STUDIEBOEKEN
R. K. Spaarbank - Amersfoort
School- en
Teekenbehoeften
Fa. H. Elzenaar
Bel dan op No. 42
Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoort
DE EEMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag
middag. De abonnementsprijs bedraagt één gulden
per drie maanden; buiten Amersfoort f 1.10, franco per
post. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan.
Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode,
gévestigd te Amersfoort
De €embode
Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Dinsdag 9 Aug 1932
ADVERTENTIËN 25 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren
Advertentiên moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur
in den morgen zijn bezorgd. Telefoon 3!4
Zes en Veertigste Jaargang - No. 36
Weiten worden aan anderen opge
legd en moeien kunstig geweven zijn,
anders kruipt men door de mazen.
De eenige weg.
Voor den dwalende op godsdienstig
terrein zijn er ten slotte maar twee
lijnen te volgen.
De eene loopt uit op Rome, de an
dere op den twijfel.
Een derde is er niet.
Pascal heeft reeds gezegd, dat zon
der Christus de twijfel de waarheid is.
Men moet nog verder gaan en zeggen:
het scepticisme is waar zonder de Kerk.
Want noch de Bijbel alleen, noch
de profeten alleen, noch zelfs het
Evangelie zijn in staat het zwijgen op
te leggen aan het vrije onderzoek, dat
m kritiseert en twijfelt.
Voor de rede alléén wordt de Bijbel
een Babel, met duizend talen die el
kander niet verstaan.
In die stemmen van Babel hebben
geklonken die van Luther en Calvijn
en Hendrik VIII. Ze staan naast el
kander met evenveel gezag en niet
tegelijk kan men zijn Lutheraan en
Calvinist en Anglicaan.
Heele scharen van inenschen zijn hen
gevolgd en dezelfde Bijbei houdt ze
gescheiden.
Nog meer stemmen zijn er gehoord
in die verwarring van Babel, meer
stemmen dan de Schrift auteurs en
boeken telt.
We hebben ze zien voorbijtrekken,
heele drommen van menschen die volg
den, den Bijbel in de hand, hun leeraar,
hun leider: de Methodisten, de Quakers,
de Mormonenmaar de meesten zijn
den weg reeds geioopen naar het land
van den twijfel.
Met den Bijbel in de hand staan de
leerlingen van Comte, van Renan en
Tolstoi, en zij loopen denzelfden weg
als die zijn voorgegaan.
Ook dc Joden hebben den Bijbel,
die van Engeland en Duitschland, van
Frankrijk en Italië, en zij zijn rationalist;
die van Polen, Galicië, Rusland en
Afrika, en zij zijn talmudist.
En als we niet verder zien dan de
theologische faculteit van Leldenwaar
voor de een school maakt, wordt door
een volgende bestreden.
Maar 't kan ook niet anders.
Geen van al die godsdiensten en
stelsels heeft gesteund op de getuige
nis der eeuwen, op een leergezag dat
onveranderlijk is en zich onfeilbaar weet.
Daar ontbrak leeraarsmacht.
En eenheid kenden ze niet.
Onderworpen aan de schommelingen
en weifelingen van de rede, zijn ze
vandaag wat anders dan wat ze gis
teren waren.
- Want ze zijn gegrond door toeval,
door passie en fantasie, door willekeu-
rigen uitleg en hoogmoed van den geest.
Ze staan wankel en brokkelen af,
en als de storm over hen gaat storten
ze in.
En gelijk het mcnschelijk gemoed
bewogen wordt zonder einde door ge
dachten en verlangens, zoo is er be
weging bij hen altijd.
Ze zijn gelijk aan de zee, en nooit
zijn ze in rust.
De systemen en stelsels opgebouwd
door valsche profeten en verdwaasde
wijzen worden ontwricht en vallen uit
een elk oogenblik.
En op elk moment komt er nieuwe
hoop en nieuw geloof, maar in de gol-
ven van het modernisme verdrinken ze.
Het gevaar
Hij verwijderde zich en riep zijn
vrouw, die beneden zat, toe
Alice, ik moet u spreken. |Waarom
komt gij toch niet op het dek?"
„Ik kom Albert," antwoordde zij on
middellijk. Zij kwam vlug de trap op
en trad op hem toe. Hij legde zijn
hand zwaar op haar schouder terwijl
zij voortliepen in de richting van de
machinekamer.
