Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Koopt uw Sebijjlmachino Abonnementen kunnen elke iveek ingaan, opzegging van abonnement moet geechi voor den aanvang van een nieuw kwartaal. per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 De €embode Advèrtentiën 26 cent per regel. Bidyke tarieven door handel en .nijverheid bjj geregeld adver- teerèn, Adverienüèn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den mórgen zijn bezorgd. Kintoor en Drukkerij Ungggncht 21 te flmenloort - Telefoon SM VoncllIM eiken Dingdag. en Vrl|dggmldd>g Poet-giro no. 44234 Vier en veertigste Jaargang Vrijdag 3 Oct. 1930 - No. 54 Epistel en Evangelie. 17e Zondag na Pinksteren. Les uit den brief van den H. apostel Faulus aan de Ephesiërs; IV, 1—6. Broeders) Ik bid u, ik. de gevangene in den Heer, dat gij wandelt waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoe digheid, met geduld, elkander in liefde verdragend, vol ijver om de eenheid des Oeestes door den band des vredes te bewaren. Één lichaam en één Geest, gelijk gij geroepen zijt tot ééne hoop uwer roeping; één Heer, één geloof, één doopsel, één God en Vader van allen, die boven allen en door alles en in ons allen is; die gezegend is in de eeuwen der eeuwen! Amen. EVANOEL1E volgens den H. Mattheüs; XXII, 35-46. in dien tijd naderden de Pharizeën tot Jesus, en een van hen, een ieeraar der Wet, vroeg Hem om Hem op de proef te stellen: MeesterI wat is het groot gebod in de Wet? Jesus sprak tot hem: Gij zult den Heer uwen God liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uwe ziel en met geheel uw 'versland. Dit is het grootste en eerste gebod. En het tweede is daaraan gelijk: gij zult uwen naaste beminnen gelijk u zei ven. Aan deze twee geboden hangt de geheele Wet en de Profeten. Toen nu de Pharizeën vergaderd waren, ondervroeg Jesus hen, zeggende: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden Hem: Van David. Hij sprak tot hen: Hoe noemt David dan in den Geest Hem Heer, als hij zegtde Heer heeft gezegd tot mijnen Heer, zit aan mijne rechterhand, totdat Ik uwe vijanden stelle tot voet bank uwer voeten? Zoo dus David Hem Heer noemt, hoe is Hij zijn Zoon? En niemand kon Hem een woord ant woorden; ook durfde van dien dag af niemand Hem meer ondervragen. KANTOORBOEKHANDEL I F. d. TULP Langstraat 60 to. KrommaiUaat TEL 326 DOOZEN HUISHOUOPOST Inhoudende: 50 Enveloppen 30 vel gelinieerd papier 20 Correspondentieliaartcn 10 Briefkaarten vel vloei Posttarlevcn voor blnnen- en buitenland PRIJS fl - Liturgische Kalender. Week van 5—11 October. Zondag 5. 17e Zond. na Pinksteren, Tijdeigen, Mis Justus, 2e geb. H.H. Piacidus enz., 3e A. cunctis. Prefatie H. Drievuldigheid. Maandag 6. H. Bruno. Dinsdag 7. H. Rozenkransfeest, 2e en 3e geb. (alleen in stille Missen) H. Marcus en H. Sergius. Credo, Pref. H. Maagd. Woensdag 8- H. Birgitta. Donderdag 9. H.H. Dionysius enz., 2e geb. A. cunctis, 3e naar keuze. Vrijdag 10. H. Franciscus Borgia, 2e geb. A. cunctis, 3e naar keuze. Zaterdag 11. Mis v. O.L.V. Salve (bij Votiefmissen), 2e geb. H. Geest, 3e voor Kerk of Paus, Pref. H. Maagd Evangelieverklaring. 17e Zondag na Pinksteren. „Meester welk is het grootste gebod in de wet?" zoo vroegen de Pharizeën aan den Zaligmaker en het antwoord luidde„Gij zult den Heer uwen Goci beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel en geheel uw verstand" dit is, gelijk de H. Augustinus uitlegt alle gedachten van uw verstand, alle bewegingen van uw hart, alle werken van uw leven zult gij zoo tot God stieren dat er niet een deeltje van uw leven besteed wordt dan uit liefde tot God. Hoevele christenen zijn er echter niet die in deze noodzakelijke plicht te kort schieten 1 Hoevelen in wier harten niet anders dan begeerlijkheid