VLIEGMACHINE
BOUWDOOS
F. A. TULP
N.V. Middenstands-Bank
Voor Studieboeken
en Leermiddelen
Fa. H. Elzenaar
Bel dan op No. 42
Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoort
DE EEMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag
middag. De aboiinemenlsprijs bedraagt één gulden
per drie maanden; bulten Amersfoort f 1.10, franco per
post. Abonnementen kunnen eiken dag Ingaan.
Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode,
gevestigd te Amersfoort
De €embode
Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Dinsdag 7 Aug. 1934
ADVERTENTIËN 25 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren
AdvertentlEn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur
In den morgen zQn bezorgd. Teleloon 314
Acht en Veertigste Jaargang - No. 37
Op ter Beêvaart naar
de Lieve Vrouwe van
Kevelaer.
Wij zijn gekomen in de maand Augus-
tus, de maand van vacanlie, de lijd
vóór velen om eens alle zorgen op zijde
-Ml zeilen en eens van aardsche be
slommeringen vrij te zijn. En nu wij
In de kerken de aankondiging zien
vsn de bedevaart naar Onze Lieve
Vrouwe van Kevelaer, zij dal nu ei
"linsporing voor ons, om eens daar
lit genadeoord vaii Kevelaer een paar
onze vacantiedagen door te brengen I
i 21e Augustus vertrekt de Amers-
iortsche processie naar het genadeoord
In Onze Lieve Vrouwe om daar te
§!dden en Gods zegen en vrede voor
i huisgezin af te smeeken. Wij
binnen overal tot God bidden. God
J overal tegenwoordig, Behalve dat
pirij jezus God en Mensch vinden in
alle tabernakelen, is God nog in het
filiepstc onzer zielen bereid ons te hoo-
n, naar onze smeekbeden te luisteren
onze zuchten op te vangen. Maar
jwij menschen zijn niet altijd bereid om
ptot Hem te spreken en het is noodig
rCdat de Godsvrucht door bijzondere
L ceremoniCn op voorname feestdagen
wordt opgewekt, de godsvrucht wordt
aangewakkerd. Zoo wordt hij ook on
tegenzeggelijk opgewekt door het aan-
Lwezig zijn op die plaatsen, die hem
I bijzonder door God of zijne Heiligen
1 schijnen uitgekozen te zijn als zege-
1 en genadeoorden voor hel lijdende
f menschdom.
Bijna alle godsdiensten dan ook, die
uitwendige ceremonien hebben behou-
I den, hebben hun bedevaartplaatsen.
In het Oude Verbond lezen we, dat
God zelf de mannen bevolen had drie-
n het jaar den tempel van Jeru
zalem te bezoeken. Hoeveel bedevaart-
I plaatsen heeft ook de devotie tot O. L.
Vrouw niet in het leven geroepen.
Wettig en rechtmatig is dus de bede-
vaatt en nuttig ook, wanneer men ze
b weet te benutten, en ze doet in de
vareischte gesteltenis,
f Men bidt op die plaatsen vuriger
1 dan thuis. Men voelt dat men daar
komt om te bidden, om het hart eens
uit te storten voor de voeten van de
smeekende Almacht. En we hebben
veel te vragen voor kerk en huisgezin
en maatschappij, voor ons zelf. En de
plaatsbekleeder van Jezus Christus doet
meer dan ooit den blik lot Haar rich
ten, die we in Kevelaer willen eeren
en huldigen, tot Haar, die eenmaal door
God geroepen werd mede te arbeiden
aan het verlossingswerk, dat de grond
slag zou zijn en blijven van elk werk,
ook van elk maatschappelijk werk op
aarde.
Door Maria's voorspraak moeten wij
van God verkrijgen een goede oplos
sing van 't maatschappelijk vraagstuk
waarvoor een werkdadig Roomsch ge
loof noodig is. Godsdienst moet weer
herleven in gansch het volk, dan zal
er vrede komen en zegen in de huis
gezinnen. Wie anders zal ons brengen
tot Christus Jezus. Wie anders dan
Maria. Wie zal ons voeren lot Jezus
H. Hart. Wie anders dan O. L. Vrouw
van 't H. Hart, van dat Hart dat de
menschen zoo zeer heeft bemind.