Intusschen waren Martin en ik steeds
op den uitkijk. Het was nu wel heel
0 zeker, dat hij slechte bedoelingen had,
maar ik dacht niet, dat hij met al zijn
schranderheid een middel zou kunnen
vinden om een boos opzet te volvoeren.
Hij was zeer omzichtig, en over 't ge
heel was hij zeer gezien bij de overige
Hij was een goed raconteur en hij had
een voorraad humoristische verhalen,
die zijn mede-passagiers dikwijls deden
schudden van het lachen. Ook had hij
altijd veel attenties voor de dames.
Maar zijn arme vrouw werd met
eiken dag magerder en bleeker. Ik
merkte op, dat zij bijna niets at, dat
zij ieders blik vermeed, en als haar
echtgenoot tot haar sprak, ontstelde
en beefde zij. Ongetwijfeld werd zij
gefolterd door een vreeselijken angst.
Teekenbenoodigdheden
KANTOORBOEKHANDEL
■6 F. A. TULP Bb
Ungêttf. M to. Kromme»tr. TEL. 826
In de wereld van het wijde denken
wordt geen rust gevonden en niets
wordt er gehoord dan de sterile echo
in het eeuwige verlangen.
Velen zijn in hun twijfel geioopen
naar Boeddha, en gegrepen hebben ze
naar de droomgedachten van Indié.
om toch in het Nirwana de rust te
vinden, die het leven niet bood.
Maar ook daar zullen ze 't niet vin
den, want voor twijfel en pessimisme
is er maar één middel.
En dat is de Kerk.
St. Augustinus al zei„Ik zou de
Evangeliën niet gelooven, als het ge
zag der Katholieke Kerk er mij niet
heenbracht".
Dit gezag alleen kan opheffen en
leiden, troosten en sterken onze ziel,
die snakt naar vrijheid en licht, naar
hopen en weten.
Vrij willen wij zijn. Maar als we
niet willen verdwalen en kwijtloopen
in den twijfel, dan voelen we ons ge
dwongen tot methode en wet.
Wij willen weten. Maar zonder het
geloof is de wetenschap misleidend,
is haar gang zonder orde, en haar
horizon zoo eng.
De Kerk geeft ons zeden en godde
lijkheid, zij biedt ons leering en steun,
haar voorschriften geeft ze met een
superieur, absoluut en onfeilaar gezag.
Zij heeft het woord gesproken, dat
ze onfeilbaar is. En daar is geen secte
geen philosophic, geen school, die dat
heeft durven doen.
.Onfeilbaar ben ik", 't is het erger
lijke woord, dat ol dwaas is, of godde
lijk, of onzin, of inspiratie.
Maar dc dwaasheid houdt geen stand
en de Kerk staat, en staat reeds eeuwen.
En die de Kerk haar dwaasheid hebben
verweten, ze zijn heengegaanen die
zich van haar hebben gescheiden, ze
zijn gestorven en die meenden haar
dood nog eens te zien, ze zijn niet meer.
En altijd jong, en altijd heilig, en
altijd apostolisch met hetzelfde sym-
bolum in de hand, dat ze meekreeg op
het Concilie van Jeruzalem, met haar
opvolging van priesters en bisschoppen,
getuigt ze de Waarheid. p. M.
lukken niet omdat zij niet op kleinig
heden letten?
„Doe kleine dingen," zegt een Per
zisch spreekwoord, „en grooten zullen
straks bij u komen en vragen, om ge
daan te worden".
God zal zorgen voor de groote din
gen, indien wij de kleine niet ver-
waarloozen.
Het zal hem, die bezield wordt door
den geest van nauwkeurigheid, beter
gaan in het leven, dan menigeen, die
aan de hoogeschool hooger stond dan hij
Duizend jaren lang bezat Azië het
geheim der zijdecultuur en te Rome
werden de zijden stoffen tegen goud
opgewogen. In de zesde eeuw brach
ten twee monniken, eenige eitjes uit
China naar Europa, Azfë had niet lan
ger het monopolie der zijdeindustrie.
Een scheepsworm, die door een
stuk hout boorde, deed Sir Isambard
Brunei hel denkbeeld aan de hand, om
een tunnel onder de Theems te graven.
Een Amerikaansche soldaat zag in
den oorlog van de Zuidelijken tegen
de Noordelijken een vogel, die rijst
ontbolsterde; hij schoot het dier, nam
zijn snavel tot model en vond een pel-
machine uit, die een geheele omkeer
teweeg bracht in den rijsthandel.
