Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Koopt ow SdnjjfiDochiiio PUROL BU RUWE HANDEN Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersjoort 1.10 De Gembode AdvertenOen 36 cent per regel. Billijke tarieven voor handel én nijverheid bjj geregeld adver teren. AdoertentiAn moeien Dinedag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen tgn betorgd. Kantoor en Drukkerij Lungegricht 28 te Amersfoort - Telefoon 514 Vier en veertigste Jaargang Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234 Vrijdag 24 Oct. 1930 - No. 60 Vrede-verstoorders onder de Katho lieken zijn niet diegenen, die altoos weer aan de ware Katholieke beginselen her inneren, want dan zou de Paus de ergste vrede-verstoorder op deze aarde zijn. Maar het zijn zij, die onder voor wendsel van voorzichtigheid zich altoos verder van die beginselen afwenden. Epistel en Evangelie. Feest van Christus Koningschap. Les uit den Brief van den H. Apostel Paulus aan de Colossensers, I, 12-20. Broeders; Wij danken God den Vader, die ons waardig gemaakt heeft om deel te hebben in de erfenis der heiligen in het licht; die ons uit de macht der duisternis getrokken en overgezet heeft naar het Koninkrijk van den Zoon zijner liefde; in wien wij door zijn bloed de verlossing hebben, de vergiffenis der zonden. Die is het evenbeeld van den onzichtbaren God, Eerstgeborene van gansch de schep ping, want in Hem werd alles gescha pen in de hemelen en op aarde, de zichtbare en de onzichtbare dingen, Tronen en Heerschappijen, Overheden en Machtenalles werd door Hem en voor Hem geschapen, en Hijzelf bestaat vóór alle dingen, en alle dingen be staan samen in Hem. En Hij is het hoofd van het lichaam der Kerk, Hij is het begin, eerstgeborene uit de doo- den, opdat Hij, ja, in alles de eerste zou blijven: want in Hem heeft de gansche Volheid van God gelieven te wonen, en door Hem alles met Zich te verzoenen, de wezens, die in de hemelen zijn, vrede makend door het bloed van zijn Kruis, in Christus Jezus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. Joannes XVIII, 33-37. In dien tijd zeide Pilatus tot Jezus: Zijt gij de Koning der Joden? Jezus antwoordde: Zegt gij dit uit uzelf of hebben anderen het u van Mij gezegd Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de Opperpriesters hebben U aan mij overgeleverdwat hebt Gij misdaan? Jezus antwoordde: Mijn rijk is niet van deze wereld. Zoo mijn rijk van deze wereld was, zoo zouden mijn onderdanen strijden om Mij niet in de handen der Joden te laten, maar mijn rijk is niet van hier. Pilatus zeide Hem dan: Gij zijt dus koning? Jezus ant woordde: Gij zegt het. Ik ben Koning. Hierom ben Ik geboren en hierom ben Ik in de wereld gekomen, om getui genis te geven van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem. KANTOORBOEKHANDEL F. TULP 1 Langestraat 80 lo. Kiommealraat TEL. 326 DOOZEN HUISHOUDPOST Inhoudende 50 Enveloppen 30 vel gelinieerd papier 20 Correapondcnlielraarlen 10 Briefkaarten 1 vel vloei Positaricven voor binnen- en buitenland PBih fi- Liturgische Kalender. Week van 26 Oct.—1 Nov. Zondag 26. Feest van Christus Ko ningschap (nieuw feest), 2e geb. en laatste Evang. van de 20e Zondag na Pinksteren, eigen Prefatie. Maandag 27. Vigilie v.d. H.H. Simon en Judas, 2e geb. Concede, 3e voor Kerk of Paus. Dinsdag 28. H.H. Simon en Judas, Credo, Pref. v. d. Apostelen. Woensdag 29. Mis van de 20e Zon dag en Pinksteren, zonder Gloria, 2e geb. A cunctis, 3e naar keuze, gewone Prefatie. Donderdag 30. Als gisteren. Vrijdag 31. Vigilie van Allerheiligen, 2e geb. v. d. H. Geest, 3e voor Kerk of Paus. De goddelijke voorzienigheid weet steeds op het juiste oogenblik de middelen te kiezen, die voor een bij zonder tijdsgewricht noodig zijn. Nu eens geschiedt dit door