Met den H. Petrus Damianus zeg-
7 gen wij: In Uwe handen, o Maria, zijn
alle schallen van ontferming gesteld.
Gehoord worden is voor Maria,
verhoord worden. Uw gebed is een
bevel. O Maria, Troosteres der bedruk-
1 ten, spreek voor ons ten beste, wie
Geeft uw jongens
in de vacantia een
I KANTOORBOEKHANDEL
I Langestr. 65 t.o, Krommestr. - TEL. 526
kan, zooals Gij spreken tot liet Hart
van onzen Heer Jezus Christus, Uwen
Zoon.
Mogen dan velen uit Amersfoort en
omstreken gevolg geven aan deze roep
stem en opgaan naar het heerlijk ge
nadeoord van Maria te Kevelaer, om
daar een paar dagen te verblijven en
dan getroost en gesterkt weer naar
huis terug te keeren.
Vooral de jongeren, die zoo gemak
kelijk van huis kunnen, de jonge meisjes
die wij zoo gaarne als bruidjes in de
processie zien vertegenwoordigd, kun
nen wij dit niet genoeg aanbevelen,
te meer nu de Broederschap groote
reductie geeft op de reiskosten, kan
het geen bezwaar zijn dat de kosten
te groot zijn. Ook willen wij hier even
op attent maken, dat heden, evenals
vroeger te Kevelaer, de processies en
bedevaarten, met vanen en sieraden
ongehinderd en onbelemmerd kunnen
plaats hebben, zoodat de vrees voor
onordelijkhedeii absoluut is builen
gesloten.
Type- en Copleerlnrichting
VITESSE
KON. WILHELMINASTR. 10
Gesloten
van 6 tot 20 Augustus a.s.
Onze voornamen.
Door A. F. van Beurden.
In vroegeren tijd, toen dorpen en
steden nog klein waren, kenden buren
en ook verderaf wonenden elkander
bij den voornaam en wisten secuur
den vaders voornaam van den persoon,
zoodat zij bij twijfel of bij gevaar van
verwisseling dezen er aan toevoegden.
Zoo lezen wij in de oude stukken van
Jan Florisz, Dirk Dirkse, Peter Coen-
raetsz, Michiel Adriaenszoon, Piet Hein,
die voor dien tijd voldoende schenen,
om de personen te herkennen. Was
dit nog niet genoeg, dan voegde men
er nog nog een herkenningsteeken bij
als Michiel Adriaanzn. de Ruijter, Jan
Pieterszoon Coen, of den naam van
de plaats van herkomst als Jan van
Amsterdam, van Utrecht, van Maastricht.
Ook voegde men ter onderscheiding
veelal het beroep erbij, als Jan Schoen
maker, Willem de Metser (metselaar).
Piet Coodervener (Corduaner of lijn-
leerbereiiier), terwijl ook het uithang
bord van het huis, waarin de betrok
ken persoon woonde, in zijn naam
vereeuwigd bleef als Jan van der Croon,
Willem van den Anker, Filips van der
Leeuw enz.
De voornamen bleven oudtijds hoofd
zaak en daarom treft men tal van oude
registers, waarin deze als persoons
aanduidingen gebruikt worden met bij
voeging van den vaders voornamen,
wal in dien tijd voldoende was, maar
voor ons, die deze registers moeten
raadplegen, niet genoeg is.