Kleine oorzaken, groote gevolgen.
Kleinigheden.
Wat de moeite waard is, gedaan te
worden, is ook de moeite waard goed
gedaan te worden.
De geschiedenis van menige misluk
king kan in deze woorden worden sa
mengevat „Gebrek aan aandacht voor
bijzonderheden."
Hoeveel testamenten zijn niet waar
deloos verklaard, tengevolge van een
kleine onnauwkeurigheid of een on
duidelijk woord?
Hoeveel processen verloren door on-
aandachtigheid van pleitbezorgers ir
het nazien van bewijsstukken?
Hoeveel menschen van zaken mis
Wat kon dat toch zijn? Waren wij
werkelijk aan den vooravond van
tragedie? Wie zou het zeggen, i
ieder die Wilmot's geheim kende, was
wel verplicht hem zoo weinig mogelijk
alleen te laten.
'k Herinner mij nog, dat ik op een
avond in de Roode Zee, toen wij allen
onder den indruk waren van de vreese-
lijke hitte, Wilmot en mevrouw Dollory
b'j elkaar zag staan. Zij waren in een
ernstig gesprek gewikkeld. Eenige
oogenblikken later ging mevrouw Dol
lory de trap af, maar Wilmot bleef
waar hij was, over de verschansing
leunende en turende naar de zee. Hij
was blijkbaar in gedachten verdiept,
want hij keek niet om, toen hij mijne
naderende voetstappen hoorde, en ik
moest hem herhaalde malen op den
schouder tikken, vóórdat hij opkeek.
„Gij schijnt geheel terneer geslagen
te zijn," zeide ik. „Hebt gij iets ver
nomen? Is er soms een ontknooping?"
Wilmot zweeg een oogenblik, daar
op zeide hij fluisterend
„Ja, en een zeer zonderlinge. Er
wordt een afschuwelijk spel gespeeld,
'k Wilde dan ook gaarne uw raad
inwinnen."
„Wat heeft mevrouw Dollory u ge
zegd?" vroeg ik.
Film's - ligils - fliifils: I
Fa. R. VAN DEN BURG
Arnb.str. Gevestigd sedert 1887 H
v«n 100.000 man die in onbekende
graven in deze beide streken rusten,
waarmede de lijst van graven
op de oorlogsvelden, waar meer dan
etn millioen Britten zijn gevallen is
vdltooid, Thans worden nog iedere
week de overblijfselen van ongeveer
20 gesneuvelden gevonden op de
voormalige slagvelden in Frankrijk en
Vlaanderen. Waar zij dan worden ter
aarde besteld op een der 925 oorlogs
kerkhoven der Rijksoorlogkerkhoven-
cómmissie. Behalve een millioen man
die gesneuveld zijn, werden tijdens dc
oorlog twee millioen mannen gewond.
Talloozen hiervan lijden nog steeds.
Tot hen behooren zes duizend die op
genomen zijn in speciale tehuizen voor
geesteszieken, terwijl 30.000 slacht
offer zijn geworden van chronische
neurasthenie.
Levensleslen.
Het geluk van den mensch dat
we dit nooit uit het oog verliezen
ligt niet in rang of stand.
De vorsten en koningen zijn niet ge
lukkiger dan wij in onze eenvoudige
bediening en bezigheden. Het te
gendeel is waar!
In twee dingen intusschen hebben
zij gelijk, die zich over maatschappe
lijke verongelijking beklagen.
Het eene is, dat menig hooggeplaatste
heer boerenknecht behoorde te wezen,
en dat schatten worden vastgehouden
door handen, die er geen gebruik of
wel misbruik van maken.
Maar dit heeft God niet zoo veror
dend - dit laat Hij toe.
De booze mensch heeft een booze
maatschappij gemaakt, en daarin voe
len velen zich natuurlijk misplaatst:
sommigen te recht, doch ven-eweg de
meesten tengevolge van een bescha-
vingsdressuur, die tal van kunsten on
derwijst, uitgezonderdzelfkennis,
levenswijsheid en het doel van
's menschen bestaan.
Het andere isdat er geen armoede
behoorde te zijn in de beteekenis van
gebrek aan hetgeen de mensch tot een
menschwaardig bestaan behoeft.
