Alfred Rosenberg
u.
s.
s.
UIT HET LEVEN VAN EEN
DUITSCHEN VLUCHTELING
EEN WEERZIEN
HITLER
R.
Theorie en praclijlc van 'l commu
nisme aan den lijve ondervonden.
Gymnasium gaan. Mijn vader, die di
rect na den oorloc rich met alle ener
gie moest geven aan rijn saak, die ln
den oorlog veel geleden had, waa er
tegen dat Ik ar been nu gaan.^Koop-
daar had lk geen gymnasiaal onderwijs
voor noodlg, iel hJJ. HIJ aelf rou me
de knepen van het vak wel bijbrengen.
Ben eigenaardig lets ls dat lk ln deien
UJd mij verdiepte ln een belangrijk
staatkundig probleem, dat van de de-
om over dat probleem na te denken.
Boeken die geschreven werden door
leidende persoonlijkheden ln democrm-
Ik was niet onbekend. Als lk ie te pak
ken kreeg las en studeerde lk erin.
Wanneer mijn gymnasium-collega's ln
hun vrijen UJd bezig waren met Karl
May, zat lk alleen op een rustig plekje
met „de Theorie der Democratie". Zoo
legde zich ln mijn Jonge hersens de ge-
De sociaal-democratische partU had
destijds ln Dultschlsnd aan grootrn In
vloed; de meerderheid der kiezers
vrijheid, gelijkheid en
bare aantrekkingskracht uit.
TenelldertUd maakten we de vri
de periode door waarin het Dultsche
geld onheilspellend daalde ln waarde.
Voor onnoozolo gebruiksvoorwerpen re
kenden we en cijferden we met mil-
llardcn. Niemand ln eigen land wilde
het waardelooze geld aannemen. Des
tijds kon lk het niet doorzien en ook
nu ts me alles nog niet duidelijk, maar
he' li ln alle geval «ebenrd; Juist ln
dezen vreemden UJd waren er men-
sehan die fabelachtige «ommen ver
dienden. Dat de heele toestand echter
door en door ongesond was blijkt wel
enkele gerafftneer-
geest van den UJd
die een onfeilbaar
Instinct hadden dat hen de Juiste weg
wees, hebben blijvend profijt getrok
ken uit dezen toestand. Vooral geld-
toestand hebben veel verdiend; zU wa
ren ln die dagen' de dictatoren van het
oogenblik. Alles boog voor hen: alle
deuren gingen voor
m aue kanten hielden ze de
I schen voor dat alle verwarring en alle
ide te wijten was aan het kaplta-
I llsme en de kapitalisten.
Als dat woord werd uitgesproken
kwam «r absoluut zeker achter: .roei
het nlt" en .«laat ze dood".
-Mijn onwankelbaar geloof ln de zege
ningen der democratie verdiepte zich
van dag tot dag en flc mag gerust zeg
gen, dat lk als kleine Jongen beter wist
wat democratie was dan menig volwas
sene. MUn enthousiasme werd vooral
gedragen door de aanlokkelijke lenze:
gelijkheid voor alle volkeren: vrijheid
voor alle menschen: broederschap on
der al wat mensch ls.
Voor mU beteekende dat: vrede; geen
oorlog meer. De bittere ervaringen van
4 lange laren, hadden mijn eerste oor-
logaroee wel wat tot bedaren gebracht.
Rond 1923 begon lk echter op 't Dult-
•ehe politiek leven een let of wat
ruimeren kijk te krijgen.
De organisatie die ln mijn omgeving
de meeotgekende en de meest Invloed
rijke was, heette Hond van Staalfael-
men. Het was een militaire organisatie
met een sterk polltleken inslag. ZU
wekte btj haar volgelingen een enorm
enthousiasme, dat oversloeg van groot
naar klein, van oud naar Jong.
Was de Vader Htaalhelmer dan liep
de aoon met het Insigne van zUn va
ders organisatie te pronken. Zoo deed
de politiek ook haar Intrede ln do
kringen van de Jeugd en daarmee van
wanhopige verwarring. Een doodgewoon
ameublement was „onberekenbaar". Als
't betaald moest worden kwam er- een
n te pas. Het bedrag
zoowat genoeg papier
te pakken te hebben schreef men
doodgewoon de kwitantie zonder het
ztanders van de Staalhelmen en daar
mee was twist en tweedracht onder ons
gebracht. Al heel gauw waren we ver
deeld ln twee groots groepen: de Staal
helmen en hun tegenstanders, die zich
meestal aansloten bh de organisaties
der democratische partU.
