Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken R. K. Spaarbank - Amersfoort H. ELZENAAR Bel dan op No. 42 Advertentiën 25 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver- teeren. Advertentièn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd. De €embode Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 Kantoor en Drukkerij Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Drie en veertigste Jaargang Verschijnt eiken Dlnsdeg- en Vrljdsgntlddsg Post-giro no. 44234 Dinsdag 17 Sept. 1929 - No. 49 Wees trouw aan het beste in rrn eigen ziel en laat u niet de wet voor schrijven door gewoonten, gebruiken of willekeurige, door mens:hen Inge stelde regels, die niet gegrond zijn op een beginsel. Zelfkennis. Doe nog zoo jc best, pas al je goede eigenschappen toe, 't kan alles misluk ken als je niet staat op de plaats waar je staan moet. 't Is waarlijk een der ongelukkigste dingen in deze wereld, dat bij de keus van beroep zoo dikwijls niet gelet kan worden op de vraag van lust en ge schiktheid. De éen gaat een beroep volgen, omdat een vader of familielid dat doet, en deze hem een zetje vooruit kan helpen, de ander begint iets, omdat er juist een gaatje voor hem open is in de overvolle wereld, om er in te kruipen. Maar zelfs zij, die een keus zouden kiinnen doen, doen die dik wijls precies verkeerd. En terwijl zij half op den ladder staan, en zich daar goed kunnen houden, klimmen zij de hoogte in en tuimelen, omdat zij er zich niet kunnen handhaven. „Menigeen schittert op de tweede plaats, die neerploft op de eerste." Er zijn van die werkzaamheden, die ieder gelooft te kunnen. Als menschen in hun eigen vak mis lukt zijn, of geen werk meer hebben, of niet vooruit komen, dan worden ze winkeliers, journalisten; soms looneelspelers en heel dikwijls makelaars. Of ze beginnen een eigen zaak in hun vak. En in plaats van dan vouruit te komen, raken zij achteruit. Doordat ze niet wisten, wat er aan die nieuwe werkkring vastzit; welke vereischten hij stelt. Of, dit wél wisten, maar hun eigen geschiktheid verkeerd beoordeelden. Dat moet wel heel, heel moeilijk zijn, hét moeilijkste: zich zelf te kennen Te weten hoe ver eigen vermogens strekken Te begrijpen: hoe andere menschen ons zienwelken indruk ons praten, handelen doen, ons eigen wezen, onze verschijning, ons optreden, op anderen maken. Ik geloof wèl, na èl wat ik tot nu toe in mijn leven zoo heb kunnen waarnemen, dèt dit de moeilijkste kunst is. Immers zeer weinigen blijken haar te verstaan. En toch zijn beide dingen; te weten hoe vér onze vermogens gaan, wèt we kunnen en niet-kunnen, en welken indruk we op anderen maken, zeer gewichtige hulpmiddelen tot wélslagen Van het eerste kan men zelfs zeggen, dat het dé voorwaarde is om er te komen, te blijven,en slappen verder te doen. Ieder begrijpt dat van zelf als hij denkt aan kunst. Wie geen muzikaal gehoor heeft, kan natuurlijk geen KANTOORBOEKHANDEL I F. TULP Langestraal 66 t.o. Krommestraat - TEL. 926 SCHOOL- TEEKEN- EN SCHRIJFBENOODIGDHEDEN musicus worden, en een kleuren-blinde geen schilder. Maar dat er zoo iets was als kleuren blindheid is betrekkelijk een ontdekking van de laatste jaren. Dat wil zeggen: vóór dien tijd wéren er wel kleuren blinden, maar hun gebrek was onbe kend. Ze konden niet zien, bijv. dat groen, gróén was, en wisten zelf niet dat ze 't niet konden. Dat moest, als die menschen een beroep kozen, waar bij ze kleuren móesten kunnen onder scheiden denk aan: huisschilders, ververs, kleermakers, modisten, machi nisten aanleiding geven tot wonder lijke en soms gevaarlijke vergissingen, Maar nu zijn er tal van menschen, die in een bepaald opzicht zijn als kleuren-blinden; ze hebben geen kijk op zekere dingen; ze kunnen bijv, niet rekenen, hebben geen begrip van ad ministratie kunnen niet passen of meten; niet het oog houden op hun inkoopen; niet vèrkoopen; niet met ondergeschikten omgaan. Of ze zijn slordig aangelegd, en hun werk vordert dat ze precies zijn; ze doen lomp en onbehouwen, waar ze keurig moesten wezen. En ze weten 