tot de wereld en hare ijdetheden, tot hare eer en rijkdommen, tot de wei- lusten en genietingen des vleesches gevonden wordt en die dus óf van de hoovaardij óf van de gierigheid óf van den wellust hun afgod maken en dien meer beminnen dan God. Wanneer gij derhalve de ijdelheden der wereld be mint, uw hart op geld en goed ge vestigd hebt, en wellust des vleesches zoekt, dan bemint gij God niet uit geheel uw hart. En zoo vervolgt de Zaligmaker„Het tweede daaraan gelijk: Gij zult uw naaste beminnen gelijk u zeiven." Die liefde tot den naaste moet blijken uit onze werken. We moeten ons derhalve toeleggen op lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid welke zijn de hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kteeden, de vreem delingen herbergen, de zieken bezoe ken, de gevangenen verlossen, de dooden begravenalsook de zondaars vermanen, de onwetenden Ieeren, in moeilijkheden goeden raad geven, de bedroefden vertroosten, het onrecht geduldig lijden, de beleedigingen ver- geen, vóór levenden en dooden bid den. Laten we ons zeiven eens onder zoeken of wij aldus onze naaste be minnen. Gij die haat, vijandschap, nijd of afgunst voedt tegen uwen naaste, gij die hem veracht en zijn gebreken openbaart, gij die hem kwaad gunt of toewenscht, gij die u verblijdt over zijn ongeluk, zondigt gij daardoor niet tegen dit gebod? Om het laatste deel van het Evan gelie te verstaan, dient men te be merken dat de Pharizeën den Messias beschouwden als een mensch, voort komende uit het geslacht van David, |esus nu doet daarentegen een beroep op den !09en Psalm om hen te over tuigen dat Hij meer is dan een ge woon mensch. In dien Psalm immers spreekt David over den Messias als zijn Heer. David nu was koning van Israël, had dus geenen Heer boven zich dan God alleen. Wordt dan de Messias genoemd de Heer van David dan volgt dat Hij ook waarlijk God is. Als zoodanig had David Hem reeds eeuwen te voren erkend en voorspeld. Wij, Christenen, moeten Jesus als onzen Heer en God erkennen en Hem beminnen met geheel ons hart, met geheel onze ziel en geheel ons verstand. Voor de Jongeren. Een sterke wil. Hoe kan ik heilig en zalig worden? vroeg eens de zuster van den H. Tho mas van Aquino hem. Haar broeder gaf haar het korte en treffende ant woord: „Wanneer ge wilt, lieve zus ter, wanneer ge wilt, kunt ge een christelijk karakter worden, en een! heilige in den hemel. Willen is een koninklijke kunst; wie zijn wil be- heerschen kan, is een koning. Wie zijn wil niet in zijn macht heeft, is een slaaf van zijn luimen en hartstochten. Het dier heeft geen vrijen wil. Het volgt slechts zijn blinde natuurlijke driften. Maar de mensch is van het dier onderscheiden doorzijn vrijen wil. Willen is een kunst en iedere kunst moet geleerd en beoefend worden. Alleendoor oefening wordt men meester in het willen en zoo een karakter. Wij zien dit in het leven van den H. Aloysius. Hij werd niet als een heilige geboren maar is een heilige geworden door Gods genade en door een ernstig sterken wil. Hij had dit schoone beginsel gekozenWat ge zijt, wees dat geheel. En hij is een vol ledig christen geworden, een heilige, een karakter. Ais men van heiligen spreekt, werpt en graag tegen: „Ja, maar dat waren ook heiligen!" Ook een Aloysius had een natuur als wij. Ja nog meer, hij had zelfs een zeer levendige natuur, waar hij veel mee te stellen had. Zeer gemakkelijk ontbrandde in zijn bin nenste het vuur .van den toorn, hij was dan kwaad over andere en sprak liefdeloos over hen. Dit was zijn hoofdgebrek. Maar hij wist zeer goed, hoe God den liefdeloozen mensch ver afschuwt. Daarom heeft hij zich met alle kracht daartegen verzet zorgvul dig vermeed hij iedere gelegenheid en onderzocht dagelijks daarover zijn