We bevochten elkander met een echte
verbittering..
Door mUn uitgesproken democrati
sche nelgingen en mijn „belezenheid"
ln zake de democratie werd lk de voor
droegen wU op onze revers de zwart,
rood. gouden kleuren; de tegenpartU
droeg het Insigne met den kleinen sta
len helm.
Door de steeds hernieuwde kleine
botsingen begon de verstandhouding
tusschen belde groepen werkelijk be
denkelijk te worden; het moest komen
tot vrij ernstige conflicten Op een
goeden dag hadden de Staalbelmers het
portret van RUkspresldent Kbert een
voudig uit ons klaslokaal verwijderd en
er een oude doorschoten staalhelm
voor ln de plaats gehangen.
Dat was te veel, Er ontstond ln 't klas
lokaal een formeels vechtpartij en er
vielen rake klappen. Tusschen do les-
door had dit gevecht nog een na-
3 op de speelplaats: ook daar word
oen diep gemeende verbittering
gevochten, 't Bind was dot de hoofd
schuldigen werden gedaagd voor de
directie van het gymnasium, die haar
regelen
dat lk als prominente
.Ingeschrevene van het Instituut".
Hunnen, die onder mUn comman
do gestreden hadden, namen hiermee
echter geen genoegen. Een deputatie
werd afgevaardigd naar de direct!» ra.
vroeg of de provocatie door net
verwUderen van het portret van Kbert.
verantwoordelijkheid van hel ge
beurde niet volkomen te recht legde
op de schouders van de Btaalhelmers.
1 Argument werd aanvaard; ik bleef;
r, de commandant der Btaalhelmers
bezocht sinds dien een ander gymna-
*t Probleem was daarmee natuurlijk
niet opgelost. Verscheidene malen zUn
3K slaags geraakt. We voelden ons
sterk, omdat we van weerskanten be-
'assenen. Voor mU had het dit nog
gevolge: lk werd op 't partUbureau
der organisatie voor de volwassenen
ontboden en werd langzaam aan opge
leid voor een leven ln dienst der de
mocratische partU. Ik was blU: politi
cus wou lk wel worden: voor koopman
voelde lk nu lieelemaal niets meer.
(Wordt vervolgd).
C. ST.
ONS VERHAAL
En daar stonden we nu ln de oude
gang. Ons gesprek haperde, en de dik
ke oude pilaren maakten op ons den
Indruk, alsof zU tot een stommen groet
voor ons belden, de weergekeerden,
onhandig een buiging wilden maken.
Daar staan we nu: daar was vroeger de
vergaderzaal, hier het leslokaal voor
phyalca, daar beneden het teekenlo
kaal en hier ln den hoek het schei
kunde lokaal. Het weerzien bracht ons
ln de war, tot bezinning en stemde
ons tot zwijgen. Men moest nu eigen
lijk op de uitgeholde steenen trap
Deze terugkeer naar de oude school
heeft een sentlmenteelen ondergrond;
het ls geen najagen van dt verloren
leugd: het lx eenvoudig het weer
zien met een goede oude bekende, die
men vroeger niet op de Juiste waarde
wist te schatten. De hemel mag weten
En toch voel lk een lichte ontroe
ring ln me opkomen, waaraan lk me
«vergeef, omdat lk ze als aangenaam
onderga, gemengd met dat piJnUJke ge
voel. dat eerder een genoegen ls.
Je hebt Je goed gehouden, oud huls,
goede, oude school: Je zult van mU
niet hetzelfde willen zeggen. Maar er ls
zooveel de schuld van, dat lk misschien
ouder lUk. Het leven geeft mU niet
zooveel vacantle als aan Jou, goed, oud
huls.
Stil ls het, op dit 1ste middaguur ln
Je vertrekken: er wordt niet gebeld
voer het vrije kwartiertje; er wordt
'-let gebeld voor het begin van de los;
achter de deuren hooren we geen ge
luld van lesgevende leeraren of leeren-
de scholleren. De onregelmatige werk
woorden rusten uit ln de boeken voor
den nieuwen dag: de stelling van I
thagoras zwUgt; de Gallische ooi
woedt niet en Homerus 1s nu zoo st
als hU blind geweest moet rijn.
he'erscht alom rust.
gebeurtenissen en figuren,
leeraren, die met een boek onder den
arm hier binnengingen en ons lot
droegen ln de kleine notitieboekjes,
waarin wU eens zoo graag een blik
sloegen. Je roept herinneringen wakker
aan prettige schoolfeesten. Wc hooren
nog eens den rulschenden zang nlt de
aula, het koor. waarin wU zelf mee
zongen, over de Koningin, het vader
land, den geboortegrond en over al die
dingen, welke wij destijds als een na-
tuurlUksn en welverdienden eigendom
over dingen, die later
ons de grootste offers elschten,
I welke wU gaarne en van harte brach-
ten. Dan zie lk de vele vrienden. Merk-
waardig, dat hier pas nog eenmaal de
herinnering komt. helder. moellUk en
drukkend.