't zelf niet. Want als we 't zelf wéten dat we iets niet kunnen, dat sve verkeerd, dom, onhandig doen, dan is, voor wie den wil heeft, altijd kans om zich zelf te veranderen. Maar men komt daartoe niet, als men 't niet weet, niet ziét van zich zelf. Dan zoekt men de fout niet bij zich zelf, maar hij anderen. Nu kan het heel best. dat één mensch gelijk heeft, zelfs tegen honderd an deren. Maar het is toch wel wijzer te beginnen met de vraag, als er iets verkeerds gaat, of gebeurt: „Ligt de schuld soms aan mij?'' En 't gekke is, die vraag stellen nu juist heel weinig menschen zich zelf. Men gooit liever de schuld op an deren, op de omstandigheden. En om dat men dit doet, komt men niet tot zelfkennis. Hoe zou men ook? Als de schuld op iemand anders of op iets anders ligt, ligt ze niet bij ons; en waarom zouden we dan op onder zoek uitgaan, en vragen: Lag 't soms *nn ons zelf? Door deze hebbelijkheid vooral ont staan de grootste onaangenaamheden tusschen de menschende meeste nijd èn men komt zelf niet vooruit, om- nen zijn eigen fouten niet leert kennen. Zoo worden de menschen neuswijs, eigenwijs, waanwijs; dit is, alles, be halve wijs! Want al behoeft men nu juist zich zelf niet weg te gooien (zonder zelf vertrouwen komt men niet verder!) zoo kweekt men toch zelf-overschatting. En duikelt daarmee kopje onder! T. G. Beginselen. Een beginsel is een waarheid, waar mee men begint, van waar men uitgaat zijn redeneering. Van zulk een beginselwaarheid leidt men, redeneerend, andere waarheden af, doch zelve is zij niet afgeleid van eene nog méér algemeene waar heid in dezelfde orde. De beginselwaarheid, zelf niet con creet zijnde, vindt concrete toepassing in afgeleide waarheden. Het beginsel zelf is vaststaand, on veranderlijk en niet afhankelijk van omstandigheden. De afgeleide waarheid of de toepas sing van het beginsel, daarentegen, wordt juist geheel door de omstandig heden bepaald. Om een voorbeeld te nemenDe wettelijke vaststelling van een acht- urigen werkdag is geen beginsel. Het is de toepassing van een beginsel. Het beginsel hier toegepast, moet gevonden worden in den inhoud van het vijfde der Tien geboden, dat ons verbiedt, ons zelf of anderen lichamelijk letsel aan te doen. Dit is het beginsel, de algemeene waarheid, die in casu ten grondslag ligt. Men kan dan redenee ren door langer dan acht uren hand arbeid per dag doet men zich licha melijk letsel aan, zonder dat dit ge rechtvaardigd is om 'n hooger doel dus niemand mag langer dan acht enenz. Zoo is de noodzakelijkheid van alge meen kiesrecht geen beginsel, en de eiscli van algemeen kiesrecht is geen principiëele eisch. Het is slechts een toepassing van het beginsel, dat hel volk moet geregeerd worden in vecht vaardigheid en liefde. Waaruit volgt, dat de regeerders moeten rekening houden met de klachten, de bezwaren, de billijke verlangens, de behoeften en de rechten van hen over wie zij regeeren. Een der middelen waardoor men denkt te bereiken, dat hiermee zal rekening gehouden worden, meent men te vinden in het algemeen kiesrecht. Is dus een toepassing van een be ginsel, niet een beginsel op zichzelf. Zoo kunnen ook geen beginselen zijn in de eischen van loonsverlaging, bezuiniging. belastingvermindering we!j kan, als eisch van chris telijk beginsel, ook aan den staat worden voorgehouden: gij zult niet stelenen de toepassing van dit be ginsel kan soms verlichting vorderen -,nden belastingdruk, of iets dergelijks. Verbijstering is er alom, ook onder een menigte van katholieken, die onder ling elkaar bestrijden met vijandige .beginselen." De beginselen der Katholieke staat kunde zijn vanzelf de beginselen der kathoKeke Kerk,, d. i. de beginselen van het Christendom. De taak der katholieke staatkunde kan geen andere zijn, dan die der Kerk: alles herstellen in Christus en het Rijk Gods verbreiden en bevestigen op aarde. Met minder directe middelen wel vaak, maar dat verandert haar taak niet in wezen, wijl niet in doel. De christelijke beginselen zijn nood zakelijk de beginselen der Katholieke Staatkunde. En deze zijn saam te vatten in het beginsel vanrechtvaardigheid en liefde jegens God en de menschen. Zonder rechtvaardigheid is geen katholieke staatkunde denkbaar. Maar ook niet zonder liefde. En liefde in de eerste plaats voor God en, onder de menschen, voor hen die in stilte lijden, voor hen die zwak zijn, oï zelfs vervolging en haat moeten verduren. Rechtvaardigheid en liefde, over straald en bezield door een sterk levend bovennatuurlijk geloof en een dapper vertrouwen op Gods zegevierenden wil en nooit uitblijvende hulp voor den mensch die recht doet. 