De Eembode
DE GROOTE
DWAASHEID
F. A. T U L P
i
52.te JAARGANG NUMMER 12
pee week. AbonnamenUprUe,
kerkelUWe MJUge. per
nsmenten 6 cl» p. week.
DilIKIITRATIt
kwsrt. Z|.
REDACTIE EN
Mngegroeht n. TeL
Bum: Krrt.tr. M.
ZA 1 ER DAG 18 JUNI
WAARIN OPCENOMEN HET „WEEKBLAD VOOR B A A R N
KATHOLIEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET DEKENAAT AMERSFOORT. ALSMEDE VOOR BAARN E.O.
VAN HET ONGELOOF
IK heb 'n menich zonder Qod ont
moet: Een uit die honderddut-
eenden van dat vreeselUke spreekkoor,
dat eiken dag
„daar Is geen Qod". Een eigenaardig
geval, eoo'n menech-eonder-Qod. Zou
hU ooit over zijn eigen geval hebben
nagedacht? Hl] zei me van niet. 't Koe
hem niet echelen. HU had geen behoef
te aan nadenken over die dingen- Ale
er vragen aan de orde kwamen, die
toch heel gewoon zijn, bijvoorbeeld:
Waar ben Je vandaan? Waar ga Je
heen? Waar la dat alles vandaan? dan
heeft hij die vragen opzij geschoven.
„Ik ben er, en die anderen zijn
ook, punt. De rest gaat me niet aan.
teresseert me niet. Ik maak me r
moe over die kwesties."
Maar als die mensch vandaag ol
morgen nu eens wel gaat nadenken,
moet nadenken. Als die vragen nu eer.s
van hem een antwoord gaan elschen,
Veronderstelt, vandaag of morgen
komt voor dien mensch de vraag te
staan: Wat beteekent bet leven? Niet
als die vraag op een vergadering behan
deld wordt, waar die mensch-zonder-
God spreekt over die kwestie. Dan ls
een mensch zoo zelden „echt en waar
Ook niet als die mensch die kwestie
zou behandelen met 'n ander, om hem
tot zijn „overtuiging" te brengen. Neen.
die mensch alleen. Met die vTaag voor
zich: Wat beteekent het leven? Wat be-
teeker.cn al die dingen, die om me
heen zl)n? Al die menschen? Waar
komt dat allemaal vandaan? En waar
gaat het allemaal heen? Wat zal die
mensch op zoo'n vraag kunnen ant-
Ik v
HU v
EN als dan zUn eigen leven hem da
vraag stelt. Wat moet Ik met m'n
eigen leven doen? Waarvoor besta Ik?
Ik ben toch niet noodlg. D'r zUn wel
■ps menschen geweest en d'r zijn er
nog wel, die dachten of denken: Als ik
ar eens niet meer zal zUnD'r Is 'n
tijd gekomen,
d'r zal e
i tUd V
t Ging best ook
zonder hen. 't Zal best gaan, ook zon
der hen. Maar waarvoor ben Ik er dan?
Veronderstel, dat "n werklooze die
vraag stelt aan zoo'n mensch-zonder-
God, of 'n zieke, of zelfs Iemand, die
wel werk heeft en werken kan. Achter
hem staan er tegenwoordig honderden,
die zUn plaats willen en kunnen Inne
men. Maar waarvoor ben Ik er dan?
Zoo maar?.. Wat ls dat: „zoo maar'.
Nu Ik er eenmaal ben. wat moet Ik
met m'n leven doen?
ZE zeggen dat Je „netjes" moet le
ven. Waarom eigenlijk? Je moet
je pUcht doen. Wat Is dat. plicht? Wie
verplicht me elgenlUk? Waarom moet
Ik me storen aan die honderd-en-een
regels en regeltjes die de menschen
hebben uitgevonden? Of komen die din
gen soms ergens anders vandaan?