Daar ls de speelplaats met de llnde-
boomen, wier geur ons het zomer-trl-
mester zoo moeilijk maakte, de speel
plaats, waarop we eerst stoelden en
dartelden, waarop we latei bezon
ken en waardig wandelden, als de les
na het vrije kwartiertje ons met zorg
vervulde. Dat ls eigenlijk precies nog
zoo als het vroeger was wonderlUk.
is de k
langde ernaar, om er binnen te gaan.
Want dan was er Iets niet ln orde.
als wc naar den „dlrek" moesten.
Hoe dlkwUls zUn we de treden niet
opgegaan, hopend, vreezend, bUJ, be
drukt, voorzichtig, tvrtjfelend we
droegen er onze Jeugd en ons klnd-zUn
stil, ruim vertrek sta, weet lk niet
meer, wat me hierheen trok. moet lk
lachen, dat Ik me hier vroeger bang
voelde en dat lk hier nu zonder angst
gevoel durf zijn.
Boeken en deuren, sluit u nu; maat
sluit u niet te vastl Ik verzoek er Jul
lie om. Laat voor mU den weg open, op
dat lk nog eenmaal bU Jullie kan terug
keren en neem het me niet kwallik,
dat mijn liefde zoo laat kwam: maar
weest ervan verzekerd, dat ze nu oc-
'.ergankcUJk en onbaatzuchtig ls. Ze wil
niets van Je, oude school, dan dat Je
me nu en dan toelaat en dan Je te
zeggen, dat lk Je Je onvriendeUJkheden
van dcstUds vergeven heb, en dat lk er
berouw over heb, ooit slecht over Je ge
dacht te hebben.
Alfred Rosenberg is de man van de
enorme pech. HU ls antl-semlet van
het zuiverste water, maar.... bU
stamt zelf af van Joodschc en Mon-
goolacbe voorouders. Die twee dingen
zouden nog op een of andere manier te
combineeren zUn maar er zUn andere
dingen, die niet te combineeren zUn
met zUn wiegje I Dat wiegje geeft na-
meUJk den doodsteek aan de ras- en
bloedtheorle waarvoor hu zich zou wil
len doodvechten. Grootcrc pech ls al
moellUk denkbaar, HU ls nml. een ln-
tellectueele nazi (die zijn er ook schljn-
haar) van duizend en een dingen weet
hU wat en van sommige dingen zoo-
als h« zelf denkt, heel veel. Tot die
laatste dingen behoort de heilige we
tenschap van ras en bloed. Hitler
houdt hem voor een heele Plet; zUn
Invloed op den PUhrer ls enorm ge
weest.
ZUn boek: „Mythus dus 30 Jahrhun-
derts" Is In Hitlers oogen het onover
troffen meesterstuk van diep filoso
fisch denken. In zijn kem ls dat boek
een heftige polemiek tegen het Chris
tendom en een propaganda voor een
soortement godsdienst van het ras.
Volgens den enormen cultuurfilosoof
scheppen het Arische, Nordlschc ras
en bloed enkel en alleen edele men-
schentypen
Daartegen kon een mensch lii wiens
aderen een bloedmengse! vloeit aoolt
een evenwichtig en edel penoon zijn.
Dat wordt leeUJker voor Alfred I Voor
al als hU nog de hemeltergende bru
taliteit heeft om te vertellen dat men
ln Rusland een bastaard geslacht heeft
met Noordschen en Mongoolxchen In
slag. De brutaliteit ls enorm want soo-
als gezegd Is: Alfred ls zelf "n bastaard
en vindt rich zelf toch hoogst waar-
schUnlUk een evenwichtig en edel
type.