't Is zeker moeilijk, te midden van deonrustigebedrijvigheidderpractische staatkunde, de christelijke beginselen voortdurend in het bewustzijn te houden en nog moeilijker, ze overal in toe passing te brengen. Volmaakt zal wel niemand hierin slagen. .onder fouten gaat geen door het leven, ook de grootste christen staats man niet. Doch ais het streven maar eerlijk is en menschelijk machtig. onder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond Goedgekeurd btj Koninklijk Besluit d.d. 14 Maart 1913, no. 68 De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT des ZONDAGS van 12 tot 1 uur; WOENSDAGAVONDS van 7 tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur. Dadelijk ingaande rente 3'/io pCt. Spaarbusjes gratis verkrijgbaar. KassierAmsterdamsche Bank. Verbetering van de Eem. Door Ged. Staten werd medegedeeld, dat de rivier de Eem verbetering zou kunnen ondergaan door uilvoering van de navolgende werken a. het baggeren van een vaargeul met een bodembreedte van 15 M. en een bodemdiepte van 2.70 M. N.A.P.; b. het wegnemen van twee hinder lijke bochten; c. het baggeren vóór den mond van de Eem van een vaargeul, ter breedte van 60 M.. ter diepte van 2.50 M. N.A.P. en ter lengte van ongeveer 1200 M. Na het uitvoeren van deze werken, zal de Eem een behoorlijke scheep vaartweg zijn voor vaartuigen tot on geveer 500 ton. De totaalkosten van de werken, be doeld in sub a, b en c worden ge raamd op rond f200.000. Verder werd door de Ged. Staten medegedeeld, dat, wanneer door het Rijk Va gedeelte der kosten wordt ge dragen en '/a gedeelte ten laste van de belanghebbende gemeenten gezamenlijk wordt genomen, zij bereid zijn te be vorderen, dat '/a gedeelte dier kosten door de provincie worden gedragen. Het '/a gedeelte der kosten bedraagt f 65.000. Ged. Staten geven omtrent de vef- deeling van dit bedrag het advies, om deze kosten in overeenstemming met het voor elke gemeente bij de verbe tering betrokken belang te verdeeien als volgt Amersfoort f50.000, Soest f 10.000 en Baarn f 5000. Het jaarlijksche onderhoud vaarwater wordt geraamd op f6750, welk bedrag ware te verdeeien in !/3 voor rekening der Provincie en '/3 wederom voor de gezamenlijke ge meenten, derhalve: 2115 voor Amers foort, f423 voor Soest en f211.50 voor Baarn. Zoowel de Raad der gemeente Amersfoort als Baarn heeft zich in beginsel reeds uitgesproken om de gevraagde medewerking te verleenen. Ook Soest zal volgen. Aanvankelijk was Soest van gevoe len, dat uitstel van de beslissing op de bevaarbaarmaking van de Eem, met het oog op de Geldersche Vallei plannen het meest gewenscht geacht moest worden, doch in de gegeven omstandigheden en na besprekingen met Ged. Staten, is men van meening, dat het algemeen belang gediend zal worden, wanneer de voorstellen Ged. Staten worden aanvaard. Met de uitvoering van het plan tot verbetering van de Eem, verkrijgen de gemeenten het groote voorrecht een zeer bruikbaar vaarwater te bezitten, van belang voor industrie en nijver heid. Immers, na het gereedkomen der plannen, wordt de Eem bevaarbaar voor schepen, ter grootte van onge veer 500 ton. De mogelijkheid wordt geschapen, dat zich aan de Eem industrie kan ontwikkelen. De indirecte belangen zullen ruim schoots zijn gebaat,aangeziendevracht prijzen wegens aanvoer van goederen en vooral bouwmaterialen, door de greoiere scheepsruimte aanmerkelijk zullen verlagen. Wanneer thans tot verbetering van de Eem wordt besloten, zal onmiddel lijk van hel voordeel van een goed vaarwater worden genoten hetgeen niet het geval is, wanneer de beslissing omtrent de Geldersche Vallei wordt afgewacht. Bovendien is als vaststaande aan Ie nemen, dat bij verwezenlijking van hel Valleiplan, het vaarwater eerst Kantoorboekhandel Kantoormeubelen Schrijfmachines Langestraat 84 Telef. 