op vrijersvoeten
Denk om de voetangels
DAMRUBRIEK
Beste filmspelers
van 1946
onder leiding van B. Springer
Een verhaal voor onze jonge lezers
J. van Straten
Zaterdag 11 Januari 1947
3
Hoe Montgomery besloot
te trouwen, een vrouw
ging zoeken, en slaagde
volgens plan
W
MONTGOMERYdie tot zijn
38ste jaar vrouwen vooral be
schouwde als een hindernis voor
zijn loopbaan, besloot opeens te
trouwen, en ondernam een veld
tocht op zoek naar een. vrouw
in de Zwitsersclie bergen. Hoe
hij daarin slaagde vertelt Allan
Moorhead in dit artikel.
Han van Meegeren
komt in Mei voor
Naar wij vernemen zal het pro
ces tegen den schilder Han van
Meegeren in den loop van Mei
worden gevoerd. Het chemisch
onderzoek zou n.l. hebben uitge
wezen dat de doeken, waarover
zooveel is gesproken en geschre
ven, geen origineele Vermeers
zijn.
De vereeniging van filmcritici
te New York, wier oordeel veel
gezag heeft, koos de Engclsche
filmster Celia Johnson als beste
actrice van 1916 voor haar vertol
king in „Brief Encounter". Als
beste acteur werd Laurence Oli
vier gekozen voor zijn rol als
„Hendrik de Vijfde" in de gelijk
namige Engelschc film.
De tweede plaats werd bezet
dcor Frederic March („The best
years of our lives") en Olivia de
Havilland voor haar rol in „Te
each his own". (Deze beide laat
ste films werden nog niet in Ne
derland vertoond.)
De keuze van beste regisseurs
viel op William Wvler voor „The
best year of our lives", terwijl
Laurence Olivier voor zijn regie
van „Hendrik de Vijfde" de twee
de regisseurs-plaats, innam.
Als beste buitcnlandsche film
kwam do Italiaansche film
„Open stad" uit de bus.
IN 1925 besloot Montgo
mery plotseling dat 't
lijd voor hem werd om te gaan
trouwen. Tot nu too had hij hot
vrouwelijk geslacht gemeden, liij
ging door voor een vrouwenhater
en over de emancipatie van dc
vrouw hield hij er zeer bepaalde
opvattingen op na. liet had er
alles van, dat hij vrouwen vooral
zag als een hindernis voor zijn
loopbaan. Maar nu, op zijn 3Sstc
jaar, veranderde hij van idee, nu
heette een huwelijk voor hern
niet alleen wenschelijk, maar zelfs
noodzakelijk.
En het grappige is, dat hij zich
nu aan de verwerkelijking van
zijn huwelijksvoornemens mol
denzelfden ernst en toewijding
zette als aan de uitwerking van
een strategisch plan. Met eenige
vrienden maakte hij een planne
tje voor een uitstapje naar Dinard
in Normandië kennelijk be
schouwde hij Frankrijk als het
meest geschikte terrein voor zijn
experimenten en hij was het.
die, zooals gewoonlijk, zich met
de heelo voorbereiding belastte.
Tïij zorgde voor dc reisbiljetten,
hij regelde bij aankomst het ver
blijf in het hotel. Toen hij dit
voor elkaar had, liet hij zich door
den hotelier een dansleeraar aan
bevelen. En zoodra hij met zijn
lessen begonnen was (zijn vorde
ringen in de edelo danskunst wa
ren overigens niet zeer groot!)
zocht en verkreeg hij introducties
bij de huwbare jonge dames, die
op dat moment met vacantie in
Dinard en omgeving waren.
Wintersport
T~Y EZE eerste raanoeu-
vres hadden wel
geen direct resultaat, ze leverden
geen echtgenoote op, maar zij ga
ven hem toch eenige ervaring op
wat tot dusver een onbekend ter
rein voor hem was geweest. Een
paar maanden later vertrok hij
kalmpjes naar Zwitserland, naar
do wintersport, waarbij hij zich
een eenvoudig hoofdkwartier, het
hotel Wildstrubel te Lepk (kanton
Bern) uitzocht.