De directeur van het Staatsarchief
te Reval dr. Otto Lllv en de Lltausche
journalist Franz Szell uit Kowno zUn
ln de archieven aan het speuren ge
gaan om de afstamming van Alfred
aan het licht te brengen
En, zegt dr. v. d. Wey aan wie wU de
gegevens ontleenen,* het resultaat was
gewoonweg verbUaterend. ZUn moeder
Carolina Blré werd ln Petersburg ge
boren ln 1867. ZU was van rransche
afkomst. ZUn grootvader werd geboren
ln Reval ln 1837. hU was van afstam
ming een Slavlër. De grootmoeder van
rijn overgrootvader was een Jodin
en de vader van zUn grootmoeder van
vaders kant wasMongool en Rus
sisch UJfelgeno Wat wilt D meer
•t Kostelijkste ls echter dat de ge
noemde Franz Szell die afstamming
niet uit zUn duim gehaald heeft; hU
bood dr. Frlck, van Ncurath, Goebbels,
Goering en GUrtner aan om het bewUs
voor rijn bewering te leveren voor het
Reichsgericht te Leipzig. HU zou olie
gevolgen die het gerechtsgeding dan
over hem bracht als een zoete Jongen
aannemen op één conditie: de recht
spraak moest openbaar zUn en zUn
Engelsche advocaat moest toegelaten
worden als zUn helper.
De heeren keken elkaar aan en zel
den: Neen
Vier letters met de Inhoud van een
boek
V. d. Wey heeft dit geval eens goed
bekeken en begint met een begrijpelijk
optimisme daarover te fllosofeeren:
..Een scherper wapen dan deze fei
ten ls den tegenstander van Alfred Ro
senberg nog nooit ln handen gekomen:
Immers dan bUJkt dat een niet Arl6r,
een Joodschc Mongool zelfs een vurig
nationaal Dultsoher kan worden, als
hU rich maar Inbeeldt Ari8r en Dult-
scher te rijn".
Mooie lx-tie: vooral van die Inbeel
ding, want die speelt Inderdaad een rol
bU de Nazi's I Maar liet wordt nog er
ger I
Dr. v. d. Wey hakt met rijn MJltJe
lustig door:
„Als Rosenberg geUJk heeft dat ook
„wetenschap een resultaat ls van het
bloed" dan moet heel zUn wetenschap
wel een bastaardbrouwsel zijn en dos
ook bet natlonaal-eodallsme 1
Heeft hu geen geUJk dan bepalen
niet ras en bloed persé de wetenschap
maar kunnen er toevallige omstandig
heden 'n zeer voornaam woord meespre
ken, sterker dan rae en bloed".
Inderdaad; een gezonde redeneering:
Die toevalligo omstandigheden hebben
bU Alfred een groote rol gespeeld. HU
was een Jaar of rijftien toen hU een
heftig propagandaboek van de rassen
ter op de technische hoogesebool te
Riga waar hU architectuur studeerde
hield hU als student een felle antl-se-
mlctlsche rede voor het corps „Rubo-
In 1916 werd de technische hooge-
school verlegd vsn Riga naar Hosbau
en Rosenberg trok mee. Toen de Duit-
rustig ln het vUandeUJke Rusland. In
1918 bU het uitbreken van de Russische
revolutie beelndifde hU rijn studie en
kreeg van de Bolsjewieken zUn di
ploma!
Met de laatste Dultsche soldaten
trekt hij uit Reval mee naar Berlijn.
Vandaar trekt hU naar Mdnchen en
komt ln 1919 ln aanraking met Hitler.
Toen de HltlerpartU ln 1921 de
„Völklscher Beobachter" kocht werd hU
ai gauw n.l ln 1923 de hoofdredacteur
daarvan. Van dan af ls zijn leven ge
bonden aan de lotgevallen van het
Natlonaal-So- lallsme. April 1933 wordt
hij leider van den bultenlandschen po
lltleken dienst der N.8.D.A.P., eind
Januari 1934 wordt hU belast door Hit
ier met het toezicht op de geheele
geestelijke en filosofische vorming van
het Dultsche volk. Verder heeft hU nog
de controle over de N. S. Kultuxge-
melnde en over de Relchsstelle fllr För-
derung des deutschen Schrlftums als
mede over den Relchsbund fllr Deut
sche Vorgeschlchte. De N. 8. Monats
hefte worden door hem uitgegeven.
Alles bU elkaar een groote Plet ln de
beweging, maar niettemin man van
de enorme pech 1 Wat een onnoozel
wiegje iemand al geen kwaad kan
doen.
Nieuw heidendom door Dr. v.
d. Wey. Geloofsverdedlglng
Antwerpen. Katholieke Actie
„Voor God", Postbus 2, Heem
stede,
n persoon gered, msar
1 te Münehen
plaat, waarop Hitler voorgesteld
met een reusacbtlgen hefboom.