ge weten. En zie, langzamerhand gelukte het hem zijn heftige natuur meester te worden. Zooveel vermag een sterke wii met de genade Gods! Wat ge zijt, wees dat geheel. Een christelijk karakter, een heilige. Ziet ge daarin misschien uw even beeld? Doe er dan eens ernstig moeite vöor om als een Aloysius uw heftige natuur meester te worden. Laat het vuur van uw toom niet meer uw mond ontsnappen. Zijt ge opgewonden, zwijg dan en keer u om. Dat is meestal het eenige goedwerkende middel. Spreek eerst dan weer, als de storm in uw binnenste bedaard is. Misschien gaat het de eerste maal niet, maar dan gaat het bij de tiende maal. Weldra zult ge zelf voelen, dat uw kracht sterker word». Ge krijgt meer zelfvertrouwen. Wat ge zijl,- wees dat geheel: een christelijk karakter. Wij zien Aloysius gewoonlijk afge beeld met een lelie. Dat was zijn schoonste sierraad, de heilige reinheid. Maar denkt ge, dat deze alleen een gave Gods is geweest? Ook een Aloysius moest worstelen. Reeds In zijn jeugd heeft hij zich {.'aan de lieve Moeder Gods gewijd, en Maria nam hem onder hare bijzondere be scherming. Maar Aloysius was ook buitengewoon waakzaam. Zorgvuldig pastte hij op zijne oogen, opdat de zonde niet door zijn oogen in zijn hart zou binnensluipen. Zijn lichaam be handelde hij streng, om zich zelf niet in verleiding te brengen. Hij vastte streng: dikwijls stond hij midden in den nacht op en bad knielend een aanmerkelijke tijd. Zeker, ook zijn natuur verzette zich daartegen. Maar hij gaf niet toe, totdat zijn natuur voor zijn wil bezweek. Welk een wilskracht in dien jonge heilige! Een karakter! Dat is het schoonste sieraad van den ongeling: een maagdelijk rein hart. Haar niemand zal deze lelie bewaren zonder ernstigen strijd. Het gaat er om sterk te zijn. Beheerscht uw oogen, eenmaal, tweemaal, tienmaal. Ge zult zien dat het weldra gemakkelijker gaat en telkens als ge een overwinning op u zelf hebt behaald, zult ge innerlijk blij zijn; maar telkens hebt ge ook een verdienste voor den hemel, is het geschreven in het boek des levens door uwen heiligen Engelbewaarder. Ik wil niet van u verlangen, dat gij 'snachts opstaat om te bidden als een Aloysius. Maar ééne zaak raad ik u aan De morgenstond heeft goud in den mond, maar lood in den rug. Hoe moeilijk valt het u in de vroegte op te staan. Het trage lichaam bedelt tel kens weer: nog even, maar even. En na eenige oogenblikken zijt ge al weer weg. Maak het voornemen: ik wil op een bepaalden tijd opstaan. Ik laat me wekken, maar dan dadelijk er uit, al is het nog zoo moeilijk. Dat zal mijn morgenoffer zijn, slechts eenmaal be gonnen zal het weldra beter gaan. Met iedere overwinning over u zelf groeit de moed en de kracht. De dag is goed begonnen en door God gezegend, om dat ge een offer gebracht hebt. Evenzoo des avonds's morgens niet er uit, 's avonds niet er in. En toch is de slaap in den avond de beste. Maak u eens met geweld los en toon, dat ge meester zijt over u zelf. Zeer stipt te zijn en ordelijk. Op de minuut af op uw werk in de zaak en Zondags in de kerk. Maar dat gaat moeilijk. Men komt niet klaar met het aankleeden, men praat nog wat, men schikt nog wat, de tijd gaat om en ge komt te laat in de kerk; dat is jammer. Maak het voornemen: bij mij moet alles op de minuut gaan. Schijnbaar een kleinigheid, en toch zoo belangrijk; van één oogenbiik hangt eenmaal] uw zaligheid af. Ik wil. Wees een karakter. Wat ge zijt, wees dat geheel. Op veertien jarigen leeftijd kwam Aloysius als schildknaap aan het hof van Spanje. Hij was als in een vuur, omgevèn door gevaren. Want hij moest alles meemaken: spel, schouwburg, feestmalen. Veien hebben daar hun onschuld en levensgeluk verloren. Aloy sius bleef ook ais schildknaap rein en onbevlekt. Hoe was