Met den besten wil van de we
reld kan men van Montgomery
niet zeggen, dat hij in deze om
geving een romantische figuur
was mot zijn skikleeding, bestaan
de uit een wijde grijze broek,
een vest zonder vorm of snit, dat
tot over zijn middel reikte, verder
uit slobkousen en niet te
vergeten een zwarte Alpinomuts,
die hij in een dorps winkelt je had
opgediept en waarop hij het in
signe van de plaatselijke skiclub
had vastgeprikt.
's Morgens was hij vroeg uit
zijn.bed en dan ging hij.op zijn
ski's de bergen te lijf. Niet zoozeer
de skdsport als zoodanig trok hem
aan, dan wel het maken van lange
tochten over de besneeuwde hel
lingen. Het duurde dan ook niet
lang, of hij was het, die in het
hotel de skitochten organiseerde
en die zijn mede.gasten in groep
jes leidde door het landschap en
langs steile hellingen. Was hij op
deze wijze overdag toch wel een
figuur in het hol el, daar stond he
laas tegenover, dat hij nu net niet
de eigenschappen bezat om ook
een rol te spelen in het gezellig
heidsleven 's avonds. Hij kon niet
dansen, kaarten deed hij niet en
de gewone conversatie van den
ascetischen majoor-vrijgezel was
allesbehalve levendig.
Een ontmoeting
T7 N toen maakte Mont-
-^gomery daar kennis
met een van die zeldzame vrou
wen, die een massa vrienden heb
ben en op wie haast iedereen, die
ze leert kennen, onmiddellijk 'ge
steld is. Zij was een dochter van
een bestuursambtenaar in India,
Belsv Carver, en toen Monty haar
ontmoette was zij weduwe en
moeder van tweo kleine jongetjes.
Eigenlijk had zij zoo zou men
geredeneerd hebben zoowat
geen enkel punt van aanraking
met Montgomery, zij leek zoo hee-
lernaal niet zijn type. Haar man
was in den oorlog 19141918 ge
sneuveld op Gallipoli en van dat
oogenblik af was zij een vurig
pacifiste geworden. Zij had zoo'n
afkeer van al wat militair was,
dat zij haar kinderen nooit met
looden soldaatjes had willen laten
spelen. Behalve aan haar twee
peuters was haar leven gewijd
aan de kunst. Zij schilderde, zoo
wel aquarellen als in olieverf, zij
beeldhouwde en stelde verder veel
belang in pastelteekencn en hout
snijwerk. Zij was heel tevreden
met haar bestaan in het dorpje
Cchiswick aan de Thames, niet
zoo heel ver van Montgomery's
oude huis, temidden van een klei
ne kolonie schilders en schrijvers.
Betty Carver had heclcmaal
niet de pretentie een mooie of een
sjieke vrouw te zijn. maar ze
was geestig en in het bezit van
een zeer aantrekkelijke vroolijk-
heid, waardoor al haar vrienden
haar bijzonder graag mochten. Zij
was zacht cn vriendelijk van aard
en de eenige felle emotie, die haar
beroerde, was wel die onwrikbare
haat tegen alles, wat met oorlog
te maken had.
De kinderen
A AN deze vrouw stel.
de Montgomery zich
op een gegeven oogenblik voor;
het waren de kinderen, die hen
met elkaar in contact brachten.
Hij hield er n-1. van om kinderen
iets hij te brengen en in Lenk
bracht hij uren door met ze
schaatsenrijden te leeren cn ze, in
te wijden in de beginselen van
het skiën. En de kinderen luister
den vol geestdrift naar dien mijn
heer, die nooit moe werd en altijd
weer nieuwe spelletjes cn uitstap
jes wist te bedenken. Het was dus
niet heclemaal te verwonderen,
dat de moeder van die kinderen,
zich ook sterk voor Montgomery
begon te intcresseeren.
Zoodra de familie in Chiswick
terug was. ging Montgomery ze
opzoeken. Dit op zioh zelf was
al een heele nieuwe ervaring voor
hem. Schilders of schrijvers had
hij nooit ontmoet, deze lieden had
den tot nu toe volkomen buiten
zijn gezichtskring gelegen" en zij
lagen hem heclemaal niet met
hun gepraat in de ruimte cn hun
wonderlijke belangstelling voor
de meest uiteenloopende en
vreemde dingen.