inwerking op vrome zielen, dan weer door recht- streeksche bevelen. Zoo zijn in den loop der eeuwen telkens weer nieuwe devoties ontstaan, dienstig om het ge loof en het leven der ziel op te wekken en weer tot bloei te brengen. Denken wij b.v. slechts aan den H. Rozenkrans, de vereering van het H, Hart van Jesus en nu als nieuwste devotie: Het uit roepen van Christus tot Koning der huisgezinnen en van heel de maat schappij. Ja, inderdaad God weet de middelen goed en precies voor een bepaalden tijd te kiezen. Nu het over heel de wereld kraakt; koningen en keizers van hun tronen gestooten werdenhet verderfelijke communisme, en hcljin'zijn einddoel niet minder verderfelijke so cialisme, steeds meer veld winnen en alle ordelijk gezinde burgers met bang heid slaat, nu flsj er op elk terrein slechts één oplossing te vindenChris tus tot koning en heerscher over alle volkeren en staten te erkennen. Nu de moraal steeds meer met voe ten wordt getreden, verkeerde huwe- lijkspraktijken, gewaagde vrouwen- kleeding, zedeloosheid en verwildering hand over hand toenemen, is er maar één middel meer om aan dat alles een halt toe te roepen, Christus kronen tot koning in de huisgezinnen en Zijn zedeleer in toepassing brengen. Nu het ongeloof en de geloofsafval steeds meerderen tot een volslagen modern heidendom doen vervallen, zoodat sommige vrijzinnige predikanten zelfs de godheid van Christus durven loochenen of in twijfel trekken en Hem dus op één lijn durven stellen met een Boedha, een Mohamed, een Confusius, is er slechts één middel meer in staat die vloedgolf tegen te houden en dat is dat alle geloovige christenen, zoowel katholieken als anderen, vast houden aan de leer, dat Christus de Koning, waarlijk de Zoon Gods. Daarom is deze devotie door Gods voorzienigheid zoo te juister komen en heeft de kerk een eigen feestdag daarvoor ingesteld op den laatsten Zondag van October. Zeer schoon en toepasselijk zijn de ingevoegde gebeden in de H. Mis van dezen dag. Zoo iuidt de Introïtus: (zang). „Waardig is het Lam, dat geslacht is, te ontvangen de macht en de god heid en de wijsheid en de kracht en de eer. Hem zij roem en heerschap pij in de eeuwen der eeuwen. Geef Heer den Koning Uw oordeel en uw gerechtigheid den Zoon des Konings.' Waarna het openingsgebed volgt „Almachtige eeuwige God, die-in v beminden Zoon, Koning van het heelal, alles hebt willen herstellen, ver leen genadig, dat alle volken-familiün door de wonde der zonde uiteengerukt, aan zijn allerzoetste Heerschappij derworpen worden." En dan de tusschenzang: „Hij zal heerschen van zee tot zee en van den stroom tot het uiteinde der aarde. En alle koningen der aarde zullen Hem aanbidden; alle volkeren zullen Hem dienen. Zijn macht is een eeuwige macht, die niet zal ontnomen worden, en Zijn rijk is een dat niet zal vervallen." Deze Zondag heeft een eigen Epistel, Evangelie en Prefatie gekregen. In de prefatie komen de volgende schoone woorden voor: „Opdat Hij, zich zelf op het altaar des Kruises als vlekkeloos en vreed zaam Offer opdragend, de geheime nissen van de verlossing dermensch- heid zou voltrekken, en na aan zijn heerschappij alle schepselen te hebben onderworpen, het eeuwige en alge- ineene Rijk aan uw onmetelijke Maje steit zou toevertrouwen: het Rijk der waarheid en des levens; het Rijk der heiligheid en der genade, het Rijk der gerechtigheid, der liefde en des vredes". De ongeschreven Grondwet. Niet het schrijven van boeken, maar liet woord Gods beschouwend de Apos telen als hun levenstaak. „Met niets houd ik rekening," zoo sprak S. Paulus tot de ouderen v£ gemeente van'Ephese, „en mijn eigen persoon tel ik niet, zoo ik maar volbren- ge mijn levenstaak en de bediening, die ik van den Heer Jezus ontvangen heb en van liet