Waarom moet Je elgenlUk je vader en
moeder respcctecren? Waarom moet je
elgenlUk de waarheid zeggen, en la
liegen gemeen? Waarom moet Je
met Je vingers van andermans goed
afblUven? Waarom moet Je. wat ze
noemen rein leven? Waarom? Om
dat dat goed Is en 't andere ls niet
goed, zeggen ze- Wie ls die „ze". En
waarom noemen ze 't eene goed en 't
andere niet goed? Daar ls nog zooiets
als menschen- en menschhelds-ldealen.
Praat me er niet van. Theorie. Als 1
er op aankomt trekt niemand zich wat
van die Idealen aan. 't Hangt er maar
vanaf, of die Idealen overeenkomen met
de momentecle toestand van de men-
schen-maag. Mensch-zonder-God. wat
zul je me op die vragen antwoorden?
Ik weet er Inderdaad geen antwoord
op. Ik geloof, dat niemand 't weet. Zoo,
zouden we ons dan maar van de kwes
tie afmaken, door te zeggen: 't Kan me
niet schelen; lk heb er geen behoefte
aan me die vraag te stellen en nog
minder die vrsag te beantwoorden? Ja,
maar die vraag komt toch telkens te
rug. Die vraag kan martelend worden
voor 'n mensch.
In heb nog 'n andere vraag. Waar
gaat mUn menschenleven heen? 'n
Menschenleven hier duurt niet altUd.
Ze probecren het wel op alle mogelijke
manleren te verlengen, en 't lukt In
zoover 'n klein beetje dat met alle mo
gelijke voorzorgen en maatregelen 'n
menschenleven tegenwoordig wat lan
ger kan duren. Misschien vinden we wel
ooit 'n middel, dat we allemaal mins
tens honderd Jaar worden. Maar *n
menschenleven, elk menschenleven
heeft tenslotte 'n einde. En dan?.. U
zegt: Dood ls dood. Maar weet U dat
wel zoo heel zeker? Ziet U niet In, dat
AAR gaal mgn menuhen-
leven httn?
Elk menichtnltven hult ten-
ilotti een eindt.
EN DAN T
V zegt: dood it dooi.
MAAR WEET U
DAT WEL ZOO
HEEL ZEKER
dwaasheid moet zUn? Menschen
edel zUn. menschen. die van hun
leven alles probeeren te maken, die
alles voor anderen over hebben. En
daarnaast menschen als beesten. Mon-
i, die geen rekening houden met
niets, wier leven ls op kosten van an
deren. En allebei die soorten van men
schen gelUk? Dood ls dood?
sterven vannacht om 13 uur twee
menschen, In dezelfde straat. De eene
heeft alles gedaan, wat hU maar
doen kon Heeft getobd en gezwoegd
z'n vrouw en kinderen, heeft zich
zelf niets gegund. Is eerlUk en open
het leven gegaRn. De andere heelt
•rouw bedrogen en z'n kinderen
verwaarloosd, heeft van z'n leven Iets
gemaakt, waarvan hU zelf tenslotte
walgde. Nu gaan die twee vannacht om
twaalf uur dood. Over een paar dagen
worden ze allebei In den grond gestopt.
Meent u nu werkelUk. dat 't daarmee
afgeloopen Is? Hebt tl dan nooit eens
oment gehad dat u heel zeker,
heel zeker wist dat U verantwoordelUk
bent voor uw eigen daden- Dat ook
>o'n twee verantwoordelUk zUn voor
at ze met hun laven hebben gedaan.
Och, wat wordt 'n menschenleven.
at wordt heel 't leven onsln, sender
God. 't Is om razend te worden van de
onoplosbare vraagteekeos, waarvoor 'a
mensch komt te staan, wanneer hU we
zenlijk dien Ood uit sUn leven schrapt.
Jawel. D kunt natuurlUk 'n mensch
kan veel kunt natuurlUk al die
vragen van V afschudden, zooals U de
i van uw paraplu afschudt k.aar
daarmee bent U er niet vanaf. Die vra
gen blUven. En telkens, wanneer "n
mensch durft te denken zullen die vra
gen terugkomen en *n antwoord van O
O* lk «an. ala gelMwIg monooh, 'n
Ja zekar, Ik weet. waar vandaan m'n
leven komt van Ood. Bi] It öt oorzaak
en 't begin van allee. En geen ding,
geen enkel belteen van wat ook. Ie te
verklaren eender Hem. Ik weet boven
dien, waarheen Ik ga. Ik ga naar Ood.