In den Koomschen lijd stelde men
Lichtende vlammen,
3) Ach, werkelijk, Dinusclika Dmi-
triewua was een zonnekind, en waar
zij den voel zette, vielen stralen, al was
het ook de donkerste kamer van een
der russische boeren
Maar wie dit zonnekind in het hart
had kunnen zien, die zou al ras be-
- merkt hebben, dat in dal hart een
.y hevige strijd woedde. Een strijd, een
zoeken naar een nieuw levensideaal,
nadat het oude, dat der eens zoo vurig
beminde kunst, tot gruizel geslagen
wasl Tot gruizel geslagen door de
menschen zelf, die eens Dinusclika
Dmitriewna omgaven, en die zij met
al haar begeesterend spel niet uit de
diepte vermocht te verheffen tot lich
tere, reinere hoogten I
Èii lltans siond Dinuschka weder te
midden eener wereld, waarin zij door
domme en onwetende menschen om
geven wast Maar toch, wanneer zij in
de heldere, onschuldige oogen harer
kleinen bliklc, dan verhiel zich weer
die oude zucht in haar, en sloeg zij de
vleugelen uit haar verlangen ande
ren mee te voeren naar het licht! Maar
Dinusclika wist niet, naar welk licht!
Hel was nog een onklaar verlangen in
haar; zelf wist zij niet duidelijk, waar-
Ki
er prijs op de doopelingen namen te
geven van vaderlandsehc heiligen, zelfs
van heiligen, die in de streek groote
vereering ondervonden. Men gaf ze de
namen van Willebrord, Bonifacius,
Cunera (Kniertje), Ludwina en anderen.
Ook naar Gildepatronen, want de gil
den waren in hoog aanzien, als Joris,
Scbastianus, Crispinus, Nicolaas, e.a.
De Hervorming kwam en men trachtte
de heiligennamen te verdrijven. Wie
de nieuwe leer volgde, zette er bijbel-
sche namen voor in de plaats of ver
vormde de namen door afkorting en
verandering der klanken, dat ze niet
zoo aan de oude Kerk herinnerden.
Men hield meer van de korte namen
en voerde die in. De Katholieken hiel
den aan de voorspraak der Heiligen
vast en gaven hunne kinderen dezen
ter eere de namen van een der vele
belijders, martelaren of heilige maag
den. Zóó is het nog. Gewoonlijk krij
gen ze twee namen, omdat peter en
meter ook hun naamsaandeel aan den
doopeling mede willen geven.
De namen zijn aan allerlei talen ont
leend. Hoofdzakelijk aan het Latijn,
Grieksch en Hebreeuwscli. De diepere
zin, die in de namen schuilt, de ver
taling is veelal niet bekend, waarom
wij hier de beteeker.is van tal van
namen alphabetisch geplaatst laten
volgen
Abigaël, de danseres of vreugde des
'aders; Abraham, vader des volks;
Absalon, vader des volks; Achilles,
de treurende Ada, het sieraad Adam,
de aardman Adalbert, de door zijn
geslacht Rlanzende; Adele, de hoog
edele; Adelgonda, de edele strijdster;
Adolf, edele wolf of helper; Adrianus,
man uit Hadria; Aegidius, de schild
drager of beschutter; Aemilius, de
vriendelijke; Agatha, degoedige: Agnes.
de reineAlbert, de sterk glanzende
Albin, de witteAlexander, de mannen-
verdedigendeAlexis, de helper; Al-
phons, de gelukkigeAlfred, de vrien
delijke; Aline, de verhevene; Alma,
de eerwaardigeAmadeus, godbemin-
nendAmalia, de bewegelijke; Aman-
dus, de beminnenswaardige; Ambro-
sius, de onsterfelijke; Anastasius, de
verrezeneAndreas, de mannelijke
Angelika, de engelachtigeAnna, de
godzaligeAnselm, de strijdbare
Antonius, de onschatbare; Arnoidus,
de eerwaardige; Augustus, de verhe
vene Aurelia, de vergulde.
Boudewijn, de koene overwinnaar;
Balthasar, de levensbeschermer; Bar
bara, de vreemde; Beatrix, de heil
brengende Benedictus, de gezegende
Bernard koen als een beer; Bertha,
de glanzende; Bertram, de prachtige
held; Blanca, de witte; Bogislav, god
lof; Buneventtira, de welkomene; Boni
facius, de weldoener, Brigitta, de stra
lende; Bruno, de bruine; Brutus, de
domme.