Evangelie der genade Gods te getuigen. En nu zie, ik weet dat gij allen waar ik doorgegaan, predikend het Ko ninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer zien zult." In zijn Romeinenbrief schrijft hij: „Hoe zuilen zij dan aanroepen, in wel ken zij niet geloofd hebben? Hoe zullen zij geloov envan welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij hooren, zon der die prediktZoo is dan het geloof uit het gehoor." Als de Apostel aan de Corinthiërs ecnige voorschriften gegeven heeft om trent het ontvangen van het Lichaam des Heeren en hen met nadruk heeft ge leerd, dat zij niet zonder ernstige voor bereiding tot de H. Tafel mogen nade ren, maar zich eerst moeten beproeven opdat zij goed het Lichaam des Heeren zouden ouderscheiden van alle profane spijs, voegt hij er nog deze woorden aan e: „De overige dingen zal ik verorde- n, als ik zal gekomen zijn." Behalve hetgeen geschreven was, had S. Paulus dus nog andere dingen mee te dcelen, welke men ook diende te weten, die zou hij naderhand zelf komen zeggen. Ue groote Augustinus teekende bij deze woorden aan: „Hetgeen de Apostel toen beloofde, betrof de ceremoniën welke bij het ontvangen Van het H. Sa crament moeten onderhouden worden. Wij hebben dat zonder schriftuur van de Kerk geleerd." Aan de Thessallonicensen stuurt Pau lus de. ernstige aanmaning, zich tocli niet te laten overschreeuwen of op eeni- gerlei wijze te laten verleiden. En hij be sluit die vermaning aldus: „Zoo dan broeders, staat vast en houdt de inzet tingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief." En als eindelijk het uur is aangebro ken, waarop de grijze geloofsheld ster ven inoct, daar hij zijn goeden strijd heeft gestreden en zijn loopbaan heeft voleindigd, schrijft hij nog eens aan zijii geliefde zoon Timotheus vol vaderlijke bezorgdheid: „Houd het voorbeeld der gezonde woorden die ge van mij ge hoord hebt. Bewaar het goede pand dat u toevertrouwd is door den H. Geest, En wetend dat ook Timotheus een maal sterven zal, voegt hij er eenige regels verder aan toe: „En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getui gen, betrouwd dat aan getrouwe men- schen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leeren." Uit Paulus' woord zelve hooren wij het dus: de prediking van levende men- schen, door de Apostelen middellijk of onmiddellijk aangesteld, moet het mid del zijn om hetgeen die Apostelen aan gaande Christus en het Godsrijk geleerd hebben, aan de wereld bekend te maken. Niet een ieder echter mag prediken, mag leeraar der waarheid wezen, maar alleen hij die daartoe wettig is gemach tigd en aangewezen. Want zoo staat er in den Romeinen brief: „Hoe zullen zij prediken indien zij niet gezonden zijn?" W. B Zij heeft geen kanonnen of soldaten, geen zwaard, geen legioenen, waarmee zij haar wil. kan opleggen aan de vol keren. Alle machten der aarde zijn legen haar gekeerd, nu meer dan ooit. De officieeie, indifferente wetenschap ziet laatdunkend op tiaar neer. De technische vindingen van den ino- Sernen tijd brengen over haar kinderen dc vergetelheid der eeuwige goederen. De groote wereldpers en haar neu traliteit of besliste vijandschap deci meert de rangen der geloovigen of doet afzakken naar de vrijgeesterij. Bij dit alles moest zij wel ondergaan i haar levensdag zelfs met geen uur meer zien verlengd, indieii daar niet in haar woonde de onverwoestbare kracht des geloofs, die in alle geledingen der Kerk telkens nieuw leven doet ontsprin gen en het bestaande leven in onver- welkbare frischheid behoudt en hooger uitbloeien doet. T. O. Maar Een zeer leelijk woord, is het woordje „maar". Zendt God ons een kruis, zij het nog zoo licht en ook welverdiend, ja! wij kunnen er wel niets aan veranderen, maar toch ook niet