't laatste doel van alles. ZooaU allee
van Hem uitging, soo keert ook allee
naar Hem terug. Ik kan 'n antwoord
geven aan 'n zieke, die al Jaren lang op
z'n bed ligt en nooit meer zal genreen.
Ik kan een antwoord geven aan 'n
menich. zooals er tegenwoordig eoovr-
lan sUn, die overcompleet lUkt In 't le
ven. Geen werk. Stempelen, steuntrek-
ken. Ik kan antwoord geven aan een
mensch. die op een of andere manier
gehandicapt Is om 't leven aan te kun
nen. Ik kan antwoord geven als zulke
Dat antwoord kunt U
wel. Tot elk van -
zeggen: .Je leeft voor Ood." Doe 't
daarom zoo goed, alz Je maar kunt."
ZONDER Ood ls elk menschenleven
erbnrmilUk, onbegrijpelijk en
doelloos. Treft zoo'n menschenleven t
zUn de omstandigheden min of meer
gunstig, dan Is zoo'n leven In zoover
ir, dat t door dia gunstige
omstandigheden te dragen la Maar ult-
elndelUk blijft 't doelloos Waarvoor ia
't er elgenlUk? Treft zoon menschen
leven 't niet. zUn da omiundlgheden
gunsttg. dan hseft 't voor dien
■lemaal geen zin. BU dien
Intellectueelen
"i kt ga met ma bh? Ja <rf nee?
mm wil alle Helen tas Ztnh wekken
w eU moet aas—erken. DM ls uw
HJk Ie steunen (doe Je dotnaar va
mogen?) cmet gabed alleen.
Nee. Je moet.als Intellectueel -
laet Je eigen ervaring. Je meerdere kei
eO weet. dat de ejugd een geweldige
moeUUke tijd doormaak' jezue wtl. dat
die Ion ge na en metajee Hem trouw OUJ-
len zUn In het maatschappelUk
leven DM duizenden Jongemannen nlv
kunnen komen tot het stichten van ren
gemo Die mistoestanden moeten verhol
pen worden Ze snU voor Jeaus een gru
wel. En
KANTOORBOEK HAND KL
HET VULPENHUIS
tongeel». SS te. Knxnme.tr. TeM. Ut
DIVKRSE
OPBCRGMAPPIN
CELOOFT U OOK AAN
DIE ONZIN?
Rat gebeurde ln het „Hofbrkuhaus"
(een wereldbekend blerrettaurant In
MUnahanl. Een Jong meleje zou ala di
rectrice voorgesteld worden san de man
nelijke en vrouwelUke bedienden Ter-
i mat struikelt, valt de
erkomln
r s uiiN
oogenbllk later vindt een heer
hem en deze roept smalend door de taal.
„Van wie Is deze rozenkrans?"
„Van mU," antwoordt "t meisje voet-
„Mljn beste Juffrouw, gelooft u ook
»n dien onzin?"
„Ik geloof niet alleen aan mUn lozen -
krans, maar Ik bid hem ook eiken dag."
Zools.ig dit moedige melsle In dit hujs
■rbleef. waagde niemand hour door
zUn gesprek of gedrag te na Ie komen.