Al heel gauw vermeed hij dan
ook zooveel mogelijk het huis van
Betsv Carver binnen te gaan, veel
liever wachtte hij met zijn auto
voor hot huis, net zoo lang tot
zij haar eigenaardige vrienden
aan zichzelf overliet en naar bui
ten, naar hem toe kwam. Het go-
heel was zeker een niet alledaag.
sche wijze om iemand het hof te
maken.
Monty trouwt
ZOO voltrok zich, in
die lente van 1927,
een radicale verandering in Mont
gomery's leven. Er werkte een
kracht op hem in, die hij niet
zelf had opgeroepen cn waarover
hij ook geen zeggenschap had: de
Liefde. In de muur van vooroor-
dcelen, die hij om zich heen opge
trokken had, in al die jaren, dat
hij voortdurend op voet van oor
log stond met zijn omgeving
en tot die vooroordeclen hoorde
juist ook zijn afkeer van de vrouw
sloeg deze kracht een bres zon
der dat hij precies wist, hoe dqt
mogelijk was. En Betty Carvèr
onderging dezo zelfde kracht al
niet anders dan hij: haar afkeer
van alles wat militair was en met
den oorlog te maken had ver.
dwecn al niet minder snel dan
Monty's vrouwenhaat.
Het was een gelukkig paar dat
in 1927 in het huwelijk trad en
zijn intrek nam in de kwartieren
voor gehuwde officieren, vlak hij
het gebouw, waar Montgomery in
Camberley zijn lessen gaf.
Allan Moorhead Montgomery
(Nadruk verboden).
SINDS ZIJN VEERTIGSTE JAAR is Monty, tevoren een
overtuigd vrijgezel, echtgenoot en huisvader. Hier ziet men
hem met vrouw en zoon
Eenigen tijd geleden hebben
we in deze rubriek de partij
GhestemRoozenburg besproken.
Deze partij werd gespeeld in de
laatste ronde van den internatio
nalen zeskamp te Rotterdam.
Na den 12en zet. van Wit ont
stond in deze partij de volgende
stand:
Zwart: 4, 11/13, 17/19, 22 23 32.
Wit: 15, 26, 29, 31, 33 34, 36 39,
40, 46.
ja Nu ik me vast voorgenomen heb
de vele liefhebsters en liefhebbers
van kruiswoordraadsels het volle
pond te geven, mag ik dezen keer
dus de aandacht vragen voor een
dergelijke ongave. Er is niets bij.
zonders bij te vertellen, omdat kef
recept zoo overbekend is. U vult
maar in en het gaat vanzelf. 1 eel
succes en een groote portie pie-
kerzin om de enkele voetangels en
klemmen, aan dr. Pluizefs, brein
ontsproten en in dit kruiswoord ver
werkt, te doorgronden.
De omschrijvingen luiden
HORIZONTAAL: 1 Zuivelproduct
5 Plaats bij Lausanne, 9 Chefs, 13
Voorzetsel, 14 Deel van den romp,
15 Vader of moeder, 16 Muzieknoot,
17 Eershalve, 19 Leer Van Moham
med, 21 Visch; 23 Uitroep, 24 Ge.
i bak, 25 Zuidvrucht, 26 yiijtig, 2/
Vuurzee, 29 Een der USA, 31 Kleur,
33 Lager Onderwijs afk31 Ver
trouwelijk, 35 Windstreekt 36 Noot
volgend op Hor. 16, 37 Landbouw-
werktuig, 39 Plaats in Friesland, 11
Gc.ed voor de huid, 43 Persoontijk
I voornaamwoord. 44 Eiland in de
Mid delf. Zee, 45 Deel van een et-
maal, 46 Engelschc componist, 47
Volgorde, 49 Rivier in Frankrijk, 51
Samenvoeging van twee touwen, 53
Zie Hor. 37, 54 Lijst, 55 Immer, 5b
I Vader, 57 Pluimveeproduct, 59 Soe-
j pel, 61 Deel van Sumatra63 Num-
I mei (afk.), 64 Deel van een vinger,
65 Vliegveld bij Groningen, 66 Knol.
gewas.