Caecilia, de blindeCandidas, de
itteCasimir, de vredestichterCas
par, de schatmeester; Chriemhilde,de
:r met den helm; Christiaan, de
christen; Christophorus, de Christus
drager; Clara, de reine; Chrysostomus,
goudmond; Clemens, de genadige;
Crassus, de dikke; Crispinus, de krulle-
kop; Cyrillus, de machtige.
David, de geliefde; Diederik, de
volksvorst; Dietmar, de bij het volk
beroemde; Dominicus, den heer be-
hoorendDonatus, de geschonkene
Dorothea, de van God gegevene.
Everard, de als een ever zoo sterke
Edmond, de edele spreker; Egmond,
de zwaardheid; Eleonore, de mede
lijdende; Elisabeth, de Godgewijde.
Emmanuel, God met ons; Emma, de
vlijtigeEphraïm, de wassendeEras
mus, de beminnenswaardige; Esther,
de ster; Eugenius, de edele; Eusebi
naar dat verlangen streefde! Zij wist
slechts dat zij voor al deze menschen,
voor de kleinen zoowel als de grooten,
iets worden moest, om hun levensmoed
en levensgeluk te schenken.
En door ditjnieuwe levenideaal werd
Dinuschka wederom de visionnairc, die
?ij vroeger was. Dikwerf wanneer zij
in de avondschemering ;n hare kamer
zat. de kleinen rond haar heenge-
schaard, terwijl zij dan daar zat, den
stillen, diepen blik in de verte gericht,
als zag zij daar al de sprookjesgestal
ten, welke zij met wonderlijke fantasie
voor der kinderen oogen tooverde
dan zag zij het lichten en glimmen
boven al die kinderkopjes..dan zweef
den zij weer voor hare oogen, die
kleine, lichtende vlammen van vurig
goudMaar bij dien glans en die lich
tende vlammen ontwaakte in Dinusclika
Dmitriewna's ziel een sterke moed
en liet was haar, als riep cene stem
haar in 't oor: „arbeid slechts, Di
nusclika, arbeid slechts voort; ditmaal'
zult gij niet bedrogen worden I Kinder
zielen zijn goede akkeraarde en indien
gij er slechts het goede zaad in zaait
zal zij opengaan en vrachten dragen!"
En Dinusclika strooide goed zaad in
der kinderkens zielen. Zij sprak hun
van gehoorzaamheid en onderdanigheid,
de vromeEustachius, de vruchtbare
Ewald, behoeder der wet.
Fabricius, de scheppende; Faustus,
de gelukkige; Felix, de gelukkige;
Ferdinand, de oorlogskoene; Florus,
de bloeiendeFolkmar, de bij het volk
beroemde; Franciscus, de vrije; Fre-
derik, de vrederijke.
Gabriel, de man Gods; Gallus, de
haan; Genoveva de levensbrengende;
Georgius, de landman; Gotfried, de
met God vrede hebbende; Gregorius,
de waakzameGuido, de gidsGustaaf,
krijgsstaf.
Hagar, de gevluchte; Hedwig, krijgs-
strijdster; Hermine, de stralende; Hila-
rius, de opgewekte; Hildebrand, de
krijgsvlamHonorius, de geëerdeHora-
tius, de verhevene; Hugo, de hooge.
Ignatius, de vurige; Innocentius, de
onschuldige; Isabella, de ongeschon-
dene; Isidorus, geschenk van Ises,
Jacobus, latergeboreneJanuarius.de
portier; Jesaja, heil Gods; Johannes,
Godshulde; Joseph, de aanhankelijke;
Judith, de jodin; Julranus, de jeugdige;
Justus, de gerechte.
Karei, man; Katharina, de kuische;
Kunigondis, stamheldin.