Ze had de achting gewonnen door haar
moedige bekentenis. De prolestantsche
eigenaar vertrouwde haar de gebelme
bergplaats van zUi. brieven en vermogen
toe. HU had namelijk bemerkt, dat zUn
directrice eiken Zondag te Communie
ging HU zei haar eens: ..U kan Ik ver
trouwen. U suit mU nooit voor een cent
bedriegen. U gaat geregeld bjechten, en
WAAR BLIJVEN DE HON-
DRRDJEST
Deaer dagen kreeg Ik haooak vt
teren. Ze hadden het dleeu
weten te vereohslken door te v
ie „van de Koningin" kwei
doe Je dan al niet.
de hulekamer binnengakc
had met fluisterstem hoor l
ging gedaan en se wierp me ee*> buk
toe sis wilde ee seggen. Ik weet bet lUag
zoo precies, maar lk geloof dat er ga
Koningin straks beolag op M
sol worden gelegd. Vj
nog el los. want de Jiewrsa
a. dia
i tubUeumfee
Een der hearen bleek soo Juist te stln
teruggekeerd van de Marklataatafeea-
twrzen p Zoon en hU vertelde,
hoe daar de ge ntante mat 9000 sulden
bligesprm.gen. «tannine»#. 1*
dat hU dit bedrag noemde an
ir giften waren verzameld van 100
gulden. 190 gulden ens. ter Oaerhlkktno
imtta gesteld door en-
utnde familie* en door
fabrikanten.
toen greep de beer naar UJn (Kn
aak en haalde er een IntaekUnllJeO
te moraohUn. walks hl] rae voor
leste.
Aangezien Ik noch tot de voormal!
staande families, noch tot de grootfa-
rlkanten behoor, kon Ik onmogelijk
Mt honderd of meer guldens Intee-
n.en. maar toch was de schrik me ooi
hart geslagen.
Ik waagde het. een blik Ie werpeei
1 de InteekenlUst en daar sag lk.
bedragen van f». f9. f190. ook nog
f 10 a
en deed hu 't nletl
Ook vond hU i'n misdrijf heelemael nti
gevaarlijk, want hij reed met n Kalm got
getje. uit het procos-verbaal onthulde
AniDtennar. dot dit Kalm gangetje ee
'aartje van 35 K.M. was.
„Daar zuUen we dc itellt maar veilig a
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft onat
ZOEKT EERST HET
RUK GODS
Dc 9
•t ona, dat de
menschen, door de voorrang te
willen verleenen aan het zoeken
van de rijken dezer wereld, de
ontwikkeling van rijkdom en wel
vaart, zich niet alleen hebben
blootgesteld aan het verlies van
het Rijk Gods, dat zij verachtten,
maar dat zij het zichzelf onmoge
lijk hebben gemaakt zich rustig te
verheugen in de rijken -Tezer
aarde, de rij'- im en de welvaart,
waaraan zij al bet overige op
offerden. R. P. Coulet.
aangehouden deed 'ill grooter I
„Toen sel-IK m'n valsche naam", dcki
alsof hU onder een voortdurende i
leefde.
uoen heette", f
lugen op, v
rangen. „O
Je dat Je Jan Pieterszoon
icnte de Kantonrechter iljn
algemeen# vroolIJKneld
jee. alleen maar Jan Oocn,
„En heb Je 't "m nu verteld?"
Ja. dat block gebeurd te sUn. Het «etsen
n verboden richting teldo de Kantonrechter
erzorg' te gaan praten.
LATE KAPPERSKI.ANTEN,
Aan den Nieuwen Uitleg blijken de
ere de gewoonte tc hebben, ledereen
oor achten binnen is, af te nelpen.
leek niet In orde te aljn. De eerste figaro
reeg den read de menschen maar naai
e sturen, wanneer het afhelpen langer dan
„Dan zult zit i dat se den volgenden
r wei vroeger komen", se) de
ter, die tot 1 gulden of 1 dag
«wam, vroeg de kantonrechter: „Kapt u
samen of kapt D tegen elkaar?" De
die do beteekenls van deze vraag niet a
antwoordde: „ik kap geween". HIJ had maar
oest eek nog geschoren worden"
an moet U maar seggen: „meneer
ward terug", adviseerde dc Kanion
uren de broeders van «wast er
u graag te doen vanwege de onder
e vertelde dat er soodoende i
gaf een boete, gelijk ean die van Figaro I.
ALS DE DRANK KOMT IN DE MAN
Ze waren met sljn tweedn naar den Wie-
rlngermeer geweest want oen van de twee
was van plan slch daar te gaar vestigen.