528 Speciaal adres voor Uw Kantoor- School-, Schrijf- en Teekenbenoo- digdheden. - Advertentie-Bureau Hebt II een Taxi oi auto noodig Amersfoort na 10 jaren als goed bruikbaar is te aanvaarden. Het argument, dat van Rijkswege gezegd zou kunnen worden, dat de Amsterdam—Rijnverbinding niet meer gezocht dient te worden door de Gel dersche Vallei, omdat de Eaot^oa uit voering dezer werken reeds goed be vaarbaar is gemaakt met Rijkssubsidie, acht men niet aanvaardbaar. De Am sterdam—Rijnverbinding, zijnde een algemeen landsbelang,waarvoor ettelijke millioenen zullen worden gevoteerd, zal ongetwijfeld door de Geldersche Vallei tot stand gebracht worden, wanneer het algemeen belang zulks vraagt, ongeacht dus de luttele som, welke door het Rijk betaald zal zijn, voor hei bevaarbaar maken van de Eem. Ged. Staten berichten, dat de minister van Waterstaat bereid is de toekenning van een Rijksbijdrage te bevorderen in de kosten der verbetering van de Eem. BERICHTEN UIT AMERSFOORT KOSTELOOZE VACCINATIE. Burgemeester en Weihouders maken bekend, dat op Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Vrijdag van 2.30—4.30 n.m. gelegenheid gegeven wordt tot kostelooze inenting en her inenting in het voormalig Werkhuis aan den Westsingel No. 46, Voor hen die voor de eerste maal worden ingeent is het gewenscht een trouwboekje of geboortebewijs mede te brengen. 5) Helden. De laatste bevelen en dépêches zijn uitgedeeld. Sir Hariland, de Engelsche gouverneur, heft zich op van zijn met zwaar leder bekleeden kantoorstoel, en treedt op het hooge venster zijner ka mer toe, die reeds half in het duister gehuld is door de snel opkomende schemering der tropische gewesten. Daar buiten is alles bladstil. Nie mand waagt zich meer in dc straten, waarin gisteren nog de opstand woedde, uit angst, door een onvoorzichtige schrede de woede der opstandelingen wederom opnieuw gaande te maken. Droevige gedachten kruisen Sir Hart- land door het gefolterde brein. Vrouw en kind zijn in zekerheid gebracht.... maar zal hij ze wel ooit wederzien Daar komt weder een dier donkere oogenblikken over Item. Een spookge- 1 stalte staat achter hem in dit somber uur, een verschrikkelijke gestalte, welke hem ais een giftige slang in het oor sist: „Weet gij nog, hoe koelbloedig gij den loop van Uwen revolver op hein hebt gericht, en hem hebt neer geschoten? Weet gij nog, hoe hij in zijn volle lengle op den rug lag uitgestrekt, en met ontstelde oogen ten hemel schouwde, terwijl het roode bloed steeds maar vloeien bleef uil zijn wonde? Deuk gij er aan, dat gij een arme vrouw weduwe en een Maar heden fluistert de stem der spookgestalte rond Sir Hariland zach ter en grauwer dan ooit: „Hoort gij heithans komt de wraak! De hoonende, grijnzende wrakekoml! Thans zullen zij U een vergiftigden kogel in de borst jagenhahaha, ziet gij nu hoe alles op aarde gewroken wordt? En gij zult hen niet terug zien. nooitnimmeren ook Uws kinds moeder zal eene weduwe en Uw kleine, zoele lieveling een arm verla ten weeskind zijn!" Somber ziet Sir Hariland door liet bewasemde vensier in den bloedroodcn wolkenbrand der avondlucht. Ach, hoe veel zielenood heeft de rampzalige dag hem reeds gebracht! Hoe heeft hij gevraagd en gezocht, en gevraagd, of hij niet hier of daar de verblijfplaats van den jongen graaf von Trugnot vernemen kon. Het eenige spoor ver wees hem naar een Jesuietenklooster, waar hem tot bescheid gegeven werd dat een Pater Hjalmar von Trugnot, als missionaris vertrokken was, doelt bij zijne afreis uitdrukkelijk den wensch ie kennen had gegeven, dat men zijn verblijfplaats aan niemand bekend zou maken een wensch, dien men na tuurlijk niet onvervuld wilde laten. O, wat had Sir Hariland niet