VERTICAAL: 1 Kromming2
Voorzetsel; 3 Lacg water4 Mcfaa-
oxyde; 5 Jongensnaam: 6 Oude
naam voor Hor16; 7 Halt8 Rivier
Zwart aan zet. In deze stel
ling vervolgde Zwart met 42.—,
2328;, waarna een eindspel be
reikt werd. dat voor Zwart nog
maar weinig kans op remise
bood.
De bekende I-Iaagsche meester
W. C. J. Polman signaleert in
dezen stand een offer, dat voor
Zwart een zekere rcmi6e geeft en
hem zelfs nog kansen laat indien
Wit te lang op winst blijft spe
len.
Onze correspondent geeft het
volgende:
42. 1924!!; 43. 29x20 22—
28!; 44. 33x22, 18x27; 45. 31x22,
14—10. (14—19 en 15—10 Iaat Wit
piet 46. 2014 kan spelen wegens
Zwart 46. 23—29!; 4. 34x23,
2Sxl0; met gelijk materiaal doch
zeer voordeelig cindspe] voor
Zwart. Het beste voor Wit lijkt
nog:
46. 46—41, (A) 32—37!; 47. 41x32,
28x37: 48. 20—14, 13—19: 49.
14—10. ('19—4 en 15—10 laat Wit
ook niets te hopen). 40.—, 37—42;
50. 10—5, 4248: cn dit eindspel
laat Wit niet de minste kans op
winst ondanks zijn materieel
overwicht.
A) 40. 40—35, 23—29: 47. 34x23,
28x19; 48. 46—41, (gedw.) 32—38;
49. 41—37, 12—17: 50. 36—31,
11—16; 51. 31-27, 13—18; 52.
35-30. 18-23; 53. 30-24 19x30;
54 20-14, 23-29; cnZwart
uee/t zijn geofferd stuk terue in
een vrijwel gelijkwaardig eind
spel.
in Alaska; 9 Geestelijke zuster; 10
Winter voertuig; 11 En dergelijke
(afk.); 12 Nimmer; IS Plaats bi
Egypte; 19 Prinses van Oranje; 20
Mdèlderij; 21 Dwingeland: 22 Wind.
streek; 23 Bloem: 27 Visch; 28
Jachtgodin; 29 Contra; 30 Aard; 31
Gelaat schildering; 32 Zwarte; 38
Noorsch componist; 39 Begin40
Vlinder; 41 Aziatische republiek: 42
Groot hert: 43 Springloop; 47 Tril
len; 48 Moubel; 49 Reeks; 50 Keur,
51 Binocle52 Kleur; 58 Dom gp-
luid', 59 Lidwoord (Fransch); 60
Persoonlijk Voornaamwoord; 61 In
7 jaar onzes Heeren: 62 Oppervlak-
temaat (afk.); 63 Afkorting voor
New-York.
OPLOSSING VORIGE PUZZLE
Dc gevraagde woorden zijn:
eenSgeZind
aanGevUurd
patRouIlle
garAgeDeur
uitVecHten
bijeEnkOmst
zonNebLoem
LucHtaLarm
slaApkAmer
emiGraNten
afbEelDing
's-GRAVENHAGE is dus de be
deelde provinciehoofdstad, ZUID
HOLLAND do gevraagd© provincie.
Verkeersplan voor Londen
van een taxi-chauffeur
Een Londensche taxichauffeur
hppft een plan uitgewerkt tot op
heffing van de Londensche ver
keerschaos. die de autoriteiten
zooveel hoofdbrekens kost. De
man, die met zijn wagen al twin
tig jaar de Britschc hoofdstad
doorkruist, kent elke meter van
het met bussen, vrachtwagens en
andere vehikels volgepropte. West
end. Hij heeft alles nauwkeurig
nagegaan, opgemeten en geno
teerd. Zijn plan, dat eenrichtings
verkeer op groote schaal bepleit,
wordt nu in een der dagbladen
gepubliceerd.
ïï°€(Ekj}C'S>
twee md
'ca t>o iitiu nar
DIT is het verhaal van een
Utrechts jongetje, Freekje. dat
meer van de wereld wou zien,
dus
Maar laat ik van het begin af
vertellen wat er gebeurde.