Lamberlus de beroemde landman;
Laurentius, de met laurieren bekranste;
Leo, de Löwe; Leopold, de dappere
voor 't volk; Longinus, de slanke;
Lucas, de lichtende; Lodewijk, roem
rijk strijder.
Magdalena, de verhoogde;Malchus,
de koninklijke; Marcus, de hamer;
Marinus, ue zeeman; Martha, de be
droefde; Maternus. moeders kind;
Mauritius, de donkergekleurde; Maxi-
mus, de grootste; Medardus, de be
keerde; Melchior, de lichtkoning;
Modestus, de bescheidene; Melania,
de zwarte.
Napoleon, de leeuw uit het dalNes
tor, de ervarene; Noach, de trooster,
Oscar, Godsspeer; Oswald, de huis
bestuurder; Otto, de rijke.
Pantaleon, de algeweldige Paulus,
de kleine; Peregrinus, de vreemde;
de vreemde; Petrus, de rots; Pepijn,
de fluiter; Pius, de vrome; Quirinus,
de heerschende.
Rachel, de geduldige; Regina, de
koninklijkeReinhard, de sluwe raad
gever; Remigius, de roeier; Richard,
de rijke; Robert, de roemzuchtige
Rochus, de rotsvaste; Rosa, de roos
Rudolf, de roemvolle.
Salomon, de vredelievendeSara, de
vorstin; Sebastianus, de eerwaardige;
Sybilla, de waarzegster; Siegfried, de
door overwinning vredebrenger; Simon,
de verhoorde; Sophia, de wijze; Su
sanna, de wijze; Silvester, de bosch
bewoner.
Tlieodorus, volksheerscher; Theo-
pliilus, de Godsbeminnende; Thoma.
de tweelingbroeder; Titus, de geëerde,
Urbanus.de stadsche; Ursula, de beren-'
sterke.
Valentinus, de gezonde; Veronica,
de overwlnningbrengendeVictor, de
overwinnaar; Vincent.de overwinnaar.
Waldemar, de door 't besturen be
faamde; Wilhelm, de beschutter; Win-
fired, heer van den vrede; Wolfgang,
de sterke helper.
Xaverius, de lichtende; Xerxes, de
strijder.
orde en vlijt en spaarzaamheid,
van de liefde voor den Tsaar en liet
vaderland. En gaarne luisterden de
kinderen naar haar zoetvloeiende taal.
Slechts van écu sprak Dinuschka
nietvan GodNiet dat zij het opzet
telijk verzuimde, den kindertjes van
God te sprekenneen, maar zij kende
God niet goed meer, wijl zij het geloof
harer kinderjaren geheel en al ver
vreemd was. En met den God, waar
aan zij geloofd had, volgens de leer
harer meesters en boeken, kon zij in
dit dorp te midden der woeste Steppen,
en deze onbeschaafde boeren toch niets
aanvangen! Wat toch zou zij dezen
lieden en dezen kinderen van dien God
van hare boeken verteld hebben? Er
was een tijd in uw leven, Dinusclika,
zoo peinsde zij menigmaal bij zich-
zelve, er was een tijd dat gij geloofdct
overal de stem der Godheid te verne
men dat gij geloofdet overal den gou
den -zoom te ontwaren van liet kleed
Uwer GodheidThans kunt gij dat niet
meer... waarom is dat nu zoo? En
thans staat gij voor de kinderen en gij
zoudt zélf moeten lachen, wanneer zij
lachen zouden, zélf heimelijk moeien
gichelen, indien gij hun moest vertellen
van God, gelijk men U eens van Hem
verleid heeftAch, Dinuschka kon het
zich zoo goed voorstellen, dat de meis
jes en jongens gichelen zouden als zij
hun op zekeren dag eens zou zeggen
„Hoort, kinderen, ik wil U eens ver-
lellen van den lieven GodZijt gij wel
eens over de heide gegaan, jongens?
Hebt gij wel eens door het wuivende
koren getrippeld, kleine meisjes? Wist
gij. waar gij zoo geheel alleen waart,
en niemand bij U? Toen hebt gij een
ruischcn gehoord door het koren en
een ruischcn over de heidehoort
kinderen, hoort: dat was de lieve God!