nalaten te zeggen: Maar! Begint men zich over den mede- mensch in gunstigen zin uit te laten, dan is het gij kunt er zeker van zijn: imaar! Spreekt iemand een ge voelen, een bewering uit, waartegen wij niet het minste kunnen inbrengentoch veroorloven wij ons te zeggen: Zeker, waar is het, maarWordt ons iets tegen onzen zin gelast het helpt wel niets toch moeten wij daarbij aan merken: Dat zou nu heel goed zijn, Altijd en overal dat leelijke woord, waardoor zich het ziekelijk gevit, ge- het lijdelijk verzet lucht. Wij kun- er niets redelijks tegen inbrengen,! zakelijks tegen doen, wij weten er niets beters voor in de plaats te stellen, toch kennen wij ons dat recht toe om door dat woordje onze ontevredenheid te uiten. Hoe beschamend is ook hier het voor beeld van Hem, die ons is voorgegaan opdat wij in Zijne voetstappen treden zouden! Hij, die gescholden, niet weder schold, Hij leed en toonde zelfs geen somber gelaat, Hij gaf zich zelfs aan hem, die-Hem onrechtvaardig oordeelde. Altijd en overal heeft Hij ver vuld, wat Hij reeds door den Profeet had aangekondied: Ik wederspreek niet. Wel mag men zeggen: het woordje maar stond niet in 's Heeren woordenboek. T. G. De Waarheid. De Kerk kan alleen machtig bloeien door het bezit der waarheid. Dat bezit is haar eenige rijkdom,maar één die met alle schatten der aarde niet te vergelijken valt. En dat bezit is tevens haar hoogste, haar meest onoverwinnelijke kracht. In al het andere is de Kerk zwak, Beleefdheid ia niet alleen een sieraad maar ook een beschuttingsmiddel voor de deugd, een sterke wal voorde rein heid des harten, eene beschermster voor vo'e gevaren, een steunpilaar voor het gevoel van achting jegens onszelf en voor de onderlinge hoogachting. T. G. Zie ik iemand, die een ander vleit, omdat hij bang is van hem de waarheid te hooren, dan daalt mijne achting voor beiden. Zie ik, dat iemand een ander vermijdt uit vrees voor diens waarheids liefde, dan begin ik achting te koesteren voor den laatste. Zie ik iemand rond borstig, en onbeschroomd omgaan met eci£ander,; die,geen verschooning kent, dan slaat de ohversehrokkene beter bij mij te-boek dan de schrikaanjager. Veelal zijn de inenschen voor ons, zooals wij ze némen, ja zooals wij hen maken. Neemt men ze van hun besten kant en dien heeft toch ieder dan zijn ze niet zoo kwaad. Laat iemand werkelijk niets goeds in zich ontdekken, dan is het toch nog een groot verschil, hoe wij hem tegemoetkomen. Voor 't overige mag iemand op zichzelf nog zoo slecht zijn, toch zou hij zich jegens ons nog heel anders voordoen, bijaldien wij zelf hem niet gemaakt hadden tot het geen hij nu ten onzen opzichte is. Waar om traden vroeger zijne boosheid, zijn onbeschaamdheid, zijne onverschillig heid niet aan liet licht? Wijl wij hem toen door ons optreden dwongen zich in te toornen. Sinds wij ons tegenover hem blootgaven, heeft hij het juk afge worpen. Wij trachtten heil te winnen door ons naar zijne beweringen, zijne neigingen te schikken; hij kwam er ach ter, dat wij hem ontzagen en toen was het te laat, Ook op dat gebied moe ten wij vaak boeten, wat wij zelf mis deden. Waarlijk aangenaam in het dage- lijksch verkeer, degelijk man van-zaken, maar oovenal betrouwbaar leider kan slechts hij wezen, wien de moeilijkste karakters, de neteligste gevallen, de pijnü Binnenland of neemt een abonnement «oor onder houd van uvr schrijfmachine bij h. ELZETWflR KANTOORBOEKHANDEL LANöESTRflAT 84 TEL. 628 GEBRUIKSKUNST. Onze Ncdcrlandsche verzamelingen van gebruikskunst zijn te arm, vergele ken mot den blijen rijkdom van schilde rijen dien wij in onze musea hebben. Daarom moet dc staatskas niet op een beetje geld zien om het bezit te vermeer deren. Het is nuttiger besteed dan voor de stelling van Amsterdam. Ook