gegeven, indien hij zich aan de voelen had kun nen werpen van den zoon, wiens va der hij gedood had, en Item had kun nen smeeken: „Vergeef mij. ach, ver geef mij in naam van den doode, dien ik vermoordde, opdat mijn geweten eindelijk rust vinde, rust, rust, en op- liottdc mij eeuwig aan Ie klagen en dag en nacht mij zonder ophouden toe te roepen: een moordenaar zijl geeen moordenaarmoorde naar en zijtverdoemd Kreunend slaat Sir Hariland de han den in het reeds niet diepe rimpels doortrokken gelaat, niet alleen hei werk van den ouderdom. „Verdoemd ach, verdoemd," zucht hij luid, „en de dood staat reeds voor de deur, en klopt aan, vragend: Zijt ge bereid?". Zoo had, neen, zoo had Sir Hari land meer dan vijf en twintig jaren geleden niet gesprokentoen hij nog met alles gekscheerde, wat heilig was. Maar het berouw over eene zware schuld is in staat, om den valschen trots in een menschelijk hart geheel en al ten gronde te doen gaan. Neen, Sir Hariland vreesde den dood niet! Maar hij had van het geloof zij ner jeugd toch nog zooveel gered, dat hij niet niet een ongeboete bloed schuld voorden eeuwigen rechlerwilde treden Daar boven, een paar straten verder, ligt hel kleine kappelletje der katho lieke missie. Daarheen wendt Sir Hariland, dien zijne moeder eens zoo goed opvoedde in eer en deugd, al wischte zijn later leven ook veel van de heilige indrukken zijner jeugd weg. hel oog. Zou hij daarboven op het laatste oogenblik nog vergeving vinden, en ruste en vrede, in het laatste uui zijnen dood, welke hem zoo duidelijk voor oogen staat voor het allerlaatste oogenblik? Overmorgen reeds ja, misschion morgen? Sir Hartland grijpt naar zijn brow ning op de tafel en vertrekt. Eenige minuten later bevindt hij zich in dc kapel der katholieke Missie. Op den eenvoudigen kansel va eenvoudig en sobere gebouwtje, staat een priester. Aandachtig luisteren de geloovigen naar zijne woorden. Sir Hartland treedt achter een pilaar en luistert. „Broeders", zoo sprak de redenaar daar juist: „wij moeten bereid zijn te sterven". Een zacht steunen, hier en daar een onderdrukte zucht, gaat door de rijen der toehoorders op, meest Europeanen, slechts door eenige getrouwe dienaren vergezeld. Hoor, Sir Hartland, wie sprak daar naast U? Wie heeft daar achter U ge fluisterd? Wat heett daar, zoo zacht in Uw oor, neen in Uw hart geklon ken als de fluisterende echo dei woor den, die van den kansel neervielen, als groote looden kogels; „Bereid zijn le sterven, zich bereid houden voor den dood!" Verder spreekt de priester„En dan komt het doodsgericht en de vergel ding!" „Beminde broeders, bij het heil Uwer zielen, ik bezweer U draagt geen zware schuld mede over voor den troon den eeuwig rechtvaardigen God!" Hoort gij het, Sir Robert Hariland; „Geen zware schuld voor den eeuwigen Godgeen zware schuld „Ach, mijne broeders, God is barm en biedt ons vergeving en redding! Waarom zouden wij ons thans in het uur van gevaar, niet op de knieën nederwerpen en zeggen; Vader, ik I heb gezondigd voor U, mijne zonden zijn rood als bloed Verder hoort Sir Hartland niets meer van al wal de priester spreekt. Het dwingt hem op de knieën met onweer staanbaar geweld. En terwijl hij daar zoo nederknielt. komt hem op een maal weer zoo duidelijk als nog nooit, een oud, reeds duizendmaal in den geest gezien beeld in de herinnering op: Ergens in het verre, verre land, een stervende aan den rand van het woud. Uit een klein wondje in de Met eeu snellen ruk richt Sir Hart land zich op om niet ineen te zijgen. Daar treft zijn blik den priester op den kansel. Heer God in den hemel! Koorts achtig strijkt Sir Hartland met de hand over oogen en voorhoofd, om te voe len of waanzin zich niet van hem meester maaktI.... Daar boven op den kansel staat Edwin, graaf van Trugnot, dien hij in het duel neeschoot. En daarthans heft hij de armen opo God, o God. juist gelijk hij ze toen in de lucht had geworpen, toen het korte, scherpe geluid van den revolver (Wordt vervolg).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1929 | | pagina 1