Zo zaten aan tafel: moeder, va-
der, Freekje en zijn grote zus An
nie. Vader bad juist voor de twee
de maal aardappels genomen,
toen Moeder zei: „Zeg, onze nieu
we buren komen uit Amsterdam."
„Geef mii eens even de juskom
aan," zei Vader.
„Heb je gehoord wat ik zei?"
„Had je het niet over buren of
zoiets?"
„Ja, ik zei, dat de nieuwe buren
uit Amsterdam komen."
„O," zei Vader en legde met een
boos gezicht een ongepitte aard
appel opzij, „die kijken je ook al
aan tegenwoordig!"
,De nieuwe buren...", begon
Moeder weer.
„Nee, die aardappels," bromde
Vader.
Moeder zweeg, een beetje boos,
Vader zweeg, omdat zijn mond
vol was, Annie zweeg, omdat ze
aan haar onvoldoende voor reke
nen zat te denken, en Freekje
was eigenlijk de enige die nog
aan de nieuwe buren dacht Of
liever, hij dacht er aan waar ze
vandaan kwqmen: Amsterdam-
Hoewel Freekje nog niet naar
school ging, wist hij. dat Amster
dam de grootste stad van Neder
land is, dat had Annie hem ver
teld. Jongens, wat moest het daar
mooi zijn! Amsterdam was hele
maal in het water gebouwd, zei
Annie, je kon geen tien meter lo
pen of je kwam een gracht le
gen, zoals de Oude Gracht. En d'r
was een groot palcis van de Ko
ningin. Enne... de nieuwe buren
kwamen uit Amsterdam. Gek
toch eigenlijk, als jé in zo'n mooje
stad woonde om dan te gaan ver
huizen.
Toen ikwam de
verfamsanat©
TC^EN paar dagen later stopte
-Lv naast Freekjes huis een grote
verhuisauto. Twee sterke mannen
klommen uit dc wagen en belden
aan. Tot Freekjes verbazing bleek
de nieuwe buurvrouw al thuis te
zijn, ze maakte de voordeur open
en de mannen begonnen meubels
en allerlei andere dingen naar
binnen te dragen.
Toen de mannen klaar waren,
vroeg mevrouw of ze een kopje
koffie lustten, de mannen zeiden:
„Ja". De auto bleef open staan.
Een stem in Freekje zei: „Am
sterdam. die mooie stad. met al
die grachten en het paleis," en
voordat Freekje er verder over na
dacht klom hu in de auto en her
borg zich onder een stapel dekens,
waarin do mooiste meubels ver
pakt, waren geweest. Na een kwar
tiertje kwamen de mannen naar
buiten. Een vroeg: ,,Is t'r niks
meer in de wage. Kees?"- „Nee,
Hein," zei de ander, „hij is hele.
maal leeg- Maar ik sal nop wel
cffe kijke." En hup, sprong hij in
de auto, keek bier en daar, roerde*
met zijn voet in de dekens, vlak
langs Freekjes billen cn zei: „Nee
niks", sprong weer uit de auto,
gooide de deuren in het slot, klom
naast Hein, de mannen riepen:
„Dag, mefrou," de motor sloeg aan
endaar reed Freekje naar
Amsterdam.
Eerlijk gezegd, leuk vond hij
het niet. want het was pikdonker
in de auto. Freekje kon het puntje
van zijn neus wel voelen, rna/r
niet zien. Maarhij ging naar
Amsterlam en hij lag lekker zacht
tussen de dekens, zo zacht, dat hij
in slaap viel.
Of het nu dag of nacht was wist
Freekje niet. toen hij wakker
werd, maar één ding merkte hij
wèl: dat de auto stilhield.
„Vrachic afgeleverd, jongens?"
„Ja, baas."
„Mooi so. Laat de wage maar
buite staan. Henk en Jan motte
vannacht om twee uur weg, s-poed
vrachie hale in Schoonhofe."
Freekje hoorde de mannen weg
lopen. Toen werd hij bang, al
leen in de stikdonkere auto, hij
had honger en dorst en
„Ik wil d'r uit," schreeuwde
Freekje. „ik wil naar m'n Moe
der! Moeder!!!!'