konden wellicht rijke particuüe-! ren zich wat minder eenzijdig op den eeredienst der schilderkunst werpen. In menig buitenlandsch museum getuigen zalen vol mooie oude gebruiks- en sier kunst van een gewaardeerde vrijgevig heid. Het handwerk van den ouden tijd spreekt sterk tot het volk. Verrijk de mu seums en organiseer er eenvoudige en klare voordrachten over wat er is uit gestald. Dat zit vol goede lessen van allerlei aard. Er komt uit den kring der hoorders al de vraag: hoe kwamen de mcnschen aan de voorbereiding en den tijd om zoo te werken, laat men dan ook niet ontzien daarop liet antwoord te geven. Want dit behoort tot het onderricht in de vaderlandsche geschiedenis, dat een goede plaats neemt in alle graden van ons onderwijs, ue werkstukken zijn, niet minder dan de veldslagen, „roem-, rijke daden", en uit de vergelijking van het heden komt een nuttig inzicht in het wezen van onzen roemloozcn tijd, T. G. gelegenheid zijn tot beoefening der zelf verloochening, tot uitroeiing der eigen liefde. Het meest aanbevelenswaardig in den het diepst des gemoeds voortspruitende, omgang is de inachtneming van eene uit eenedoor huinanen en christelijken geest bezielde beleefdheid. Verreweg de meeste men§chen zien in deze deugd want ook beleefdheid moet als deugd beoefend worden al leen het opvolgen der etikette. Naar geest en gemoed zeer hoog staande personen, die de aangenomen verkeersvormen door iets edelers weten te vervangen, kunnen zich met opzet van eenfge dezer plichtplegingen losmaken. Dit intusschen daargelaten, is de ware beleefdheid iels veel hoogers, dan de wereld zich gewoonlijk daarbij vooi oogen sfelt. Zij is geen bloote schijn, geen uiter lijke dwang, maar de natuurlijke uit beelding van een inderdaad edel hart. Derhalve zijn wij haar niet slechts te genover vreemden verschuldigd, neen, de innigste vertrouwelijkheid, de lang durigste omgang kan ons niet van haar ontslaan ook jegens huisgenooten en on dergeschikten. De christelijke beleefdheid is niet slechts een sieraad des levens, zij is eene ware kunstoefening, een voornaam deel van hetgeen wij onder de kunst des levens begrepen wilden hebben. Zij is de artistieke verfraaiing der omgangszeden, ja meer nog de kuuste- naarsuitheelding van iden veredelden mensch zelf. Beleefdheid van den christen is de bloesem der deugd, de natuurlijke open baring van den geest der humaniteit, der christelijke zeifbelieersching, van de naastenliefde met a! hare schoone vruchten. j lx aa a Ben waardevol boek. Allereerst zijn door Prof. Dr. Karl Adam behandeld, de twee hoofdzaken van ons Christelijk geloof, namelijk Christus, de Heer, en de Kerk, Christus lichaam. Logisch voort redeneerend moeten we nu het verband tusschen deze beide grondslagen leggen, om een geheel te krijgen. Deze twee begrippen, Christus en de Kerk, slaan niet los van de verbinding is zoo nauw, over dezen Oneindige vervufiTzljn van ootmoed, reinheid en liefde. Waar de vraag naar God niet in zulk een stemming gesteld wordt, waar de mensch deze vraag naspeurt in het volkomen bewustzijn van onathanklijk- heid, met zuiver profane gevoelens alsof het bestaan of niet bestaan van God bcm om bet even was, en doet alsof hij een rechter Is over een be klaagde, heeft men te doen met schul dige onwetendheid omtrent eigen wezen en ontoelaatbare zclfvcrliefflng. De zoekende mensch kan tegenover het Goddelijke alleen een afwachtende en bereidvaardige houding aannemen, daar liet oplossend antwoord slechts van boven komt. Daarom is niets ver- keerder dan de elschde Oodheid van Jezus in streng-wetcnscbappeltjken zin zóó te bewijzen, dat ook de onver schillige, ja dc zcdclijk-mlndcrwaar- dlgc, dc zelfzuchtige en zinnelijke mensch, dc Godheid van Jezus als met handen grijpen moet en