hem dit mogelijk? Hij liet niet af het gebed, vereerde op kinderlijke wijze de Moeder Gods en bleef waakzaam als voorheen. Vooral echter door de kracht der H. Communie bewaarde hij de lelie der reinheid, lederen Zondag en iederen feestdag zag men hem aan de tafel des Heeren als een engel. Velen weten 't en voelen 't: dat ook voor mij goed zijn, de heilige Communie meermalen te ontvangen. Neem u eens voor: minstens iedere week. Dan komt het er van. Maarniet vandaag heb ik er geen zin in. Ik wacht tot den volgenden Zondag. Dan wordt het weer niets. Altijd langer en altijd moeilijker. Toon nu dat ge sterk zijt. Is de tijd daar, dan ga ik tot iederen prijs en ik breng het offer uit liefde tot mijn Jezus en uit liefde voor mijn eigen arme ziel. Een karakter moet beginselen hebben. Wat ge zijt, wees dat geheel! Toen de moeder van den H. Fran ciscus van Sales deze in zijn jeugd de levens der heiligen voorlas, riep de kleine in kinderlijke onstuimigheid uit: „Moeder, ik wil ook een heilige wor den". En hij is het geworden door Gods ~made en een sterke wil. Ziet daar uw voorbeeld. P. V. S. Een duur geloot. „Het katholiek _geloof is een duur. geloof," hoort men wel eens zeggen. Dr. G. Brom zet deze gedachte als volgt recht: „Duur is alleen, wat veel kost in verhouding tot zijn waarde, En wat hebben wij voor de genade, die ons gratis, o neen, meer dan gratis, die ons ondanks onze overgroote schuld ge geven werd, eigenlijk betaald? „Mogen wij voor dien onschatbaren schat ooit het minste offeren, we zijn er nóg veel te trotsch op. Wij móeten ons gelukkig voelen iets te kunnen ge ven van wat de Heer ons in overvloed schonk. In 't bovennatuurlijk leven zijn wij, Katholieken, de millionaire." Een waardevol Boek. In zijn inleiding constateert Prof. Adam dat er een steeds groeiende be langstelling is ontstaan van anders denkenden voor het Katholiek geloof, met deze woorden ...Dankbaar stellen wij vast dat „de tijden voorbij zijn, waarin men ,het Katholicisme zag als een mengsel ,van domheid, bijgeloof en heersch- „zucht." Twee hoofd-oorzaken geeft de schrij ver dan aan voor dezen ommekeer, die werkelijk iets van de laatste jaren is, want de meesten herinneren zich nog heel goed den tijd dat er van de zijde der andersdenkendennietde minste welwillendheid of goed-begrijpen be tond voor ons geloof. De uitwendige oorzaak ligt wel „in de vreeselijke gevolgen van den „wereld-oorlog en de ineenstorting van „groote staten en beschavingen. Daar naast slaat de Katholieke Kerk als ,de eenige onder alle aardsche, poli tieke, sociale en godsdienstige bouw- werken, die niet in verval geraakte, ,maar jong is als op de eerste dag. „De tweede oorzaak, waardoor juist ,de moderne menschen, de menschen ,van den wereld-oorlog en de revolutie, .opmerkzaam worden gemaakt op het .Katholicisme, is een innerlijke, die .voortvloeit uit de beschouwing van; ,het wezen van het Katholicisme en ,uit critisch zelfonderzoek. „Het kenteeken van den modernen mensch is: ontworteld te zijn. Het ,los van de Kerk in de zestiende ,eeuw, voerde onvermijdelijk tot het „los van Christus in de achttiende en „het los van God in de negentiende „eeuw. „Daarmee was de moderne geest „losgerukt van zijn voornaamste, diep- „ste levensverband, van zijn geworteld „zijn in het absolute Wezen. „Het leven verloor zijn groote be- „teekenis, zijn innerlijke spanning en „opwaarlsstreving, zijn krachtige door tastende liefde, die alleen het god delijke kan doen ontvlammen. Uit den „veilig verankerden, in God geborgen, „sterken en rijken mensch, groeide de „autonome mensch, die alleen op zich „zelve steunde. Doordat hij afstand „deed van zijn godsdienstige omgeving, „van de Katholieke gemeenschap en „het in en met elkaar leven der