Ook dit echter heeft God niet ver
ordend, tenzij alleen als straf voor lui
aards en verkwisters. De boosheid der
menschen heeft de bleeke nooddruft
opgeroepen
Wij moeten pogen om die twee
dingen uit de wereld te krijgen,
veel mogelijk.
Droeve herinnering.
Dezer dagen was het achttien jaar
geleden dat de Duitschers België
binnentrokken, waarmede België in den
wereldoorlog werd betrokken, 's Mor
gens luidden alle klokken, loeiden de
fabrieksfluiten en werden de vlaggen
halfstok geheschen ter herinnering aan
dit droeve feit.
Gedurende het laatste weekeinde zijn
te Thiepval en Arras in Frankrijk ge-
denkteekenen onthuld ter nagedachtenis
„Ik begrijp hoegenaamd niet wat zij
bedoelt, maar zij kwam zoo straks bij
mij; zij had tranen in haar oogen, en
verzocht mij dringend de boot te Port-
Saïd te verlaten."
,De boot te Port-Saïd te verlaten?'
hernam ik. „Wel, mijn beste Wilmot,
nu zou ik toch werkelijk gaan gelooven,
dat zij het geheel eens is met haar
echtgenoot."
„Dat schijnt wel zoo op 't eerste
gezicht, maar ik geloof het toch geen
enkel oogenblik. Die ongelukkige vrouw
is eerlijk, of er is geen eerlijkheid meer
op de wereld. Zij is zeer ongelukkig
en zeide, dat zij zeer veel op 't spel
zette door met mij te spreken, maar
zij voelde, da» zij het moest doen. Gij
begrijpt, dat ik haar verbaasd aankeek
en haar verzocht zich nader te ver
klaren. Zij antwoordde niet dadelijk,
maar daarop zeide zij, dat ik de erfenis
zou verliezen, wanneer ik haar raad
niet opvolgde. Bovendien smeekte zij
mij er niets van te zeggen aan haar
echtgenoot. „Door u te waarschuwen
waag ik veel," zeide zij, „veel n
dan gij denkt, maar ik kan de D.
dachte niet verdragen, dat aan al uwe
verwachtingen de bodem wordt inge
slagen. Gij zijt een goed mensch en
hij Zij voegde er niets meer bij,
ooder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit d.d. 14 Maart 1913, no. 66
De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden
worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw
BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT
des ZONDAGS van 12 tot 1 uurWOENSDAG AVONDS van 7
tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur.
Dadelijk ingaande rente 3®/io pCt.
Spaarbusjes gratis verkrijgbaar.
Kassier: Amsterdamsche Bank.
De XXIe Vlcarle In
St. Joris te Amersfoort
door A F. VAN BEURDEN.
„In den jaare 1579", schrijft Van
Bemmel, „werdt de St. Joriskerck 't
eerste toegestelt ter verrigting van de
Gereformeerde Godsdienst."
Een gewichtig keerpunt in het Amers-
loortsche leven en haar geschiedenis.
Men had wel bepaald, dat „die van
de Roomsche religie" ook het vrije
gebruik zouden hebben der St. Joris-
kerk, maar na eenige aarzeling namen
de Nieuwgezinden de hoofdkerk in be
slag, braken de 52 altaren tot den grond
toe af en maakten daardoor de uitoefe
ning van den godsdienst voor de Ka
tholieken totaal onmogelijk.
Met een bloedend hart namen deze
'scheid van hunne kerk en bij het
gewelddadig opdringen van de tegen
standers, die alle posten van gezag
ingenomen hadden, gingen voor de ker
ken, de kloosters, de vicariën, de
broederschappen alle inkomsten ver
loren.
Want de Staten van Utrecht, samen
gesteld uit voorstanders van den op
stand tegen Spanje, wat men vereen
zelvigde met achteruitzetten en verdel
gen der oude Leer, onttrokken in 1580
al de Roomsch Katholieke instellingen
en hare goederen aan de oorspronke
lijke bestemming en brachten ze onder
den willekeur van andersdenkenden.
Alleen gedurende een jaar in het
verloop der tijden, keerde de St. Joris
weer aan de oorspronkelijke bezitters
terug, in 1672 toen de Franschen hier
meester waren, maar toen deze weg
waren, waren ze haar weer spoedig
kwijt, alleen het doopvont van Pastoor
Guisius herinnert nog aan dien korten
lusschentijd.
