaal In het wankelende
Romelnsche rijk de christelijke leer en
cultuur de wereld van den algrond
gered hebben, zoo moeten de katho
lieke beginselen de tegenwoordige,
moderne heldensche wereld van morccle
zelfmoord terug houden.
Katholieken het gaat om ernstige
dingen.
lit gij de grondslagen
christelijk huisgezin behouden, de ge
boden Gods en rechtvaardige wetten
van zedelijkheid en naastenliefde toe
gepast zien, ook in het openbare leven,
zorg dan voor het behoud en de ver
sterking van een christelijke mee'der-
hcld In de regeering.
I IJR.M.III II