ge- „loovigen, verscheurde hij zijn tweeden „levenswortelhet verband met zijn „medemenschen. „In geen enkele gemeenschap bestaat „zulk een sterke gemeenschapsgedachte „als in de Katholieke Kerk, in handelen „en lijden, in bidden en beminnen, in „groeien en winnen van persoonlijkheid „door de broederlijke eenheid, die vast „is in leer, zeden en eeredienst. „Het verscheuren van de kerkelijke „gemeenschap maakte vanzelf ook de „banden van de volksgemeenschap los „en bedierf daarmee de diepe bron „waaruit een gezond en sterk mensch- „dum, een volledig menschdom ont- „staat. De zelfstandige mensch werd „een eenzaam mensch en een enkeling. Deze bloedlooze mensch van „absolute ontkenning kan op den duur „niet bestaan; maar de mensch wil „bestaan. Zijn levensdrang is sterker ,dan alle onnatuurlijke grauwe filosofie. „Hij heeft genoeg van het „neen" „het ,ja" wil hij. Want slechts in be sliste bevestiging, in de moedige aan- „vaarding, ligt de daad en het leven. „Is het te verwonderen dat de mensch, ,die zoo denkt, niet een louter aca demische belangstelling aan den dag „legt voor het Katholicisme „Alle niet-katholleke kerkgenoot „schappen ontstonden niet door on voorwaardelijke bevestiging, maar door „de loochening, de ontkenning, de „neerhaling, door persoonlijke keuze. „De geschiedenis van het Katholicisme „is de geschiedenis van de onverbid delijke, strenge en omvatténde beves tiging van de geheele werkelijkheid .,van de openbaring, van de volheid „van de in Christus geopenbaarde „Geest Gods, in diens volledige ont- vouwing. Het is het besliste, zekere .,en omvattende „ja", op het geheele „leven van den mensch, op al zijn „levensbetrekkingen en levenskrachten. „Het Katholicisme is de stellige gods dienst zonder meer, louter bevestiging „zonder critiek, stellig in den vollen „zin". Zoo zien wij duidelijk de groote waarde van het Katholicisme aange geven voor allen, die staan buiten de [erk, de twijfelaars en zoekenden, zij die geheel vereenzaamd zijn door al die moderne theoriën, die hun houvast verloren hebben, doordat zij losgesne den zijn van den wijnstok, zonder welke de ranken niet kunnen bestaan en vruchten dragen. Dit doet ons veel begrijpen van hun eigenaardige men taliteit, dat zij de Katholieke leer en tucht als iets geheel eenigs beschouwen, iets dat zij niet kennen in. hun geheel vrijen, alleenstaanden, persoonlijken godsdienst. Maar juist door het zien van datgene wat anderen missen, leeren wij ook ons eigen bezit op juiste waarde schatten. W. neemt een abonnement voor onder houd van uw schrijfmachine bij h. ELZETÏAAR KANTOORBOEKHANDEL Q LAHGESTRflflT 84 TEL. 528 Binnenland EINDE ZOMERTIJD Er wordt aan herinnerd, dat de zomertijd dit jaar eindigt op den vijfden October te drie uur in den voormiddag, zoodat in den nacht van Zaterdag 4 op 5 October e.k.' de klokken één uur moeten wordën achteruitgezet of een ir moeten stilstaan. RUITERSPORT Zooals bekend is, mag de groote verkeersweg tuschen Baarn en A'dam niet bereden worden door wielrijders. Die moeten op het fietspad blijven en daar is natuurlijk niets tegen. De groote weg is voor Auto's. Maar de paarden? Waar blijven die? Het Bestuur van de Rijvereeniging Baarn" meende, dat, bij gebrek aan een goed ruiterpad de berm van de weg voor de paarden was aangewezen en zond een request aan den Minister om toestemming. Maar de Minister antwoordde: „Daar de bermen van den door U be doelden weg slechts met een dunne laag samenhangenden grond zijn afge dekt, zullen zij door geregeld berijden door ruitere worden beschadigd. „Het beschadigen van|Rijkswegen en de daartoe behoorende bermen door bestuurders van rijdieren is verboden bij artikel 10 van het Rijkswegen reglement. Van dit verbod kan ik U geen ontheffing verleenen, terwijl ik ook geen aanleiding vind om terzake een bijzondere voorziening tdtreffen." ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Het aantal ongevallen op onbewaakte spooroverwegen is den laatsten tijd weer onrustbarend stijgend; in vrijwel ieder nummer der courant komt het hei-geel waarschuwingssignaal vertoo- nen, om de aandacht van het passee- rend publiek te trekken. Als men hek ken en kruisborden niet opmerkt en zelfs niet tot voorzichtigheid wordt gemaand door deze flikkerlichten daar enboven, dan zijn waarlijk alle midde len uitgeput om het verkeer op gevaar attent te maken. Men staat er nog bevreemdend tegen- rer, dat na de vele ongevallen door eigen schuld van de laatste weken, daarin geen sterker aansporing heeft gelegen, om op een onbewaakten over weg niets in de hoop op goed geluk te wagen, maar daarentegen de uiterste behoedzaamheid in acht te nemen. Met twee seconden opoffering aan tijd kan men zich veilig stellen die twee se conden tijdverlies zijn toch wel weer in te halen I STEMPELS VOOR EIEREN. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft voor de voor uitvoer naar Engeland bestemde eieren drie stem pels vastgesteld, waarvan het laatste tevens geldt voor den uitvoer naar alle landen. Kleur voor versche Hollandsche eieren: groen. Kleur voor Hollandsche koelhuis-eieren: violet. Kleurwijzigin- gen worden ten minste 10 dagen vóór de inwerkingtreding in de Staatscourant bekend gemaakt. Ook is er een stempel voor „Hol landsche geconserveerde eieren". Het stempel voor „eieren" dat geldt voor den uitvoer naar alle landen is een gelijkzijdige driehoek. Kleur Violet. OflZE WEGEN. De rijksweg, van den Oranjeboom naar het paleis Soestdijk, wordt thans verbeterd. Het blijft evenwel een straat weg. Het gesloten wegdek, zooals de weg van Amsterdam tot aan den Oranje boom onder Baarn is, wordt dus van dit punt nog niet voortgezet. Wij ver onderstellen, dat nog geen definitief besluit is genomen, hoe de Rijksver keersweg van dit punt naar Amersfoort verder zal loopen. Er zijn verschillende mogelijkheden. Komt de nieuwe weg, zooals reeds dikwijls is beweerd door den polder, ongeveer langs de spoor baan naar Amersfoort of komt hij over den Eng van Soest en verder langs de duinen in de richting Amersfoort? Dat de route blijft, zooals deze nu is, is niet denkbaar. Wellicht zal niet eerder een beslissing worden genomen, dan nadat eerst het besluit gevallen is, hoe Amsterdam met den boven-RIjn verbon den zal worden, dat wii zeggen langs Utrecht of door de Geldersche Vallei. De vier tollen in den straatweg Soestdijk—'s Graveland worden met 1 Jan. a.s. opgeheven. bericht van zulk een ongeval voor. Naar aanleiding hiervan heeft hetUtr. Dgbl. zich gewend tot den hoofdinge nieur der spoorwegen Maas Geeste- ranus, met de vraag, fot welke con clusies het onderzoek naar de oorzaken al deze ongelukken op overwegen den laatsten tijd heeft geleid. De heer Maas Geesleranus vestigde de aandacht op, dat de Spoorwegen zélf alles doen, wat de veiligheid bij onbewaakte overwegen kan verhoogen. Behalve de bekende kruisborden en hekken, zijn den laatsten tijd, bij wijze van proef, op twintig overwegen zoo genaamde flikkerlichten aangebracht, die .dag en nacht om de seconde een Kerknieuws. AARTSBISDOM UTRECHT Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd: tot kapelaan te Deventer( H. Pastoor van Ars) I. A. van der Weide; totkapeiaan te SappemeerJ.l.Veeger; tot kapelaan te Wijk bij Duurstede J. L. Hassink; tot kapelaan te Hoogland J. L. Ger ritsen; tot kapelaan te Blaricum: B. A. Knippers; tot assistent te Oldenzaal (H. Plechel- mus) G. Geerdink lohanninck; tot assistent te Wegdam A. D. Grira- melikhuizen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1930 | | pagina 1