Het was Zijn harlekloppen, dat gij ge
hoord hebt. Zijn heilige adem, die U
in de ooren zong!" Ja, Dinuschka
Dmitriewna wist zeer goed, hoe hare
kleinen in de handen zouden klappen
en kraaien'. „Maar gij vertelt ons
sprookjes, moedertje Dinuschka! Zej
ons nu de waarheid eens: gelooft gi
werkelijk, dat de suizelwind Gods adem
is, en het beven der aarde, in het
stormgewoel, Gods hartekloppen? Neen
moedertje, dat gelooft gij niet?" Ja,
dat zullen zij vragen en: „Waarom
maakt gij dan geen kruis gelijk wij,
moedertje Dinuschka? En waarom neigt
gij het hootd niet voor het H. Kruis
en de Heiligenbeelden gelijk wij. Waar-
om gaat gij dan niet met ons ter kerke
in het naaste dorp, om de preek van
voor Amersfoort en Omstreken
AMERSFOORT.
Lange Gracht no. 4 - Telefoon no. 304 en 697
Deskundige voorlichting bjj den aan- en verkoop van Effecten
Verhuring van Lips Safe-loketten
Verzilveren van coupons Handelscredieten Incasseeringen
Spaar-deposito's rente 3 pet.
BERICHTEN
UIT
AMERSFOORT
voor alle inrichtingen van
onderwijs na&r Boekhandel
Langestriat 84 Telef. 528
Hebt U een
St. Vincentius-Vereeniging.
Reeds tal van jaren heeft de Sint
Vincentiusvereeniging haar zegenrijk
werk in onze parochiën voortgezet.
Zegenrijk, omdat zij als haar taak
beschouwt, niet slechts het verstrekken
aalmoezen zonder meer, doch
vooral, omdat zij zich toelegt om te
werken aan de zedelijke verheffing der
armen. De aalmoes is slechts middel,
om door het lenigen van den nood
invloed te krijgen op het hart van de
ongelukkigen, die met aardsche goe
deren misdeeld zijn. Zij tracht moed
in te spreken, leert berusten, wijst op
de plichten jegens God en den even-
mensch.
Geen liefdewerk is de St. Vinc.-Ver.
vreemd. Veel wordt ook van haar ge
vraagd voor de Stille Armen. De
heerschende crisis in handel en indus
trie maakte haar slachtoffers, niet
alleen onder de lagere klassen der be
volking, maar ook onder hen, die nooit
eerder de hulp eener Liefdadigheids-
vereeniging hadder. ingeroepen. Velen
ook, die getroffen werden, konden niet
profiteeren van de talrijke sociale maat
regelen van de laatste jaren. Het was
daarom dat de vereeniging zich ook
het lot van die Stille Armen aantrok
en tracht op kiesche wijze steun te
verleenen daar, waar in stilte een bit
teren strijd met nood en armoede ge
streden wordt.
Doch dit alles vraagt geld, veel geld,
Geef daarom zooveel uw financiën toe
laten. En God, die zich nooit in edelmoe
digheid laat overtreffen, zal het U
honderdvoudig teruggeven. Nog slechts
enkele maanden en de winter is weer
aantocht. En indien niet alle tee
kenen bedriegen, zal ook dan weer
veel noodig zijn lol leniging van der
nood. Help daarom de St. Vincentius
vereeniging zooveel gij kunt bij haar
edelmoedig streven en geef met een
blijmoedig hart, ter liefde Gods, uw
aalmoes.
Taxi of auto noodig
Amersfoort
Onze stadgenoot prof. dr. ir. Vening
Meinesz is benoemd tot hoogheemraad
van het Groot-Waterschap Bijleveld en
den Meerendijk.
Programma van
door den klokkenist
Woensdagavond vi
Marsch.
De Gilde viert,
Vlaamsche Kermis,
Mei danze,
Adorc Te.