niet meer loochenen kan. Alsof het geloof een zoo vanzelf gekende waarheid «ra zijn als twee maal twee vier Is. Wat ware her voor een Christendom waarvan de ijverigste aanhangers de wijzen en verstandigen naar de wereld zouden zijn, de zelf- voldanen en zelfzuchtige» en niet de armen van geest, die rein van hart zijn? Zoo wordt dc geweldige beteckcnis duidelijk van Jezus woord: „Niet vlccsch en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die In don hemel is". Geen boeken of documenten waren de eerste middelen om de boodschap van Christus tot de menschen te bren- ;en. Hef evangelie van Jezus stroomde iet menschdom binnen in den brecdcn stroom van het oude geloofsleven der Kerk, die geleid werd door het woord der Apostelen en vervuld was van den Heiligen Oeest. Hoe kon het ook an ders? Wat levend Is, laat zich In diepte en omvang niet persen in enkele schrif telijke stellingen. Al wat geschreven is, ook dc Bijbel, draagt daarom sterk het stempel van den tijd, een vorm, die aan latere menschen heel licht star en vreemd lijkt, hoe levend dc inhoud ook is. Daarom heeft dc Bijbel ook geen zelfstandig gezag, los van het geloof der kerk. Dc evangeliën f;even ons slechts brokstukken van ezus. Daaruit het beeld van Jezus weer volledig op te bouwen, is on mogelijk. Zonderde levende overlevering van de eene Kerk blijve den wezen lijke trekken van het Christus beeld ons raadselachtig en verborgen. Hier ligt zeker dc scherpe grenslijn, die de grondslag van bet Katholieke geloof scheidt van het Protcstantsche, of beter, die de Katholieke overtuiging scheldt van elke louter-verslandelijke bcoordeollng van Christus, die zich baan brak in crltlsche theologie. Zoo stroomt er door de Kerk een leven dat vol, één en machtig Is. Geen eindelooze tekstcritiek, geen onvrucht bare geschiedbeschouwing cn taal kennis voert ons tot het geheim van Christus, maar een liefdevol zichonder- dompelen in den rijkdom van het stroomend leven, dat van Hem Is uit gegaan, dat de eeuwen door als levende kracht bewaard bleef, cn dat heden, dat die vroeger ai aangeduid is ala het huwelijk van Christus en de Kerk, als de Kerk als bruid van Christus. Daaruit volgt direct dat wij Christus slechts kunnen kennen door zijn Kerk en niet door wetenschappelijk, critisch onderzoek, door geleerd speuren cn doordenken, maar door geloovlg aan vaarden. De genade van het geloof wordt niet op de eerste plaats aan wijzen en verstandigen, maar aan hen die het geknield, biddend, willen .ont vangen. De katholieke geloofsverzekerheid kan worden samengevat in dezen eenen zin: „Ik kom tot God door Christus in zijn Kerk; ik leer God kennen door Christus, die in de Kerk werkt". Zooals wij zien, rust de katholieke geloofsverzekerdheid dus op drie hei lige begrippen: God, Christus, Kerk. Hoe komt de katholiek aan zekerheid over God en tot geloof in Hem? Het begin van deze kennis ligt op den weg van het natuurlijk kennen, maar de voltooiing ligt op den weg van de genade en van de openbaring. De Va- ticaansche Kerkvergadering leert, dat God, als begin en einde van al het zichtbare, met zekerheid kan gekend worden. En deze kennis komt des te beter tot stand, naarmate wij ons dui delijker bewust worden, dat de vraag c naar God, het godsdienstig vragen en Christus en k zoeken, tets anders is als net gewoon Waar twee of drie vergaderd zijn, vragen, b.v. naar het (even der Insecten, daar ben ik in hun midden. Niet drie, Onzejelndige en onvolmaakte natuur'maar mtltioenen geloovige harten zijn wijst hier naar een absoluut Wezen. I in Jezus naam vereenigd in één Kerk Met Hem staan wij niet op dezelfde Daarom is Jezus waarachtig temidden lijn. Daarom moet de houding tegen- van hen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1930 | | pagina 1