Het bleef stil, de mannen waren
weg. F.n daar zat Freekje nu. Wat
te doen? Schreeuwen, dat was het
enige dat Freekje nog kon. dus
schreeuwde, ja brulde hij: „Moe
der. ik wil d'r uit- Ik wil naar m'n
Moeder!"
Stil bleef het. Freekje brulde
eerst, schreeuwde toen. huilde la.
tor en snikte ten slotte van narig
heid en vermoeidheid. Van heel
dat mooie Amsterdam zag hij
niets, hij zat daar maar opgeslo
ten in een donkere verhuisauto en
niemand, niemand die hem hoor
de- Van louter verdriet viel hij
wéér in slaap.
door
PLOTSELING schrok hij wak
ker, omdat de motor begon
te draaien. Eerst wist hij niet wat
zo'n lawaai maakte, toen...
„Moeder, ik wil naar m'n Moe
der!"
„Wat hep ik nou an me kar
hange?" hoorde hij een man zo;r
gen, ,,'t spookt hier, geloof ik!"
„Schei nou uit met je fiebcle-
geintjes," zei een andere, „d'r sit
een kind in dc wage." Do deuren
werden opengegooid en een lange
man met vuurrood haar keek
naar binnen.
„Waar sit je, knapie?"
„Hier," huilde Freekje, ,ik wil
naar m'n Moeder!"
De man scheen met z'n zaklan
taarn in Freekjes richting en zlg
daar een klein half weggehuild
hoopje mens dat Freekje bleek te
heten.
„Ook wat moois," zei de eerste
man, die gitzwart haar had. „Wat
motte we met dat vrachie?"
„Waar woon je, knapie?", vroeg
de rooie.
„In Utrecht, meneer
„So, daar motte wij ook langs."
„Bén je" zei de zwarte, „ik ga
ofer Gouda da's flugger."
„Da wee'k nog niet so seker,"
zei de rooie, „we kunne toch ook
ofer Utrecht?'
„Kunne wol, maar ik hep geen
sin," zei de zwarte. En toen be
gonnen dc mannen tc kibbelen:
„Utrecht—GoudaUtrecht Gou
da". De rooie won het, want op
't laats^zei de zwarte: „Nou, allee
dan. Utrecht maar, ik breng 'm
niet thuis."
„Daar komt ie fanself wel, niet
knapie," zei de rooie on Freekje,
die verschrikt naar de Utrecht—
Gouda-ruzie had geluisterd, knik
te blij: „Ja, meneer."
„Nou, kom dan maar bij ons
sitte, da's gesclligcr. Hep je hon
ger?" ,Nou, meneer," zei Freekje
en toen stopte de rooie hem een
hele dikke boterham in z'n han
den.
Autotocht door
de nacht
T_T OEWEL Freekje geen gracht
L 1 meer zag cn ook niet het pa
leis van de Koningin genoot hij
toch volop: de auto reed in volle
vaart door de donkere nacht, de
felle schijnwerpers verlichtten de
wc honderden meters ver; de
bomen, eerst flauw, daarna fel
verlicht, schoten als snoken voor
bij, alleen dc onderste takken kon
Freekje zien, boven liet fplle auto
licht was alles zwart. Een kat
schoot rnet groen glanzende ogen
vlak voor de auto over dc weg,
waardoor de zwarte, die stuurde,
zo schrok dat hij een lelijk woord
zei.
„U moet Uw mond spoelen." zei
Freekje-
„Hè," zei de zwarte, „waarom?"
„U mag geen lelijke woorden
zeggen."
„Hahaha," schaterde de rooie,
„laat.ie fijn siin. Dan kan-ic wel
an de gang blijfe. knapie!"
,,0," zei Freekje, die niet alles
begreep. Eén ding wist hu wèl:
„Die rooie was veel aardiger dan
de zwarte."
Na een hele poos kwam de auto
tussen huizen te rijden. „We siin
d'r so, knapie," zei de rooie, „waar
woon je?"
„In de Prins Hendriklaan, me
neer," zei Freekje.
„Waar is dat persies?"
Ja. hoe moest Freekje dat nu
vertellen. „Bij het park."
„Och, klet- niet," zei do zwarte,
,wc hebbe 'm nou naar Utrecht
gebracht inaar ik breng 'm niet
thuis." En weer zei hij een lelijk
woord.