De nieuwe heeren waren kort na
1579 opgetreden als eenige beheerders
der inkomsten der altaren, der vicariën,
der kapittelgoederen onder goedkeu
ring der Utrechtsche heeren en men
schonk, om voor het oog der wereld
het recht niet geheel onder den voet
te loopen, aan de aanwezig gebleven
kapittelheeren en de ordebroeders een
schamel pensioentje.
De kloosters moesten uitsterven en
verdwijnen, dat was het gemakkelijkste
en het minst opzichtig.
Men stelde de vicarie- en convent
goederen onder een bezoldigd ambte
naar en als men dat noodig had voor
't een of ander, verkocht men stukken
ten bate van het gewestelijk en ge
meentelijk beheer tot schulddelging.
Men gaf nu aan de gelden, daaruit
gekomen, eene geheel andere bestem
ming. Men maakte zich zelf en het
publiek wijs, dat men daartoe het recht
had, wijl men zich ongevraagd in de
plaats gesteld had der vorige eigenaars.
Mr. Verloren van Themaat schrijft
in zijne geschiedenis der Vicariën,
Utrecht 1880 blz. 115 „De ontaarding
der vicariën werd gaandeweg grooter
en ten slotte verviel men in een toe
stand, gansch abnormaal van den vroe
gere." De Staten van Utrecht en de
Prins Stadhouder vergaven de Vicariën.
Hoe men allengskens afzakte en alle
begrip van recht verloor, willen wij
met enkele voorbeelden, uit de oor
spronkelijke bewijzen der Kapittelgoe
deren geput, laten volgen.
Vooraf willen we er op wijzen, dat
men in plaats van de geestelijke Ka
pittelheeren hier evenals te Utrecht,
eenige leeken, natuurlijk der nieuwe
leer toegedaan n.l.burgemeester, twee
Gereformeerde Kerkvoogden en twee
regenten van het Burgerweeshuis tot
kapitteldeken en kapittelheeren be
noemd had, die dus om de stichtings
brieven na te komen eiken dag de
voorgeschreven Roomsche geestelijke
oefeningen eigenlijk zouden hebben
moeten houden, de Latijnsche gezangen
zingen en zoo meer.
Dat deze benoemingen aan de waar-
digheidsbekleeders destijds nog al wat
inbrachten, kan blijken uit de rekening
en verantwoording 80 Dec. 1659, ge-
houde op het stadhuis te Amersfoort,
waarbij uitgekeerd werd uit het batig
slot, nadat alles aan predikantstracte-
menten, uitdeelingen aan kerken enz.
gegeven was:
Aan den deken W. Johan
van Bildenberg bur
gemeester135 gl. 10 st.
Aan den deken Gerard
Thien'sz. burgem. 135 gl. 10 st.
Aan Hessel Breeker,
capittelaar,135 gl. 10 st.
Aan Steven van Est-
velt, id135 gl. 10 st.
Aan Joh. v. Duverden id. 135 gl. 10 st.
Langestrut 84 Telel- 528
Hebt U een
Taxi of auio noodijj
Amersfoort.
maar de uitdrukking van haar gelaat
zeide genoeg. Wij hoorden u naderen
en toen ging zij heen. Het ziet er
donker voor mij uit, vindt gij niet?"
„Ik weet haast niet wat ik denken
moet," hernam ik; „maar het lijkt mij
zeer verkeerd haar raad op te volgen,
't Zou krankzinnigenwerk zijn om de
boot te Port-Saïd te verlaten, 't Spreekt
van zelf, dal Dollory dat gaarne zou
zien om vóór u in Engeland te komen,
en hij heeft waarschijnlijk zijn vrouw
weten over te halen om u voor dat
plan te winnen, 't Is nu zaak
te passen, Wilmot, en op uw post te
blijven. Ik zal mijn oogen ook goed
open houden, maar zet in 's heinelsch
naam dat Port-Saïd-plan toch geheel
uit uw hoofd, 't Is een gemeene stad,
vol schurken, en aan boord
North Star zijt gij zoo veilig mogelijk,
wat Dollory ook legen u mag onder
nemen."