En zijn vriend ging mee voor de gezelligheid
en ook Imdst ze elkaar nu misschien bin
nen korten tijd voor long niet meer «ouden
sen. En ln het vooruitzicht op dat nade
rend afscheid werd er In Amsterdam een
biertje gedronken en toen nog een en toen
nog oen, roodst het er tens'otte negen wa
ren. Dat ls veel. en zeker voor iemand die
rtoama nog moet gaan chaufeeren. Het
bleek ook, dat het den toekomstlgen Wie-
rtngermeer-bewoner te machtig was gewee
H had de macht over »Un stuur verloren
slingerde gevaarlijk heen en weer.
Een dokter uit Am irotoort, die op dien i
«rusten dag achter hem gereden had. v-
telde tegen den kantonrechter een heel w
t verdachte onder Invloed va
nk een eulo bestuurd had, mos
tebrulkte nooit sterken drank e
i de uitwerking dus ook abaolut
wust En toen hl) eenmaal soovi
was, realiseerde hl) slch niet meer goe»
IJ deed. Vetdscht* stond In «IJn wooi
verschrikkelijke handicap zijn al
htj Juist nu. voor veertien dsgen vso «IJ
vrijheid werd beroofd. Ook pleitte »prek<
nlebontzegglng van het rljbewl)s. n
inderde de hechlenlssiraf
78. maar de drie maanden
KUNST IN NOOD.
J zag er niet uitgesproken artistiek
hij had noch lange haren poeh een flsdde-
■EMNKriBkW bil was ttM
schilder, kunstschilder. En hl] had hu
do deuren zijn schilder ukjea trachten
Met succes, want de politie I
Juist MJ betrapt. HIJ hiui g'
ventvergunning, maar. hU had wal een
HIJ iel n l. dn!
,JIiJ lag a<
stuur, en lk hud do li
aruK aai mj zal ie slapen en telkens als
een tegenligger met brandende lampen ni
dorde, even opschrikte, Dan ging het oe
weer eventjes recht, daarna begon hij wei
te slingeren. Naast hem zat, of liever hln
hem Ingehaald en geprobeerd hem uit c
wagen te krijgen, maar hij wilde nloL h
heeft mtln v
gehouden en meegenomen
De dokter gaat weer naar sljn prmctljk
rug. maar de getulgenla blijft, en het schijnt
er nogal ernstig uit te zien. Dan Konil
rijksveldwachter van Soestdljk, die
keurige buiging mankt en dan begint.
„Ik heb hem uit de auto gehaald. Ja, hij
stonk ksnnelljk nsar drank. Trouwens
becle auto deed dat."
„Dat zou ook van den vriend kunnen
sljn." zet de kantonrechter.
„Nou, hU sprak ook ulet i icer lieelcmaa!
normaal Ja moest ar i
ar. die daarna aan het
i. vond dit een seer ernstig feit,
de grootste
maanden ontzegging
irn hechtenis ei
an het rijbewijs,
s verdediger optrad.
Rademaakera heette.
komt u daar nu bij?" vroeg de k
tonrechter.
„Ach. dat zet Ut altijd onder mijn ee
deretukjes."
.Zijn die dan soms soo mooi, dat u
eigen naam er niet onder durft te aalt»:
Hierop glimlacht verdachte lokonlek. i
ls een Kunstschilder dat Kan.
„Ik was bang vooi
de hij. ,Jk verdien
nood. hé". Dal w
schijnbaar wel. maur hu vindt het
gepaste uitvlucht. ..Omwille van
mag U niet liegen!" Dat deed
e natuurlUk ook niet om de kun:
d, maar om sUn eigen portemonnale er
U Ie laten varen. HU vertrekt
Ineens zijn gezicht als hU den ami
18 en f 3 tegen hem hoort eischtn
„Ziet U nu wel." onderwl)st de I
rechter. ..Nu la het nog roei erger, 1
direct den goeden naam gezeg
0.80." De kunstschilder gsat h«
rig heen.
salts f
n f 19.