„Maar je ken dat kind toch niet
so maar, 's nachts om drie uur,
op straat, scttc?"
„Hoor 's rooie. ik fertik 't nou
ferdrr. 'k Heb 'm naar Utrecht ge
bracht, cn nou mot ie self maar
ferder soeke. Hij sal wol 'n smeris
finde, die 'm naar s'n moesio
brengt- Bij de Jaarbeurs set ik 'm
af. en geen meter ferder, wel hier
en ginder." De rooie kon 'm niet
meer vermurwen, op de CathariJ-
nesingcl bij do Jaarbeurs remde
dc zwarte, en voordat de rooie
iets kon zeggen of doen, rukto do
zwarte het portier open, greep
Freekje hij z'n arm en zette hem
op straat.
„Geef de groote an je moeder,"'
zei hij, sprong in de auto, gaf gas
en reed weg.
„Niet huile, hoor knapie, soek
maar naar een smeris, „riep da
rooie, „die brengt je wel thuisl"
Freekje zocht
een „smeris"
DAAR stond Freekje nu, hij
keek alle kanten op, maar er
was geen mens op straat. Waar
moest hij heen, hoe kwam hij in
dc Prins Hendriklaan? Wat een.
„s-meris" was wist Freekje niet*
maar hij vermoedde: een politie*
agent.
Hij besloot maar eens te gnan
zoeken. Freekje liep de brug over
langs het Jaarbeursgebouw en
kwam op liet Vreeburg Hij kwam
geen mens tegen. En daar stond
hij nu, moest hij rechtuit, linksaf,
rechtsaf of weer terug? Frcekjo
wist geen raad cn hij werd hoe
langer hoe angstiger. „Moeder!"
riep hij hard en „moeder-moeder-
moeder" echode het van verschil
lende kanten. Toen begon Frcekjo
weer te huilen, waarom was er
nu ge^n enkele politic-agent op
Straat?
Wat Freekje niet wist was, dat
alle politic-agenten naar hem aan
't zoeken waren. Toen Freekje om
zes uur niet thuis was, wat wel
eens meer gebeurde, omdat hij
dan in bet park speelde, was An
nie gaan zoeken, maar ze kon
hem nergens vinden. Toen was
ook zijn moeder gaan zoeken, la
ter ook zijn vader: geen Freekje.
Daarna waren ze alle drie zo on
gerust geworden dat vader de po
litie opbelde. Onmiddellijk wSren
alle agenten in ieder straatje
paan zoeken, alle portieken had
den ze. nagekeken, zelfs langs de
pakhuizen onder aan de Oude
Gracht hadden ze gezocht: geeru
Freekje. Toen hadden ze de sleu*
tels van alle grote winkels ge
haald, hadden voor en achter de
toonbanken gekeken, de magazij
nen doorgesnuffeld: geen Frcekjo.
Op de perrons van het station en
ook in de tunnel hadden ze ge
zocht en verschillende agenten
hadden in 't water gekeken: geen
Freekje.
Toen had do commissaris Hil
versum opgebeld en gevraagd of
de radio een „extrapolitiebericht"
wilde omroepen: „Vermist, t*en
klein Utrechts jongetje, Frcekjo
genaamd, hij heeft een blond
kuifje en draagt 'n donker blauw
broekje met een licht blauwo
trui."
En omdat heel Utrecht door.
zocht was, waren dc agenten naar
de omliggende weilanden gegaan
om daar fe zoeken, daarom zag
Freekje niet één „smeris", zoals
de rnoic had gezegd. Freekje ging
op de stoep voor hot Jaarbeurs
gebouw zitten en huilde zachtjes,
omdat hij naar z'n rnoerlcr cn z'n
bedje verlangde, èn omdat hij het
een beetje koud kreeg.
(Volgende week kan je lezen wat
Freekje verder beleefde)
^^oooooooooooooooooooooooooooooooooo oooooooooo«
Q P 9
$3?) I
O „Hé, ben jij niet onze kellner?" O
<><'<>^<><>GOO'0<XXXXXXX>0<XXXX>0<>0000<>OOe<>Oö<X><x>0000<*