Klein Vogelein,
Van een Smeder,
Jan Hinnerik.
Naar geen ander,
Speldewerkerslied,
Moederke Alleen
Psalm 146.
In een woning aan den Arnh.weg
is 's nachts een meisje door gasver-
stikking om het leven gekomen. Het
kind was daar gelogeerd en kwam uit
Zaandijk.
'sNachts werd de huismoeder wak
ker en bespeurde dat gas stroomde uit
de afgeschoven leiding van het gas
stel. Het logé'lje werd bewusteloos
gevonden en niettegenstaande Dr. Ka
merling die spoedig was ontboden,
alles aanwendde lot redding, Irad de
dood spoedig in.
Aan de Groote Koppel raakte een
zesjarig jongetje te water. Het knaapje
werd door 't wakker personeel van de
„Burgemeester Kempers" nog tijdig uit
het natte element veilost, waarna het,
na aan boord verzorgd te zijn, weer
huiswaarts kon keeren.
den pope te hooren Waarom begeeft
gij U in de plaats daarvan, steeds naar
de groote wouden en op de bruine
heidevelden? Luistert gij daar naar
Gods ademtocht, en naar Zijn hart
kloppingen, en zeg, moedertje Dinusch
ka. heeft Hij daar al eens met U ge
sproken?"
Ach I Als Dinuschka zoo ondervraagd
was door de kleinen, zou zij hebben
moeten antwoorden„Neen, lieve kin
deren, nooit heelt Hij met mij gespro
ken, de lieve Goden het is mij, als
had ik Hem geheel verloren en als
moest ik Hem weer op gaan zoeken,
in meet af aan!'
En als Dinuschka Dmitriewna daar
aan dacht, had zij het wel uit willen
schreien van diepe smart; ais zij er
aan dacht, hoe arm zij toch feitelijk
innerlijk was... hoe arm en verlaten.
Op zekeren dag ging zij een arme
zieke vrouw bezoeken, die al hare kin
deren verloren had, bijna ieder jaar
één, totdat zij alle acht onder de groene
zoden rustten. Het was een beklagens
waardige vrouw, en Dinuschka had de
gedachte opgevat haar een weinig troost
te geven. Maar toen zij zich aan
het klokkenspel
S. van Kalveen.
8 tot 9 uur.
A. E. Muller.
E. Hullebroek.
Rène de Clercx.
Cath. v. Rennes.
Bern. Joh Veer.
Th. Zagwijn.
Rène de Clercx.
E. Hullebroek.
J. P. Wiertz.
zich wel, dat zij eens in één harer
boeken gelezen had„Wat is de dood
Een terugkeer in het alomtegenwoor
dige en het onophoudelijke leven der
ééne, groote zielmaar zij besefte,
haar takt tenminste zeide het haar
dat zulks een slecht troostwoord voor
een op sterven liggend mensch is, voor
een moederhart dat er naar verlangde
het liefste wat zij eenmaal had bezeten,
terug te zien. Wat baatte deze vrouw
dat alomtegenwoordige leven en die
ééne groote ziel der natuur, indien er
niet ergens een oord was, waar zij de
oogen van haar ingeslapen kinderen
kon zien blinken, en de lippen der
acht kleinen haar vol zaligheid zouden
toeroepen.
Eu zoo gebeurde het, dat Dinuschka
de zieke vrouw geen enkel woord van
opbeurenden troost kon toespreken,
geen enkel goed woord, dat mild als
een zachte hand, over de gewonde
ziel der kranke vrouw gestreken zou
hebben I Van dat oogenblik al aan. was
het voor het jonge, verstandige meisje
duidelijk, dat haar levensgeloof aan
den pantheïstischen God omvallen zou
als een kaartenhuisje, zoodra een meer
het bed der zieke bevond, wilde haar of minder ernstige stoot het zou treffen,
geen waarlijk troostend woord over de I
lippen komen. Dinuschka herinnerde (Wordt vervolgd.)