„Dat is zeker; ik ben blij, dat ik
met u gesproken heb. en ik ben het
geheel met u eens," hernam hij. „Ik
zal uw raad opvolgen, maar ik zal
toch zoo overgelukkig zijn, als die
geheele zaak is afgewikkeld, hoe dan
ook. Al die geheimzinnigheid begint
mij deerlijk te vervelen. Maar.hebt
gij wel opgemerkt, hoe druk Dollory
677 gl. 10 sL
Bij de inkomsten der Vicariën maakte
mennet nog bonter. De collatoren of
bezitters namen voor zich zelf J/3 der
opbrengst terwijl men '/3 (tertie) door
de stad aan begunstigde personen
zoogenaamd ud pios risus, voor studie
enz. weggeschonken zag
het altijd met den jongen matroos Phil-
beach heeft? Wat zou dat moeten be-
teekenen?"
„Niets. Ik geloof dat gij nu wel wat
al te achterdochtig wordt. Doch ga nu
naar uw kajuit en tracht wat te slapen.
Ik denk, dat ik niet aan slapen toe
zal komen; ik hoor, dat de thermo
meter bij de machine op 120° staat.'
Den 7den October kwamen wij te
Port-Saïd aan, en volgens mijn ge
woonte bleef ik bij die sfad op de
boot. Dollory evenwel met verschei
dene andere passagiers ging aan wal
maar Wilmot volgde mijn raad op er
bleef aan boord. Tegen den middag
moest de boot haar reis vervolgen,
en toen het bepaalde uur van vertrek
naderde, kwamen alle passagiers in
troepjes terug. Wilmot stond met mij
op het dek en zag hen belast en be
laden met de verschillende inkoopen
de valreep opgaan. Wij waren op het
punt van te vertrekken de valreep
was reeds ingehaald toen mevrouw
Dollory haastig naar ons toekwam. Zij
was in Port-Saïd niet aan land gegaan
en zag er nu zeer ontdaan uit. Haar
gelaat was aschkleurig, en in haar
oogen lag een woeste uitdrukking van
schrik en ontsteltenis; zij ademde snel
in haar vreeselijke agitatie.
BERICHTEN
UIT
AMERSFOORT
De arbeidsbeurs in Juli.
Afdeeling voor mannen:
Aanvragen van werkgevers 86; aan
biedingen van werkzoekenden 1241
aantal plaatsingen 65 (over de maand
Juli van het vorig jaar waren deze
cijfers resp. 145, 766, en 139).
Afdeeling voor vrouwen:
Aanvragen van werkgevers 61aan
biedingen van werkzoekenden 127
aantal plaatsingen 33 (over de maand
Juli van het vorig jaar waren deze
cijfers resp. 70, 108 en 32).
Ten overstaan van notaris J. G.
Klaassen werd geveild het perceel
Langestraat 99, waarin thans gevestigd
is een melksalon. Kooper W. v. Haselen
q.q. voor f 10.000.
Voor het Gymnasium te Amersfoort
begint het 2e toelatingsexamen Maan
dag 5 September 8 30 uur.
Aanmelding bij den Rector Bilder-
dijklaan 10.
A.8. Woensdag 12—4 uur wederom
VOLKSV1SCHDAG
4 en 5 mooie gebakken visschen
voor 1 kwartje
UMUIDERVISCHHANDEL
UTRECHTSCHESTRAAT 40
Het gesprek van den dag.
,Miin echtgenoot!" riep zij uit. „O,
mijnheer Conway, hebt gij hem niet
gezien? Is hij op de boot gekomen?
Ik kan hem nergens vinden. Hij kan
toch niet in Port-Saïd blijven. Och,
laten wij toch niet zonder hem ver
trekken. Wat moet ik beginnen als hij
achterblijft?"
Wanhopig keek zij mij aan.
„Ik weet werkelijk niets van uw
echtgenoot, mevrouw Dollory," her
nam ik. ,'k Heb hem weliswaar niet
de andere passagiers op de boot
zien komen, maar ik zal er dadelijk
onderzoek naar laten doen."
De boot kwam reeds in beweging.
Wilmot ging evenals ik haastig de trap
af naar het salon. Daar zag ik den
eersten hofmeester.
„Weet gij misschien ook of de heer
Dollory op de boot is gekomen?"
vroeg ik.
„Ik weet het niet, mijnheer," zeide
hij, „maar ik zal er dadelijk onder
zoek naar doen en het u laten weten."
Hij vertrok en gaf aan een anderen
hofmeester last de geheele boot te
doorzoeken. Op datzelfde oogenblik
viel mijn blik toevallig op Wilmot's
gelaat. Ik zag er een eigenaardige uit
drukking op van verwondering en in
gehouden spoL (Wordt verv olgd