Daarmede trachtte hU de Katholieke
Kerk om te wippen. De duivel stond dat
karweitje op eenlgen afstand af te
kijken.
Onder de tee kening stond te lezen:
Satan: Hé, v.:end, wat doe Je daar?
Hitler: Die Kerk staat me in den weg,
lk zal ze omver werpen.
Satan: Ze hindert mil niet minder. Ik
ben al 19 eeuwen aan het werk om ze
ln elkaar te laten storten. Zoo Dwe
Excellentie gelukkiger lx, sta lk haar
mijn waardigheid af.
HET FILMVRAAGSTUK IN VRAAG
EN ANTWOORD
Daar de vorige maai de bijdrage onder bovenstaand
motto niet goed tot haar recht kwam door technische
fouten, herplaatsen wij haar op verzoek van den auteur
om zoodoende te voorkomen dat zijn bijdrage niet of
verkeerd verstaan zou worden.
FILM EN KEURING.
Wordt het bioscooppubliek in
Nederland, zooals dat In andere
landen het geval Is, zonder meer
aan de gevaren, die er in de ÏUm -
schollen, overgeleverd?
Het publiek, dat in Nederland de bioscopen bezoekt, wordl
door verschillende wettelijke bepalingen en plaatselijke
voorschriften tegen de gevaren, aan het bioscoopbezoek
evenzeer als aan het schouwburgbezoek verbonden, be
schermd.
Welke is de voornaamste maat
regel, ter bescherming van het
bioscoop-bezoekend publiek ge
nomen?
De maatregel, dat alle bioscoopprogramma's en alle pro
pagandamateriaal aan keuring onderworpen zijn, is wel
de voornaamste onder die, welke er tot de bescherming
van het publiek tegen mogelijke filmgevaren genomen
zijn en worden.
Welke keuringsinstanties kent
men hier te lande?
De keuringsinstanties hier te lande zijn:
de Centrale Commissie, waarin in evenredigheid met onze
vertegenwoordiging in de Kamer ook Katholieken zitting
hebben, en welke voor het heele land de zgn. Rijkskeuring
verzorgt;
de Katholieke Filmcentrale, welke de films nakeurt voor
die gemeenten, welke zijn aangesloten bij de Vereeniging
van Zuidelijke gemeenten voor gemeenschappelijke Film
keuring;
de plaatselijke keuringscommissies, welke bestaan in die
gemeenten, welke niet bij de Vereeniging van Zuidelijke
gemeenten zijn aangesloten en zich toch niet zonder meer
bij de Rijkskeuring willen neerleggen.
Welke films worden er door de
Centrale Commissie (de zgn.
Rijkskeuring) gekeurd?
De zgn. Rijkskeuring keurt alle films, 66k de reclamefilms,
zelfs de kleinste „snippers" van het program.
Hoe geschiedt deze keuring?
Deze keuring geschiedt op toelaatbaarheid, en wel op
toelaatbaarheid voor alle leeftijden (de aldus toelaatbaar
verklaarde films noemt men A-films), op toelaatbaarheid
voor personen boven de veertien jaar (de aldus toelaatbaar
verklaarde films heeten B-films) en op toelaatbaarheid
voor personen boven de achttien jaar (de aldus toelaatbaar
verklaarde films heeten C-films). De afgekeurde, dus voor
geen enkelen leeftijd toelaatbaar bevonden films kunnen
eventueel in een andere samenstelling worden herkeurd,
maar mogen, zoolang en Als de Rijkskeuring haar afkeu
ring handhaaft, in geen enkele bioscoop vertoond worden.
Welke Is de wettelijke bevoegd
heid der zgn, nakeuring?
De zgn. nakeuring keurt voor de bij de Vereeniging van
Zuidelijke Gemeenten aangesloten gemeenten de C-films
na, dus die films, welke door de Rijkskeuring voor per
sonen boven de achttien jaar toelaatbaar zijn verklaard,
en kan deze ontoelaatbaar verklaren, waardoor die films
dan niet in de aangesloten gemeenten vertoond mogen
worden.
Wat ontbreekt er nog aan de
bevoegdheid van de zgn. na
keuring?
De nakeuring kan geen bindende uitspraak doen ten aan
zien van de A en B films, die dus, ook al zou de K.F.C. ze
ontoelaatbaar achten, vrijelijk in de bioscopen vertoond
mogen worden. F. A. B