Ik vroeg den heeren, waar onze bo
tters tui mtlUocnen an tonnen en
onae fabrikanten gebleven waren
Besctaan die plotseling niet meer, wan-
ter het gaat om hat organiseer*® van
m groot volk ifcoat?
Helaas, ia blUken rich van da fceoa-
immlsile te kunnen afmaken met *a
tientje, met rijf gulden.
Enkele winkeliers, wier artikel Jnlot
ln de komende feestdagen sterk ge
vraagd sal worden. dis dua 't hardst
zullen proflteersn van vreemdelingen-
droegen enkele dubbeltjes MJ mat
dc opmerking, „dat 1 hier toch niks
altUd."
Ja. i
r »Un
klaagde, maar da t
begrijpen niet, dat da oost voor de boe*
uit gaat Wanneer zU niet maken, dot
aardige feestelijkheden georganiseerd
nnan worden, door het beschikbaar
Hen van een ruims gift, wel. dan
rdt hst Inderdaad ook „niks" Maar
d moeten ze dat niet wUten aan heg
feestcomité of aan da overheid of aan
in medeburgers. Maar dan moeten se
s eerste oorzaak van een mislukking
J zichzelf tUn.
Oelukklg laat hot zich nu wel niet
inzien dat het ean mislukking zal
worden, integendeel, alle hoop la er da»
bUconder tal slogan. Maar
tóch hadden we op een royaler gebaar
gerekend van de Amersfoortsche groot*
•urren. aldus mUn bezoekers.
Ik heb de heeren leU ln de hand ga-
rukt an dat bleek hen gelukkig nagal
tee te vallen. En daarna heb Ik sa
toed en sterkte gewenseht. Ik kon ma
voorstellen dat ae op hun tocht zeer
rel menschenkcnnls zullen opdoen.
En de blik die Uc op de ml] voorgelag-
I* lUat mocht werpen heeft ma vaal.
eer veel geleerd.
WE ZIJN AL VER!
een grootr stad. diep ln het Zul
den, speelde zich eens een familiedra
ma af, dat meerderen het leven kostte.
Toen de In haast geroepen priester met
de H. Olie kwam om zoo mngclUk een
ziel nog tc doen deelon ln Gods barm
hartigheid In het oogenbllk van sterven.
kleur toegeworpen: .JCUk die huichelaar
eens. die komt ook nog gauw zijn vUf
te mijnheer voegde eraan toe: „Alsof
dat nog wat zou helpen.'1
wu zUn al ver zelfs het vervullen
van een heilige plicht vindt geen waar
deering meer! In ons Roomsche Zuiden!
Prachtige voorbeelden
De H. LodewUk, Koning van frank
rijk. hoorde dagelijks twee H.H. Missen.
Da hovelingen van den koning vonden
dat erg overdreven en klaagden daar-
schertscnd zei da koning „Als Ut aena
dubt.el zooveel tijd nam voor Jachtver
maak, dan zouden se niet klagen Wat
een onnoodlge brzorgdneid."
De H. Thomas Moor», de grootkanse
lier v Engeland, seldc. toen zijn vorst
H»i.drlk VIII hem liet roepen '-rwUl hU
de H. Ml* bij woonde „Een beetje geduld,
alstjebllef. Ik moet emt mijn hulde
brengen aan een hooger souvereli Het
pas,, dat ;k ten elndo toe de cudienllt
>s Hemels bijwoon
De eerbiedwaardige Maria Cnrutlna
in 8avoyc. koningin van Napels, veerde
In haar hofhouding de whoone gewoon
te iii, van dagclUks twee H. Missen t>U
te wonen, de eerste om Ood te bedanken
voor verkregen weldadende tweede om
nieuwe gunsten aan Ood te vragen.
Zeker, dat kunnen we niet. allemaal
nadoen. Maar weet ca zeker,
dat gU niet één keer meer
kundt gnen? Vooral de woorden van
Koning Lodcwtik zyn leerzaam .We
hebben AltUd 'lid voor vermaak, maar
«x> zelden voor Ood!"
i